Titel: Zuilvisserij Bericht door: Piet Es op 13-03-2009, 17:27:12 Een 'oude' visserij (1)
De Keur van 1775 Bij het doorlezen van teksten uit de plaatselijke wetgeving van de 17de, 18de en 19de eeuw belandde ik op op een zeker moment op een onverwacht zijpad. Ik las een Haagse Keur – een regelgeving – uit het jaar 1775 en trof daarin onder meer het woordje Zuylder. Voor een juist begrip van die regelgeving vooraf het volgende. Scheveningen heeft in de voorbije zeven- tot achthonderd jaar geen zelfstandigheid gekend. Het dorp heeft vanaf het tijdperk van de Graven van Holland en Zeeland gelegen onder het bestuur van Den Haag en van diens wetgeving. Wanneer in dit artikel dan ook sprake is van een plaatselijke of stedelijke wet dan gaat het om een Haagse wet die was opgemaakt ten behoeve van de Scheveningse gemeenschap. Een deel van de tekst van die keur kreeg mijn bijzondere aandacht. Hoekers en Zuylders De naam ervan was voluit Renovatie van de nadere Keuren en Ordonnantien voor de Visschers en Vischkoopers te Scheveninge en ze telde 25 artikelen. Deze omvatten de wenselijke toekomstige handel en wandel van zowel de vissers als de viskopers van Scheveningen. Een van de artikelen uit de keur luidde als volgt: Zo het gebeurde dat de Visschers des morgens of des avonds na de bovengestelde uuren aan land kwaamen, zo zullen dezelve gehouden zijn, indien het een Hoeker is, alle zyn gevangen Visch op het Land te brengen, zo ras zy zullen laaten uitroepen, en zelfs eer zy hun Wandt op brengen, maar zo zy haar Wandt konden opbrengen, eer den Afslag voor haar Schuit komt, zal dat haar vrystaan, en zo het een Zuylder is, zal die moeten maaken dat zyn gevangen Visch ten eersten op het Strand leid, op dat den Afslag daar niet na wagte, op een boete van drie Guldens. Vreemd woord Het was heel specifiek het woordje zuylder dat mij boeide in die tekst. Het ging blijkbaar om een in die tijd algemeen gangbaar begrip; het werd met regelmaat gebruikt binnen het vroegere wereldje van de zeevisserij en het had kennelijk voor de 18de eeuwse lezer geen verdere toelichting nodig. Voor mij dus wel want ik had niet het gevoel dat ik het woord eerder ergens had gelezen. Ik kon er mij – het woord lezend – weinig bij voorstellen. Uit de tekst kon ik alleen opmaken dat een zuylder in een zekere relatie stond tot een hoeker en tot een stukje wetgeving voor die beide. De hoeker is een voor ingewijden bekend vaartuig. Het was een in de 17de, 18de en 19de eeuw kenmerkend scheepstype dat in gebruik was bij díe zeevissers, die de beug of het hoekwant als visgerei hanteerden. Hierbij moet in de eerste plaats worden gedacht aan de schepen, afkomstig van - aan de vroegere Maas gelegen - steden als Vlaardingen, Maassluis en Zwartewaal. Vissen met hoeken Deze specifieke, gekielde, schepen waren voor hun bezigheden uitgerust met lijnen waaraan haken, ook hoeken genaamd, waren bevestigd met stukken aas als lever, haring of prikken. Met hun vistuig werd hoofdzakelijk kabeljauw en schelvis gevangen. Maar de tekst van die keur van 1775 had duidelijk geen betrekking op hoekerschepen van de Maassteden; ze was duidelijk bedoeld voor Scheveningen en voor diens viskopers, vissers, stuurlui, reders en voor hun vissersvloot. Het betrof hier dan ook geen gekielde schepen maar platboomde vaartuigen. Ze werden strand- of visserspinken genoemd en ze waren algemeen in gebruik bij vissers van Hollandse Noordzeedorpen. Wanneer de tijd aanbrak voer een deel van de schepen af ter beug- of hoekwantvisserij. Zij bleven voor die visserij dichter bij huis dan de schepen van de Maassteden en troffen hun arbeidsterrein rond de Doggersbank. Om nu deze schepen binnen de keur te onderscheiden van de pinken die op een andere wijze visten, hadden de regelgevers, zoals uit de tekst blijkt, de eerstgenoemden de naam hoeker gegeven. De in de keur gehanteerde benaming had dus betrekking op het soort visserij dat zo’n schip uitoefende en ze had niets te maken met de vorm of de bouw van zo’n schip. Samengevat kenden de vissers van Scheveningen – die vooral kant- of Zijdevissers werden genoemd – naast de beug- of hoekwantvisserij ook een andere vorm van visvangst. Deze vorm van visserij, het zogenaamde zuilen. suylen of zuylen, werd toegepast door een zogenoemde zuylder. © Piet Spaans 2009 Historisch publicist en auteur Den Haag Holland Titel: Re: Zuilvisserij Bericht door: Piet Es op 13-03-2009, 22:42:04 Een 'oude' visserij (2)
