Welkom, Gast. Alsjeblieft inloggen of registreren.
26-11-2024, 03:13:40
Startpagina Help Zoek Inloggen Registreren
Nieuws: http://jolybit.nl De nieuwe trading hulp website is in de maak. U kunt hem wel al gebruiken.

+  Vraag en antwoord & Wie wat waar
|-+  Vraag en antwoord
| |-+  Vraag en antwoord
| | |-+  Herinneringën deel 1
« vorige volgende »
Pagina's: 1 ... 50 51 52 53 [54] 55 56 57 58 ... 72 Omlaag Print
Auteur Topic: Herinneringën deel 1  (gelezen 997180 keer)
J.H.
Schipper
*****
Berichten: 2212


Bekijk profiel
« Antwoord #795 Gepost op: 09-10-2012, 19:26:50 »

Wick, Shaltigoe


* Wick_Shaltigoe.jpg (81.17 KB, 702x468 - bekeken 1422 keer.)
Gelogd
J.H.
Schipper
*****
Berichten: 2212


Bekijk profiel
« Antwoord #796 Gepost op: 09-10-2012, 19:29:14 »

Ongeveer 1100 schepen geregistreerd te  Wick.
In 1860 namen er in een 6 weken visserij-seizoen een 1700 open schepen aan deel.


* WICK.jpg (98.33 KB, 702x444 - bekeken 1586 keer.)
« Laatste verandering: 09-10-2012, 19:48:54 door J.H. » Gelogd
J.H.
Schipper
*****
Berichten: 2212


Bekijk profiel
« Antwoord #797 Gepost op: 09-10-2012, 19:31:17 »

Freswick visserlui.


* Wick-2.jpg (146.19 KB, 801x534 - bekeken 1273 keer.)
« Laatste verandering: 13-10-2012, 03:08:52 door J.H. » Gelogd
vreemdeling
Schipper
*****
Berichten: 1860


Bekijk profiel
« Antwoord #798 Gepost op: 09-10-2012, 19:32:11 »

In tegenstelling hiermee is de verwerking van de zgn.”rode “haring.
De haring werd voor een bepaalde tijd in een “brijn” gedompeld. Hierna werd zij ongeveer een maand lang gerookt boven een smeulend houtvuur tot ze goud / bruin van kleur waren. Hierna werden zij in tonnen verpakt.
Dit artikel was niet erg populair in de U.K., maar was hoofdzakelijk een export product naar landen rond de Middellandse zee.
Deze verwerking werd ook wel in Schotland gedaan maar was echter meer een product van de najaar visserij van de Engelse oostkust , wanneer de haring minder vet was.
Ook waren er andere verwerkings methoden, zoals de “Bloater “ een ronde haring, ( niet plat gesneden ) en  lichter gerookt dan de “Kippered Herring “, dus een soort “Hardewijker “
De “Kippered Herring “werd plat gesneden en ongeveer 10 dagen gerookt..

De verschillen in de aanvoer van de visserij was vaak het strijd met de bestrijding van het tekort aan de benodigde aantal vaten en de hoeveelheid zout voor de aangevoerde vangsten.
Bij grote pieken in de aanvoer werd de verwerking vaak met grote haast gedaan.
Dit was een van de oorzaken van een blijkbaar te kort aan kaaksters om de aanvoer te verwerken en zelfs nog in de 19e eeuw was het bekend dat de haring soms gekaakt werd zonder het gebruik van een kaakmesje en werden de buiken van de haring met de hand geopend om de ingewanden te verwijderen.
Verder waren er problemen om voldoende standaard vaten en zout  op voorraad te hebben voor de verwerking van de haring.
Er werd getracht om het gebruik van standaard vaten te bevorderen want er waren
grote verschillen in grootte van de vaten en de kwaliteit van de constructie.
Bovendien moesten de standaard duigen en de hoepels die hiervoor benodigd waren, worden ge-importeerd uit Scandinavie en dit veroorzaakte weer een nieuw probleem om een voldoende voorraad aan vaten en zout te kunnen garanderen.
Het restant aan haring wat niet verkocht of verwerkt kon worden, werd aan fabrieken geleverd voor verwerking tot vismeel.

