Welkom, Gast. Alsjeblieft inloggen of registreren.
22-11-2024, 12:49:11
Startpagina Help Zoek Inloggen Registreren
Nieuws: Nieuwe leden moeten helaas wachten tot dat de webmaster ze accepteert. Er is veel kaf onder het koren. Het beste kunt u na registratie ons nog even een e-mail sturen jolydesign@ziggo.nl.

+  Vraag en antwoord & Wie wat waar
|-+  Vraag en antwoord
| |-+  Vraag en antwoord
| | |-+  Herinneringën deel 1
« vorige volgende »
Pagina's: 1 ... 30 31 32 33 [34] 35 36 37 38 ... 72 Omlaag Print
Auteur Topic: Herinneringën deel 1  (gelezen 994260 keer)
vreemdeling
Schipper
*****
Berichten: 1860


Bekijk profiel
« Antwoord #495 Gepost op: 28-07-2010, 18:17:15 »

Zijn er a.s. vrijdagmiddag rond 15.00 uur nog "bezoekers "in de catacomben van de semaphore.
In ben dan op Scheveningen en wil rond die tijd daar ook eens een kijkje komen nemen en misschien enkele plaatsgenoten te ontmoeten.
Cor
Gelogd
zier
Schipper
*****
Berichten: 3619


wie de mens leerd kenne, leerd de dieren waardeere


Bekijk profiel
« Antwoord #496 Gepost op: 30-07-2010, 11:20:49 »

Het lijkt erop dat Scheveningers in den vreemde graag foto's nemen van viswinkels. Hierbij eentje uit Stockholm.
=========================================================================

dat zijn niet aleen de scheveningers metser maar denk iedere nederlander die graag vis eet,want zulke tafels zal je in nederland niet zien.
als je je afvraagd hoe dat komt ,wel dat prijskaartje dat ze hier vragen voor der vis.

was vanmorgen om 10 voor 10 op de markt in de koningshoek ,de markt mag om 10 uur verkopen.
ik vroeg of die hammetjes had (dit is de derde week dat ik achter het net vist ) hij had nog een luizig stukje van 3 ons liggen,had er maar 2 mee gebracht.


voor dat luizige stukje van 3 ons vroeg die 8 euro dat is zo'n 26 a 27 euro de kilo.
ff gekeken op marktprijzen
scheveningen    € 6,84
ijmuiden            € 3,50 -5,62
stelendam        € 4,46 -5,12

dus hoef die niet veel meer mee te brengen dan wat in een roode zakdoek past om aan ze'n verdienste te komen.
zier
Gelogd
Wybe-M2
Gast
« Antwoord #497 Gepost op: 30-07-2010, 12:07:22 »

Dat is met alles zo Zier. Niet voor niks dat de boeren klagen. Het verbaast me dat er niet meer rechtstreeks verkocht wordt zoals in Boulogne of de Haagse Boerenmarkt.
Het verschil tussen de prijs voor de producent en de winkels is enorm groot. En hoe meer de winkelketens groter worden, hoe groter dit verschil.

Als je  trouwens hier rond Den Helder de polders ingaat kun je overal bij de boerderijen van alles (aardappelen, appels, bloembollen, enz.) kopen.
Gelogd
vreemdeling
Schipper
*****
Berichten: 1860


Bekijk profiel
« Antwoord #498 Gepost op: 26-08-2010, 19:40:23 »

 
Wat herinner ik mij nog van de periode rond mijn veertiende levensjaar !
Deze vraag werd mij kort geleden gesteld

Op mijn veertiende levens jaar was het 1943.

In 1940 de bezetting  van Nederland door de Duitsers.
De haring visserij werd niet meer uitgeoefend. Alleen wat kust visserij werd nog uit geoefend. De enkele kustvissers kregen gezelschap van wat omgebouwde sloepen met ingebouwde  auto motor. Zo probeerde enkele ex visserlui, noodgedwongen aan de wal, toch in hun oude beroep nog een boterham te verdienen
's-Morgens bij daglicht mocht worden uitgevaren en iedere avond voor het donker werd kwamen de scheepjes weer in de haven.
Mochten ook de nacht niet op zee blijven.
De Sch.75 lag als controle schip in de "doorgang " van de oude haven naar de kom, als controle schip.
Ook veel Katwijkse vissersscheepjes waren toen op Scheveningen vaste bezoekers. Veelal garnalen vletten.

Diverse parades van de Duitse Wehrmacht met muziekkorpsen op de boulevard.. vooral als er ergens in de wereld weer Duitse successen waren behaald.
De NSB voelde zich ook geroepen om zo nu en dan ook eens te gaan paraderen in hun zwarte uniformen. Deze vertoning was meestal in en door de woonwijken.Veelal veroorzaakten deze demonstratie tot rellen.

Later werd de boulevard en het strand "sperrgebiet ."
Loggers werden naar havens in het binnen land gebracht om de schepen te onttrekken aan de aandacht van de duitse bezetters.
Veel heeft dit niet geholpen want miet zoveel later werden veel van deze schepen als nog gevorderd om dienst te doen bij de Duitse marine.

In september 1941 naar de Mulo . Voor mij een grote verandering. Was wel wat moeilijker dan het LO .
Had ook het gevoel dat de leerlingen van gewone visserlui niet erg welkom waren op deze school, ofschoon deze school christelijke. principes nastreefde en op Scheveningen een goede naam had.
In de klas was ik de enige leerling afkomstig van een visserman. Voor mijn ouders was de mulo ook vreemd, want mijn oudere broer was van het LO naar de ambachtschool gegaan.

Mijn vader werkte na zijn vrijwillige dienstplicht en korte krijgsgevangenschap in die tijd bij de DUW. ( Dienst Uitvoerende werken. ) Meestal 2 weken van huis. Een soort werkverschaffing, daar veel visserlui werkloos waren door de duitse bezetting.
De DUW was werkzaam voor de Heidemaatschappij. Ontginnningswerkzaamheden. in de Achterhoek of in het najaar aardappels rooien in oost Groningen.

Voedsel werd ook al schaarser en veel artikelen werden gerantsioneerd. Bij het rooien van aardappelen kregen de DUW arbeiders wat aardappelen mee,  maar voor persoonlik gebruik in het gezin.
Het waren niet de beste soort aardappelen. De schil was zwart van kleur, op de veengronden in oost groningen geteeld en bestemd voor de aardappelmeel fabrieken in oost Groningen.
Het was wel een welkomen aanvulling op het oorlogs rantsoen. Ik kan me nog herinneren dat op zondagmiddag meer aardappelen werden gekookt dan wij konden opeten. Het restant van de gekookte aardappelen werd in de loop van de middag dan gebruikr om een aardappel taart te bakken. Door toevoeging van essence was het nog best lekker.maar wij waren ook niet veel meer gewend in die tijd.
's-Zaterdags avond bezochten de wat oudere kinderen het gebouw van de CJMV in de Keizerstraat. Hier brachten wij onze tijd door met dammen en sjoelen en werden onderwezen in "stichtelijk "onderwijs.Lange tijd hebben wij daar voor een stuiver ( vijf centen ) een behoorlijk portie erwten soep kunnen kopen. Zal waarschijnlijk door de reder den Dulk zijn gearrangeerd.
In deze periode was het koperen en zilveren geld al vervangen door zinken en papieren munten, daar deze materialen nodig waren voor de oorlogs industrie.

Met mijn oudste broer verleende wij nogal eens wat hand en span diensten in de late namiddag, bij de binnenkomst van de kustvissers. De kleine visjes welke niet verkocht mochten worden in de afslag, werden door de vissers nu ook bewaard en na binnenkomst per emmertje aan kooplustige omstanders verkocht.
Nu brachten ook deze kleine visjes wat geld op. Een kwartje per emmeretje.Voorheen werden deze kleine visjes ... puf genaamd ... voor weinig geld aan de vismeel industrie verkocht.
Van deze kleine vis werden viskoekjes gebakken, nadat deze kleine visjes waren schoongemaakt en met graat en al, in een gehakt molen ( met de hand ) waren fijn gemalen
Voor onze werkzaamheden op de vletten kregen wij, van de eigenaar van het scheepje, wat vis als beloning.
Ook weer een welkomen aanvulling op ons toegewezen rantsoen.
Deze werkzaamheden waren alleen mogelijk bij rustig weer. Bij wat slechter weer en harde wind moesten deze scheepjes binnen blijven i.v.m. stormschade of andere averij.
Ik vraag me af of er toen dicht bij de kust veel schar werd gevangen.
Ik herinner mij dat er veel gerookte scharren werden gefileerd. Veel huishoudens verrichtte deze werkzaanheid.
De gerookte filets waren toen een  lekkernij, waarschijnlijk niet voor hollandse smulpapen, maar voor de duitse bezetters en consorte.
Of er toen ook nog garnalen werden gepeld weet ik niet. Ik heb er toen weinig van gezien.
Misschien waren de garnalen vletten ook omgeschakeld op de schrobnetvisserij op vis. Voorheen visten de garnalen vletten een gedeelte van de nacht tot de vroege ochtend.
Maar dit zal niet meer mogelijk zijn geweest door het duitse verbod om met de nacht op zee te zijn.

Waarschijnlijk werd er toen ook vis geimporteerd uit Denemarken en Noorwegen. Bij rokerij Deyl waren hoge stapels lege viskisten te opgestapeld, zoals deze gebruikt werden in de genoemde landen.
In deze hoge stapels viskisten hebben mijn vrienden en ik nog hutten gebouwd en hadden vanaf deze plek een prachtig uitzicht over de nieuwe haven en het aangrenzende erf van rederij v.d. Zwan op de hoek van de Zeesluisweg en Schokkerweg, waar nu reeds lange tijd een appartementen complex is gevestigd.
Waarschijnlijk moet een van mijn vrienden een lid van de familie Deyl zijn geweest, anders kan ik mij niet voorstellen dat wij zonder toestemming op hun terrein in de stapels kisten mochten spelen. Hoe ik met hem bevriend ben geraakt is mij onduidelijk. Hij woonde niet in mijn omgeving. Hij woonde in de buurt van de haven en ik in het oude dorp.
Of hij zat bij mij in de klas op de mulo of hij heeft met mij op de padvinderij gezeten. ?