De wetten van 1810 en 1820 In de Franse tijd tussen 1785 en 1813 vond in Den Haag opnieuw een wijziging plaats van de in 1775 al herziene keur voor de Scheveningse visserij. De regels van de oude keur werden in opdracht van de stad Den Haag in 1810 herschreven en uitgebreid tot een veertig artikelen tellende wet. De naam ging nu luiden Reglement voor de Gezamentlyke Reeders, Stuurlieden, Visschers en Visch-Kopers te Scheveningen. Het deel dat ging over de hoeker en de zuylder had in het reglement vrijwel ongewijzigd zijn plaats behouden. In een stedelijke visserijwet die in het jaar 1820 verscheen en die in grote lijnen een herschrijving was van het reglement uit 1810 bleek het bewuste artikel echter te zijn vervallen. Maar het basiswoord zuyl, suyl of suil bleek elders in een nieuwe vorm opgedoken. In het artikel 39 van de bewuste wet werden namelijk – naast allerlei andere zaken die een reder jaarlijks voor zijn rekening aan de stuurlieden van zijn pinken moest leveren – ook genoemd twee suillijnen, elk van 230 a 240 pond. Ik ging op zoek naar een verklaring voor die mij onbekende visserij, een lange zoektocht met het hiernavolgende resultaat. Woordenboeken en soortgelijke bronnen Je kunt van mening zijn dat, zoals een spaarder zich bezighoudt met sparen, een zuylder – wie of wat deze ook mocht zijn! – zich destijds bezighield met zuylen, suylen of suilen. Op zoek dus naar dat woord, ongetwijfeld ooit bestaan hebbend. Maar ga je ernaar op zoek dan vind je het zelfs in het meest uitgebreide, toonaangevende en vele delen tellende, naslagwerk over de Nederlandse taal niet terug. Meer geluk heb je wanneer je de huidige ‘dikke’ Van Dale bekijkt. Daarin is het woordje suilen opgenomen en dit in de zin van ‘zeulen’ of ‘slepen’. Dit leek op het eerste gezicht niet zoveel met de zeevisserij te maken te hebben maar toch viel hier een eerste treffer te ontdekken richting datgene wat ik zocht. Die Van Dale kent namelijk een oudere 19de eeuwse voorloper en deze noemde ook het woordje suilen met daarbij een duidelijker omschrijving. Die beschrijving luidde: ‘… met een sleepnet visschen’. Hiermee kreeg ik iets meer in het zicht. Een ander oud woordenboek bracht me, naar ik dacht, opnieuw dichter bij het doel. Ik zeg met opzet ‘naar ik dacht’ want de werkelijkheid was dat het in dat boek ging over het: ‘… met een door paarden getrokken sleepnet visschen’. In het stukje Haagse wetgeving zoals ik dit eerder had aangetroffen was echter van die paarden geen sprake. Dit was voor mij reden, uit te wijken naar Belgische vakliteratuur. Want in Vlaanderen werd door op paarden zittende kustvissers – en dit zelfs tot aan de tweede helft van de 20ste eeuw – al eeuwenlang in zee gevist met een sleepnet. Ik raadpleegde omwille hiervan een Vlaamse woordenlijst voor de visserij maar zuylder of een variantie daarop kwam in die tekst niet voor. Naar Katwijk Omdat Katwijk hemelsbreed gemeten maar een twintigtal kilometers van Scheveningen is verwijderd en daar dit vissersdorp voor wat betreft zijn economische activiteiten, zijn ontwikkeling en zijn taalgebruik veel overeenkomsten heeft met ons dorp, onderzocht ik te Katwijk een aantal gegevens die aldaar in het plaatselijke gemeentearchief berusten. Maar een aansluiting op wat ik hoopte te vinden vond ik niet. Ik zocht ook nog in de twee boeken over het Katwijks dialect maar als ik het al had gehoopt, ook die bronnen boden geen houvast. Het woordje zuylder werd niet vermeld en het was dus blijkbaar onbekend bij onze naaste buren. Mijn eindpunt leek dus te liggen bij datgene wat ik in enkele woordenboeken had gevonden en die een vorm van sleepnetvisserij aangaven, mogelijk te paard door vissers uitgeoefend. Suylscheepjens Het werd echter plotseling anders. Want ik kwam het woord tot mijn verrassing in enkele variaties en samenstellingen elders tegen. De schrijver Vermaas vertelt in een deel van zijn Geschiedenis - dat over de visserij gaat - dat op 22 januari 1677 de Staten van Holland een klaagschrift ontvingen, afkomstig van de gezamenlijke stuurlieden en matrozen van de kleine zeeschuyten van de Noordzeedorpen die ook wel suylscheepjens werden genoemd. De vissers ervan beklaagden zich over een bepaalde manier van handelen door de Staten van Holland. De klacht was gebaseerd op het feit dat die Staten op verzoek van stuurlieden en vissers van de grote Scholschuyten het suylen, het singelen en het vissen in zee hadden verboden tenzij werd gevist met netten die op een bepaalde manier – op een Spaen van een volle-Acht-en-twintich – waren gebreid. Hoera, men kende dus in elk geval en hoe dan ook in Scheveningen suylscheepjens. Maar hoe zat het nou met de visserij die ze daarmee uitoefenden...? © Piet Spaans 2009 Historisch publicist en auteur Den Haag Holland Titel: Re: Zuilvisserij Bericht door: Piet Es op 15-03-2009, 17:07:56 Een 'oude' visserij (slot)
