Welkom,
Gast
. Alsjeblieft
inloggen
of
registreren
.
21-11-2024, 20:58:46
Nieuws:
http://jolybit.nl
De nieuwe trading hulp website is in de maak. U kunt hem wel al gebruiken.
Vraag en antwoord & Wie wat waar
Vraag en antwoord
Vraag en antwoord
Jan T
« vorige
volgende »
Pagina's:
1
[
2
]
Auteur
Topic: Jan T (gelezen 27239 keer)
Leen
Scheepsjongen
Berichten: 49
Aardig zijn
Re: Jan T
«
Antwoord #15 Gepost op:
19-11-2017, 16:51:47 »
De belevenissen van bootsman Kees Bloemkool
Hallo mannen om dat we na lange tijd weer eens met de Cape Crenville in de Waalhaven van mijn geboorte stad Rotterdam lagen. Kwam Kees weer eens na een jaar op zee gezeten te hebben, zo als gewoonlijk met goeie sloot bier in zijn lijf thuis.
En daar stond mijn zus Kee naar ik dacht met een deegrol in haar klauwieren, Kees weer eens op te wachten. En Kees doch gelijk effe me koker naar de wind stelle, en kijken waar om ze die deegrol in der poten heb. Maar zo als Kees het nu goed zag was het geen deegrol maar een soortement van een papieren rol met een rood lint er om. En gelukkig niet de deegrol die ze zo vaak in haar klauwieren had, om Kees op zijn harsens te timmeren, al was het alleen maar om dat Kees weer eens te laat voor het eten was. Wat trouwens ook nooit te vreten was. Kees zei ze tegen me moet je kijken wat ik van morgen met de post voor jou kreeg. Nou wat heb je dan gekregen Kee vroeg ik aan haar, en ik hield haar onderhand in de kiere mannen. Kees jonge begon ze met ter rauwe ontroerde drankstem, met de rol in haar hand zwaaiend tegen me.
Je ben nou prefester in de Schiemanskunde geworde Kees jonge. Hier in deze rol papier een Bul noemen de geleerde heren zo iets, staat het zwart op wit Kees. Nou Kee ik was anders heel blij dat ik van die smerige rottige Zeeman universiteit zo als jij dat noemt ,daar in Vlissingen af was hoor. Want die gaste daar konne Kees ook niks meer leren zeker weten meid. Maar je peilt de boei niet mis Kee, Kees is nou toch officieel Lodovicus Adrianus schiemannen. Dus gaat Kees in die hoedanigheid wat knopen aan de maten late zien. En Kees begint dan met de verpakkingsknoop dat maar een heel simpel knoopje is. Maar die knoop doet Kees wel aan Gerrit zwaargeschapen, oftewel Gerrit de Tamp denken. Kees zei hij altijd als we in stappak de wal opgingen, ik zoek me straks een lekker dikwijf om mee te kunnen plompzakken. En als Gerrit dan in haar haventje aangekomen is, dan legt hij lekker op zijn spring, en op achter en voor tros goed vast. En dan kan Gerrit met zijn trouwanker de hele nacht in haar lekkere warme haventje blijven drijven, en ze krijgt me er dan voorlopig ook niet uit Ja die Gerrit wist het wel, en jullie weten het nou ook!
En dat komt mooi uit want van avond gaan we naar de bruiloft van je nicht mientje. Nou had Kees
vroeger al de pest aan bruiloften want steevast was het gezegde van mijn Ome,s en Tantes. Als Kees weer eens op zo'n klotige bruiloft van een Neefje of Nichtje was, En hierna jij hé Kees? En me dan met een veelbetekenende blik aan keken die lullebekke dat ze daar wasse! En vooral ome Teun die al vijfentachtig was, en met mijn tante Sien was getrouwd. Had er altijd een handje van om dat met die bek zonder tanden van hem aan me te vragen.
Maar op een goed moment kreeg Kees de kans om hem eens goed terug te pakken te nemen mate.
Toen Tante Sien zijn vrouw was overleje was ik net thuis van een kust reisje. En ik moest wachten dat ik van het Ketoor een boot om de Oost zou krijgen.
En op de dag van de begrafenis van Tante Sien ging Kees het hele rijtje Familieleden leden langs om de fam te condoleren. Allereerst stong daar natuurlijk ome Teun de man van tante Sien als eerste in de rij wachtende, die Kees met zijn droevige natte oogjes aankeek. Gecondoleerd ome Teun zei ik, hem in zijn zei porrend tegen hem. En hierna jij hé?! Zei Kees, nou mate en na die woorden was wel effe heel doodstil in de Aula! Maar er is daarna niemand nooit meer geweest iemand geweest die, en hierna jij hé Kees, tegen me zeiden. Van dat gezeik was kees gelukkig voorgoed af. Groetjes Leen
http://www.zeilclipper.eu/forum/viewforum.php?f=1
En hier boven de link het verhaal hier boven maar dan met foto's
«
Laatste verandering: 21-11-2017, 09:19:59 door Leen
»
Gelogd
Recht zo die gaat
Leen
Scheepsjongen
Berichten: 49
Aardig zijn
Re: Jan T
«
Antwoord #16 Gepost op:
10-12-2017, 15:28:30 »
Mijn Papegaai Lonny
In Jan, 1962 vaarden met de Fendo in lijndienst van Rotterdam naar Londen. Met voornamelijk stukgoed en soms ook graan. En vaste prik was dat we kolen naar Rotterdam terug hadden.
En als we het stukgoed in het Victoria dock gelost hadden, vaarden we weer door de sluis van het Victoria dock naar onze volgende laadplaats, zo'n 15 mijl stroom afwaarts van de Thames om kolen voor Rotterdam te laden. En tijdens het vertrek maakten we in de sluis bij het Victoria Dock maakten wij een toch wel smerige hilarische gebeurtenis mee.
Want toen we net vastlagen kwam er smerige oude roetige stoomboot de Luanda uit Angola de sluis binnen gevaren, en die meerde tegen ons bootje aan. En Leo een van onze matrozen pakte de lijn van een grijnzende neger, en belegde die op onze achter bolder, waarna hij vol belangstelling naar boven kijkend, het zwaar onder het roest zittende schip bekeek.
Toen hij zo stond te kijken hoorde ik in de deur van onze machinekamer staande, een zwaar gorgelend geluid op de hoogte waar Theo stond komen. En Leo hoorde het ook want hij keek belangstellend naar de plaats waar dat geluid nou vandaan kwam. En het gorgelen werd steeds zwaarder, en op eens had ik in de gaten wat dat gegorgel echt was. Dus ik riep Leeeoowww maar toen gebeurde de catastrofe al, zwaar gorgelend en borrelend kwam uit de wc uitlaad pijp van de Luanda een smerige dikke bruine smurrie zeg maar verse stront naar beneden gedonderd. Precies op de plaats waar onze Leo nog steeds naar boven stond te kijken, en even later droop dan ook van die vieze smerige smurrie die over onze Leo heen viel ! Mensen, mensen, wat zag Leo, er uit de dikke vieze bruine smurrie droop van Leo,s hoofd en schouders steeds verder naar beneden toe. Ik heb daarna gauw onze dekslang klaar gelegd, en water aan dek gegeven zo dat we eerst de vuilste smeerzooi van Leo af konden spuiten. Toen ik daar bij bezig was keek ik naar boven, en zag ik hoe de Kapitein van die boot met een breed grijnzende lach op zijn zwarte gezicht naar het tafereel van de afspuitende Leo stond te kijken . En toen de LUANDA door het groene licht door de net geopende deuren van de sluis de Thames op vaarde, gaf de kapt van de Luanda een lange gillende stoot op zijn stoomfluit. Nou mannen dat was me daar wel een aardige vent hoor die kapt van de LUANDA!!