In de vacantie periode hielpen wij 's-morgens ook vaak bij een groenteboer.Deze was ergens in de buurt van de Pansierstraat gevestigd.Wij reden dan vroeg in de morgen met paard en wagen met de groenteboer mee naar de groentenveiling. Lege kisten lossen en volle kisten laden en op de wagen letten als hij met andere werkzaamheden bezig was op de veiling.
Bij terug keer in de groentenwinkel stonden dan al mensen in een rij te wachten om groente te kunnen kopen. Wij hielpen dan met de wagen te lossen en in de winkel te brengen en hadden zo een voorkeur behandeling bij de aankoop van groenten en fruit.
Zo kwamen wij ook in aanraking met soorten groenten welke wij nog nooit hadden gegeten, zoals spitskool en chinese kool.
Waarschijnlijk bij de klanten van de groentewinkel in deze wijk beter bekend als bij de gewone visserman.
Gelogd
vreemdeling
Schipper
*****
Berichten: 1860


Bekijk profiel
« Antwoord #499 Gepost op: 26-08-2010, 19:42:30 »

vervolg 1


Oorlogberichten verontrustte ons nog wel. Het leek wel of de duitse opmars niet te stuiten was. Ook  rond Scheveningen werden veel activiteiten ontplooid t.b.v. de Atlantic wall. Arbeiders werden gedwongen hier aan mee te doen.
Ook werden arbeiders te werk gesteld in Duitsland, waar een groot te kort aan arbeidsplaatsen was daar vele arbeiders in militaire dienst waren opgeroepen,
De NSB ers hadden de grootste mond. Werden gesteund door de Duitsers. Veel joden werden bij rassia's opgepikt en op transport gesteld.
Zelfs de kinderen van een onzer buren waren lid van de NSB, ofschoon hun vader als lid van de bemanning van de Sch.15 Bep, in april 1940 het duitse regime had leren kennen, toen deze bemanning werd geinterneerd in duitse gevangenschap, na aanhouding van hun schip in de Duitse Bocht

Wij waren blij dat mijn vader bij de DUW te werk was gesteld en hierdoor niet de kans liep om in Duitsland te werk te worden gesteld. Niet altijd waren de DUW arbeiders tevreden over hun logeer adressen. Soms werden zij gehuisvest in barakken en soms bij particulieren.
Verschilde ook per locatie waar moest worden gewerkt. Oost Groningen was armoediger dan de Achterhoek. 

In de zomer van 1942 zijn wij een week op vacantie geweest bij een gezin waar mijn vader was ingekwartierd als kostganger.
Dat was in Aalten.
Wij logeerde bij een klein keuter boertje. Klein boerderijtje. Man en vrouw zonder kinderen.
Enkele hectaren grond en enkele koeien.
De man was tevens werkzaam als melkrijder . Haalde iedere morgen op een bepaalde route de volle melkbussen bij de boeren op en bracht deze naar de melkfabriek ter plaatse en op de terug tocht werden de lege bussen weer retour gebracht bij de boeren  Soms waren de bussen gevuld met afgewerkte melk, wat weer bruikbaar was als voeding voor de varkens.
Het was in de maand Augustus tijdens de rogge oogst. Wij zochten na het maaien het veld af naar afgevallen aren. Hierdoor hadden wij toch na dorsing toch enkele kilo's rogge verzameld.
Dit was onze eerste kennismaking met het boeren bedrijf.

In het najaar van 1942 werd mijn vader tewerk gesteld in de omgeving van Doetinchem. Hij was in de kost bij een employe van Provinciale Gelderse Electriciteit Maatschappy. ( PGEM.) Deze mensen woonden in een nieuw vrijstaand huis met een voor en achtertuin.
Omstreeks deze periode moesten op Scheveningen al wat mensen evacueren en werden dan her en der ergens neer geplant.
Waarschijnlijk heeft mijn vader met zijn kostbaas overeenstemming weten te bereiken om ingeval van evacuatie van ons gezin, wij  daar ook bij hun in konden trekken.
De hoofdbewoners  waren toen nog een jong gezin met slechts 2 jonge kinderen. Later zouden er nog enkele kinderen aan toe worden gevoegd.

Had mijn vader een vooruitziende blik gehad ?
Op een zondag in dat najaar was het voor ons dan ook zo ver om te worden geevacueerd.
Niemand had hier op gerekend.
Mijn vader was het weekend vrij en was zaterdagmiddag met de trein uit de Achterhoek gekomen. Hij was samen met mijn moeder naar de Oude Kerk.
Wij als vier gebroeders waren 's-morgens  naar de kinderkerk in Maranatha gegaan. Toen wij vanuit de kinderkerk thuis kwamen stond er een vrachtauto bij ons voor de deur.
Bij navraag bleek al snel dat deze auto aangewezen was om ons te evacueren.
Met spoed vader en moeder uit de kerk opgewacht en hun de trieste boodschap overgebracht.
Meteen werd er een begin gemaakt voor deze verhuizing. Vaders vuile goed wat hij zaterdags had meegebracht stond nog in de soda te weken. Uitgewrongen en nat meegenomen.\
De familie in Doetinchem per telefoon gewaarschuwd dat wij als gezin laat in de avond per trein in Doetinchem zouden arriveren. De verhuisspullen zouden de volgende dag wel worden afgeleverd.
Gelukkig woonde mijn grootmoeder enkele huizen van ons vandaan, zodat wij hier nog wat steun van ondervonden en waar we nog rustig onze warme maaltijd konden gebruiken.
Het afbreken van het huisraad en het inladen van de vrachtauto nam de gehele middag in beslag.  Ofschoon de vrachtauto geen verhuisauto was en de bemanning van deze auto geen ras verhuizers waren, werd de vrachtauto vakkundig beladen en tot onze grote verwondering was bij het uitladen de volgende dag niets beschadigd.

Rond 6 uur 's-avonds namen wij de tram naar het Haagse Centraal Station. Voor ons een grote verwondering, want wij hadden 's Zondags nog nooit in de tram of trein gezeten. De zondag was toen op Scheveningen heilig.
Mijn vader bleef achter op Scheveningen, want er moesten nog vele zaken worden geregeld en op zondag waren alle kantoren gesloten..
De trein reis verliep voorspoedig. Wij waren wel allemaal erg stil. Waar zouden we terecht komem. Hoe lang zou dit duren en zouden wij het prettig vinden.
Een treinreis wat ons normaal zou moeten verheugen, was dit maal niet interessant.

In Arnhem overstappen op de boemeltrein naar Doetinchem, waar wij laat in de avond aan kwamen.
Onze toekomstige hoofdbewoner stond ons op het station op te wachten. Voor ons allen een onbekende man.
Van het station was het nog een kwartier lopen naar ons toekomstige huis, waar we met liefde werden ontvangen en waar we met noodvoorzieningen te slapen werden gelegd.
Een nieuw hoofdstuk brak aan in ons nog zo korte leven.

wordt vervolgd




Gelogd
vreemdeling
Schipper
*****
Berichten: 1860


Bekijk profiel
« Antwoord #500 Gepost op: 28-08-2010, 14:23:42 »

Vervolg, 3

Op weg van het station naar ons nieuwe woonadres bemerkten wij al gauw dat wij in een andere woonomgeving terecht waren gekomen. Ondanks dat het al vrij laat in de avond en geheel donker was ( zeker nu alles verduisterd moest zijn ), konden wij al direct de verschillen bemerken.
De woning bouw was veel ruimer uit elkaar en de straten zoals wij gewend waren op Scheveningen en Den Haag waren niet vergelijkbaar. Later zouden wij bemerken dat veel straten hier de aanduiding hadden van "weg".
Ofschoon het stil was op straat werden er toch  vanuit de omgeving andere geluiden worden opgevangen.
Allereerst de stoomlocomotief ,welke met veel gesis en gepuf, zijn reis vervolgde naar het eindpunt Winterswijk.
Ook de geluiden vanuit de enkele boerderijen in de omgeving, werden door ons opgevangen.
Het loeien van een koe en het blaffen van de waakhond.
Ook de lucht welke wij inademden was niet de frisse zeelucht van onze achtergelaten kustplaats, maar nu ademden wij de luchtjes van het platte land, ons in Scheveningen volkomen ombekend , maar waarvan wij reeds een voorproefje hadden geroken, tijdens onze vacantie in Aalten.
En natuurlijk ook de weë lucht van de zuivelfabriek welke wij passeerden., op onze wandeling naar ons toekomstig onderkomen. 
En na een kwartier doorgestapt te hebben, kwamen wij bij ons toekomstig onderkomen.
In het nachtelijk uur was er weinig te zien van het huis en na welkom te zijn geheten door vrouw des huizes. En een kop koffie en een beker melk te hebben genuttigd, zochten wij oververmoeid de voor ons geimproviseerde slaapplaatsen op.

Toen wij de volgende morgen wakker werden en uit het raam keken, was het voor ons een geheel andere wereld.
Voor het huis een weg met aan weerszijde bomen en voor het huis een tuin.
Aan de overkant van de weg voor het huis en naast ons huis, akkers en vrij uitzicht tot aan de enkele huizen op zo'n 500 meter afstand van ons huis.
Het huis was vrijstaand met een voor en achter tuin. Naast het huis op geruime afstand een boerderij en schuin tegenover ons huis een boerderij.
Zoveel ruimte hadden wij op Scheveningen rondom ons huis niet.
Als wij daar op de slaapzolder  uit het kleine dakraampje keken zagen wij niets als dakpannen en de daken van de aangrenzende woningen.
En meteen ook al merkbaar het straatbeeld van het platteland.
Een platte open wagen getrokken door een paard, met een lading volle melkbussen op weg naar de zuivelfabriek en de terugkerende wagens met de lege melkbussen.

Maar mijn moeder zal meer zorgen aan haar hoofd hebben gehad dan het mooie uitzicht zoals wij  kinderen het zagen..
De vorige dag en dan ook nog op zondag uit je huis gezet . Je boeltje moeten pakken.
In de avond met 4 kinderen en zonder haar man op de trein gezet, zonder reiservaring, op weg naar een vreemde stad.
Onbekend met het overstappen in Arnhem op een aansluitende trein.
Wat kan ons nog meer overkomen  ?
Haar vooruitzicht was minder rooskleurig.
Vandaag zou de verhuiswagen met onze meubels komen en waar moesten deze spullen worden neer gezet.
Zij moest , zoals vroeger gewend, wanneer mijn vader op zee was, de boel zelf zien te regelen.

