Vraag en antwoord & Wie wat waar

periode 1913.
Er is nogal wat gezegt over de schotse netten waarmee ze in 1913 mee visten , maar dat het gebruik daarvan toch maar schoorvoetend algemeen werd .
Zij vingen goed , maar waren duur in gebruik , zodat men wat anders zocht , namelijk netten waarmee men zowel hoog als laag kon vissen .
De standaardvleet kwam .
Waren de hollandse netten altijd 100 voet lang geweest , de schotse nog iets langer, de netten van de standaardvleet waren 80 voet en met dubbeltouwwerk erbij voor hoog of laag vissen . Ook hierbij duurde het een paar jaar eer zo'n vleet goed was.
Dirk van Haren kreeg als eerste zo'n vleet , maar had eenmisse teelt. Het volgende jaar ook A.Visser en C.Poot,maar ook die hadden geen succes . De vleet was namelijk gemaakt van oude netten  , met nieuwe opslag aan de bovenkant , maar dat was niet goed . Was oorspronkelijkde maaswijdte 28-29 cm de vijf scholen , dat werd nu 27-28 cmof nog nauwer en dat veroorzaakte op de netten die 600 of800 scholen lang waren een heel verschil en kon men erniet goed mee werken . Maar toen dit verholpen was en ook het drijfvermogen met kurk verbeterd was , is dar heel goed mee gevist . Maar de bemanning heeft er erg mee moeten sjouwen , want je viste met 180 netten.Latewr werden dat er 18 minder.
Wij gingen in dat jaar met een halve Schotse vleet , 50 nettten , en een halve standaardvleet naar zee . Wij hadden in de herfst van '27 ook eens , bij wijze van gunst , met een schotse vleet mogen vissen en wij deden nu al twee mooie reizen onder de Engelse wal . Het ging nu allemaal wat beter en ik had ook wat geleerd. Want ook schipper zijn moet je leren .
Wij deden een mooie zomer en in de herfst kwam ik op de VL 176 , nu met de beug . Maar eilaas , de koudste winter,van 929 en het ging slecht . Alles bevroor aan dek en dat is met de beug een toestand ! Ik zal er wat van vertellen , want je kunt nu alles wel mooi maken en doen of alles zo goed was , maar dat was niet zo. Wij verdienden geen centje .Reizen van 200 of 300 gulden waren geen uitzondering .C.Hoogendijk , jaren stuurman bij Giel Poot , voer dat jaar met de 217 . Hij had 1 heilbotje in 't bun hangen en die werd s'nachts gestolentoen hij aan de markt in IJmuiden lag. Hij besomde nog ggen 100 gulden. Jaap van Minnen met de ""Dina ""was in Vlaardingen aan de markt geweest , maar hij kon daar geen water innemen want de leidingen waren bevroren . De 'waterboot "" Vlaardingen "" vulde toen zijn tanks met water , maar op zee werd de gehele bemanning ziek of kreeg last van buikpijn . De boot had water uit de rivier in zijn tanks gepompt!
word vervolgt ..

In de winter van '38 - '39 kwam onze latere baas , de heer Kwakkelstein kennis maken . Ja , dat was een verschil .   Zijn  schuurzolder boven het kantoor aan de westhavenkade of de grotere rederijzolders van de VMV.
Maar die waren ook wel nodig met indertijd 14 schepen, met wintervisserij tuig , de beug en al wat er meesamenhangt en de netten in allerlei soorten en werkruimten.
Ook het open terrein  erachter , met de kuiperij en opslag voor lege tonnen , hokken om de boel op te bergen, een plek voor de machinekamerspullen en voor de scheepsmaker . Hij bekeek alles .Er was ruimte en dat was een groot verschil met zijn terrein , maar meer had hij ook niet nodig met 1 schip ,( ik denk dat dit de VL 70 )was .Wij zeiden ,maar we merkten later pas dat het anders lag , dat hij bij ons gekomen en niet wij bij hem. Maar niet lang erna merkten wij dat hij de baas was.
Dit is een citaat uit het boekje waar H, van Roon toen schipper in schrijft , groeten pieter.