En nu komt mijn papegaai Lonny in het zicht! Want Lonny had ik al een tijdje op de Fendo aan boord. En dat beest kon zo godlasterlijk vloeken en dat was met geen pen te beschrijven. Ik had Lonny namelijk van een ouwe maat van de Elias mijn vorige schip overgenomen. Omdat hij een Job aan de wal had gekregen, en daar hij school gaande kinderen had was hij Lonny nu liever kwijt dan rijk. En Lonny spreekt zo als je al weet Meester nou niet bepaald stichtelijke taal. En ik moet er niet aandenken als de kinderen of andere familieleden dat gevloek van die vogel te horen zullen krijgen. Dus neem jij hem maar, en ik hoop dat je nog veel plezier aan die oude vloekende zuipvogel mag beleven. Nou kon Lonny inderdaad heel liederlijk vloeken als hij de pest in had, en van een klein scheutje whisky was Lonny ook niet vies. Maar hij had ook een paar hele intielegente eigenschappen. Hij was namelijk ook een ongelooflijke goede tolk, van uit het Engels naar het Nederlands en andersom. En als de loods in Londen aan boord kwam, zat Lonny net als altijd steevast op de buitenring van het stuurrad [ ja dat hadden we toen nog ! ] met zijn kop schuin naar de loods te kijken. En als de loods het Stuurhuis binnenstapte zei Good afternoon Gentlemen, dan vertaalde Lonny prompt : met zijn krassende stem 'Goede middag heren' en dat vond zo’n Loods dan hartstikke leuk dat zo,n vogel dat kon. Dus toen we de sluis van het Victoriadok uit de Thames op vaarden om een paar mijl verder de Thames af kolen te gaan laden, zei onze loods dan na een tijdje, “little starboard” tegen onze man aan het stuurrad. En Lonny kraste prompt een beetje stuurboord! Even later de loods dan weer: ”right that goes”, waarna Lonny dan: 'recht zo die gaat' met zijn bek wijd open waar zijn dikke grijze tong uithing kraste. De loods na een poosje: ” litle portsite” en dan Lonny weer: ”beetje bakboord,” en
dat ging zo door tot we bij de installatie die er kolossaal groot uitzag kwamen, waar we onze kolen moesten laden.
En zo vertaalde Lonny vele loodsen van uit het Engels Frans en Spaans, wat de vele loodsen wel konden waarderen. En ook op zee varende zat Lonny steevast op de buitenste stuurradring, en als onze roerganger het schip wat bijstuurde liep Lonny wat tegen het stuurrad op om er niet van af te flikkeren. Nou had je roergangers en roergangers zo ook bij ons, want als we buiten waren dan ging onze Lonny vaste prik een tukje doen. En met een goede roerganger aan het roer ging dat best. Lonny liep dan zijn tukje doende een stukje op, indien dat nodig was. Maar owee als de man te roer er een potje van maakte dan kon die zijn lol op. Dan begon Lonny te schelden en te krijsen zoals ”vuile hoerenzoon” stinkende zwans steddy, ,steddy, verdomme” krijste hij dan, met zijn vleugels wijd uitgespreid onder aan het stuurradrad hangende. En nog veel meer van zulke liederlijke uitdrukkingen die hij in de loop der jaren aan boord van allerlei schepen gehoord had, kwamen uit zijn wijd geopende snavel. En als de betreffende roergangen het scheepje dan weer voor lange tijd op koers had dan hoorde, je Lonny niet meer, alleen nog een zacht gemompel wat we niet konden verstaan.
Hier boven een sleep boot met de door mij bedoelde Barge's die in het verhaal voor komen. Het is wel is waar een dikke vijftig jaren later maar de Barge's zien er nog steeds het zelfde uit. Alleen de Sky line, en de kades van Londen zijn wel heel veel veranderd.
En nu pak ik het verhaal weer verder op, Lonny hebben we nu even gehad,
en gaat het verhaal verder bij de kolen installatie die er kolossaal uitzag !!
En waar we onze kolen moesten laden. Het was een grote hoge installatie die zo als ik de volgende dag merkte, een voor ons verrassende werkwijze had. Wij lagen aan de binnenkant aan de walkant afgemeerd. En aan de buiten kant lag zo,n beroemde Engelse Barge deze werden met sleepboten getrokken, en er werd ook allerlei andere lading mee vervoerd dan alleen kolen. En in dit geval was het onze lading kolen, en aan gezien we duizend ton moesten laden lagen er twee van die barge's ieder met vijfhonderd ton [ Baarsjes zo als ze door ons Nederlanders benoemd werden ] klaar om ons van duizend ton kolen te voorzien . En in iedere Barge zaten vijfhonderd ton kolen, dus vijfhonderd ton in het achter ruim, en vijfhonderd ton in het voorruim. En aan gezien ik daar nog nooit kolen geladen had was ik erg nieuwsgierig hoe dat in zijn werk zou gaan. Dus de andere morgen om zeven uur ging de hele poppenkast van start, en op een zeker moment ging het dan echt gebeuren. En met sissende stoomwolken [want de hele handel werkte toentertijd nog op stoom. Zag ik tot mijn verbazing de hele Barge uit het water omhoog komen , het vuile Thames water regende kletterend naar beneden toe. Toen de Barge helemaal boven was stopte hij even, en begon zich toen op zijn bakboordzij om te draaien, en even later begonnen de eerst kolen met zwarte kolengruiswolken over ons hele schip neer te dalend, om daarna donderend in ons achterruim te verdwijnen. Terwijl er nog dikke wolken gruis en stof nog boven de Fendo hingen, was de lege Barge al weer op weg naar beneden toe. En daarna vaarde de lege bak met een sleepboot weg voor zijn volgende lading waar dan ook. Terwijl de volgen sleepboot de tweede en gelijk ook de laatste barge onder de laad installatie trok. En het hele spel van het op die manier kolen laden zich nog een keer herhaalde. En toen dat gebeurd was verhaalden we zwart van het roet wat naar later bleek ook haast in het hele schip te zitten. Naar de kade toe om zee klaar te gaan maken, en ook het hele dek schoon te spuiten. Wat geen sinecure was maar gelukkig viel het in de gangen, en onze hutten nog wel mee, want daar had de zwarte roet geen smerige schade aan gericht. Maar het kombuis met onze twee scheepsmessen en de salon van onze ouwe zagen er niet uit, dus onze Kok Hans Myer met onze bediende, en nog twee matrozen waren druk bezig om de hele handel weer schoon te krijgen. Want over al op de plafonds wanden banken en eet tafels en nog meer zat een dunne laag roet geplakt. Dus dat was soppen geblazen want s,middags moest er als het enigszins kon ook nog gegeten worden, maar pas een maand later van het hele kolen gebeuren, konden we pas zeggen dat de hele klus goed geklaard was. En gelukkig was in de vetloods alleen de bovenkant flink smerig, maar ik met nog twee Wtk,s waar door de scheepsbemanning altijd lachend werd gezegd, [ Wtk.s! nou werken kunnen ze niet kunnen ze niet! En Tuig is het !! En kunde hebben ze al helemaal niet. Maar een geintje moest kunnen, en de jongens meenden het niet kwaad. Maar onze klus was toch nog gauw geklaard.
En daarna zijn we gelukkig weer vaste dienst naar Parijs Londen,en visa versa Kopenhagen gaan varen. vr gr Leen
http://www.zeilclipper.eu/forum/viewforum.php?f=1
En hier de link voor de foto's mensen!