De indeling van het huis moest nu over 2 gezinnen worden verdeeld.
Het huis had op de beneden verdiepng een hal, 2 kamers en een grote woonkeuken met kelder en een grote bijkeuken waar ook het toilet was gevestigd.
De boven verdieping bestond uit een overloop en 3 slaapkamer en daar boven nog een zolder over de gehele oppervlakte van het huis.
Ter onzer beschikking  kregen wij de voorkamer op de begane grond en de slaapkamer aan de voorzijde van het huis op de 1e etage .
Evenals de zolder, welke wij zonodig, gezamelijk met de hoofdbewoner zouden gebruiken..
De voorkamer op de begane grond werd onze huiskamer.
De kamer op de 1e etage werd de slaapkamer voor mijn vader en moeder en de zolder als slaapgelegenheid voor de 4 kinderen.
Daar wij met vier broers waren, gaf dat gelukkig geen problemen.

Ons vorige huis op Scheveningen was ook niet al te groot dus met de ons toebedeelde ruimte zouden wij ons wel kunnen behelpen en zo kon naar aankomst van onze huisraad het huis worden ingericht.
De slaapgelegenheid was als eerste noodzakelijk.
Twee 2 persoonsledikanten op zolder voor de 4 kinderen en een 2 persoonsledikant in de slaapkamer voor de ouders, waren de eerste voorzieningen en later volgde de inrichting van de huiskamer. Meubulair waar geen plaats voor was werd voorlopig op zolder op zolder opgeslagen.
De eerste dagen verliep alles nogal chaotisch,  maar gelukkig was mijn vader in de loop van de maandag weer gearriveerd. na zijn rompslomp met betrekking tot de verhuizing naar Doetinchem, in Den Haag te hebben afgewerkt.
In het huis moesten diverse zaken worden verplaatst en andere zaken hiervoor in de plaats worden opgebouwd.

Koken moest door de twee families in de woonkeuken worden gedaan.
Voor mijn moeder een vreemde bezigheid, omdat deze familie, mede door het beroep van de hoofdbewoner als employe van de Provinciale Gelderse Electriciteit Maatschappy, electrisch kookte.
Wij waren gas gewend en hadden niet de pannen welke benodigd waren voor een electrisch fornuis.
En de nog in ons bezit zijnde ouderwetse vooroorlogse petroleumstellen konden wij ook niet gebruiken , daar petroleum niet voorradig was en tevens was gerantioneerd.
Wat later werd voor het koken een oplossing gevonden, door gebruik te maken van de "zaagselkachel", welke stond opgesteld in de bijkeuken.

In veel opzichten liep dit gezin echt niet achter.
Je kon hen niet als "boers" beschouwen, ofschoon zij andere opvattingen hadden als wij.
Mede door het beroep van de hoofdbewoner, hadden deze mensen reeds een ons onbekende snelkoker en de beschikking over een electrische wasmachine met electrische wringer, waarvan wij later als gezin ook hebben geprofiteerd.
Op Scheveningen moest mijn moeder de was nog op een plank boenen en met de hand wringen.
Het getuigde van goed inzicht qua personeelsbeleid van de PGEM om al deze soort electrische apparaten voor een billijke prijs ter beschikking te stellen aan hun personeel.

Daar het toilet in de bijkeuken was gevestigd, moesten wij ons verplaatsen voor onze behoeften of door de keuken of buiten om.
Bij slecht weer en 's-avonds in het donker geen logische oplossing. Zeker daar ook in de avond en nacht strenge verduisterings maatregelen van toepassing waren.
Het storen van de bewoners als wij via de woonkeuken naar het toilet moesten, was voor deze mensen vaak storend en veroorzaakten op den duur wel eens wat ergernis en wrijving.
Niemand had zich vooraf gerealiseerd wat het betekende om met 2 gezinnen in één huis te wonen.
En hoe lang zou dit gaan duren ?

De hoofdbewoner had 2 jonge kinderen, terwijl wij met 4 opgroeiende jongens ineens de boel "onveilig " maakten en zij het niet alleen meer voor het zeggen hadden.
En in ons geval was het een vrijwillige ter beschikking stellen van een gedeelte van een woning.
De volgende evacuatie gevallen waren meestal gedwongen ( van gemeente wegen ) beschikbaarstellen van woonruimten., dus deze woonruimten werd gevorderd.
En in zo'n geval stonden de hoofdbewoners vaak vijandig tegenover de ingekwartierden.  Terwijl de ingekwartierden hier in zelf geen zeggenschap hadden en uit hun oorspronkelijke huis waren gezet en gedwongen werden naar de aangewezen andere plaats te verhuizen.

Er was ook in het begin nog een dialect barriere, waardoor je elkaar niet verstond of niet begreep wat de bedoeling was en het verschil in volksmentaliteit, ( boeren geaardheid tegenover dat van een visserman ).
Twee strikt verschillende mentaliteiten.
Maar al doende leerden wij van elkaar en probeerden wij en zij zich aan te passen.
Voor ons als kinderen zal de aanpassing heel wat soepeler zijn verlopen dan voor de ouders.
Wij maakten ons niet zo druk over problemen tussen hoofdbewoner en onderhuurder, ofschoon wij ook weleens hiervan de oorzaak konden zijn.

wordt vervolgd

Gelogd
vreemdeling
Schipper
*****
Berichten: 1860


Bekijk profiel
« Antwoord #501 Gepost op: 28-08-2010, 14:28:40 »

Gelieve te lezen


Vervolg 2 in plaats van 3

Vreemdeling
Gelogd
vreemdeling
Schipper
*****
Berichten: 1860


Bekijk profiel
« Antwoord #502 Gepost op: 30-08-2010, 14:07:01 »

Vervolg 3

De eerste belangrijke verandering voor ons als kinderen was , dat wij natuurlijk ook hier naar school moesten en dat zou dan een heel andere school zijn.
Niet alleen een andere school, maar ook andere onderwijzers of onderwijzeressen, andere kinderen en waarschijnlijk ook andere boeken en een andere methode van lesgeven..
Toen vader,  na zijn zaken in Den Haag te hebben geregeld, weer bij ons thuis was, moest eerst de normale schoolgang worden geregeld..
Twee kinderen voor de lagere school, een kind voor het voortgezet onderwijs en een kind voor de ambachtschool.
Welke mogelijkheden waren hier ter plaatse aanwezig.
Is hier christelijk lager- en voortgezet onderwijs en is er een ambachtschool.?
Aangezien Doetinchem een soort streek gemeente was, waren deze voorzieningen in ruime mate voorhanden.
Eerder hadden wij al opgemerkt dat rond ons huis zoveel ruimte was, maar ons huis stond op de grens van het stadje, op een kwartier lopen naar het centrum.
En dezelfde weg waar ons huis stond, was ook de ioegangsweg naar de stad en de lagere school was op zo'n 10 minuten loopafstand aan deze weg gelegen.
De Ulo was in het centrum van het stad op een kwartier loopafstand en de ambachtschool was ook daar niet zover van daan.
De lagere school was geen probleem. Meerdere kinderen uit onze buurt en ook de kinderen van de naaste buren bezochten deze school .
Voor de ambachtschool en Ulo moesten wij zelf onze weg vinden. maar al gauw hadden ook wij vrienden waar we in gezelschap mee naar school konden gaan.
Iedere morgen kwamen veel kinderen in groepen op de fiets langs ons huis, op weg naar de diverse scholen.
Doetinchem was dan ook een centrum gemeente waar veel soort scholen waren gevestigd en van verschillende godsdienstige richtingen en uit de wijde omgeving kwamen de leerlingen naar deze scholen.
Voor sommigen was het wel meer als een uur fietsen.

Op de Ulo waar ik op werd geplaatst had men daar rekening mee gehouden.
Er waren altijd 2 klassen van een bepaald schooljaar. De ene klas betrof dan kinderen uit de plaats zelf en de andere klas waren de kinderen uit de omgeving.
Ik zelf werd geplaatst in de groep van leerlingen uit de plaats zelf. Niet alle klasgenoten waren afkomstig uit de Achterhoek.
Enkele waren afkomstig uit het westen. Waren niet geevacueerd maar waren waarschijnlijk i.v.m. werk van hun vader naar de Achterhoek verhuisd. Een enkeling afkomstig uit het gebombardeerde Rotterdam in de Mei dagen van 1940.

De school was goed , goede leiding en orde.
Ik heb mij er beter thuis gevoeld dan op de ULO school in Scheveningen,
De onderlinge band tussen de leerlingen was sterker als op Scxheveningen en er was veel minder klasse verschil.
Ofschoon er in de klas verscheidene leerlingen waren van gegoede middenstanders, was dit onderling niet merkbaar. Ook de onderlinge verstandhouding tussen de jongens en de meisjes was veel beter.
In de klas hadden wij ook nog enkele leerlingen waarvan de ouders lid waren van de NSB. Enkele van deze leerlingen waren lid van de jeugdbewegingen  en vertoonden zich in hun vrije tijd in het uniform van de jeugdgroepen van de beweging.
Wij moesten hierdoor wel wat op onze woorden letten als wij onze afkeer t.a.v. de Duitsers onderling uitwisselden en de successen van de geallieerden uitbundig verkondigden.
Maar een echte haat verhouding onderling was er niet en in schoolverband werd eenparig opgetrokken.
De leerlingen van de klassen uit de woonplaats zelf, waren luidruchtiger en zelfstandiger dan de leerlingen van de klassen uit de omgeving.maar dat zal zijn oorsprong wel hebben gehad in het feit dat de meeste van deze leerlingen vrij afgezonderd op de boerderijen woonden en zich minder vlot  presenteerden als de plaatselijke jeugd.