De zeilogger was inmiddels van het toneel verdwenen en de motorlogger was gekomen , zij het nog maar met motoren van 80-100 pk , dus die waren we toen nog met de stoomlogger maar net de baas . We hadden lang met de netjes gevist en daarna lag je 14 dgn om klaar te maken voor de haringvisserij. Je had dan geen dag/weekgeld , maar je kreeg er        150 gulden voor en dat bedrag moest je met 16 man delen . Dus een 10tje de man , de jongens kregen ietes minder .
Wij gingen dus laat voor de 1e reis weg: 6 weken voor 14  last . Maar je had het voordeel dat de haring duur was , dus het werd toch een mooi reisje , terwijl het voor de handel beter was .

Dieppe......

Ging je oorspronkelijk alleen maar zaterdags naar binnen en zondags weer weg , nu kwamen wij praktisch elke dag binnen en versperde de hele vloot de haven , wat die fransen moeilijk maakten om aan de kant te komen . Ik heb die havenmeester met een bijl zien zwaaien om de trossen door te kappen , maar hij liep toch weer lachend weg . Ja in Dieppe waren we heer en meester en de winkels en de cafe's zagen je graag , dat was lachen . Wij kenden geen namen van straten . De grande Rue was de grote straat of ook wel Hoogstraaat genoemd .
We hadden de straat van het postkantoor  en onder de Galerij . We hadden het over de glazen kast , een cafe en over de straat van de Normandie Bar , of de Amsterdamse dame , bij de mijl, of bij Jan de Baels , zo duidde je de plaatsen aan . In de week liepen we daar in ons bruine kieltje en op klompen , zondags aangekled met jekker  en platte pet en op schoenen . We gingen dan naar het zaaltje . of van de kerk aan de boulevard of van centrale Bond waar G. van Houwelingen met zijn vrouw Gre jarenlang geweest is en ook altijd goed was voor een kopje koffie . En er werd dan niet gedronken ?
Dieppe heeft er toch wel wat aan verdiend , dikwijls lagen we met meer dan 100 schepen binnen , alle havens vol . Voor souveniers en parfum en ook voor lappen stof besteedde men toch gauw voor 30of 40 gulden de man . Dat de honderden mannen bier dronken bleek ook in de oorlog , toen de duitsers ook in Dieppe waren . De plaats had toen de grootste toewijzing van bier en dat was gebaseerd op het verbruik van 1938 !
Toen ik jaren later met mijn vrouw eens naar Dieppe ging was het een slaperig stadje , om 9 uur "s avonds alles gesloten . Ik heb nooit gehoord  daty een Hollander beroofd of afgetuigt is . Ik heb altijd graag in het kanaal mogen vissen , "was anders als op de Noordzee.

word vervolgt.....