De reder Pansier schiet te hulp Theodorus Pansier was binnen het Scheveningse rederswereldje een wat uit de toon vallend figuur. Zijn voorkeur voor de Franse overheersers tijdens de bezetting van ons land (1795 – 1813), zijn rooms-katholieke geloof en zijn anti-Oranje houding maakten hem plaatselijk weinig geliefd. Maar voor mij werd hij als reder de man die me in mijn zoektocht verder op weg hielp. Ik kwam Pansier tegen tijdens het zoeken in documenten die berustten bij het Haags Gemeentearchief. Ik wist al van het bestaan van een archiefje dat op naam stond van Pansier en ik besloot die stukken nog eens door te lopen. En mijn veronderstelling was juist: het van de Zuylder afgeleide woord dat mij voortdurend bezighield bleek in variaties voor te komen in teksten die ik bij eerder onderzoek al eens onder ogen had gehad. Zo kwam ik briefjes en nota’s tegen uit een eenvoudige boekhouding van Pansier; ik vond daarbij over het jaar 1816 een opsomming van goederen die aan boord van de pinken van de bewuste reder aanwezig dienden te zijn. Ik las onder meer – naast vermeldingen van ‘saaijenboomen’ en ‘saaijennetten’ – ook over suijlbomen en visch- of suijlnetten, behorend tot de inventaris van een pink. Blijkbaar trokken in die tijd dus niet alleen paarden suil- of suijlnetten door de zee, maar ook schepen! Daarnaast trof ik tussen de stukken een rekening aan uit 1809, afkomstig van de Scheveningse scheepsbouwer Kouwenhoven Pals en bestemd voor de reder Pansier. Het ging daarbij om een nieuwe pink en ernaast geleverde onderdelen, waaronder enkele suijlboomen. Deze vondsten, afkomstig uit Pansiers nalatenschap, waren opnieuw een stapje vooruit. Want wat tot nog toe alleen in theorie leek te bestaan door simpele vermeldingen van het woordje Zuylder in wetten of keuren vond ik nu – in allerlei variaties en aan de praktijk getoetst – terug tussen de stukken van een 19de eeuwse reder. Het verhaal was echter nog steeds niet rond want ik miste een laatste aansluiting. De scheepsafbeeldingen van Le Comte Bij het raadplegen van de tekenaar Le Comte die in 1831 Vijftig afbeeldingen van schepen en vaartuigen vervaardigde en deze in boekvorm liet verschijnen trof ik een verdere aansluiting op het gezochte. De auteur gaf in zijn boekje allerlei scheepstypen weer die voorkwamen in de 19de eeuw en daarbij gaf hij ook een uitvoerige beschrijving van die schepen en van hun functies. Nu maakte ook een zogenoemde ‘Zijdsche bom’ of ‘visscherspink’ deel uit van zijn collectie steendrukken. (De benaming De Zijde was een in die jaren gangbare aanduiding van de Noordzeekuststrook waarbinnen dorpen als Ter Heijde, Scheveningen, Katwijk, Noordwijk, Zandvoort en Egmond waren gelegen.) In zijn toelichting vertelde Le Comte dat de genoemde ‘Zijdsche bommen’ visten met zuilnetten. En hij deed daarna uit de doeken hoe dat in zijn werk ging. Zij visschen met twee netten, welke zuil- of schrobnetten genaamd worden, en achter elkander achter over boord worden gezet. Van deze netten is de bovenkant aan houten boomen aangeslagen en uitgespreid, en van onderen aan twee ijzeren staven de hoofden genaamd, die de boomen 1½ voet van den grond houden en behulpzaam zijn om het net open te houden; voorts is er een hanenpoot, de sprenkels genoemd, van 28 vademen, en eene lijn van 80 vademen, waarmede de netten aan de Bom verbonden zijn, en dienen om dezelve te slepen; de netten worden uitgedreven zonder vaart in het schip te hebben. (Een vadem of vaam is 6 voeten of 1,698 m.: auteur). Zijn dezelve uit, zoo zeilen zij scherp bij de wind op, en schrobben alles langs den grond op, wat voor den wind afkomt en zich voor de opening van de netten bevindt. Een kuiltouwtje, hetwelk aan de ijzeren staven verbonden is, ligt den kuil van het net een weinig van den grond. De schuit geeft het teeken, dat er visch in het net aanwezig is, door eene moeijelijke of zwaarmoedige werking; dit oogenblik daar zijnde, neemt men de reep om eene gangspil, welke zich achter den mast bevindt, en men windt het net in, hetwelk tusschen twee achterpolders binnen boord komt en van zijne visch ontdaan wordt. Zij visschen gewoonlijk tot op den Slag van de Breê Veertien. Het is dus duidelijk: zuilen was destijds gewoon een vorm van sleepnetvisserij die toen ook wel werd aangeduid als ‘schrobben’. Maar in zoverre toch weer ongewoon omdat men toen ook al met twee netten viste. De auteur Petrejus, schrijver van een boek over bomschuiten (1954) vertelt er dit van. Het ene net werd op het voorschip, het andere op het achterschip vastgezet. Men zette allereerst het voornet uit, men nam vervolgens een uitzetboom, zette de vislijn daarop vast en duwde het uiteinde van de boom zo ver mogelijk buitenboord. Daarna volgde vanaf het achterschip het tweede net. © Piet Spaans 2009 Historisch publicist en auteur Den Haag Holland Titel: Re: Zuilvisserij Bericht door: schubbereet op 15-03-2009, 19:30:10 Weer een stukje geschiedenis, waar ik weer wat van opsteek en waar ik van geniet.