Leen B
«
Laatste verandering: 10-12-2017, 15:32:47 door Leen
»
Gelogd
Recht zo die gaat
Leen
Scheepsjongen
Berichten: 49
Aardig zijn
Re: Jan T
«
Antwoord #17 Gepost op:
06-01-2018, 15:26:17 »
Een pijnlijk treffen met de APRODITE
Hallo vrienden in Maart 1961 kwam het op een wel heel bijzondere manier tot een treffen met een oud Grieks stoomschip de Aprodite uit Athene . We kwamen toen van Londen met 500 Ton stukgoed voor de NAVO. En dat was een hele gevarieerde lading. Van uniformen van alle afdelingen, van ons leger, en ondergoed voor mannen van maat heel groot tot ietsje minder groot, en het was vaal leger groen van het vele gebruik, en het wassen. En voor de dames was het precies zo, alleen waren er wel meer maten voorradig. En er was ook veel maand verband voor de zieke poesjes bij, alleen waren die dan wel ongebruikt! En jullie zullen het geloven of niet, maar deze maand verband was ook nog leger groen. En vervolgens zaten er in de lading, zware en lichte mitrailleurs, Gerand geweren pistolen mortieren'en nog veel meer soorten wapentuig. Noodrantsoenen en nog veel meer dingen die in het NAVO leger gebruikt werden.
En we hadden ook nog eens 120 ton springstof [ trotyl ] voor Gennevilliers vlak onder Parijs, geladen waar ook een depot van de NAVO lag.
Dus zijn wij met drie rode vlaggen de Thames af , en met het donker worden werden dat drie rode lichten, de Downs door, en van af Dover aan stuurboord werd het kanaal naar Bakboord draaiend over gestoken.
En bij de Franse kust aan komend kwam er van stuurboord in de geul varend een Tanker de L'IMPASSE ons tegemoet varen. Die met een paar diepe zware hoorn stoten ten kennen gaf dat hij er aan kwam. Maar onze stuurman was een pestkop, en deed of zijn neus bloede dus gaf de tanker maar weer een paar loeiende stoten op zijn hoorn. Maar onze stuur had die grote oliebak natuurlijk al lang gezien. En hij wist dondersgoed dat hij de betreffende tanker in de smalle vaargeul voorrang moest verlenen. Daar de tanker geen andere kant op kon. En haast op het allerlaatste moment gaf hij onze roerganger pas de order hard stuurboord. En daarna draaide de Fendo scherp naar stuurboord af. En toen we na die manoeuvre vlak langs de tanker vaarden stond de stuurman van de L'IMPASSE woedend op de buitenbrug met zijn vuist naar ons toe te zwaaien, en met de andere hand op zijn voorhooft wijzen. Waarna onze stuurman een klap met zijn linker hand in zijn rechter arm gaf, zijn vuist omhoog naar hem toedraaide , en met zijn middelvinger omhoog stekende bewegingen maakte. En dat terwijl we langs die volle olie bak met zijn woedende stuurman vaarden. En zo gingen we onder de wal door langs Fecamp, Diepe, met de daar achter liggende plaatsen op Le Havre aan.
En dan langs Le Havre naar de Seine waar we onze loods aan boord zouden nemen. Waarna we dan eerst in Rouen een nachtje over lagen, om onze mast te kunnen strijken. En de andere dag zouden we dan onder onze eerste Seinebrug door, op weg naar eerst Gennevilliers om daar de Trotyl te lossen, en zo door naar Parijs om de rest van onze lading kwijt te zijn.
Maar toen we bij de mond van de Seine kwamen zat het potdicht van de mist. Dus was het letco anker, waarna de wacht op ging, en was het machinekamer stand-by. En daarna was het op onze scheepshoorn geblazen, en bellen. Maar op een zeker moment hoorden we het lugubere geluid van een zware scheepshoorn terug loeien, en het kwam steeds dichter bij. Dus wij weer terug blazen, en bellen maar het lugubere zware geluid naderde ons steeds dichter, en dichter.
En onze stuurman was onderhand uit de kuil komend ook de bak op geklommen. En hij stond samen met onze wacht op de bak zonder wat in de witte brij te kunnen zien te turen. En plotseling zagen ze tot hun grote schrik een hoge zwarte scherpe boeg uit de dikke mist op doemen. Tegelijkertijd hoorde onze stuur ergens boven zijn hoofd drop anchor schreeuwen. En hij bedacht zich geen moment, en gooide Willem onze wacht als het ware de voorkuil in, en sprong hem gelijk achterna. En op dat moment klonk er een oerverdovend hoge krakende en gillend scheurend geluid over ons schip heen, en het anker zagen we later bleek van de Aprodite een Griekse stoomboot te zijn, sloeg krakend met een dof scheurend geluid dwars door het voor dek heen, zo onze anker kettingbak in. En na van schrik bekomen te zijn liepen onze stuurman met Willem het voordek weer op, om de grote ravage die het anker van de Aprodite veroorzaakt had te kunnen bekijken. En een poosje daar na kwam ook de stuurman van de Aprodite met een werkboot met twee roeiers bij ons aan boord om de schade die wij opgelopen gelopen hadden te kunnen bekijken. En na dat gebeurd was werd er bij onze ouwe in zijn Salon, met de stuurman van de Aprodite de afspraak gemaakt dat zei hun anker in Rouan uit onze bak zouden branden. Waarna zei het dek van onze bak dan ook weer provisorisch met lassen en andere toestanden zouden dichten. En dat dan ook de Kapt van de Aprodite hem zelf bij ons aan boord zou komen, om het een en ander te kunnen bespreken.
En onze bak zou als we onze lading in Gennevilliers en Parijs gelost hadden, in Zaandam op de scheepswerf daar weer vakkundig gerepareerd worden.
En ja mensen met die 120 ton trotyl aan boord liep het gelukkig nog goed af, want je moest er niet aan denken dat een zware inductiestroomstoot die tijdens de gillende en schurende aanvaring ontstaan kon zijn. Dan was de ravage niet te beschrijven geweest. Zelfs le Havre dat er vlak bij lag zou zware schade hebben op gelopen, en van ons met de Fendo en ook van de Aprodite was dan denkelijk niks meer over geweest. Maar ja dat is nu gelukkig wel achteraf gepraat.
En in de sluis van Carrière [ en dat kon er ook nog wel bij !! ] hadden we bij het invaren van deze sluis ook nog een rot akkefietje wat ook maar net goed ging. Tijdens het binnen varen van de sluis wilde onze ouwe de Fendo een klapje achteruit geven. Want de reis er voor was het hele telegraaf gebeuren naar de brug toe over gezet.
Dus kon onze Kapitein zijn boot nu van af in de stuurhuis bedienen. En hoefde ik niet meer naar beneden om de motor bedienen, dus stond ik op mijn gemakje naar Theo een van onze matrozen die met een me boetop [ een staaldraad met een hart van vettouw doorweven om soepeler te kunnen afmeren] in zijn handen gereed stond om de Fendo af te kunnen stoppen. En op een zeker moment hoorde ik de startlucht sissend door de lucht leiding sissen, om de nokkenas van de motor in zijn achteruit te laten lopen. En daarna kon onze ouwe de motor te starten om de Fendo wat af te stoppen. Maar de Fendo bleef rustig door gaan, en het ging nu toch wel tijd worden dat er gang uit ons scheepje ging dacht ik zo.
Onderhand hoorde ik de ouwe gillen meesterrrr hij wil er verdommeee niet in lopen. Ik vloog de machinekamer in en schoot langs de overbreng stang, de motorkamer in. En ik zag tot mijn schrik dat de start stang tegen een trechter die ik in het traliedek boven onze motor geplaatst had klem zat. En wat onze kapitein daarna nog meer voor lelijks brulde zal ik hier maar niet herhalen.