Rond 1380 werden door de Vlaamse vissers de haring reeds aan boord gekaakt.
Wel werd ook gesteurde haring  in manden aangevoerd.
In 1396 werd dit door de overheid verboden, maar de vissers trokken zich daar weinig van aan en in 1399 werd deze maatregel weer afgeschaft..
Het haring kaken maakte van de Vlaamse zeevisserij een bedrijf  waar men zowel politiek als economisch rekening mee moest houden, want door het aan boord kaken waren zij minder afhankelijk van de Britse havens.
Na diverse strubbelingen van oorlog en zeeroverij kregen de Vlaamse vissers in 1408 de  vrijheid van visvangst in de Britse wateren, wat heeft geleidt tot een nog grotere bloei van de Vlaamse haringvisserij, na wat zij reeds verkregen had door het kaken van de gevangen haring.
Het haring kaken heeft in de bouw van de vissersschepen en het beheer er van,
grondige wijzigingen teweeg gebracht., zodat het middeleeuwse Vlaamse maatschap alleen nog maar in de kleine visserij ( rond de Vlaamse kust en het Kanaal ) bleef voortbestaan.

Na lang en kundig op kabeljauw, schelvis en wijting te hebben gevist,  schakelden de Schotten langzamerhand over op de haring visserij.
Maar  hierin werden zij ook weer belemmerd door strenge wetten, waarin door de Britse overheid werd voorgeschreven, in welke havens de gevangen haring aan wal moest worden gebracht en welk soort zout er moest worden gebruikt bij de verwerking hiervan.
In 1809 werd door de regering een soort visserijschap aangesteld.
Dit resulteerde in de opzetting van visserij kantoren in diverse havens en de aanstelling van controleurs voor het toezicht op de verwerking van de haring.
Nadat deze wetten langzamerhand werden afgeschaft en vervangen werden door een  toeslag van staatswege voor iedere ton ( vat ) verwerkte haring, ontplooide zich in Schotland een snelle uitbreiding van deze bedrijfstak.
De grote vlucht van deze bedrijfstak begon in de vroege jaren van 1800 en duurde onafgebroken  tot het uitbreken van de eerste wereld oorlog in 1914.

In de periode voor de eerste wereldoorlog, was  het grootste probleem van de vissers,  geen vangsten in hun netten te hebben en hierdoor geen verdiensten hadden.
Maar nog grotere zorgen waren er na 1921 toen er een overvloed aan haring werd aangevoerd en er geen kopers voor waren.
Voor de visserklui, die de hele nacht bezig waren geweest hun netten binnen te halen, was  het een grote beproeving en dat ook nog zonder enig geldelijk gewin, om in de
middag weer terug te keren naar zee en bezig te moeten zijn om hun vangst van de voorgaande nacht, overboord te zetten, alvorens opnieuw hun netten te kunnen uitzetten..
Het gevolg hiervan was dan ook dat de schepen in de haven bleven liggen i.p.v, kosten te maken om onverkoopbare haring te gaan vangen.

In Nederland was het in deze periode ook kommer en kwel.
Mijn vader vertelde eens dat hij na een reis van 5 weken met een “schip” haring binnen kwam.
Nadat de lading door de bemanning was gelost, bleek dat de verkoopprijs van een kantje haring inclusief de ton, zelfs onder de prijs lag van een nieuwe ton.
De lading werd dan ook niet verkocht en in opdracht van de reder, door de bemanning weer aan boord gebracht.
Om vervolgens in opdracht van de reder, een nieuwe reis te beginnen en uitstomend, de aan boord genomen kantjes, in zee leeg te storten, de tonnen te spoelen om zodoende weer schoongemaakte tonnen te hebben voor een eventuele nieuwe vangst.
En geen enkele geldelijke vergoeding stond hier tegenover, m.b.t. de extra werkzaamheden voortvloeiend uit het niet verkoopbaar zijn van de haring.
De kosten van levensonderhoud van de vissers werden in het algemeen ook nog beïnvloed door gebeurtenissen ver van de visgronden verwijderd en waar de visserman in het geheel geen invloed op had..
De visserij bedrijfstak leek tot aan 1914 duurzaam en probleemloos. .
Echter de  haring handel en hierbij ook de haring visserij, stortte van de één op de andere dag  in elkaar, veroorzaakt door het verloren gaan van twee  grote afzet gebieden., nl. Rusland en Duitsland.

Rusland, een afnemer van één miljoen vaten haring per jaar, werd na de revolutie in 1917, door de Britse regering gezien als een gevaar.
Met als gevolg dat alle handel met dit land werd afgeraden.
Duitsland als het tweede afzetgebied, vechtend tegen het na oorlogse voedselgebrek, had aanvankelijk weinig te bieden, maar toen in 1922 / 23 de economie in een diepe depressie belandde , zag ook zij de koopkracht compleet uiteen vallen.
Ook hadden zij veel hinder van de concurrentie van de Hollandse en Noorse handelaren.
Ofschoon de Schotse haring bedrijfstak met moeite de volgende 40 jaar overleefde , was mede  het gevolg van om in afgeslankte vorm door te gaan.