In 1935 was ik , H. van Roon , schipper op de VL 217.Voor toen het mooiste schip van de rederij. Was ik toen een grote schipper ? Ik weet het niet , maar ik weet wel dat menigeen jaloers was . M.Poot had in '33 met het schip gevaren en was gestorven .Jac. van Minnen had er in '34 mee gevaren , maar niet te best en was bedankt , wat ik jammer vond , want hij was een kameraad van me . Het eerste reisje was een ramp , 17 ktjs en de vleet kapot door zwaardvissen . Als je in die tijd vroeg ging varen dan deed je geen lange reizen , maar moest je met 14 dgn al naar huis komen . Uit die tijd dateert eigenlijk de  "" groene haring "". Zoutte je oorspronkelijk 4 a 5 uit een ton zout van 150kg , toen deden we 7 uit een ton en als we naar huis gingen 9.We visten met raamnetten . Op de 56 gr of 56.40 visten wij en we vingen 20-25 ktjs . Niet te veel, maar we hadden toch al wel een last of 8, toen A.Visser bij ons kwam , die ook met raamnetten viste.
Wij gingen Noord uit , visten met wisselend succes bij elkaar , maar op een maandag ging Visser zuid in . Vrijdags kwamen we weer bij A.Visser en hadden inmiddels 26 last gevangen . Visser zei dat ik de volgende dag naar huis mocht . Dat bericht was door de radio gekomen . Wij hadden in '29 voor het eerst radio aan boord gekregen . Een radioontvanger met spoelen aan de buitenant en met accu's voor stroom . Van lieverlee was de hele vloot van radio's voorzien en s'morgens om 8 uur gaf mijnheer Muller , secretaris van de Nederlandse Redersvereniging allerlei berichten door betreffende Vlaardingen, Scheveningen of Katwijk , alle schepen met nummers en de vangsten , ook eventuele familieberichten , dus iedereen luisterde. En zo had Visser het bericht van de V,M.V. gehoord dat wie 26 last had naar huis moest , maar wij visten nog een dag en gingen naar huis met 34 last . Het ging dat jaar goed : 43 last, 36 last, 50 last en 22 lasst . Om het engelse weer bericht te kennen moest je wel engels kennen , want  dat "strong to gale "kon iedereen verstaan .
In 1936 kregen we een radiozender aan boord . 2 schepen van Hoogendijk hadden ze al . Berichten moest je in code doorgeven anders had een ander er ook wat aan en dat mocht natuurlijk niet . Met de zender gaven we elke morgen om 5 uur de vangsten door en dat was niet altijd leuk, want als je wat gevangen had kreeg je vast de hele vloot op je nek. Maar je kreeg er ook weer meer kennissen door van Scheveningen of Katwijk , dus werd de uitwisseling toch algemeen en goed.
word vervolgt....

Mooie stukjes Minak, welke periode betreft het ? weet je dat ook. gr

Mink

 even goed lezen Mink dan vindt je van zelf de jaartallen
 eind 1920 en begin jaren 1930

hallo Rinus,  Ik bedoel het boek en niet de stukjes die geplaatst zijn.

gr

Mink

o dat weet ik niet

Hallo Mink , het is een boekje van september 1986 , groet minak .

 Het jaar 1937 ..
In 1937 ging de bank van Katan failliet . Daar was Vlaardingen vol van en tal van Vlaardingse handelaars of handelaartjes , redertjes, schippers en de weduwen van schippers en andere mensen waren allen hun geld kwijt.
Ja dat was een slag.
Toen een kleine reder op het kantoor om zijn geld kwam vielen er waarschijnlijk harde woorden , want 1 van de heren zei ; "Denk om mijn broers hart ". De reder zei dat heel Vlaardingen het die dag aan zijn hart had. En zo was het . We moesten het trotse kantoor aan de Westhavenkade verlaten en verhuisden naar wat eerst de "winkel "was geweest aan de Nieuwe haven . Dat was acheruitgang. Het was voor het eerst dat de schepen niet gebeugt hadden . Ik heb dat faillisement daarvan altijd de schuld gegeven . Er was dan een stop in het inkomen .

