BrittenburgDe Brittenburg is de ruïne van de romeinse limes vesting Lugdunum Batavorum die na stormen in onder andere de jaren 1520, 1552 en 1562 op het strand tussen Katwijk aan Zee en Noordwijk aan Zee zichtbaar was. Men moet zich daarbij voorstellen, dat het grondoppervlak van de Brittenburg overeenkomt met dat van het Koninklijk Paleis op de Dam in Amsterdam, maar dan in het vierkant. Het is dus een zeer groot complex geweest. De ligging ervan was juist voor de monding van de vroegere uitloop van de (Oude) Rijn ter hoogte van het huidige terrein van ESRO/ESTEC.
HistorieDe eerste vermelding van de Brittenburg in het Nederlands is in een gedicht van Willem van Hildegaersberch in 1401, die hem Borch te Bretten noemt. In 1490 wordt ook melding gemaakt dat de "burg te Britten" zichtbaar is. De 'ontdekking' was in 1520 toen een storm de gehele ruïne blootlegde en er Romeinse vondsten, vooral stenen en munten, zijn gedaan met als laatste datering 270. De oudste plaat van de Brittenburg is een als zodanig door prof. Holwerda geïdentificeerde houtsnede van Abraham Ortelius uit 1562 voor de uitgaven van Lodovico Guicciardini en gedrukt bij Plantijn in Antwerpen. Deze houtsnede werd in de latere uitgaven van Guicciardini vervangen door de hier afgebeelde gravure. De oudste plaat werd later nog gebruikt door Zacharias Heyns (1598, 1599) en Hermann Moll (1734, 1736). Het betreft hier een landmetersplaat (driehoeksmeting), waarbij ook de afstand tot de kerk van Katwijk wordt aangegeven, te weten 1.200 schreden = 1.080 meter. De Brittenburg maakte deel uit van de Romeinse grensverdediging (limes) en was het de meest westelijke wachtpost Lugdunum Batavorum langs de Oude Rijn, de noordgrens van de Romeinse provincie Germania Inferior. Gezien de vierkante vorm van de binnenbouw was de Brittenburg waarschijnlijk een vuurtoren naar het model van de pharus van Ostia met een hoogte van ca. 60 meter en een basis van 72 x 72 meter. Sommige historici zien in de plattegrond ook een graanopslag, doch daarvoor is een drogere, meer landinwaarts gelegen locatie veel logischer.
De 'burg te Bretten', later 'burg te Britten' (Bretten is de oudste naam voor het gebied tussen Leiden en de Noordzee), is een burcht die voor de monding van de Rijn lag en waar tol werd geheven. Rond 950 is, na verzanding van de Oude Rijn, de tolburcht in onbruik geraakt en rond 1050 is deze afgebroken (herbruik van stenen). Toen in 1520 de resten van de Romeinse vuurtoren met Karolingische ommuring ontdekt werden, werden ze - onjuist - met de Brittenburg (= burg te Britten) geïdentificeerd.
Toren van KallaVan de Romeinse geschiedschrijver Suetonius is het verhaal bekend van keizer Caligula, die zijn soldaten en geschut op het strand opstelde. Daarna claimde hij de overwinning op de oceaan en gaf opdracht om schelpen te verzamelen als oorlogsbuit. Als gedenkteken voor deze overwinning liet hij een hoge vuurtoren bouwen. Naar aanleiding van dit verhaal is gezocht naar Caligula's vuurtoren.
Al voordat in de 16e eeuw veel belangstellenden op de Brittenburg afkwamen, vertelden de Katwijkers dat hun netten regelmatig achter stenen vast bleven zitten aan wat zij "Kalla's toren" (Kalla = Caligula) noemden. Dat Caligula waarschijnlijk aan de Rijnmonding is geweest, blijkt uit een gevonden wijnvat afkomstig van zijn persoonlijke wijngaard.
Literatuur Brittenburg, raadsels rond een verdronken ruïne, H. Dijkstra en F.C.J. Ketelaar, Fibulareeks 2, Uitg. C.A.J. van Dishoeck, Bussum, 1975.
De Brittenburg voorgoed verloren, D. Parleviet, in Westerheem 51/3, 2002.
Ten zuidwesten van het kasteel Brittenburg ligt nu de enige herinnering aan het bouwwerk: de bushalte Nieuw Brittenburg van lijn 31, 35, 60 en 90, de belangrijkste uitstaphalte voor het centrum en het strand.
http://www.geschiedenisvanzuidholland.nl/geschiedenis/verhalen/archiefstuk/191/Romeins-Fort-De-Brittenburghttp://www.cultuurwijzer.nl/cultuurwijzer.nl/cultuurwijzer.nl/i000674.html