Als we over de visserij van de Schotse oostkust spreken, dan zijn er veel havens die aan deze eis voldeden of hieraan voldaan hadden.
Van Noord naar Zuid komen we de volgende havens tegen.
Aan de Pentland Firth de haven Scrabster.
Aan de Morey Firth de havens Wick, Lybster, Nairn, Lossiemouth, Buckie, Whitehills, Macduff, Banff en Rosehearty.
Het kustgedeelte tot aan de Firth of Forth de havens Frasenburgh, Cairnburg,
St.Colyns, Peterhead, Aberdeen, Torry, Stonehaven, Gourdon, Auchmithie, Arbroath en Dundee.
Aan de Firth of Forth de havens Antruther, Pittenweem, St.Monans. Granton, Newhaven, Fisherrow, Cockenzie, Port Setan, Dunbar en Eyemouth.

In Vlaanderen ontstonden de vissersplaatsen ook pas na de jaren 1000 bij de opkomst van handel en nijverheid en het ontstaan van de steden en hierdoor ook de zeevisserij een economische betekenis kreeg..

Haring, gerookt of vers, is een geweldige voedsel bron.
Het verhaal gaat dat de Hollandse mevr. Hendrikje van Andel- Schipper, 115 jaar oud is geworden. Van haar werd altijd beweerd dat haar gezondheid en lange levensduur te maken had met het dagelijks nuttigen van een haring.
Veel van de huidige haring aanvoer werd tot vismeel en dieren voedsel verwerkt.
Dit was in feiten een vreemde situatie en getracht werd om het Britse publiek twee maal per week een haring te laten eten, wat hun gezondheid aanmerkelijk zou verbeteren,
In 1975 verzocht het hoofdbestuur van de Britse haringindustrie, door de regering hier toe het Engelse publiek aan te zetten , om per jaar 25 haringen en 25 kippers te consumeren.
Mede probeerde zij het publiek te overtuigen  dat zij dan veel gezonder en zelfs ook welvarender zouden worden..

Eens was er een tijd dat de Schotten geloofden dat de grote haring scholen van
“Far away” kwamen, rond trokken langs de Britse eilanden en weer terug keerden naar “Far away “
In werkelijkheid waren het verschillende en van elkaar gescheiden groepen, in grote scholen samen gepakt, die ieder jaar naar de kust kwamen om hier kuit te schieten.
Het was op deze visgronden dat de grote haringvisserij tot bloei kwam en de havens die hier het dichtst bij lagen, profijt hadden van deze trektochten.
Zo werd Lerwich op de Shetland eilanden het belangrijkste middelpunt in de periode tussen Mei en Augustus.
De plaatsen Stronsay en Wick  ongeveer in dezelfde periode en Fifi verheugde zich in een winter visserij van Januari tot Maart.                                                                   

wordt vervolgd.






Gelogd
J.H.
Schipper
*****
Berichten: 2212


Bekijk profiel
« Antwoord #799 Gepost op: 09-10-2012, 19:33:01 »

Uitgaande vloot te Fraserburgh


* Wick_uitgaande_vloot_te_Fraserburgh.jpg (93.91 KB, 801x535 - bekeken 1278 keer.)
« Laatste verandering: 10-10-2012, 15:14:50 door J.H. » Gelogd
J.H.
Schipper
*****
Berichten: 2212


Bekijk profiel
« Antwoord #800 Gepost op: 09-10-2012, 20:31:21 »

Drifters


* Divschepen.jpg (46.08 KB, 801x397 - bekeken 1433 keer.)
Gelogd
J.H.
Schipper
*****
Berichten: 2212


Bekijk profiel
« Antwoord #801 Gepost op: 09-10-2012, 20:32:51 »

Fish carriers, Cod smacks & Trawlers


* Fish_Carriers_Cod_Smacks__Trawlers.jpg (56.3 KB, 801x454 - bekeken 1395 keer.)
Gelogd
vreemdeling
Schipper
*****
Berichten: 1860


Bekijk profiel
« Antwoord #802 Gepost op: 10-10-2012, 15:17:58 »




 In de vroege jaren van de 19e eeuw hielden de visserij gemeenschappen zich alleen bezig met de traditionele beugvisserij op kabeljauw en schelvis en schakelden over op de haring visserij, nu de haring zo dicht op de kusten en havens was te vangen.
Echter in de loop van de eeuw werden de schepen groter en begonnen de verder weg gelegen visserij gronden te bezoeken.
Daar zij zich nu meer op de haringvisserij toelegden, kwamen zij alleen nog maar naar hun thuishavens gedurende de overgangs periode tussen de diverse vang plaatsen van de haring door haar migratie.
Latere in het seizoen werd  dit in de herfst de kust van oost Engeland en duizend of meer Schotse vissers van uit  de havens van Great Yarmouth en Lowestof, de haring visserij uitoefenden..                                                                     