Ik verwijderde snel de trechter, en zag de stang nu vrij van het opstakel trechter! overgaan. En daarna startte met een sissend geluid onze motor weer, en stopten we vol aan achteruit slaande maar net nipt vlak voor de sluis deur . En je moest er niet aan denken als we dwars door de sluis deuren geramd waren. Want door achter stond het water van de Seine met het vele water wat van boven de Seine, uit Duitsland kwam maar krap een meter onder de bovenkant van de sluisdeur. Maar ja dat is gelukkig niet gebeurd. Vr gr Leen
http://www.zeilclipper.eu/forum/viewforum.php?f=1
En hier boven de link voor de foto's mensen
«
Laatste verandering: 15-01-2018, 13:12:44 door Leen
»
Gelogd
Recht zo die gaat
Leen
Scheepsjongen
Berichten: 49
Aardig zijn
Re: Jan T
«
Antwoord #18 Gepost op:
15-01-2018, 13:22:48 »
" Dit is best toch wel een heel bij zonder verhaal "
Goedemiddag vrienden ik vond tot mijn verbazing onderstaand en ingenues verhaal. Als je begint te lezenweet je niet hoe het afloopt ook tijdens het lezen niet. En je weet echt niet waar het over gaat, ik niet tenminste, ik bleef echt tot het laatst in de onwetendheid hoe dit verhaal zou af lopen. En op het einde was mijn verbazing al om, dat zo iets ingewikkelds zo simpel zijn verloop had!.
En ik hoop dan ook vurig dat jullie dit verhaal helemaal zullen uitlezen. En verrast zullen zijn dat het
hele verhaal op de manier afloopt waar op ik het ook er vaarde. Vr gr Leen
Dat is niet best!
“Dat is niet best meneer Jansen”
Meneer Jansen keek beteuterd en zorgelijk.
“Valt er echt niets meer aan te doen?”
“Nee, ik ben bang van niet.”
“Hoe moet dat nu verder?” vroeg meneer Jansen.
“Tsja, dat is aan u. Daar kan ik niets over zeggen.”
Meneer Jansen keek hem met grote ogen aan, die zich langzaam vulden met vocht.
Er begon een onaangename stilte in de ruimte te hangen.
“Ik moet u verzoeken om weg te gaan” zei de andere persoon.
Het leek wel of meneer Jansen zichzelf in slow motion had gezet. Uiterst traag kwam hij uit de stoel en liep hij naar de deur. Daar leek het er op dat hij niet meer wist hoe hij een deur moest openen. Uiteindelijk ging zijn hand naar de knop. Hij draaide die om, deed de deur open en stapte naar buiten.
De andere persoon was blij dat hij weg was. De hele situatie was erg ongemakkelijk en met emotionele mensen had hij nog nooit kunnen omgaan.
Meneer Jansen liep ondertussen verdoofd door de straten. Hij zag niemand en niemand zag hem. Zonder het zelf te beseffen liep hij in de goede richting naar huis. Daar kwam hij na veertig minuten wandelen aan. Apathisch drukte hij op de bel, terwijl hij de voordeursleutel in zijn rechterjaszak had zitten. Zijn vrouw deed de voordeur open. Toen ze haar man zo zag staan wist ze het eigenlijk al. Hij hoefde niets te zeggen.
“Wat zei die?” vroeg zijn vrouw dan toch maar.
“Dat er niets meer aan te doen was.”
Verschrikt bracht zij haar handen voor haar mond. Heftig schudde zij haar hoofd.
“Nee, zeg dat niet.” Wilde ze uitschreeuwen. En ook bij haar schoten de tranen in de ogen. Ze wilde flink zijn, ook voor hem. Maar ze kon het gewoonweg niet helpen. Het gebeurde gewoon.
“Wat ga je nu doen” vroeg ze, toen ze van de grote schrik bekomen was.
“Wat ik al eerder had moeten doen.”
Ze schrok van zijn woorden, omdat ze wist wat er nu komen zou. Resoluut stond hij op en liep naar de keuken. Hij pakte het kapotte koffiezetapparaat en flikkerde het in de vuilnisbak.
“Morgen kopen we een nieuwe.” Leen B
Gelogd
Recht zo die gaat
Leen
Scheepsjongen
Berichten: 49
Aardig zijn
Re: Jan T
«
Antwoord #19 Gepost op:
27-01-2018, 15:13:58 »
Gerrit Zwaargeschapen.
Hallo vrienden hier het verhaal over de Temp D met een deklast hout varend in de Oostzee.
Met een lading hout in het ruim en de gebruikelijke deklast vertrokken we van Kritstinehamn naar Schiedam. En in de Oostzee varend kwamen we al snel in windkracht 8 recht op onze kop terecht. Nou lagen de kombuis, en het daarin staande eethoekje op dat scheepje aan de voorkant van de achter opbouw,
[ en onder het stuurhuis zien jullie de deur in kwestie onder het rode pijltje staan ! ]
want die deur was dan ook gelijk de ingang naar het kombuis voor de gewone bemanning, om de maaltijd aan boord te kunnen nuttigen. Want onze ouwe en zijn vrouw kwamen door een andere deur uit hun Koninklijke vertrekken de kombuis met eethoek binnen, en dat was niet om te eten want zei aten in hun eigen salon compleet met meubilair, met een wijnrode vloer bedekking op het salon dek.
En er stond zo waar ook een oude kolenhaard compleet met fraai bewerkte kolenkit, en een pook met andere attributen om de as uit de haard te kunnen porren. Maar het kombuis was maar een vertrek met een kolen gestookt fornuis op dat kleine scheepje , waar wij als gewone bemanning dan ook aan een kleine tafel ergens in een hoek weg gedrukt zaten te eten. Want onze Kap en zijn vrouw verlieten namelijk ook scheepje via het stuurhuis, en in noodgevallen konden ze door de nood uitgang [ dat dwars door mijn hut, die achter in hun riant verblijf lag. En Henk Kortekaas was onze stuurman c.q. bestman, en Arie Goedman met Kees Bloemkool, en Gerrit Zwaargeschapen, vaarden als matroos, en Andries was een hakkelende jongen van 15 jaartjes en die vaarde onder de gage. En ik was de eerste en enigste WTK
en in onze de machinekamer stond een MAK 146.25 KW 195 HP [ af gesteld. Maar ik kon eerst even niet de betreffende foto uit die tijd vinden mensen. Ik had al mijn oude fotomappen door zocht want ik wist dat ik nog een foto of vijf met mijn jonge bekje en haar piekje op mijn voorhoofd daar op in de machinekamer uit de zestiger jaren moest hebben. En heel ver weg in een van mijn oude mappen vond ik de betreffende foto's als nog . Waar van ik er een hier boven heb geplaatst. Zo en nu gaan we weer verder met het verhaal over Gerrit zwaar geschapen, al gaat dit verhaal niet alleen over Gerrit hoor mensen. Dus vaarden we op het moment van dit verhaal recht in de wind met zware hoge wit schuimende golven [ dit om dat de Oostzee zoet water heeft, en om dat zoet water nu eenmaal zwaardere golven veroorzaakt dan zout water] en zaten we met Kees, Bloemkool, Gerrit zwaar geschapen, en mijn persoontje in de kombuis ons maal door Jantje de vrouw van Sporema onze Kapt bereid, te eten.