Dank Piet. Schub Titel: Re: Zuilvisserij Bericht door: Piet Es op 15-03-2009, 19:56:07 Weer een stukje geschiedenis, waar ik weer wat van opsteek en waar ik van geniet. Dank Piet. Schub Graag gedaan Schub; de geschiedenis van Scheveningen is geen persoonlijk eigendom en mag dat ook nooit worden. Zoiets moet je met elkaar (kunnen en willen) delen. Dus bij dezen... Piet Titel: Re: Zuilvisserij Bericht door: Piet Es op 16-03-2009, 22:44:12 Spaen volle acht-en-twintich
Ruzie over ondermaatse vis Het heeft weliswaar niet direct met het onderwerp te maken, maar dan toch wel indirect. Het gaat om de netten die de eerderbesproken Zuilders gebruikten en die al in 1677 het onderwerp waren van vurige discussies onder de verschillende soorten vissers. Want er is niets nieuws onder de zon; bepaalde mensen trokken zich – natuurlijk ook wel een beetje uit eigenbelang! – in die jaren net zoveel aan van het vangen van ondermaatse vis als tegenwoordig. De Zuilders van die jaren en die van nog enkele honderden jaren daarna hadden de neiging, de kuilen van hun suilnetten te voorzien van kleinere mazen dan wenselijk was. Met name de vissers van de grotere ‘Scholschuyten’ zagen dit met lede ogen aan. Zij gingen ervan uit dat de Zuilders een teveel aan kleine visen vingen vanwege die te kleine mazen. Hun argumenten kregen gehoor bij de Staten van Holland en deze gaven aan dat de mazen van de netten niet kleiner mochten worden dan een ‘Spaen van Volle acht-en-twintich’. Sleepnetten Voor hen die weinig of niet thuis zijn in deze materie een korte uitleg vooraf. Eerst voor de duidelijkheid dit: de voor de toenmalige visserij in gebruik zijnde schepen waren tot aan de 20ste eeuw uitsluitend bezeild. Ze moesten het voor hun voortbeweging hebben van wind en van stroming. En dan vervolgens: de netten die men gebruikte waren sleepnetten, populair uitgedrukt een soort – van touw gebreide en uit mazen opgebouwde – ‘puntzakken’. Ze werden door bomen opengehouden en waren met lijnen aan de vaartuigen verbonden. Kiezend voor een goede stroom en gebruikmakend van een gunstige wind gingen de netten – want zoals eerder al bleek gebruikte men twee netten! – vanaf het dek overboord. Ze sleepten vervolgens achter het zeilende schip aan door het zeewater; de in die tijdspanne in de netten belande vissen kwamen tenslotte in het laatste gedeelte van de ‘puntzak’ (de kuil) terecht en kwamen er niet meer uit tot het moment waarop ze vanuit de netten op het dek werden gestort. Aan de maat Het ligt voor de hand dat, hoe kleiner mazen zijn, hoe meer vissen in de netten worden gevangen en daarin ook achterblijven. Het bezwaar daarvan werd bovenstaand al aangedragen. Om nu aan deze bezwaren tegemoet te komen stelde de toenmalige overheid, de Staten, dat lieden die de netten breidden en die, om tot de juiste grootte van elke maas van het net te komen, gebruik moesten maken van een spaan, destijds een plat koperen plaatje, zich dienden te houden aan een minimum-maat. Dat minimum voor deze spaan werd gesteld op ‘een Volle acht-en-twintich’. In die jaren was blijkbaar voor iedereen duidelijk wat deze maat inhield; een verdere toelichting bleef achterwege. Pas in een, in het Haags gemeentearchief aangetroffen, wet van 1820 komt enigszins naar voren waarvoor indertijd die ‘Volle acht-en-twintich’ feitelijk stond. Men schrijft daar namelijk dat het overeenkomt met de breedte van 'drie nederlandsche duimen en negen strepen'. Een duim viel als maat wel ongeveer te achterhalen en kan worden gesteld op omstreeks 2,6 cm. De waarde van de streep, die destijds een deel uitmaakte van de duim, heb ik dankzij Captain Rob (17.03.2009 om 01.31,43 uur) intussen ook kunnen achterhalen. De 'streep' werd ook wel 'lijn' genoemd. Deze 'streep' of 'lijn' kwam overeen met 1/12 duim of met 0,21802 cm., kortweg dus 2 mm. © Piet Spaans 2009 Historisch publicist en auteur Den Haag Holland Titel: Re: Zuilvisserij Bericht door: philsdutchie op 17-03-2009, 01:31:43 Bedankt Piet voor al die interessante artikelen, ik geniet er weer elke keer van. Voor wat betreft die "volle acht-en-twintich" lijken mij de maten die jij noemt, juist want ik zie op deze site http://www.phys.uu.nl/~huygens/conversion_nl.htm (http://www.phys.uu.nl/~huygens/conversion_nl.htm) staan: duim = (1/12e voet) 2.61622 cm en lijn (1/12e duim) 0.21802 cm. ;)
Titel: Re: Zuilvisserij Bericht door: roker op 17-03-2009, 06:18:06 bedankt piet es ik zit weer te genieten als ik dit lees .