Bij de andere rederijen in de stad was het eigenlijk nog een beetje minder dan bij de V.M.V. Er werd genoeg haring gevangen , maar de prijs was laag te laag. Er waren al loggers verdwenen, evenals tal van kleine rederijen .De mooie logger van van Yperen en van Heeren weg.De nieuwe loggers van Sterk , van D. van der Heul, van Schipppers .Wat was er over van de oude firma Pot . Die mooie VL 59 , een logger van 36last werd verkocht naar Scheveningen en wer de SCH 3 , schipper B.Korving . Op scheveningen was ook al een bank "gesprongen ", de Scheveningse bank van Scheurleer .
De overblijvende loggers moesten  motorloggers worden maar dat koste laadruimte en daarom werden zij met zo'n 6 mtr verlengt. Maar daar was weer een grotere motor voor nodig , van 150 of soms 180 pk. De scheveningen 15 "Bep 'had er een van 240 pk. Ik hoor Bram Rog, de schipper , nog zeggen toen hij uit kwam stomen : "Het is of hij onder je gat vandaan vaart ". Ik heb veel Scheveningers gekend . W.Rog bijvoorbeeld , met de SCH314 , die een deel van onze netten inhaalde toen wij , met 40 last gevangen , nog  2 kwatel of 36 netten in moesten halen en wij twee vlaggen  op moesten zetten als teken dat we te veel hadden . In een snuf had hij de netten ingehaald . Het volgende jaar kwam hij weer praaien met zijn mooie nieuwe logger Öceaan 2, SCH 47 . Hij was groots en trots op zijn schip en dat kon hij zijn . Op Dieppe lagen wij naast C.de Graaf met de "Wouter ", SCH 19 , ook hij was trots op zijn schip. A.Taal en C.de Meier , met hun "Oceaan 3 en 4 ', ik dacht de Sch 101 en 120 . Jonge W.Rog met zijn "Prudentie en even later met zijn nieuwe "Deli ".  Mooi waren die schepen en wij konden daar niet tegenopmet onze kolen stomers. Nog meer Scheveningers heb ik gekend , misschien zijn die allemaal al dood.: Baarthout, Rog , Giel Pronk ,W.de Jong van AT ,A.Rog van F.Vrolijk . Ook Scheveningen had zijn grote schippers. Op een morgen luisterde ik door de radio een gesprek af tussen A.Taal en C. den Heier . Er was veel haring bewesten de Dogger , kleine vette haring . Zij hadden beide niet gevist , maar de vorige dag 15 tot 16 last gevangen en gekaakt ,. Zij waren juist klaar met kaken en de een zei tegen de ander "nu eerst maar een uurtje leggen , niettan ?"Nee, zei de ander , "eerst moet de vleet aan dek ". Ja , wat hebben ook die mensen gewerkt . Met hun nieuwe schepen en prima bemanningen konden zij alles en deden ook alles ,
ook al ging het soms te ver .
1938 , het jaar van de staking.
Ook de katwijkers hadden verlengde motorloggers en zwaardere motoren.
Met die schepen kon alles en zij werden dan ook van rederszijde ertoe gedwongen alles te doen . Door de immer goedkope haring moesten zij dikwijls hun vangst vers in IJmuiden brengen en daarom kwam het binnenliggen  tussen de reizen in opspraak . Met onze stomers waren wij steeds 3 dgn binnen , later ook wel eens 2 dgn , maar dan hoefde we zelf niet te werken . Maar die nieuwe loggers waren er beter voor ingericht om met hun vangst naar IJmuiden te stomen . Zij liepen harder , hadden grotere krbben aan dek en dat was de oorzaak dat wij met onze stomers achter lagen op die nieuwe loggers . Maar daardoor was er eigenlijk geen regel meer van het binnenliggen tussen de reizen . In Vlaardingen ging dat nog wel , mar aan de kust was het hek van de dam , want soms waren die maar 24 uur binnen en dat kon niet langer zo .
In het voorjaar van 1938 brak de staking uit ..... word vervolgt ..

Kijk uit naar het vervolg

Ik ook

gr Maart

1938 staking.. .Wij in Vlaardingen lagen 8 weken stil ...... en Katwijk voer !!
En daar ging het nu eigenlijk om ! Op een dag werden we op het kantoor geroepen . We moesten naar Katwijk gaan , zei mijnheer Katan , dan hadden we zo volk . Wij , A.Visser, C.Poot , P.van der Zwan en ik , naar Katwijk . Eerst nog naar een rederskantoor . Die reder vroeg of hij ons uit moest laten klinken , maar wij zeiden dat we zelf wel uit zouden kijken .
Buiten gekomen stond er een grote ploeg mensen ons op te wachten , want varen mocht immers niet , het was staking.
Iemand zei tegen ons dat we , als we volk wilden hebben , we daar moesten blijven en  s "avonds iedereen stuk voor stuk bepraten, maar dat wilden we niet . Na 8 weken gingen we weer naar zee en we waren beland in de situatie van 2 in plaats 3 dagen binnen en zelf lossen . Iedereen was kwaad , op zichzelf en op een ander .
De haringprijzen bleven slecht : 8 gulden voor een kantje steurharing , en met de maatschappij ging het ook niet goed . Hoewel men zei dat de maatschappij niet onder het springen van de bank had geleden , was toch te merken dat er zuiniger aangedaan moest worden . Het was niet meer zo royaal als eerst . Dit vermoeden werd bevestigd toen bekend werd dat de firma Kwakkelstein nieuw geld in de V.M.V. had gestoken , naar men zei , maar dat weet ik niet zeker  , 70.000 gulden .
Wel dat mijnheer Dirk Kwakkestein onder - of liever :
mededirecteur zou worden .
(dit is volgens mij de vader van Mijnheer Frank , of C. F . Kwakkelstein)red.
word vervolgt...