Maar op een zeker moment begon de ons bootje in rap tempo met zijn boeg omhoog te klimmen. En dat ging hoger en hoger en op een zeker moment hoorden we een zware doffe klap aan de voorkant van de opbouw, zo dat de pannen op het fornuis met de borden op tafel stonden te trillen, en daarna rinkelend op het kombuisdek in scherven vielen. Na die klap stond Kees op en liep door de scherven naar de deur, om aan dek te gaan kijken wat er daar aan de hand was. Maar hoe hij ook duwde, en ook niet toen Gerrit hem kwam helpen de deur wilde voor geen cm meer open. Het lijkt wel of de hele deklast tegen die deur aan gepleurd is meester zei Kees er zit geen beweging in die kolere deur. En daarna kwam onze ouwe de kombuis in met de melding, mannuh onze hele deklading hout is naar achter toe verschoven. En nou is de kombuisdeur volledig door de deklast geblokkeerd. Dus moeten jullie door de salon naar buiten, en ook weer naar binnen toe net zo lang dat we het euvel verholpen hebben. Dus stonden Kees, en Gerrit zwaar geschapen op om door de deur van de salon heen naar boven te gaan om te kijken of ze wat konden verhapstukken om de deur van de kombuis vrij te maken. Maar toen ze de trap naar boven toe de salon in wilden stappen sprong Jantje de vrouw van onze ouwe met haar armen wijd uitgespreid voor de deur, en ze riep met haar hoge gillende stem eerst jullie smerige schoenen uit voor je door mijn salon gaat stappen met die vieze dingen aan jullie poten!! Nou dat pikten de beide heren niet wat ze verdomme wel niet dacht met haar verbeelding de vuile secreet dat ze daar was. Maar Jantje was onverbiddelijk geen schoenen uit dan niet door haar schone salon, en zo hoorde we ze nog even bekvechten. En toen was het even stil, maar daarna hoorden we een verschrikkelijke doordringende uithalende kreet van Jantje die door het hele achterschip klonk, en door merg en been ging.
We zaten allemaal verstijft van de schrik door dat lugubere gegil van Jantje. En even later kwam Jantje met paniek in haar ogen, en haar hand tegen de hartstreek gedrukt de kombuis in gestrompeld. Terwijl haar mond open, en dicht ging zonder dat ze geluid maakte, en ook niet nadat ik haar een paar maal gevraagd had wat er toch gebeurd was. Om zo van streek te raken maar Kees en Gerrit waren nergens meer te bekennen. Toen ik later op de brug kwam hoorde ik van Henk wat er gebeurd was.
Want op een zeker moment had Gerrit zwaar geschapen [ zo werd Gerrit dus niet voor niks genoemd mensen] uit balorigheid door het gezeik van Jantje tegen hem en kees zijn broek laten zakken, en had hij Jantje zijn enorme klok en hamerspel getoond waar van ze helemaal van streek raakte. En daarna waren beiden heren met hun vuile schoenen nog aan door haar schone salon het dek opgeschoten.
Nou konden wij Jantje wel begrijpen want de hoertjes in diverse havensteden die met Gerrit voor een nummertje seks mee waren gegaan. Maakten als ze Gerrit weer zagen dat ze rappido weg kwamen. Dus wat ik maar zeggen wil zo'n deklast hout was toch altijd zeer listig voor kapiteins vrouwen, mannen. En uit eindelijk bleek dat de hele deklast van ons scheepje door een zware breker, tegen de achter opbouw gegooid was.
En zo doende moesten we eerst de storm afrijden voor we het euvel van een schuivende deklast op konden lossen. En uit eindelijk is dat ons toch ook wel gelukt al waren er ook een paar staanders gebroken. Maar geluk bij een ongeluk de dek lading bleef gelukkig wel tussen de over gebleven staanders liggen Vr gr Leen B
En hier onder de link voor de foto's mannen
http://www.zeilclipper.eu/forum/viewforum.php?f=1
«
Laatste verandering: 27-01-2018, 15:20:47 door Leen
»
Gelogd
Recht zo die gaat
Leen
Scheepsjongen
Berichten: 49
Aardig zijn
Re: Jan T
«
Antwoord #20 Gepost op:
08-02-2018, 17:03:46 »
Het Café van Aal Feeling op het Tesselseplein Duindorp
Goedemiddag vrienden hier toch wel een nog een leuk verhaal. wat ik zestig jaar geleden mee maakte. Ik was toentertijd zo'n twintig jaartjes jong, en stee vast ging ik met mijn toenmalige vrienden iedere Zaterdag middag op kroegen tocht' startend in oud Scheveningen. En dan zo door naar de Kroeg van Aal Feling in Duindorp waar we dan onze tocht tot in de vroege morgen uurtjes afsloten. We begonnen met
de Bar 1
en na weer een aantal biertjes verkasten we naar Café Antwerpen,
en daarna werd ook nog Café De branding aan gedaan. En van af daar reden we met een taxi naar Duindorp.
Om ook nog een bezoek tot in de late uurtjes aan toe bij Aal Feling de Schonkige uitbaatster maar toch wel echt toffe vrouw van het Duindorp Café bij ons op de hoek van het Tesselseplein te brengen.
En dat lieten we ons zeker weten voor geen geld afpakken, want Aal was om die tijd dan ook al flink aangeschoten van het vele Gerstenat uit haar eigen tap, of aangeboden door de daar aanwezige jongens. Maar schijnbaar hoorde zei als er niets aangeboden werd toch ook de stem van een van de maten, neem er maar een van mij Aal zeggen. Ze knikte dan en tapte prevelend een pilsje, en schreef het daarna netjes bij op het viltje van degene van waar van ze dacht de stem herkent te hebben. En we wisten ook precies wat er hier na gebeuren ging. Het gebeurde niet altijd maar toch wel vaak want Aal was met alle respect een schonkige toch wel een wat al bejaarde vrouw. En daar om zeiden we altijd onder elkaar jongens als je, je leren Jack naar haar toe gooit [ want Iedere rechtgeaarde varensgast had in die tijd wel een Bruinleren Jack aan] dan blijft het wel op een of andere knook op haar lichaam hangen. En toen de maten, en ik de kroeg binnen kwamen riep ze met haar hoge stem Pilsjeeee!! Ja Aal lekker hoor riepen we in koor, en gingen dan aan de bar zitten, en dan Aal tapte acht schuimende Pilsjes, en ze had ook al hele rode koontjes, en lachte mekkerend naar ons. En vol spanning wachten alle maten nieuwsgierig af wat er gebeuren ging. Als ze de Pilsjes voor ons op de Bar neer zette gebeurde er nog niks maar als ze de klep in zijkant van de bar opende om in het Café te komen wisten we dat er wat te gebeuren stond. Ze kwam dan een blad met Pilsjes in haar hand achter de Bar vandaan , en zette die voor ons neer. Zo schatjes zei ze dan met haar hoge schorre stem deze biertjes zijn van mijn hoor, en als ze de kans kreeg pakte ze deze of gene man aan zijn kop beet en begon die dan smakkend te zoenen. En bij de gedachte alleen liepen de koude rillingen me over het lijf huuuuu !!!!! Maar je moest natuurlijk wel mee spelen anders ging het feest niet door. Help me is effe schatjes van me riep ze dan op het biljart toe lopend, en wij wisten natuurlijk precies wat er gebeuren ging, en hielpen haar het biljart op. Ze kon dan wel al goed de hoogte hebben maar ze riep dan naar van de jongens, hem een sleutel overhandigend, schat van me doe jij even de deur op slot, zo dat de kit er niet in kan. Waarna die gene zich haastte om de kroegdeur te sluiten.