Titel: Re: Zuilvisserij Bericht door: Piet Es op 17-03-2009, 10:56:01 Roker en Captain Rob, dank voor de vriendelijke reacties. Rob ook veel dank voor de nuttige verwijzing naar de site waarin ik een bevestiging vond van mijn eerdere veronderstelling inzake de maten. En verder: tevreden en belangstellende lezers met waardering voor de eigen historie, daar doe je het voor! Eind van de week volgt weer een nieuwe Coenen (deel 3). Onze geschiedenis heeft veel te bieden, dat blijkt. Met groet,
Piet Spaans Titel: Re: Zuilvisserij Bericht door: Jan Jansen op 18-03-2009, 09:50:56 Interessante stukken.
Ik begrijp hieruit dat de kustplaatsen pas laat op de haringvisserij moeten zijn overgestapt; ergens in de 19e eeuw? Dat, terwijl de haring rond oktober pal onder de Nederlandse kust zat. Ik kan me herinneren dat als we bij helder weer bij de vuurtoren stonden de masttoppen en de lichten van de vleetloggers konden zien. K Titel: Re: Zuilvisserij Bericht door: zier op 18-03-2009, 11:07:53 het zal wel zo wezen dat ze het van de vlaardingers en maassluizers geleerd hebben.
zier Titel: Re: Zuilvisserij Bericht door: Piet Es op 18-03-2009, 11:57:21 Interessante stukken. Ik begrijp hieruit dat de kustplaatsen pas laat op de haringvisserij moeten zijn overgestapt; ergens in de 19e eeuw? Dat, terwijl de haring rond oktober pal onder de Nederlandse kust zat. Ik kan me herinneren dat als we bij helder weer bij de vuurtoren stonden de masttoppen en de lichten van de vleetloggers konden zien. K Deze weergegeven opvatting is terecht: alle kustplaatsen aan de Noordzee hebben zich de eeuwen door voornamelijk beziggehouden met de visserij op plat- en rondvis; dit was hun economische factor van werkelijk belang. De vele drogerijen van schol alsmede de handel in verse vis vanaf deze kustplaatsen naar dorpen en steden landinwaarts en zelfs naar het buitenland zijn daarvan het meest duidelijke bewijs. Waar het al om de visserij van haring ging, betrof het de vangst van haring dicht onder de kust, maar dit pas wanneer de nazomer voorbij was. De pinken en latere bomschuiten behoefden niet al te ver te varen, ze visten en kwamen zo mogelijk dezelfde dag of nacht weer aan op het strand. De haring werd óf gesteurd óf vers aangevoerd en ze werd vervolgens stuksgewijs (!) geteld. Men kende in die tijd groepen lieden die de haring telden; zij werden geleid door een hoofdman die controleerde hoeveel haringen iemand had geteld. Hij legde dit vervolgens per teller vast voor de latere afrekening: zie hiervoor onder meer J.C. Vermaas, Geschiedenis van Scheveningen, deel II, blz. 60 en 61. In het Haags Gemeentearchief heb ik verschillende keuren en wetten gevonden die de wijze van haringtellen voorschreven en nader ordenden. Maar terugkomend op het begin: het is vaststaand dat de visserij op haring tot omstreeks het midden van de 19de eeuw van ondergeschikt belang is geweest. Pas na een wet van 1857 die het kaakverbod ophief en dankzij de initiatieven van de vooruitstevende reder A.E. Maas (overigens geen Scheveninger!) ging de haringvisserij en de export van pekelharing voor Scheveningen leven. Door deze Maas verschenen de loggers en die verdrongen steeds meer de bomschuiten. De - meest conservatieve - reders van Scheveningen bezagen het handelen van Maas met argusogen, maar ze kregen op den duur door dat Maas het bij het goede eind had. Daarom schakelden bestaande rederijen stilaan over op de haringvisserij en dit dan in toenemende mate met ingebruikstelling van het nieuwe scheepstype, de logger. Opvallend is dat in datzelfde tijdsbestek nieuwe namen gingen verschijnen binnen het wereldje van de plaatselijke reders. Het betrof vishandelaren die brood zagen in het exploiteren van - op haring vissende - schepen. Men ziet vanaf het derde deel van de 19de eeuw binnen de kring van rederijen namen verschijnen als Van der Toorn, Van der Zwan, Den Dulk en Knoester om er maar een paar te noemen en men zag tegelijkertijd gevestigde namen van redersgeslachten van weleer meer en meer verdwijnen. Ze hadden door hun afwachtende houding en door angst voor de vooruitgang de boot gemist. De nieuw verschenen generatie, gepokt en gemazeld in de handel en daarbij aangevoerd en gestimuleerd door Maas, luidde voor Scheveningen een nieuwe tijd in. Aan het begin van de 20ste eeuw had Scheveningen de gevestigde haringsteden van de Maas achter zich gelaten: Vlaardingen en Maassluis hadden het nakijken... Piet Spaans Titel: Re: Zuilvisserij Bericht door: ctaal op 18-03-2009, 12:04:07 Piet,
De stukjes over het Vischboock en over de Zuilvisserij zijn erg interessant. Kun je ook aangeven hoe ik de stukjes kan opslaan ? Als ik ze via het forum opsla krijg ik een ongewenste layout. Vriendelijke groeten, Cees. Titel: Re: Zuilvisserij Bericht door: Piet Es op 18-03-2009, 12:15:22 Cees, je kunt de verhalen stuk voor stuk gewoon kopieren op de gangbare manier waarop je altijd teksten kopieert, dus via 'bewerken' , 'kopieren', dan een nieuw worddocument openen en daarbinnen de opdracht 'plakken' geven. Dan staat het erop.