Zoals op de meeste scholen hadden ook hier de leraren een bijnaam.
Het hoofd van de school had vanwege zijn kleine baardgroei de bijnaam "de geit ", de leraar Engels welke een nogal lange man was, had de bijnaam "lange Jan ". De leraar Duits, vader van een groot gezin, waarvan een dochter bij mij in de klas zat, had de bijnaam " de Beer ". De leraar wiskunde, een klein mannetje, had de bijnaam "pukkie ". Hij was tevens de organist in een der plaatselijke kerken.
In het begin was het wel wat wennen aan het dialect wat door de klasgenoten werd gebruikt, maar hoe meer we met onze buurjongens optrokken en speelden, hoe meer uitdrukkingen en woorden wij van hen leerden.

En met onze buurjongens verkenden wij de buurt en leerden zo ook andere jongens en meisjes kennen uit onze naaste omgeving.
Er was in het begin enorm veel te ontdekken.
Allereerst rond het huis.
Onze hoofdbewoner hield konijnen, maar onze buurman was een echter konijnen fokker en had een hele schuur vol met ras konijnen, veelal van het ras "Hollanders "
En binnen niet al te lange tijd hadden wijzelf ook wat konijnen om te verzorgen.
Stro was gemakkelijk verkrijgbaar bij de omringende boerderijen en het benodigde gras en klaver werd langs de wegbermen geplukt.
En veel groente afval was ook nog bruikbaar als konijnen voer.
Hier werden wij voor het eerst geconfronteerd met de voortplanting van dieren en de geboorte hiervan.
Eerst waren het de konijnen bij de buren.
De voortplanting bij koeien wat later op één der boerderijen in de omgeving waar een dekstier aanwezig was, .er waar de boeren met hun koeien op "bezoek "gingen. Van K.I. was toen nog geen spraken.
En vanzelfsprekend volgden paarden varkens en ander vee.

Wij waren dan ook in een omgeving terecht gekomen, waar wij op Scheveningen nooit van hadden gehoord.
Voor de jeugd uit deze omgeving was zoiets van zelf sprekend.
Bij onze activiteiten in de buurt verleenden wij als jongens ook de nodige hand en spandiensten op de omliggende boerderijen en hiervoor konden wij dan wat melk en voedingswaren, zonder de benodigde voedsel bonnen, verkrijgen, En in de periode dat het fruit rijp was kon er volop worden geplukt voor eigen gebruik, daar het anders toch verloren zou gaan.

In huis had ook alles weer het normale ritme gekregen. voor zo ver je van normaal kon spreken.
Daar mijn vader vanuit Scheveningen naar Doetinchem was verplaatst, kon hij hierdoor niet weer te werk worden gesteld bij de D.U.W. en werd ingeschreven als werkzoekende bij het plaatselijke arbeidsbureau.
En al spoedig kreeg hij werk aangeboden bij een ijzergieterij in Gaanderen, een klein gehucht op zo'n 5 km. van Doetinchem, waar hij geruime tijd heeft gewerkt.
Hierna heeft hij werk gevonden bij een beton fabriek in Doetinchem en nog later als stoker werkzaam werd bij de plaatselijke gasfabriek.

Voor moeder werd ook alles anders. Boodschappen halen zoals op Scheveningen bij de winkels om de hoek was er hier niet bij.
De meeste winkels waren in het centrum van de stad. Het dichts bijzijnde was een bakker.
Voor groenten zoals op Scheveningen bij de groentenboer halen was er hier niet zo bij. Groenten en aardappelen werden door de mensen in hun achtertuinen zelf geteeld en meestal werd er te veel gepoot en kon regelnatig worden weggegeven aan bekenden of buren.
Aardappelen konden ook nog wel eens bij de plaatselijke boeren worden verkregen. En hetzelfde gold voor fruit.
Het electrisch koken gaf nog weleens problemen daar onze pannen niet geschikt waren voor het electrisch fornuis.

In de bijkeuken stond een zaagselkachel, waarop de hoofdbewoner de was uitkookte, alvorens de was in de wasmachine ging om te draaien.
De mensen beschikte wel over een electrische wasmachine met electrische wringer, maar de machine was niet uitgerust met een
wasprogramma zoals tegenwoordig.
Wij mochten gelukkig ook gebruik maken van de wasmachine, wat mijn moeder met open armen accepteerde en haar veel zwaar handwerk uit de handen nam, zoals de was op een plank met een borstel te boenen en de was met een handwringer uit te wringen.
Ofschoon de toen voor ons nog onbekende snelkoker ook werd gebruikt, werd er toch ook veelvuldig gebruik gemaakt van de zaagselkachel voor het verwarmen van waswater.

wordt vervogd
Gelogd
vreemdeling
Schipper
*****
Berichten: 1860


Bekijk profiel
« Antwoord #503 Gepost op: 30-08-2010, 14:09:34 »


vervolg 4

Wat was nu de zaagselkachel.
De zaagselkachel bestond uit een leeg 200 liter oliedrum.
Aan de staande onderzijde was aan de voorzijde een luchtklep en aan de staande bovenzijde aan de achterkant een rookuitlaat voor aansluiting op de schoorsteen. Het geheel stond op een stenen fundering.en de bovenzijde van de drum was afgesloten met een los deksel.
In dit deksel was ook nog een afsluitbare opening om een pan met inhoud boven het directe vuur te verwarmen.

Deze kachel was heel makkelijk te verplaatsen.
De kachel werd in een schuur achter het huis gevuld met zaagsel.
Het zaagsel diende goed droog te zijn want anders vondt geen goede verbranding plaats.
In het midden van de ledige drum werd een ronde buis of paal van circa 10 cm. doorsnede geplaatst,  van voldoende lengte t.a.v de hoogte van het vat..
Rond deze paal werd het zaalsel in de drum gestort en regelmatig goed aangestampt.
Was de drum vol, dan werd de drum verplaatst naar haar standplaats en aangesloten op de schoorsteen.
De buis of paal werd er dan voorzichtig uitgetrokken en hoe beter het zaagsel was aangestampt des te minder risico er werd gelopen dat de gecreerde opening in het zaagsel instortte.
Gebeurde dat, dan kon je op nieuw beginnen om de drum van het zaagsel te ontdoen en opnieuw te vullen en nog beter aan te stampen.
Stortte de verkregen opening niet in, dan was de kachel gebruiks klaar.
In de zo verkregen opening liet men een brandend stuk papier vallen en zodra men zag dat het zaagsel aan de onderzijde in de opening ging branden , werd het deksel op het vat gelegd en was de kachel gebruiks klaar .
Een goed aangestampte zaagselkachel kon wel een gehele dag branden. 
Voor het  bereiden van het eten t.b.v van ons gezin was het koken wel omslachtig daar alles naar de bijkeuken moest worden gebracht of door de woonkeuken, waar het andere gezin bivakkeerde of buiten om.
Na enige tijd kregen wij ook zo'n zaagsel kachel in onze huiskamer en konden wij hiervan gebruik maken voor het eten koken en de verwarming van de huiskamer.
Dit alles tot groot genoegen van mijn moeder en de hoofdbewoners.
In de buurt van kleine kinderen was deze kachel gevaarlijk door de hete wanden van het vat, maar voor ons gezin gaf dit weinig problemen.
De schuur achter het huis was de opslagplaats van het zaagsel. Om een goed resultaat te hebben diende het zaagsel goed droog te zijn en moest dus afkomstig zijn van hout wat al geruime tijd als planken ter droging was opgeslagen geweest, alvorens het werd gebruikt als productie materiaal.
Deze mogelijkheid werd geschapen door de fabriek Nehamo aan het andere eind van de stad,welke spanten van gelijmd hout fabriceerde voor toekomstige fabriekshallen.en opslagloodsen.
Zeker 1 maal per week haalden wij per bakfiets enkele vrachten zaagsel in grote jute zakken, welke dan in de schuur achter het huis werden leeggestort.
Het was een goedkope brandstof, want het was gratis verkrijgbaar en de opslag van het zaagsel op de fabriek was inpandig en zodoende altijd droog.

Het zaagsel van de klompenfabrieken, waarvan  er twee vlak bij onze woning waren, was niet bruikbaar .
In deze klompen fabrieken werden bomen verwerkt welke niet, zoals bij Nehamo, voldoende gedroogd waren en vochtig zaagsel afgaven en waar tevens het zaagsel buiten werd opgeslagen.
Het zaagsel was ook minder fijn en zeer slecht aan te stampen.

wordt vervolgd
Gelogd
vreemdeling
Schipper
*****
Berichten: 1860


Bekijk profiel
« Antwoord #504 Gepost op: 31-08-2010, 08:48:52 »

Vervolg 5

Maar ondertussen gaat het leven gewoon door.
Waren wij in Doetinchem de eerste geevacueerden, geleidelijk aan kwamen er meer en ook mensen uit Scheveningen.
Zo ook mijn grootmoeder ( oma Spaans )en haar zuster Neel, beide weduwen. Zij werden in Doetinchem gehuisvest, zonder dat wij hierin bemiddeld hadden.
En op hetzelfde adres ook nog een schoonzuster van mijn vader met 2 kinderen.
Genoemde personen allen in scheveningse dracht.
De echtgenoot van mijn tante was tijdens het uitbreken van de oorlog in Mei 1940 op zee,  aan boord van een trawler en moest noodgedwongen uitwijken naar Engeland, waarna hij na verloop van tijd in Engeland bij de Marine werd geplaatst.
Hij was niet het enige familie lid welke bij het uitbreken van de oorlog niet thuis was.
Nog een broer van mijn vader en ook zijn zoon waren werkzaam  op verschillende schepen bij de koopvaardij en ook zij moesten  noodgedwongen uitwijken naar Engeland.
Beide broer van mijn vader zijn na de oorlog behouden terug gekeerd. Mijn vaders neef heeft dit geluk niet gehad en is verongelukt bij de torpedering van het schip waar hij op voer.