En toen zei ze mij een kwartje gevend schat van me, zet jij nu even het plaatje nr 37 '
van de joubox op. En daarna gaat tante Aal gaat voor jullie het mooie zeemanlied van Silvian Poons en Oetse Verschoor
Opa, kijk ik vond op zolder
Een foto van een oude boot
Is dat nog van voor de polder
Van die oude vissersvloot
Jochie, dat is een gelukkie
Ik was dat prentje jaren kwijt
'k Heb nou weer een heel klein stukkie
Van die goeie ouwe tijd
Daar is het water, daar is de haven
Waar j' altijd horen kon: "We gaan aan boord"
De voerman laat er nou paarden draven
En aan de horizon leit Emmeloord
Eens ging de zee hier tekeer
Maar die tijd komt niet weer
Zuiderzee heet nou IJsselmeer
Een tractor gaat er nou greppels graven
'k Zie tot de horizon geen schepen meer
Kijk, die jongeman ben ikke
Ja, ikke was de kapitein
Hiero en die grote dikke
Ja, dat moet Malle Japie zijn
Opa, en die blonde jongen
Vooraan bij de fokkeschoot
Opa, zeg nou wat! Die jongen
Is je ome, die is dood
In 't diepe water, ver van de haven
In die novembernacht, voor twintig jaar
Door 't brakke water is hij begraven
Maar als 'k nog even wacht, zien wij elkaar
Toen ging de zee zo tekeer
In een razend verweer
Ongestraft slaat niemand haar neer
Nu jaren later hier paarden draven
Zie ik de hand en macht van onze Heer
Waar is het water, waar is de haven
Waar j' altijd horen kon: "We gaan aan boord"
De voerman laat er zijn paard nou draven
En aan de horizon leit Emmeloord
Eens ging de zee hier tekeer
Maar die tijd komt niet weer
't Water leit nou achter de dijk
Waar eens de golven het land bedolven
Golft nou een halmenzee, de oogst is rijp.
zingen.
En onder luid gebrul van de maten begon ze met haar rauwe stem het lied Opa, kijk ik vond op zolder plaatsen een foto van een oude boot te zingen, En ze begon daar bij ook nog met haar massale kont te draaien, waarna de maten die al een flinke slok ophadden en ook al flink lazarus waren harder op haar kont sloegen dan geplant was. En ze gilde het met een gezicht rood van woede uit. En op een zeker moment viel ze tot onze verbazing ook nog als een zoutzak in elkaar ,en begon even daarna op de biljart tafel als een bootwerker te snurken. En daarna was er geen beweging meer in haar te krijgen. We haalden wat dekens, en een kussen van haar bed en dekten haar daar mee toe. En sloten daarna de boel na eerst nog een afzakkertje op Tante Aal haar kosten genomen te hebben ,wist zij veel af.
En na die zware nacht, vroeg de volgende onze leraar motoren Bal weet jij waar de Schaper veren op een zuiger zitten. Ja Meneer zei ik met mijn duffe kop die zitten bij de Drogist boven de deur met zijn bek wijd open. Vr gr Leen
http://www.zeilclipper.eu/forum/viewforum.php?f=1
De link voor de foto's mensen !!!!
«
Laatste verandering: 18-03-2018, 14:37:57 door Leen
»
Gelogd
Recht zo die gaat
Leen
Scheepsjongen
Berichten: 49
Aardig zijn
Re: Jan T
«
Antwoord #21 Gepost op:
22-02-2018, 16:26:41 »
“Nostalgie,” Deel 1
Beste vrienden toen ik van de week naar de zolder geklommen was, om die weer eens aan kant te maken zo dat we die weer zonder haast de nek te breken, ons weer op deze boven verdieping konden voort bewegen.
En toen zag ik ook onder de andere spullen na jaren weer eens mijn extra grote varens weekendtas van jaren terug in een hoek onder de pannen Nieuwsgierig geworden sleepte ik hem uit de hoek vandaan, en ritste de ritssluiting open, en begon daarna de hele handel uit te pakken. En het eerste wat ik er uithaalde was een stapel leerboeken met een breed rood lint er omheen, en dat lint was van Gieltje mijn eerste liefde van toen. En deze boeken gingen over Motoren kennis praktijk, theorie, elektra en het EHBO boekje. Daar moest je in noodgevallen de kennis als er ziekte of wat men daar onder verstond aan boord voorviel uithalen. En ook het boekje uit de boord bibliotheek uiteraard. En dat boekje herinnerde me aan een voorval wat ik in 1961 aan boord van de Clotilda mee maakte. We kwamen toen van Bremen met een lading stukgoed op weg naar
Portsmouth Z Engeland, met een zuidelijke wind van zeven tot acht recht op de boeg. En dan was de Clotilda haast niet meer te sturen, er moesten dan twee man aan het stuurrad staan, en dan nog zwabberden we van stuur naar bakboord over. En wat we ook deden met sommige ballast tanks vol en daarna weer leeg het hielp allemaal niks. En op een zeker moment kwam onze Stuurman de mess binnen, en die zei Meester Benno is achter het roer in elkaar gezakt, en hij beweegt niet meer.
Kan je de ouwe daarvoor niet roepen stuur? vroeg ik. Nou die geeft geen sjoege meester, en voor mij was hij ook behoorlijk aan geschoten toen hij van wacht naar beneden toe ging.
Maar jij kan het toch ook bekijken wat hij mankeert meester? Nou nee stuur ik had op school ook al een slecht cijfer voor EHBO.
Dus ging ik dan toch maar met de stuur mee naar boven, en ik zag Benno piepend, en zwaar adem halend in een hoek van de brug liggen, en naar later bleek had hij dan ook nog zware Bronchitis. En het zware sturen om de Clotilda nog enigszins op koers te houden had hem de das omgedaan. Want hij had daar voor al pijn op zijn borst, en hoestte zijn longen haast uit zijn lijf. En onze ouwe heeft hem later toen Benno hevig hoestend waar hij iedereen nachten lang mee wakker hield, om dat hij met zware koorts in zijn kooi lag een paar borrels laten drinken. Dat was de beste medicijn voor alle kwalen want alcohol dode alle bacteriën zei onze ouwe. Maar later om dat hij het toch niet vertrouwde besloot onze ouwe Benno als nog naar het hospitaal in New Castle te laten brengen. En dat werd dan dwars op het zeetje varen dus moest alles wat los en vast zat van schoorlijnen worden voorzien. En ik had uit voor zorg mijn matras in mijn kooi aan de midscheeps kant omhoog getrokken, zo dat ik er niet uit gegooid kon worden. Want soms dacht ik dat we door zouden gaan zo scheef als ons scheepje op haar zei op het onstuimige water lag. Toen we dan eindelijk in New Castle afgemeerd lagen, kwam de dokter die al aan de kade stond te wachten aan boord. En na Benno onderzocht te hebben besloot de dokter dat Benno stanpede naar het hospitaal moest.
Waar na hij vlak daarna dan ook met loeiende sirene naar het Newcastle General Hospital gebracht werd, en dat bleek maar krap op tijd geweest te zijn zei de behandelend dokter toen ik, en onze stuurman de andere dag bij Benno op bezoek kwamen. Hij had ook een penseline kuur gekregen vertelde Benno ons, en hij moest nog minstens 10 dagen in het hospitaal blijven. [ Ja zo ging dat vroeger hé,] want nu sta je de ander dag al weer buiten. Dus dat was exit Benno voor ons want Benno is daarna negen dagen later van uit New Castle naar huis gegaan, en daarna hebben we Benno dan ook nooit meer gezien.
Want wij gingen weer door op Portsmouth aan, en voor Benno kwam Bram een oud Kastelein uit Breda bij ons in Portsmouth aan boord, waar van onze ouwe zei die vent is geen mens, maar een Gorilla meester.
En inderdaad was Bram beren sterk, want hij trok de biems van de dek luiken met zijn bloten handen uit de sponningen. Maar voor de rest was het een goede vent en er zat geen centje kwaad in dat kolossale lichaam van hem.