Eerst even dit : het is wel toevallig dat op de Kwakkelstein site
gesproken / geschreven word over de afloop van Kwakkelstein  en op de site van een oud schipper juist over het ontstaan beschreven word .

vervolg .... mijnheer kwakkelstein mededirecteur .
Wij wisten met een en ander eigenlijk niet goed raad . De een was er blij mee en de andere dacht dat er wel wat zou veranderen . Maar voorlopig ging alles gewoon door , mijnheer Katan bleef de baas en de schepen moesten in ploegen naar zee , elke week een paar . Dat in ploegen varen deed men al een paar jaar omdat de voorjaarsharing niet lang bewaard kon worden en er nog vrijwel geen koelhuizen waren . Alleen Kwakkelstein had op zijn eigen terrein zo'n koelhuis laten bouwen , voor toen erg modern .
In de winter van '38 op '39 kwam op een middag onze latere baas , de heer D.Kwakkelstein kennis maken . Ja , dat was een verschil . Zijn schuurzolder boven het kantoor aan de Westhavenkade of de grote rederijzolders van de V.M.V .
Maar die waren ook wel nodig met indertijd 14 schepen , met wintervisserijtuig ,de beug en al wat er mee samenhangt en de netten in allerlei soorten en werkruimten . Ook het open terrein erachter , met de kuiperij en opslag voor lege tonnen , hokken om de boel op te bergen , een plek voor de machinekamerspullen en voor de scheepsmaker .
Hij bekeek alles .
Er was ruimte en dat was een groot verschil met zijn terrein , maar meer had hij ook niet nodig met een schip . Wij zeiden , maar we merkten pas later dat het anders lag , dat hij bij ons was gekomen en wij niet bij hem .
Maar niet lang daarna merkten wij goed dat hij de baas was.

1939 ..
In het voorjaar van 1939 hing de dreiging van wel of geen oorlog in de lucht . Wij zouden het eerste varen , maar het werd en week later en nog een week later , totdat er 4 schepen stil lagen , de 192 , 194 , 167 en 201 . Dus de vloot was al ingekrompen . Velen die altijd gevaren hadden gingen wat ander sdoen, naar de koopvaardij of naar de ""Super "" of naar Havenbedrijf Vlaardingen-Oost .
Als je bij de laaatste ploeg uitvoer schoot er weinig verdienste over . Bij de ""super ''" kreeg je 36 gulden voor een hele week werken , bij de ""sunlight "" 28 gulden ,  maar met 5 dagen werken en bij H.V.O 5 of 6 gulden per dag .
De heer Is . Hoogendijk had al eens gezegt dat als wij niet meer zouden beugen ook de haringvisserij eraan zou gaan en dat begon zich nu al af te tekenen . Wie een baantje kon krijgen ging weg . Was je de laatste tijd al een hele Piet als je maar even boven je garantie loon zat , en dat was 14 gulden , als je 17 of 20 gulden per week had kunnen houden , dan zat je goed .
word vervolgt..

In het laatste verhaal van H.van Roon schrijft hij "over de oorlog heb ik
 al eens geschreven"weet minak over welke periode dat ging? Arie

Hallo Arie , al het nodige voor 2008 toegewenst , je vraag moet ik ontkennend beantwoorden , maar ik heb je vraag doorgestuurt en zodra ik antwoord heb geef ik je het door , gr. minak .