Van de dood van betreffende neef werd via het rode kruis mededeling gedaan.
Sporadische berichten kwamen door via het internationale rode kruis dat de beide ooms in goede gezondheid waren.
Ook vanuit Nederland was er de mogelijkheid om berichten naar Engeland te sturen via het Rode Kruis. Het bericht moest uit een bepaald aantal woorden bestaan en werd ook nog gesensureerd.
Deze berichtgevingen werden aan de betreffende echtgenoten gestuurd. Hiervan woonde dus een  met haar kinderen in Doetinchem en de andere was met haar gezin woonachtig in Markelo.
Zo langzamerhand had onze familie door dwang maatregelen her en der in Nederland een onderdak gevonden.
Grootouders Taal en een tante in Den Haag
Twee zwagers Taal met hun gezin in Wassenaar
Deze personen bleven betrekkelijk dicht in de buurt, daar zij voor hun werk bij resp. Brandweer, GEB en GGB in  Den Haag moesten zijn.
Twee zwagers Taal met gezin verhuisden respectiefelijk naar Hardenberg en Zutphen.
Deze personen konden niet meer hun beroep als visserman uitoefenen en zijn dan ook uit Scheveningen verbannen.

Van de familie Spaans werd gelukkig slechts één persoon gedwongen te werkgesteld in Duitsland, van de familie niemand.

Het Rusthuis uit de Duinstraat op Scheveningen werd ook noodgedwongen verplaatst en een gedeelte van deze oude mensen werden in het plaatsje Vorden in een klooster geplaatst .
Hierbij was ook de grootvader van mijn moeder en aangezien Vorden ook in de Achterhoek was gelegen, hadden wij de gelegenheid deze oude man te bezoeken.
Veel bezoek kregen deze oude mensen niet meer. Door de vele verplaatsingen van families door het gehele land,waren velen niet in staat om zoals gewoonte was, de oude lui op zaterdag of zondag te bezoeken.
Mijn overgroot vader heeft Scheveningen niet weer terug gezien en is  in Vorden gestorven en de begrafenis ter plaatse is ook maar door een handje vol  familieleden bezocht.

Een schoolkameraad van mijn oudste broer werd ook met zijn ouders en enige kinderen in een buurtschap in de omgeving van Doetinchem ingekwartierd. Zij werden gehuisvest op een boerderij.
Mijn broer had zo een van zijn schoolvrienden terug en gezamelijk bezochten zij de ambachtschool.

Dit gezin werd ook na deze inkwartiering niet gespaard, want al vrij spoedig zou blijken dat de oudste dochters zwanger was en dat de vader de boerenzoon bleek te zijn. Een  huwelijk werd zo noodzakelijk..
Wij hebben deze boerenbruiloft meegemaakt, echter minder uitbundig als normaal een boerenbruiloft zou zijn, vanwege de gedwongen noodsituatie en de heersende oorlogs omstandigheden.
Mijn broer heeft tijdens ons verblijf in Doetinchem tot aan zijn dood in 1944 steeds vriendschap gehad met deze jongen.
Met nog enkele vrienden en vriendinnen hadden zij een soort Hawayan gitaar groep opgericht.
Na de oorlog heb ik vernomen dat de vriend van mijn broer de oorlog wel heeft overleefd , maar kort na de oorlog ook is overleden.

Daar er meerdere Scheveningers in Doetinchem verbleven, was dat ook kerkelijk merkbaar.  In de kerk kon je dan ook de witte mutsen tellen. Gedeeltelijk mensen in gekleurde dracht en de ouderen en weduwen in het zwart.
Hervormd kerkelijk verschilde Doetinchem wel wat met Scheveningen.
De kerkzang werd vlugger en ritmisch gedaan en niet het ons bekende "gedragen "gezang op hele noten.
Ook werden er veel gezangen in de eredienst gezongen uit een dikkere gezangen bundel als bij ons bekend.
Voorganger was ds. Lelyveld.
Er was ook nog een Gereformeerde, een Chr. Gereformeerde en een Apostalische kerk.
Er was trouwens nog een Hervormde Kerk. In de volksmond de kapel genaamd. Deze kapel was in gebruik bij de Ds. van Dijk stichting , een stichting waar toekomstige predikanten werden opgeleid.
Doetinchem bestond gedeeltelijk uit een katholieke en een protestante bevolking.
Heel in het begin werden de scheveningse vrouwen in dracht door kinderen aangesproken als zuster, denkende dat zij met een nonnetje van doen hadden.

Ook had de oorlog een verandering ondergaan.
Steeds meer werden wij overdag en 's-nachts gestoord door overvliegende Engelse en Amerikaanse vliegtuigen richting Duitsland en na enkele uren door dezelfde toestellen op de terug weg.
Overdag werden de vliegtuigen beschoten met afweergeschut of door Duitse jachtvliegtuigen.
Er waren natuurlijk ook onfortuinlijke vliegtuigen, welke werden getroffen en waarvan de bemanning per paracute het vliegtuig moesten verlaten.
Soms gelukte het, dat deze onfortuinlijke bemanningsleden uit de handen van de Duitsers bleven en ergens konden onder  duiken. Maar het gebeurde ook vaak dat het toestel brandend neerstortte met bemanning en al.
Zo stortte ook een enkel vliegtuig in de naaste omgeving neer en voor ons jongens was het toen nog een bezienswaardigheid.
Meestal viel deze bezienswaardigheid tegen en lag er alleen maar op afstand een verwrongen hoop uitgebrand metaal.
Schokkend om te zien was als er bemanningsleden verbrand en verminkt uit het wrak waren gehaald en langs de kant van de weg waren neergelegd, wachtend op transport..
Het vliegtuigwrak werd zo vlug mogelijk geruimd en het overblijvende metaal werd vanaf het station per open wagons naar Duisland getransporteerd. Eenmaal op het station werd dit transport niet meer bewaakt en met enkele buurjongens hebben wij vanaf de gereedstaande wagon. een boordwapen gestolen en ergens bij een der buurjongens in een schuur verborgen.
Wij hebben open en bloot in de avondschemering dit wapen op een fiets vervoerd.
Hoe zou dit zijn afgelopen als wij door politie of soldaten waren aangehouden. Wat ons toen heeft bezield, zal altijd een raadsel blijven. Het boordwapen was niet meer bruikbaar en had een verbogen vuurloop.
Zouden wij met deze actie de oorlog hebben kunnen beinvloeden ? Waren wij zo dom ? Wij hadden onze ouders in een moeilijk situatie  kunnen brengen.!

De voedselschaarste was ook in zekere mate bij ons merkbaar. Je kon "de boer" op gaan en hier en daar wat bedelen, maar dat leverden in het algemeen weinig op.
Mijn moederhad haar oude beroep als huisnaaister weer opgepakt en voor haar werkzaamheden liet zij zich in natura betalen.
Meestal met tegoed bonnen voor graan.
Na dorsing brachten de boeren een deel van het graan naar de molenaar om te malen. Hiervoor in de plaats kreeg de boer tegoed bonnen voor een overeenkomstige hoeveelheid brood.
Met deze tegoed bonnen kon je altijd brood gaan halen. Was ook handig voor familieleden welke op bezoek kwamen en wij hun iets extra's konden meegeven.. Ook verkregen wij op deze manier wel wat spek.
Om eerlijhk te zijn, wij hebben in de oorlog geen honger geleden.
De meeste buren hadden een moestuin en de opbrengst van de tuin was meestal groter dan de eigen behoeften. Restant werd weggegeven aan buren.
In de zomerdag was er volop gelegenheid om braam te plukken en hiervan braamsap te maken. Ook zelfs om de ons onbekende bosbessen te plukken in de bossen in de omgeving.
De appelbomen op de boerdeijen in de omgeving gaven ook voldoende fruit om door anderen er in mee te laten delen.
Gedeeltelijk om uit de hand te eten en gedeeltelijk om te worden geschild en in partjes te worden gesneden, waarna deze bij de bakker werden gedroogd en als winter voorraad op de zolder werd opgeslagen.
Aangezien wij als kinderen op de zolder sliepen, werd voor het slapen nog weleens een grabbel uit deze voorraad gedaan. 

Door de grote afstanden naar de winkels was het nodig dat mijn moeder leerde fietsen.
Met veel pijn en moeite, ondanks haar scheveningse dracht, heeft zij het geleerd en vaak heeft ze van Doetinchem naar Dinxperlo gefietst om daar op bezoek te gaan bij kenissen. Was altijd nog zo'n 25 km en dat ook nog op een fiets met massieve banden.
Deze kennissen hadden ook een boerenbedrijf. Mijn oudste broer is hier in de vacantie nog werkzaam geweest.
In deze omgeving zijn wij ook in aanraking gekomen met onderduikers en zelfs met ondergedoken Engelse piloten.
Niet altijd is dit goed afgelopen. Vaak was verraad de oorzaak. Soms waren de mensen zelf erg onvoorzichtig.
Ik heb eens een lijn met wasgoed zien hangen met kledingstukken ge,erkt met Engelde etiketten.
Ik heb deze mensen niet gevraagd of zij Engelse piloten onderdak verschaften, maar wel gewaarschuwd voor het gevaar van dit tentoongestelde wasgoed.
Na verloop van tijd ben ik te weten gekomen dat zij op dat moment 7 Engelse piloten onderdak verschaften.

Regelmatig werden bij de boeren razzia's gehouden  i.v.m. onderduikers.
Eveneens vonden sabotage aanslagen plaats. Vaak gevolgd door wraakoefeningen en gijseling en gevangenname van vooraanstaande burgers.
Mijn vader wordt met maagklachten opgenomen in het ziekenhuis voor onderzoek. Na enige weken bedrust wordt hij weer ontslagen en kan zijn werkzaamheden hervatten.
Gelogd
vreemdeling
Schipper
*****
Berichten: 1860


Bekijk profiel
« Antwoord #505 Gepost op: 31-08-2010, 10:53:52 »




vervolg 6

En zo verlopen de twee laatste jaren van de Duitse bezetting.
De inwoning geeft wel eens spanning.
Het gezin van de hoofdbewoner is uitgebreid. We proberen elkaar te ontzien, wat niet altijd lukt.
De hoofdbewoner blijkt zich ook met wat "ongure" zaakjes bezig te houden ( zwarte handel ).
Als storings monteur bij de PNEM heeft hij telefoon en permissie om tijdens "spertijd " storingen te verhelpen.
Mooie dekmantel voor andere zaken.
Mijn oudste broer kan niet veel meer leren op de ambachtschool en gaat voor een langere periode werkenop de boerderij van onze kenissen in Dinxperlo.Voor ons gezin iets verlichting ook wat eten betreft.
In Dinxperlo was hij ook bij de jongere generatie ( ook de onderduikers ) een geziene figuur.