Piet Titel: Re: Zuilvisserij Bericht door: Piet Es op 18-03-2009, 12:41:50 Nog even dit: de artikelen nrs. 4 en 5 uit Coenens schatkist die resp. medio april en medio mei hier verschijnen zullen helemaal aan de haring zijn gewijd en dragen ook deze titel.
Piet Titel: Re: Zuilvisserij Bericht door: Post Boy op 18-03-2009, 15:39:50 Piet Es ook van deze kant bedankt!!
Voor het spit werk wat je doet. Had nog nooit gehoord van Zuylvisserij,maar door jou toe doen zijn we weer een stulje wijzer in de geschiedenis !!! M,n complimenten hoor!!!!! Titel: Re: Zuilvisserij Bericht door: Piet Es op 18-03-2009, 16:14:41 Piet Es ook van deze kant bedankt!! Voor het spit werk wat je doet. Had nog nooit gehoord van Zuylvisserij,maar door jou toe doen zijn we weer een stulje wijzer in de geschiedenis !!! M,n complimenten hoor!!!!! In dank aanvaard, Dirk. Groetjes, Piet Titel: Re: Zuilvisserij Bericht door: Bert van der Toorn op 19-03-2009, 00:55:32 Interessante stukken. Ik begrijp hieruit dat de kustplaatsen pas laat op de haringvisserij moeten zijn overgestapt; ergens in de 19e eeuw? Dat, terwijl de haring rond oktober pal onder de Nederlandse kust zat. Ik kan me herinneren dat als we bij helder weer bij de vuurtoren stonden de masttoppen en de lichten van de vleetloggers konden zien. K Jansen, Dat klopt aardig wat je daar schrijft. In 1964 - in de achterteelt met de SCH 333 - moesten wij een keer om 16:30 varen. Om 20:00 uur gingen wij nog aan schot. Dat hebben we geweten; we zijn die week twee keer binnen geweest met gezamenlijk zo'n 28-30 last kakelverse haring. En... we zagen aan de vleet liggend de vuurtoren 'slaan.' gr. Bert v.d. Toorn Titel: Re: Zuilvisserij Bericht door: B@rtW. op 19-03-2009, 14:28:16 Ha Bert,
Dat was dan ook weer twee keer in korte tijd zeekaak af delen en we kregen het niet weggetremd. Bart Titel: Re: Zuilvisserij Bericht door: vreemdeling op 21-03-2009, 21:32:28 De scheveningse garnalen vletten in de periode voor de oorlog 40/45
gebruilkte hetzelfde systeem.. Als je de vletten bekeek aan de "Breggetjes" kant van de oude haven, op de plek waar vroeger het oude afslaggebouw stond,waren er veelal 2 netten te zien welke te drogen hingen aan de mast, na de nacht vissen. Van mijn grootvader heb ik ooit venomen dat dit systeem ook werd toegepast op de zeillogger Titel: Re: Zuilvisserij Bericht door: Piet Es op 22-03-2009, 17:21:59 In de bovenstaande reactie (dd. 21.03.2009) merkt 'Vreemdeling' op dat de Scheveningse garnalenvletten 'hetzelfde systeem gebruikten'. Hij bedoelt daarmee blijkbaar te zeggen (althans zo lees ik het) dat de garnalenvissers - net als destijds de Zuilvissers die eerder in deze topic zijn beschreven - tegelijkertijd met twee sleepnetten visten. Hij baseert dit op een waarneming waarbij hij in vroeger jaren op aangemeerde scheepjes twee netten aan de mast te drogen zag hangen na een of meer nachten vissen door die scheepjes. Het zien hangen van een tweetal netten wil echter niet persé impliceren dat die twee tegelijkertijd zouden zijn gebruikt. Dat men meerdere netten aan boord meegevoerd zal hebben is verklaarbaar en zelfs vanzelfsprekend daar men tijdens het vissen een net zou kunnen beschadigen of zelfs zou kunnen verspelen. Zou men b.v. tijdens de lopende visserij het eerste net hebben beschadigd dan zou men het tweede kunnen inzetten. Bij thuiskomst zijn ze dan beide nat en worden ook samen te drogen gehangen. Maar dat bewijst niets meer dan wat men ziet of heeft gezien. In feite geldt het bovenstaande evenzeer voor het verhaal van de grootvader inzake de met sleepnetten vissende zeilloggers; voor zover mij bekend visten deze slechts met één sleepnet. De eerlijkheid gebiedt overigens te zeggen dat over - met sleepnetten of trawls vissende - zeilloggers weinig bekend is. De loggers waren immers gebouwd voor de vleetvisserij op haring en daarvoor heel expliciet in de markt geplaatst en het uitoefenen van de sleepnetvisserij was dus niet zozeer hun 'ding'.
Piet Spaans Titel: Re: Zuilvisserij Bericht door: Piet Es op 23-03-2009, 15:38:20 Indertijd (1996) schreef ik voor Jac. den Dulk & Zonen een herdenkingsboek. Er schoot mij na de reactie van 'Vreemdeling' in deze topic later nog iets te binnen over de plaatselijke sleepnet- of trawlvisserij van rond 1900; het ging dus nog steeds over de jaren van de zeilloggers. Opmerkelijk is nu de introductie van de visborden welke de plaats gingen innemen van de tot dan toe in gebruik zijnde ‘bomen’ zoals deze bij de zuilvisserij al zijn beschreven. Onderstaand volgt uit dit herdenkingsboek over een en ander een alinea.