En na deze gedachten ging ik weer verder met de oude weekend tas leeg te halen.
En voorzichtig haalde ik als het volgend project de oude trompet uit de tas te voorschijn, die ik altijd gebruikte bij onze zuipfeesten aan boord. En zo met die trompet in mijn handen zittende, herinnerde ik me Appie [ die ons later ontviel,] met Augie, zwaar geschapen, Henk, Gerrit, en Kees Verschoor [ Kees Bloemkool onze bootsman ], en ja dat waren vrienden voor het leven dacht ik toen, maar nu weet ik wel beter. Maar dat was namelijk anders, wat later zou blijken het was toen uit het oog uit het hart. En als we weer eens een zuippartij hadden, en we zweverig van de drank waren, dan haalde ik steevast die oude trompet van de wand van mijn hut af, want ik kon nog wel een gebrekkig stukje van Charly,s Chaplings Lyme Light spelen. En toen ik schuchter op die trompet begon te blazen, kwam er een afgrijselijk krijsend geluid uit de trompet. Maar door de drank hoorde mijn toen niet nuchtere publiek dat toen allang niet meer.
Dus heel zette ik voorzichtig de trompet aan mijn mond, en probeerde de eerste noten van Charly,s Lyme Light te blazen.
Toen er geluid uit de trompet begon te komen dacht ik even aan een visioen van Charly die met een gekweld gezicht naar me keek, te zien. En ik stopte meteen met mijn poging om dat er ook een kreet van mijn lieve vechtgenoot van beneden op me af kwam, met de vraag of ik soms een kat aan het villen was. Want een
Eddie Calvert zul jij zeker weten wel nooit niet worden hoor lieverd riep ze naar boven toe. Dus stopte ik maar met mijn poging om een goede trompettist te worden. En pakte ik daarna een sigaren kistje uit de zak en nieuwsgierig deed het kistje open,
en daar in aanschouwde een stel boetnaalden om netten mee te kunnen breien, en ook vele maten spanen [om de maat van de scholen, of te wel de mazen van een te breien net aan te houden]
en ik herinnerde me ook hoe ik op de Anne, en andere schepen vaak een trawletje, [ sleepnetje ] tijdens het ten anker liggende uitzette
om een lekkere zooi schol en nog meer soorten vis die met de stroom in zee mee zwommen, te vangen.
En ik dacht ook aan de tijd toen wij vroeger als zestienjarige jongens op het strand van Duindorp [ Scheveningen ] met de zaaiing op garnalen gingen vissen,
en met de zegen, op tong, en evt. nog andere soorten platvis.
En dat bij een flinke kou het water zo koud was dat ons seks gereedschap op een zeker ogenblik net zo klein was als de garnalen die wij vingen, kwamen in mijn gedachten boven. Daarna graaide weer in de zak en haalde er een fotolijst uit voorschijn. Word vervolgt
Leen B
http://www.zeilclipper.eu/forum/viewforum.php?f=1
Link voor de foto's mensen !
«
Laatste verandering: 22-02-2018, 16:36:18 door Leen
»
Gelogd
Recht zo die gaat
Leen
Scheepsjongen
Berichten: 49
Aardig zijn
Re: Jan T
«
Antwoord #22 Gepost op:
15-03-2018, 16:03:22 »
Hallo Jan dat was een mooi stukje navigatie les van jou, maar nee daar zit ik niet op te wachten. Ik zelf ben machinist op de Coastvaart [ En ook 1e monteur op de logger geweest] en mijn diploma's Mv. MVs en MVm heb ik op de zeevaartschool aan de Leuvenhaven in Rotterdam gehaald. En bedenk ook dat het meeste in mijn verhalen van Jan T door mij verzonnen zijn, dus soms is het waar! en daarna is het weer volledig verzonnen. De bekende Romanstijl dus, en daar van heb ik ook een leuk aantal boeken in eigen beheer uit gegeven. Die ik allemaal in mijn kenniskring heb uitgedeeld, want ik kwam er al snel achter dat een uitgever met het meeste geld ging strijken. En nu moest ik alleen de drukker hier ter plaatse voor het drukken betalen. En er zijn ook nog wat verhalen in een boekje van het gemeente museum in Groningen geplaatst. En die verhalen hebben ook nog in het Dagblad van het Noorden gestaan. En voor de rest ben ik een gewone oude jonge man van tachtig jaartjes oud Vr Gr Leen B
”Kapt Farben"
Als we langs de eerste huizen van Great Yarmout rijden , begint de stoom lok van mijn trein piepend en sissend af te remmen. En de passagiers beginnen hun jassen aan te trekken, en hun bagage uit het net boven hun hoofden te halen. Terwijl een felle hagel bui de ramen van de trein geselt, maar ja het is dan ook Februari, en de flarden zwarte vette rook van de locomotief worden door de bui dan ook neer geslagen. Ik trek mijn jack aan en pak mijn plunjezak uit het bagage net, en zie het station in het raam verschijnen. En als de trein schokkend tot stil stand gekomen is worstel ik me naar de uitgang van de trein toe. Stap het perron op en laat mij met de stroom Passagiers richting uitgang mee voeren.
Buiten aangekomen zet ik de kraag van mijn jack op want het hagelt nog steeds. En sla de weg naar de haven in, om de Meester van de Henny D af te lossen, die naar later bleek niet meer aan boord van de Henny D was. En om dat ik in Great Yarmouth bekent ben loop ik regel recht door naar de haven toe. Ik heb hier namelijk tijdens mijn visserij tijd vaak haring liggen laden voor de rederij "Frank vrolijk Jz" Als ik aan de haven kom zie ik de "Henny- D" al aan de kade liggen. Zo te zien ligt ze al zee klaar aan haar trossen te trekken als op dat moment een Koppel [Engels visser scheepje ] voor bij op weg naar zee toe vaart.
Ik smijt mijn plunjezak op het achterdek, en spring er achter aan, en ga op zoek naar de Kapitein. Ik loop iets naar voren, en zie een mahonie houten deur met een glimmende gepoetst koperen bordje met Salon er op. Nou iedere Coaster man weet dat daar negen van de tien keer de Kapitein, en eventueel ook zijn vrouw bivakkeren. Ik klop op de deur, en na een tijdje nog eens maar om dat niemand op mijn geklop reageert , open ik de deur maar en stap naar binnen toe en roep hallooo! is daar iemand. 'Dan hoor Ik ergens van beneden roepen wie u ook ben ik ben hier zo klaar gaat u al vast maar zitten meneer.
De salon ziet er huiselijk uit, als of een vrouwen hand hier de hand in heeft. Aan het schot hangen verschillende schilderijtjes, en ingelijste foto's. Een foto is van een al wat kalende man met een vrouw, op het achter dek van de Henny-D, dat zouden de Kapt en zijn vrouw van de "Henny - D" wel eens kunnen zijn denk ik . Terwijl ik de foto's sta te bekijken hoor ik een stem achter mij zeggen.
Goede middag meneer hoor ik een sympathieke bekakte stem achter mij , u bent zeker de eerste of tweede Meester, die u komt aflossen.
Ik draai mij naar het geluid van de stem om, en ben stom verbaast. Voor mij staat een slanke man met een lang smal gezicht, een havik neus, snor en punt baardje. Met een gouden bril met neusbeugel op zijn neus, en een witte uniformpet op zijn hoofd. En daar onder draagt hij een wit overhemd met een licht blauwe stropdas, met daarop een gouden speld. En daar over een correct zwart af kledend jasje met twee geborduurde balken op zijn borst wat naar later zijn onder scheidingen blijken te zijn.