Vaker is er luchtalarm. Wij mogen de kelder in ons huis niet gebruiken om  te zoeken schuilen tijdends het luchtalarm. Waarschijnlijk ook om ons niet te laten zien wat er zoal voor handel in de kelder is opgeslagen.
Mijn vader draait ploegendienst op de gasfabriek, zodat moeder ook wel 's-nachts alleen is en bij luchtalarm alleen beslissingen moet nemen. Voor ieder kind heeft zij een grote rugzak gemaakt waarin  benodigde reserve kleren zitten.
Op de akker naast het huis zijn door de bezetters loopgraven gegraven.en bij luchtalarm in de nacht vluchten wij vaak hier heen, ieder lid van het gezin bepakt met rugzak.
Het is wel riskant omdat er spertijd is. Gelukkig is het steeds goed afgelopen.

Juni 1944 ..... De invasie in Normandie.
Het oprukken van de geallieerden in Frankrijk en Belgie.
Mijn oudste broer Jan wilde altijd al gaan varen.
In 1939 had hij al op 12 jarige leeftijd een reis met de logger Sch.169 meegemaakt en zat op zee toen de oorlog tussen Duitsland en Engeland uitbrak.
Voor broer Jan is een plaats beschikbaar op de machinisten school in Nijmegen.
Waarschijnlijk was het een opleiding voor de KPM.
Deze maatschappij liet jongeren opleiden op hun kosten voor machinisten en stuurlui, waarna zij voor een bepaalkde tijd voor deze maatschappij in het verre Oosten moesten gaan varen. Maar dit zal op dat moment wel toekomst muziek zijn geweest omdat en Nederland en het verre Oosten door de vijand waren bezet.

Voor hem was ook in Nijmegen een kosthuis gevonden.
Mijn vader brengt hem begin september naar Nijmegen.voor de aanvang van de cursus.
Enkele dagen later is Jan weer thuis.
De geallieerden zijn snel opgerukt en een hevige strijd zal ontbranden om Nijmegen.
Veel mensen ontvluchten de stad en broer Jan heeft ook van de kostbaas het advies gekregen om naar huis te gaan.
Het was net op tijd ,anders had hij de stad niet meer kunnen verlaten met het openbaar vervoer.

Thuis gekomen klaagt hij over oorpijn.
De huisarts geeft hem wat oordruppels.
Pijn verhevigd en op advies van andere huisarts wordt hij naar het ziekenhuis in Doetimchem gebracht.
Middenoor ontsteking wordt geconstateerd en operatie is noodzakelijk.
Onder hevige pijnen wordt hij geopereerd. Maar dit mocht niet meer baten en Jan overlijdt.
Grote teleurstelling voor vader en moeder.
De enige troost is,  mocht de operatie geslaagd zou zijn, hij als invalide in een rolstoel, zijn leven had moeten slijten.
Volkomen afhankelijk van iedereen.
Veel verdriet.
Jan wordt in de achterkamer van de hoofdbewoners opgebaard.
Ondertussen is de strijd om Arnhem ontbrand.
Luchtlandingen rond Arnhem.
Een legerafdeling van de Duitse S.S. trekt zich terug uit het krijgsgewoel van Brabant en wil in Doetinchem kwartier maken om op krachten te komen.
Duitse SS soldaten bezoeken alle huizen in de omgeving om slaapplaatsen te vinden..Ook wij ontlomen hier niet aan. De achterkamer wordt uitgekozen.
Het stoffelijk overschot in de achterkamer moest op bevel van deze soldaten worden verwijderd om ruimte te geven voor een SS officier.
Zelfs voor deze officier was dit te veel gevraagd en van hem mocht het lijk daar blijven staan, mits er in het huis een andere kamer voor hem werd beschikbaar werd gesteld.
Wat ook is gebeurd en wij van deze officier geen enkele last hebben gehad.

Enige buurtbewoners hebben meer last gehad van deze ingekwartierded soldaten en een van de buren is zelfs flink afgetuigd door een van hen, welke de buurtbewoner beschuldigde van diefstal van wat cigaretten.

Na enkele dagen zijn deze SS troepen weer doorgetrokken, maar de spanning rond de slag om Arnhem bleef hangen.
Af en toe zag je wat Engelse krijgsgevangene welke richting Duitsland werden afgevoerd..

Onder grote belangstelling van buren en kenissen uit Dinxperlo is mijn broer begraven. Door de oorlogshandelingen rond Arnhem was het niet mogelijk dat  familieleden  van buiten Doetinchem bij de begrafenis aanwezig waren .
Wel waren mijn grootmoeder en tante welke in Doetinchem woonden en veel van de Scheveningse evacuees,  aanwezig.

Mijn grootmoeder had in de eerste wereld oorlog haar man en twee zoons verloren.
Haar man heette Jan en de twee zoons heette Jan en Jacob.
De eerder geciteerde kleinzoon welke gedurende de oorlog bij de torpedering van zijn schip was omgekomen, was naar deze Jacob vernoemd en mijn broer Jan, welke enige jaren jonger was,  naar deze Jan .
Deze twee namen hebben niet veel geluk gehad in de familie.
Later is gebleken dat de dokter die mijn broer als eerste onderzoekt en oordruppels voorschrijft, verwikkeld was in een ondergrondse affaire, wat ook weer betrekking had met de gevechten rond Nijmegen.

wordt vervolgd
Gelogd
vreemdeling
Schipper
*****
Berichten: 1860


Bekijk profiel
« Antwoord #506 Gepost op: 02-09-2010, 07:37:37 »

vervolg 7

Na deze periode zou er nog een moeilijke winter en voorjaar volgen.
De ULO  school werd gevorderd door de Duitsers voor huisvesting van de militairen.
De lessen werden voortgezet op plaatsen waar ruimte gecreeerd kon worden op diverse plaatsen in de stad. zoals de concistorie kamer van de Apostolosche kerk, een zolderruimte boven een groente winkel, het CJMV gebouw en in meerdere gebouwen.
Voor leerling en leerkrachten was het een moeilijke opgave. . Later werd bij een bombardement een groot gedeelte van de stad verwoest en ook de chr.ULO school.

Ik heb nog steeds heel goede herinneringen aan deze school  Deze Ulo was vooruitstrevend.
Wij hadden toen al schoolzwemmen.
In de zomer maanden werd gezwommen in het openlucht bad Groenendaal.
Voor de kinderen van boeren afkomst was dit iets nieuw en hadden vaak niet eens zwemkleding.
Ook hadden wij lesuren lichamelijke opvoeding, waar het echt pittig aan toe ging.
Was toen niet gebruikelijk in ht voortgezet onderwijs.

Rond Doetinchem waren veel klompen fabrieken. Schoeisel was schaars en gerantioneerd.
Voor, na en tijdens schooltijd werden door veel kinderen klompen gedragen., wat wel veel rumoer gaf in de leslokalen.

Voortzetting van de lessen werd bemoeilijkt daar jongens van 15 jaar en ouder moesten gaan werken voor de Duitsers.
Zij moesten o.a.schuttersputten graven en werden ook te werkgesteld om verdedigingswerken te graven en te helpen bouwen aan de IJssel linie.
Hele stukken bos werden gerooid voor het hout voor deze fortificaties.
Als wij er lucht van kregen dat er in de buurt een stuk bos werd gerooid, dan waren wij er als de kippen bij om ook wat voor ons zelf te rooien voor brandstof t.b.v. de kachels.
Maar dit was meer als reserve daar dit pas gerooide hout slecht zou branden en eerst enige tijd zou moeten drogen.
Ik ben voor deze graaf werkzaamheden wel gekeurd, maar werd afgekeurd, omdat ik te klein was voor mijn leeftijd.
Onder deze jonge werkkrachten zijn ook nog doden gevallen, daar regelmatig deze werkzaamheden werden beschoten door Engelse jachtvliegtuigen.

Daar het les geven weinig meer inhield ben ik gaan helpen op de boerderij in Dinxperlo.
Het scheelde thuis weer een kostganger en als ik na een bepaalde periode thuis kwam, had ik meestal nog wel wat voedsel opgescharreld bij de diverse boeren in deze omgeving. Een stukje spek, een worst of wat eieren.

In het najaar was er bij de meeste boeren het traditionele slachten van een varken .Altijd veel belangstelling van de jeugd.
Worsten maken. Spek zouten en roken. Vlees en worsten wecken.
Ook werd er voor de wintervoorraad veel groente en fruit geweckt.
Bij het slachten werd door de jeugd de varkens blaas geclaimd. Opgeblazen of gepompt was dit een goede vervanger van een voetbal en werd veel gebruikt bij de boeren jeugd.

Op de boerdeij werd het ook moeilijker.
Ook hier kregen wij inkwartiering van Duitse militairen. Meestal oudere mannen, welke op late leeftijd nog waren opgeroepen voor militaire dienst en meestasl werden gebruikt als bezettings troepen en de jongere generatie voor de gevechten werden gebruikt.
Voor de onderduikers werd deze situatie moeilijker ofschoon op sommige plaatsen inkwartiering van militairen en onderduikers gezamelijk op een plaats mogelijk was en zij niet van elkaars bestaan afwisten.