‘Gedurende de winterperiode van 1908/09 ging de firma over op een hernieuwde visserij met het trawlnet. Voordien stond deze in een andere vorm bekend als de schrobnetvisserij. Eerder werd al aangegeven dat sinds vele jaren de animo hiervoor was verdwenen, dit na de komst van de pekelharingvisserij die plaatselijk snel was ontwikkeld. Daarnaast hadden stoomtrawlschepen van elders een monopoliepositie veroverd vanwege hun grotere trekkracht en de kortere reistijden. En tenslotte scheen het, naar men althans zei, dat ook de grote schol uit de Noordzee was verdwenen waarbij men zelfs sprak over het leegvissen(!) daarvan. Maar zoon en broer Johannes (den Dulk: auteur) had in een Duits visserijboek wat gelezen over een andersoortige techniek bij het trawlen. Hierbij werd het sleepnet opengehouden door middel van twee visborden in plaats van gebruik te maken van de tot dan toe gangbare 'boom'. De toepassing ervan bood genoeg resultaten om voor de volgende winterperiode weer enkele loggers klaar te maken. In de winter van 1910 op 1911 rustte men zelfs van de elf zeilloggers die de rederij intussen bezat, er zes uit voor de trawlvisserij. De loggers zetten tot tevredenheid elk gemiddeld voor f. 3 000,- vis aan wal. Ook voor wat betreft de voorbije haringteelt van 1910 kon men bij Jac. den Dulk & Zonen tevreden terugblikken. De elf loggers hadden in die teelt gemiddeld per schip zo'n f. 14 575,- besomd en de enige nog in het bezit van de rederij zijnde bomschuit 'Phoenix' bracht voor f. 10 200,- haring aan.’ Uit: Jac. Den Dulk & Zonen 1871 ~ 1996, Piet Spaans 1996 Overigens schreef ook J.C. Vermaas in zijn Geschiedenis van Scheveningen, deel II, blz. 68, iets over de introductie van visborden door de reder J. den Dulk. Piet Spaans Titel: Re: Zuilvisserij Bericht door: vreemdeling op 23-03-2009, 15:39:53 Niet te snel conclusies trekken.
Te drogen hangende netten waren aangeslagen aan korboom en "hoofden " Ik heb vletten zo zien vissen. Vaak visten de vletten dicht bij het strand en vaak nog binnen de golfbrekers. Wat is er op tegen dat een zeillogger niet deze vismethode mag proberen als dt wel mogelijk is op een bomschuit en pinken. Op zeillogger werd ook met boomkor gevist. Visserlui hebben altijd geprobeerd om wat extra te verdienen. Daarom werd er steeds iets nieuws of ouds uitgeprobeerd of opnieuw geprobeerd. Hiermee is de visserij groot geworden. Ik heb in mijn jeugd veel langs de haven en strand gezworven. Ik kan me niet voorstellen dat jij ooit met een rode zakdoek in je zak heb gelopen, om als dit mogelijk was bij deze of gene een zootje scharren, scholletjes of verse haring mee te krijgen voor thuis. Of voor een paar centen wat "Koppelaers " bij de PIJP of Kegge mee te brengen. Goede oude Tijd vreemdeling Titel: Re: Zuilvisserij Bericht door: Piet Es op 23-03-2009, 16:05:27 Beste 'Vreemdeling', ik heb geen conclusies getrokken maar heb slechts aan willen geven wat ik meen te lezen. En nog steeds is mij niet duidelijk of u ja dan nee een garnalenvisser tegelijkertijd met twee netten heb zien vissen zoals ik dat eerder aangaf waar het ging om de zuilvissers van weleer. Verder heb ik ook niet gesteld dat een zeillogger iets niet of wel zou mogen proberen. Ik heb alleen getracht, duidelijk te maken dat de logger als vaartuig niet voor de sleepnetvisserij, maar voor de vleetvisserij werd ontworpen en geintroduceerd. Dat er ook wel reders waren die in het verdere verleden tussentijds nog iets anders probeerden met hun loggers dan sec de vleetvisserij toepassen heb ik zojuist hierboven aangegeven. Wellicht spreken we een beetje langs elkaar heen, daarom nog even deze reactie.
Piet Spaans Titel: Re: Zuilvisserij Bericht door: vreemdeling op 24-03-2009, 13:46:12 In de periode 1947 /48 waren er bij de firma A.T. 2 poolse loggers ,welke voor een vrij korte tijd, de haring vangst beoefenden.