En daar onder draagt hij een licht grijze broek met een mes scherpe vouw , met daar onder een paar glimmende gepoetste zwarte schoenen De man ziet er uit om door een ringetje te halen. Ik ben wel enigszins verbaast want ik had die oudere kalende man van de foto als de Kapt verwacht te zien, en niet zo'n gedistingeerd man die hier voor mij staat. Ik geef hem een hand en zeg dat ik de eerste Machinist ben. En mij een hand gevend zegt hij Kapt Farben
welkom aan boord meester.
Ik ben namelijk ook zelf pas drie uur aan boord als af los Kapitein. Want de eigenaar tevens de Kapitein van dit schip is voor zes maanden geschorst. Zullen we eens in de Mess gaan kijken of de andere bemanning leden daar te vinden zijn. Dan kunt u zich daar na gaan instaleren, en de tweede is nog niet aan boord maar die zal zo wel komen vermoed ik, hoe is uw reis naar hier verlopen prettig hoop ik.
Is wel mee gevallen Kap zeg ik, alleen de rit met die smerige stoomtrein van Londen naar hier vond ik geen pretje want overal zit er roet op en mijn witte overhemd heeft nu een gore witte kleur, ook wel bekent als Engels wit. Onder tussen zijn we in de Mess aan gekomen waar de hele bemanning zit te wachten op de dingen die komen gaan Ik stel mij ook voor aan de mensen, en vraagt aan de Stuurman een Brabander die zijn vrouw die Tonny heet mee vaart als kok. Of iemand mijn hut even kan wijzen zo dat ik kan gaan uitpakken.
Dat doe ik wel even meester zegt Andries een matroos [er zijn namelijk drie matrozen Andries, Harry, Jan en de o/g Japie aan boord. En mijn hut was ook behoorlijk ruim, want ik kon ook gelijk door een deur van uit mijn hut de machinekamer in duiken. En er was ook nog een uitgang via een trap naar het dek toe. Want wat ik later ook merkte was dat de tweede meester, in het matrozen verblijf moest slapen. En dat had schijnbaar in het verleden ook nogal eens moeilijkheden gegeven. Want als zo'n tweede man dat zag dat hij geen eigen hut had dan ging hij stanpede terug, als hij zag dat hij geen eigen hut hier aan boord had, nou ja en dat zou ik ook doen. Leen B
«
Laatste verandering: 15-03-2018, 17:22:43 door Leen
»
Gelogd
Recht zo die gaat
zier
Schipper
Berichten: 3619
wie de mens leerd kenne, leerd de dieren waardeere
Re: Jan T
«
Antwoord #23 Gepost op:
16-03-2018, 11:30:24 »
Leen dat lijkt wel ee machinisten ziekte van een eigen hut willen hebben,ik heb dat mee gemaakt met 1 van de eerste machinisten die stond er op dat die een eigen hut had aders wilde die dat de vlet gebeld werd want dan wilde die er af,maar we waaren de hoek al gepaseert dus moest die wachten tot de andere morgen als we in oostende oost waren zij die auwe.
Gelogd
zier
Schipper
Berichten: 3619
wie de mens leerd kenne, leerd de dieren waardeere
Re: Jan T
«
Antwoord #24 Gepost op:
16-03-2018, 14:25:35 »
Leen ik heb nog een vraag, je zeg dat je op school gezeten heb in de leuven haven,ken jij je nog de namen herinneren van klas genoten van toen ??.
Gelogd
Leen
Scheepsjongen
Berichten: 49
Aardig zijn
Re: Jan T
«
Antwoord #25 Gepost op:
18-03-2018, 17:12:34 »
Hallo Jan jij schrijft!
Nou twijfelde ik toch altijd wel aan je verhaaltjes over schepen, zo ook dat de Autumn Sun van je hele verhaal daar klopt geen malle moer van ook mede doordat je iemand probeerde wijs te maken dat je daarmee in de Februari storm in 1953 mee op zee hebt gezeten, en bij binnenlopen een havenhoofd een douwtje hebt gegeven. En dat scheepje is in 1957 gebouwd. Niet juist Jan, en nou ik weer: Het verhaal vertelde toch wat ander hoor, want in 1953 was ik pas 15 jaartjes jong. En net rijpschieter op de Sch 69. Dus heb ik niet in 1953 in die Feb storm met de Autumn Sun op zee gezeten. Want toen zat in namelijk in de WW waar de heer Damme vakbond leider de honneurs waar nam lekker thuis . En dat Autumn Sun verhaal gebeurde in +- 1962 .. 63 daar omtrent waar ik toen ook eerste monteur op was. We kwamen toen van Gr Yarmouth met navigatie schipper Barry Young, en Zwarte Giel visschipper. En met een Engelse stuurman John Storrar geheten, en ook nog drie Scheveningse matrozen, en compleet met een hele Engelse netenploeg. En het juiste verhaal is dat onze navigatieschipper met te laag water Scheveningen binnen wilde lopen. Wat visschipper zwarte Giel hem afraadde, maar de Engelse navigatie schipper zette toch door. Dus ging ik met onze tweede Engelse monteur John Anchor naar beneden de motorkamer in. En daar stond zeker weten een direct omkeerbare motor in. Dus zat ik achter het manoeuvreerwiel klaar om te manoeuvreren, als dat nodig was. En op een zeker moment hoorde ik de kiel met een sissend geluid over het zand gaan schuren.
En daar na begon het schip zwaar te stoten, en toen sloeg de telegraaf op stop, en gelijk daarna weer op vol vooruit. En toen zaten ik en onze tweede in spanning af te wachten wat er stond te gebeuren. En een poosje na dat gebeuren kregen we slow voor uit, en lagen we daarna een mijltje uit de wal te steken om te wachten om weer naar binnen te kunnen als er wel genoeg water stond. Voor de rest weet ik dat daarna de hak beschadigt was, en dat de Autumn Sun de andere dag naar de Sleep is gesleept om de hak te kunnen bekijken, en evt. te repareren. En Jan mijn verhalen op de Schevenings site af kraken is op zijn minst ook niet netjes van je. Die verhalen hebben toch wel eerst op eerst op het forum Kombuispraat gestaan, en ze werden daar ook graag gelezen. En de lees cijfers waren hoog, en bruine plekjes werden niet met een mesje uit de appel , [ verhaal gesneden] En ook op mijn eigen forum worden die verhalen nog graag gelezen dus mij liefje wat wil ik nog meer. En op het Scheveningen Forum mag ik ook niet klagen tot jij met je onzinnige uitspraken kwam. Niet leuk Jan, en ik ga er nu over nadenken of het nog wel de moeite is of ik nog verhalen van mij op het Scheveningen forum ga plaatsen. En die Mollenbonen en Turfstekers zijn ook gewone hard werkende mensen hoor Jan!
En er is geen enkel verschil met een Scheveninger zeker weten! Gr Leen
Gelogd
Recht zo die gaat
Pagina's:
1
[
2
]
« vorige
volgende »
Ga naar:
Selecteer een bestemming:
-----------------------------
Vraag en antwoord
-----------------------------
=> Vraag en antwoord
=> Stamboom en Genealogie
-----------------------------
Hoofdindex
-----------------------------
=> Praatgroep Scheveningen
=> Wie wat waar
=> Gekeuvel
=> Alles over Duindorp
=> Drilling Offshore Site
-----------------------------
Historie
-----------------------------
=> Historische gebeurtenissen
=> Gebouwen en monumenten
=> Klederdracht
=> Portret Foto's
=> Straten en hofjes
=> Mooie momenten
=> Overige
1 uur
1 dag
1 week
1 maand
blijvend
Login met gebruikersnaam, wachtwoord en sessielengte
Powered by SMF 1.1.4
|
SMF © 2006, Simple Machines LLC
Laden...