Tot het voorjaar 1945 ben ik in Dinxperlo gebleven.
Regelmatig wisselden de Duitse soldaten ,welke waren ingekwartierd.
De oorlogsberichten werden voor ons steeds gunstiger. Geallieerde troepen naderden met forse schreden en medio maand Maart werd zelfs al kanongebulder op verre afstand gehoord.
Eind Maart werden wij opgeschrikt bij het bericht dat Doetinchem zwaar was gebombardeerd. Gelukkig kregen wij goede berichten dat bij ons thuis geen schade en slachtoffers waren.
Gunstige berichten bereikten ons al dat de geallieerde troepen niet ver meer van ons verwijderd waren.
Mij werd geadviseerd om maar naar huis te gaan en daar het verloop van de oorlog af te wachten.
Ik wilde trouwens ook de Paasdagen thuis doorbrengen.
De paasdagen zouden op 1 en 2 April vallen en ik had hiervoor in de omliggende boerderijen wat eieren gekocht.
Op Goede Vrijdag ben ik per fiets terug gekeerd naar huis. Ik had dit maal niet de normale wegen genomen maar zoveel mogelijk over binnenwegen en zandpaden en ben via Varseveld naar huis gereden.
Op de hoofdwegen werd regelmatig het verkeer door jachtvliegtuigen beschoten.
Normaal zou ik over Terborg hebben gereden.
Ik moest nog wel voorzichtig fietsen, want ik had aan mijn stuur een mand met 60 kippeneieren. Ik heb trouwens ook de binnenwegen genomen om controle te ontlopen, want regelmatig werd er gecontroleerd of mensen geen voedsel buiten de normale wijze ( dus voedselbonnen ) hadden verkregen.
Na Varseveld heb ik nog een paar maal langs de kant van de weg in de sloot moeten duiken als vliegtuigen laag over kwamen vliegen. Na een vermoeiende rit veilig thuis aangekomen.
Mijn moeder reuze blij dat ik veilig thuis was en erg blij met de eieren welke ik had meegebracht en waarvan tot grote verwondering er geen een was gebroken.



De spanning van een aanstaande bevrijding was voelbaar, maar nog steeds waren er Duitsers in de omgeving.
Berichten door buren en kennissen overgebracht waren dan weer hoopvol en wat later weer tegengesproken, maar aan het gedrag van de Duitsers was wel op te merken dat er iets stond te bebeuren.
Ik kan me niet herinneren of wij  de Paaszondag nog naar de kerk zijn gegaan. Ik denk het haast niet, want vanwege het bombardement was de Hervormde kerk ook zwaar beschadigd.
De kelders van de huizen waren ook in gereedheid gebracht om in geval van nood hierin te schuilen.
Het was geen prettig gevoel dat wij in de kelder van ons huis niet welkom waren en toen de buren dit hoorden kregen wij spontaan plaatsen aangeboden in hun kelder.
Op 2e Paasdag was de spanning te snijden. Geweervuur werd hier en daar gehoord. De duitse soldaten in de buurt van onze woning erg gespannen.
In de loop van de morgen een explosie, waarna bleek dat een brug over een smal riviertje zo'n kilometer van ons huis verwijderd, door de Duitsers was opgeblazen.
Duitse militairen rond ons huis gereed om op de vijand te vuren.
Wij hadden schuilplaats gezocht in de kelders in afwachting van wat komen zou.
Af en toe ging een der ouderen eens kijken of er wat te zien was.
Al spoedig bleek dat de Duitsers zich terug hadden getrokken en niet veel later zagen wij de eerste bevrijders per "brencarrier "door de landerijen onze richting uitkomen en niet veel later konden wij ons verheugen bevrijd te zijn.
De eerste militairen die wij zagen waren canadezen.
Zij waarschuwden ons om voorlopig binnenshuis te blijven, maar in de loop van de dag konden wij ons weer vrij bewegen en gingen op onderzoek uit naar de explosie welke we hadden gehoord.
Niet ver van ons huis vonden wij een verlaten Duitse bestelwagen vol met broden. Wij en ook anderen na ons hebben voldoende broden voor de eerste dagen hieruit meegenomen ter aanvulling van onze eigen rantsoenen.

wordt vervolgd
Gelogd
vreemdeling
Schipper
*****
Berichten: 1860


Bekijk profiel
« Antwoord #507 Gepost op: 04-09-2010, 13:32:45 »

vervolg  8

Op 1 April 1945 werden wij bevrijd.
Nog enige tijd duurde het eer de rest van Nederland ook was bevrijd.
Zo spoedig mogelijk werd het oude patroon weer gevolgd en werd hier en daar weer geprobeerd de scholen opgang te brengen.
Ook zagen wij de eerste signalen, hoe landgenoten, die in Duitsland te werk waren gesteld, daar waren behandeld.
Een groot deel van het Ruhrgebied was reeds door de gealieerde troepen bevrijd en de dwangarbeiders hadden nu de mogelijkheid Duitsland te ontvluchten.
Vervoer was er niet.
Hooguit hier en daar kon een lift verkregen worden met een militair voertuig en de rest moest te voet worden afgelegd.
En vaak nog zonder voedsel,  zodat op hun tocht naar de vrijheid nog moest worden gebedeld om een stuk brood of ander eten.
In Doetinchem werd een kamp ingericht waar deze mensen op doorreis werden opgevangen.
Sommige konden niet verder, daar het westen van Nederland nog niet was bevrijd.
De meeste van deze mensen waren ondervoed , vuil en onverzorgd ,schamel gekleed en vaak onder de luizen.
In deze toestand konden zij niet verder trekken en werden de nodige maatregels getroffen om deze mensen te helpen.
Mijn vader ging hier af en toe eens kijken of er ook nog Scheveningers onder deze mensen waren.
Daar wij lange tijd met ons schaarse voedsel pakket hadden leren leven. werd er na de bevrijding wat nieuw voedsel aan toe gevoegd. Meestal verkregen uit vriendschap met de afwisselde bezettings troepen van Canadese of Engelse nationaliteit.
Allereerst de eierpoeder, oploskoffie, limonade poeder en diverse soorten biscuits uit de noodrantsoenen.
En niet te vergeten het zweedse wittebrood.

De meeste eieren, welke ik uit Dinxperlo voor de Paasdagen had meegebracht,waren de eerste bevrijdingsdagen reeds verruild voor cigaretten, chocolade en zeep.
Life-buoy was een zeer bekend merk en was een ontsmettende teerzeep en werd veelvuldig door de militairen gebruikt.
En het favoriete cigaretten merk was Woodbine, meestal pakjes van 10 stuks.

In de stad Doetinchem werd volop het puin geruimd afkomstig van  het bombardement.
De bevrijding heeft nagenoeg geen schade aan de stad berokkend, daar er nauwelijks gevechten plaats vonden.

Elke woensdag werd weer veemarkt gehouden. Boeren uit de omgeving kwamen al 's-morgens vroeg meestal lopend met hun beesten naar de markt.
Wij werden dan al vaak 's-morgens vroeg gewekt door klossende klompen en loeiende koeien op weg naar de veemarkt.

Benzine en gas/ dieselolie was nog steeds schaars en gerantioneerd.
De weinige auto's welke nog bij particulieren in gebruik waren, waren uitgerust met een gasgenerators.
Hierin werd houtskool omgezet in gas en met dit gevormde gas werd de motor aangedreven.
Werd hoofdzakelijk in het burgerljik verkeer gebruikt.
Militair verkeer gebruikte benzine en dieselolie.

Behalve dat er in de tuinen groenten en fruit voor eigen gebruik werden geteeld, was dit ook het geval met tabakplanten.
Als de planten volgroeid waren, werden de bladeren gepukt en te drogen gehangen.
Na droging soms nog gefermenteerd en hierna fijn gesneden voor gebruik in de pijp of voor het rollen van cigaretten.
Deze eigenteelt tabak was niet altijd even lekker maar in iedergeval een goede vervanger.
Hierin werd zelfs handel gedreven.
Tabak was nog schaars en gerantioneerden en ook niet altijd van goede samenstelling.
Maar nu wij bevrijdt waren zou wel spoedig goede tabak en cigaretten worden verstrekt, maar dan altijd nog gerantioneerd.

Rond Doetinchem waren door de Duitsers nog al wat verdedigingswerken gebouwd en na de capitulatie met munitie en al achtergelaten.
Voor vele jongens was de verleiding te groot om dit ongemoeid te laten.
Granaat hulsen werden opengebroken en de kruitstaafjes uit deze hulzen geschud.
Het kruitstaafje aansteken, voet ( met schoen of klomp )  er op en de kruitstaaf vloog met veel gesis de lucht in of in het rond.
Niet verwonderlijk dat hier ongelukken door zijn veroorzaakt en door onachtzaamheid ook ongelukken zijn gebeurd.
Gelukkig werden deze munitie overschotten dan ook zo snel mogelijk verwijderd

In mei was uiteindelijk geheel Nederland bevrijd en niet lang er na kwam mijn oom na 5 jaar ballingschap met verlof uit Engeland.
Na al die landmacht soldaten nu eens een marine man. In Doetinchem wel een bekijks.
De verlofgangers hadden al gehoord welke artikelen zij uit Engeland moesten meebrengen, waar in Nederland groot tekort aan was.
Door sommigen is hier misbruik van gemaakt.  Bij de verkoop van deze goederen , zoals nylonkousen en fietsbanden, hebben zij hier goed  geld aan verdiend.

De familie van mijn oom's vrouw woonden noodgedwongen in Markelo.
Deze familie verzorgde ook het mutsenplooien van de Scheveningers.
Regelmatig fietsen wij op zondag daar heen om mutsen, voor de scheveningse dracht,  te halen en te brengen.
Mijn oom wilde ook graag ook eens mee naar Markelo om zijn schoomoeder en schoonzuster te ontmoeten.
Wij hadden echter alleen maar fietsen met massieve houten banden of met massieve banden gemaakt van auto banden.
Ander openbaar vervoer was er niet of zeer gebrekkig met veel overstap haltes.
Voor ons was het al een hele rit, maar voor mijn oom is het een verschrikking geweest, zeker als je bijna 5 jaar niet hebt gefietst.
En dat dan nog op een fiets met massieve banden en een groot gedeelte van de route over zandpaden en binnenwegen.

Ik hoorde thuis in klas 4 van de Ulo.
Dit jaar zou  het examen  jaar zijn.
Daar veel scholen lange tijd stil hadden gelegen of niet voldoende lessen hadden kunnen geven, werd van hogerhand besloten dit jaar geen examens af te nemen.
Er zou naar per leerling naar voorgaande rapporten worden gekeken en de laatst bekende school resultaten.
Aan de hand hiervan werd besloten of iemand als nog zijn diploma kreeg zonder examen af te leggen.
Ik behoorde niet bij de gelukkigen ( ook de meeste jongens uit de klas  niet ) en wij zouden nog een jaar langer de school moeten bezoeken..
In dat schooljaar werd ik ingedeeld in de klas van leerlingen welke van buiten Doetinchem kwamen.