Nl.Korab 1 en Korab 2 Op beide schepen was een scheveningse bemanning. Schippers waren B.Rog en M.Pronk ( gouwe Giel ), in deze periode topschippers bij A.T. Waren deze schepen nog een uitvloeisel van het Mewa project van voor de oorlog. ? QWeet u hierop antwoord. Titel: Re: Zuilvisserij Bericht door: Piet Es op 24-03-2009, 15:50:00 In de periode 1947 /48 waren er bij de firma A.T. 2 poolse loggers ,welke voor een vrij korte tijd, de haring vangst beoefenden. Nl.Korab 1 en Korab 2 Op beide schepen was een scheveningse bemanning. Schippers waren B.Rog en M.Pronk ( gouwe Giel ), in deze periode topschippers bij A.T. Waren deze schepen nog een uitvloeisel van het Mewa project van voor de oorlog. ? QWeet u hierop antwoord. Ik beschik over de officiële rederijgegevens van de rederij AT vanaf haar startjaar 1880 tot aan haar einde in 1959. Deze zijn destijds opgetekend en bijgehouden door Jan van der Toorn, de zoon van AT. Het gaat hier om de schepen, de schippers, het aantal reizen per jaar en de vangsten en de opbrengsten per reis. Ik tref echter voor 1946 uitsluitend de 'Korab II' aan, op dat moment geregistreerd als GDY 115. Chiel Pronk wordt inderdaad als schipper genoemd. Als toelichting staat verder vermeld: gehuurd. Het andere door u aangegeven Korab-schip wordt niet genoemd. De door u aangegeven schipper B. Rog staat met de SCH 189, de 'Jacob', voor dat jaar 1946 in deze registratie vermeld met een totaal aantal visreizen van 15, overeenkomend met - en zelfs veel meer dan! - de meeste andere schippers van dezelfde rederij. Hij maakt bovendien de op twee na hoogste jaarbesomming wanneer deze wordt vergeleken met die van de andere 14 schippers van dezelfde rederij. In 1947 en in de jaren daarna worden geen Korab-schepen meer vermeld in de rederijgegevens. Alhoewel het MEWA-avontuur voor de rederij voorbij was, zou men (met enige ruimte) de huur van het Korab-schip als een uitvloeisel van de Pools-Scheveningse samenwerking van destijds kunnen beschouwen. Piet Spaans Titel: Re: Zuilvisserij Bericht door: Jan Jansen op 24-03-2009, 17:15:27 In de periode 1947 /48 waren er bij de firma A.T. 2 poolse loggers ,welke voor een vrij korte tijd, de haring vangst beoefenden. Nl.Korab 1 en Korab 2 Op beide schepen was een scheveningse bemanning. Schippers waren B.Rog en M.Pronk ( gouwe Giel ), in deze periode topschippers bij A.T. Waren deze schepen nog een uitvloeisel van het Mewa project van voor de oorlog. ? QWeet u hierop antwoord. Hier heb je beide mannen; Baardhout Rog(R) en Chiel Pronk(L). Waren altijd bij elkaar K Titel: Re: Zuilvisserij Bericht door: Post Boy op 27-03-2009, 21:53:24 De Delfin-en Korab-Schepen.
Titel: Re: Zuilvisserij Bericht door: Post Boy op 27-03-2009, 21:54:40 Delfin II
Titel: Re: Zuilvisserij Bericht door: Post Boy op 27-03-2009, 21:57:51 GDY-114- "Korab-I
GDY-115 "Korab-II Titel: Re: Zuilvisserij Bericht door: Post Boy op 27-03-2009, 22:16:08 De foto van de Korab III krijg ik er niet op m,n uplowd zit vol????
De Korab III heeft in de jaren vijftig gevaren als KW-176 Geziena Geertrui,reder Parlevliet. En in 1962 aangekocht door de VVM (JJ.v.d. Toorn) en in de de vaart gebracht als SCH-167 "Jan v.d. Toorn". gr.Dirk. Titel: Re: Zuilvisserij Bericht door: witkwast op 28-03-2009, 22:56:31 Bedoel je deze Dirk
Titel: Re: Zuilvisserij Bericht door: Post Boy op 29-03-2009, 11:24:55 Ja Aad, deze bedoel ik.
Hier nog twee foto,s van de GDY-116 "Korab III". Wil nog even vermelden dat de Korab-boten werden beheerd door de heer Pot te Vlaardingen en havenden overwegend in IJmuiden. De Delfin-boten werden door de rederij A v.d.Toorn te Schevenigen beheerd en die havenden dan ook geregeld in Scheveningen. gr.Dirk. Titel: Re: Zuilvisserij Bericht door: Maart op 29-03-2009, 11:42:52 Aad weet jij wanneer die foto van de 167 genomen is
gr Maart Titel: Re: Zuilvisserij Bericht door: demarico op 29-03-2009, 16:27:14 (http://img.photobucket.com/albums/v305/demarico/weg/lp-sch-167ajpg.jpg)
Titel: Re: Zuilvisserij Bericht door: witkwast op 29-03-2009, 16:50:56 Aad weet jij wanneer die foto van de 167 genomen is gr Maart Maart, als je de foto bedoelt van de brug v/d Jan v/d Toorn is 1965 links ben ik en rechts is een Henk helaas ben ik zijn achternaam kwijt. Ben hem jaren later nog eens tegen gekomen i/d Paul Kruger buurt. Zou leuk zijn als hij ook eens zal reageren. Witkwast (Aad) Titel: Re: Zuilvisserij Bericht door: Maart op 29-03-2009, 19:35:12 Bedankt Aad ik zat er in eind 64 op
gr Maart Titel: Re: Zuilvisserij Bericht door: witkwast op 29-03-2009, 20:55:04 Ik in '65 met Jan de Niet
Aad Titel: Re: Zuilvisserij Bericht door: witkwast op 29-03-2009, 22:06:15 Hier nog eentje de boel klaar leggen voor 't schieten. ik was jongste en die knul die je ziet liggen was e/v de oudste's hij vroeg aan Jan of tie 'm terug kon brengen toen zei Jan zal zo een taxi voor je bellen.
Witkwast (Aad) |