De lessen werden nog steeds op verschillende locaties gegeven.
Nu echter konden leerlingen op de locatie blijven en verplaatste zich de lerearen naar de locatie van een andere groep..
Hierdoor ging veel lestijd verloren.
De school lag nog steeds in puin en het zou nog wel even duren voor deze herbouwd zou zijn. De herbouw van de door het bombardement getroffen huizen was veel belangrijker.

De laatste jaren werd aan het einde van het schooljaar een feest middag en avond georganiseerd voor de leerlingen en de ouders, waarbij de leerlingen van de hoogste klassen hun artistieke kunde tentoonstelden met zang, toneelstukjes en turnen.
Aan veel scetches heb ik meegedaan.
Ik had een mooie stem en zong vaak mee met de meisjes sopranen.
Daar ik de kleinste jongen van de klas was, moest ik bij turnen altijd de top van de piramide vormen.
Ik heb hier heel goede herinneringen aan over gehouden.

Ook was het de gewoonte om op Hemelsvaartdag te gaan dauwtrappen.
Meestal werd dit gedaan in onderlinge afspraak op school. Samenstelling van de groepen waren gemengd en het reisdoel onderling bepaald.
Je kon gaan lopen of fietsen.
's-Morgens al voor dag en dauw werd er vertrokken en in de middag pas weer terug gekeerd.
Vaak het begin van amoreuze betrekkingen tussen diverse klasgenoten.
Tijdens de duitse bezetting werd deze gewoonte niet gehandhaafd, ook al omdat men risico liep, dat de eventuele fietsen door de bezetters zouden worden geconfisceerd.

wordt vervolgd
Gelogd
vreemdeling
Schipper
*****
Berichten: 1860


Bekijk profiel
« Antwoord #508 Gepost op: 06-09-2010, 15:53:53 »





vervolg 9

Zoals gebruikelijk bij een grote verzameling jonge mannen ( en dit geval jonge soldaten )  waren veel meisje en jonge vrouwen verliefd geworden op deze interessante buitenlandse mannen en menig paartje maakte hun avondwandeling op de stille buiten wegen.
Veel meisjes zijn bij vertrek van de soldaten teleurgesteld achtergebleven en menig meisje heeft slechte ervaringen opgedaan i.v.m.onverwachte zwangerschappen.

Alles schijnt nu van een leiendakje te lopen, maar schijn bedriegd.
In augustus 1945 worden mijn 2 broer en ik ziek.
De dokter over de vloer en uiteindelijk blijkt dat wij alle drie typhus hebben opgelopen.
Wij moeten geisoleerd in huis blijven.
De ouderlijke slaapkamer wordt ontruimd en zal dienen voor ons verblijf tijdens de dag en de nacht.
Alleen mijn moeder mag op de kamer komen.
Beslist geen bezoek, behalve de dokter.

Wij mogen geen ander voedsel nuttigen als yoghurt . 's-Morgens, 's -middags en 's -avonds.
Gelukkig kon dit in ruime mate worden verkregen bij de zuivelfabriek.
Het was een grote opgave om hartje zomer 3 weken lang, met 3 personen, op een bovenkamer te moeten doorbrengen en in deze periode alleen maar yoghurt te nuttigen.
Yoghurt was in die tijd bij ons soort mensen een product wat nauwelijks werd gebruikt.
En het was nog een warme zomer ook en dan gedwongen moeten binnenshuis te blijven.
Een lange tijd hierna heb ik geen yoghurt meer willen zien of eten.

Al spoedig zouden we in het geheel geen geallieerde troepen meer zien en werd het plaatselijk bestuur door de gemeente overgenomen.
Familieleden vanuit het westen kunnen ons weer bezoeken.
De door ons opgespaarde noodvoorraden t.b.v de van honger geplaagde familieleden kan nu worden aangesproken en worden uitgedeeld.
Padvinderij, tijdens de oorlog verboden als zijnde een Engelse organisatie , werd weer opgericht.
Ik werd lid van deze Graaf Otto groep.
Mijn moeder heeft zich erg ingespannen om voor deze padvindersgroep vlaggen en andere attributen te vervaardigen uit oude materialen, daar er van veel artikelen nog grote schaarste was..

Na de bevrijding is veel gebruik gemaakt van militaire kleding voor persoonlijk gebruik.
Deze kleding was vrij gemakkelijk verkrijgbaar van de naar huis kerende of doortrekkemde soldaten.
Kleding was aan het einde van de  oorlog schaars en gerantioneerd.
Voor kinderen werd de betreffende kleding vermaakt. Soms werd de kakie kleur verandertd door een verf bad..

In het najaar van 1945 wordt verse haring via de rantionering toegewezen.
Met smaak hebben wij na 5 jaar weer eens gebakken haring gegeten. Bij navraag blijkt dat in Breskens op dat moment veel verse haring werd aangevoerd.
Na ons vertrek uit Scheveningen hadden wij gedurend de bezetting maar sporadisch verse zeevis genuttigd.
Een of twee maal hebben we een zootje schol gekregen van een familie lid, die de schrobnetvisserij uitoefende vanuit Delfzijl.

In Juli 1946 heb in Winterswijk eindexamen gedaan en voor het Ulo geslaagd.
De feestjes na de examens waren niet zo uitbundig als tegenwoordig. Maar er was ook nog niet al te veel.

Ik wordt ingeschreven op de zeevaartschool in Scheveningen om voor stuurman te gaan leren.
Van mijn ouders mocht ik gaan varen , maar dan wel eerst leren.
Mijn vader heeft mij altijd voorgehouden om te gaan studeren en dan naar de koopvaardij te gaan i.p.v. voor de visserij te kiezen.
Daar mijn ouders nog in Doetinchem woonden, ging ik voorlopig in de kost bij mijn grootmoeder Taal, die ondertussen weer van Den Haag naar Scheveningen was verhuisd.
Vol verbazing kijk ik na terugkeer op Scheveningen naar de verbouwde loggers, zoals de Sch.23 die net op de Maassluisse  werf was verbouwd en de verdere bedrijvigheid rond de haring visserij.

Mijn vader krijgt in Doetinchem een goede baan met woning aangeboden en wil deze baan graag accepteren.
Moeder vindt het ook goed om in Doetinchem te blijven wonen.
Moeder heeft zelfs overwogen, bij vast verblijf in Doetinchem, haar Scheveningse dracht te verwisselen met een burger dracht.
Zij heeft het tijdens de oorlogsjaren ook eens geprobeerd en de verwisseling is toen door ons als kinderen afgewezen.
De gemeente gooit echter roet in het eten en wil aan mijn ouders geen vestigings vergunning verlenen.
De reden hiervoor is dat wij oorspronkelijke evacuees zijn en uiteindelijk moeten terugkeren naar de plaats van herkomst.
Dus geen vestigings vergunning en dus ook geen andere betrekking voor mijn vader.
Wel goed begrijpbaar, daar er door het bombardement van Doetinchem er grote woningnood was..

Vader gaat zijn licht opsteken in Scheveningen om te zien wat daar de mogelijkheden zijn voor werk.
Bij zijn vroegere werkgever rederij Roeleveld, wordt hem werk aangeboden als schipper op een haringlogger,  n.l. de Sch .77 Albatros, hetzelfde schip waarop hij voor de oorlog motordrijver was.
Hij ziet geen brood in deze aanbieding.
Hij komt in contact met zijn vroegere schipper van de Sch. 77,  C.de Jong , welke vanaf  het begin van de oorlog werkzaam is bij ministerie van Verkeer en Waterstaat .
Hij wijst hem op een betrekking als stoker van de verwarmings installatie bij dit ministerie op het Binnenhof.
Vader solliciteert naar deze baan en wordt aangenomen en in het najaar van 1946 verhuist de familie Spaans van Doetinchem naar Scheveningen.
Niet terug naar onze oorspronkelijke woning, want deze was door sanering reeds afgebroken, maar naar een boven huis aan de andere zijde van het dorp.
En na deze verhuizing kom ik weer bij mijn ouders te wonen en van af dat moment is de periode van mijn jeugd ten einde en zal er gestudeert moeten worden.

Vijf jaar Doetinchem.
Deze vijf jaren zijn snel voorbij gegaan.
Wij hebben als gezin veel gezien en veel meegemaakt.
Wij hebben al deze herinneringen achter ons gelaten en ons wachtte een nieuwe periode met hopelijk een betere toekomst.
Met 6 personen zijn wij gekomen. Met 5 personen keren we terug.
De 7e September 1944 zal als een zwarte bladzijde altijd in mijn herinnering blijven.
Doetinchem heeft,  ondanks de vele goede herinneringen,  ons toch wel erg veel gekost !

Einde
Gelogd
Wybe-M2
Gast
« Antwoord #509 Gepost op: 09-09-2010, 16:35:54 »

Op 28 jullie j.l. schreef ik o.a.:
Komende week ben ik weer in NW-Frankrijk. In de grote winkels zie je ook van die mooie vistafels zoals op de foto van Metser uit Zweden. Je kijkt je ogen uit. Hier in Den Helder heb je zoiets niet.

Ik heb even gewacht met het plaatsen van foto's omdat Vreemdeling ondertussen zijn Doetinchemse ervaringen plaatste en ik daar niet doorheen willen fietsen.


Ik was al een tijdje niet meer op het Place de Minck bij de haven van Duinkerken geweest. Ze hebben er in 2005 een nieuw gebouwtje voor de verse visverkoop geplaatst.
Het heet blijbaar 'Les aubettes' (de cabines) maar daar heb ik een andere associatie bij. Ik ken het als  'Vismarkt'.

De toren links op de 1e foto is de Tour de Leughenaer. Ik neem aandat jullie het verhaal kennen.


* IMG_9318_800_br.jpg (119.82 KB, 800x600 - bekeken 1242 keer.)

* IMG_9301_800_br.jpg (106.82 KB, 800x600 - bekeken 1224 keer.)
Gelogd
Pagina's: 1 ... 30 31 32 33 [34] 35 36 37 38 ... 72 Omhoog Print 
« vorige volgende »
Ga naar:  


Login met gebruikersnaam, wachtwoord en sessielengte

Powered by MySQL Powered by PHP Powered by SMF 1.1.4 | SMF © 2006, Simple Machines LLC Valid XHTML 1.0! Valid CSS!