Strikt genomen ligt  de plaats Scrabster aan de noord kust.
Maar niettemin wordt zij als een vissershaven  beschouwd behorend bij de oost kust.
De haven dateert van 1850 en het was pas in het begin van 1980 dat deze haven
niet meer werd overschaduwd door de in de nabijheid gelegen havenplaats Wick.
Scrapster, gelegen aan de beschutte Turso baai, was uitermate geschikt om  bij alle weersgesteldheden bereikbaar te zijn vanuit de Pentland Firth.
Om vaartijd en brandstof kosten te besparen, als de vissersschepen van de oostkust aan west kust visten, begonnen zij hun vangsten in deze plaats  te lossen, om daarna van hieruit weer terug te keren naar de visgronden..

Vanaf 1980 maakten  ook grotere en buitenlandse vissersschepen gebruik van deze haven .
In 1985 was het zelfs zo,  dat Scrabster niet meer overschaduwd werd door de vissersplaats Wick, omdat  de  hier geloste hoeveelheid vis, de aanvoer in Wick overtrof.
En vanaf dit moment was er een grote groei en toename van de aanvoer, met een totale waarde van 25 miljoen ponden in 2007.
Maar deze plotseling grote toename van activiteiten bracht  het stadje een nieuw probleem.
De haven was in de steile rots wanden van de kust gebouwd en kon hierdoor niet verder landinwaarts worden uitgebreid.
Rond 1990 werd er een nieuw havenbekken geconstrueerd door middel van land- aanwinning uit de zee.
De haven was nu toegankelijk voor schepen met grotere diepgang. De aanvoer werd groter en hiervoor werd ook een nieuwe visveiling gebouwd.
Deze Crapster investering heeft zich zelf terug verdiend, want nu is deze plaats de derde  in het rij van de meest succesvolle Schotse vissershavens.

Gedurende de 19de eeuw en tot aan 1914 was de Schotse oostkust en in het bijzonder het stadje Wick synoniem met de haring visserij.
Voorafgaande hieraan, tot eind van de 18de eeuw, was het de grote Hollandse vloot
die elke zomer op haring viste in het zeegebied rond Schotland.
In 1780, door een geleidelijke vermindering van de gebod bepalingen en dit tevens gecombineerd met  subsidies van de staat, was dit de aanzet tot vernieuwing van de vloot.
In 1767 had de plaats Wick slechts 2 schepen die de haringvisserij beoefende, maar in 1790 bestond de vloot al uit 32 schepen.
Het gebrek aan goede haven faciliteiten verhinderde de opgaande spiraal van verdere uitbreiding.
Maar de vereniging van Engelse Visserij Belangen vond de beschutte baai een zeer geschikte in het noorden gelegen locatie, met grote mogelijkheden.
En voor dit doel werd dan ook grond aangekocht.
In 1803 werd begonnen met de aanleg van een haven en het hierbij behorende dorp.
De aanvankelijke geplande accommodatie voor zo'n 1000 inwoners was zo'n succes
dat in 1820 er al een vaste groep van 1500 inwoners waren.
Dit aantal vermeerderde gedurende de zomer maanden  tot wel 5000 inwoners, mede veroorzaakt door het feit, dat de haven de gastheer was van zo'n 600 vissersschepen.
En succes volgde op succes.
In de maanden Juli en Augustus bracht de haring Wick een ongelooflijke bedrijvigheid.
Echter niet iedereen was hier van overtuigd.
De plaats Wick straalde geen schoonheid uit.. Een kale, grijze kust, onaantrekkelijke grauwe huizen en gelegen aan een grimmige grijze zee..
Maar het was niet de schoonheid van het dorp wat de bezoekers aansprak, maar de onverwachte voorspoed en bloei, voortkomend uit deze grijze zee.
Zo maakten in 1862 een enorme vloot van 1122 schepen  en haar bemanningen van 3800 visserlui, gebruik van deze haven.
Hier door gebeurde het eens, dat er  in 2 dagen tijd 3500 kaaksters bezig waren om zo'n 50 miljoen haringen te kaken.
Dit zou dan omgerekend in Hollandse maatstaven 59000 kantjes van 850 haringen zijn, of 3470 last of  115 scheepsladingen van 30 last.
Het zou in de vooroorlogse jaren in Scheveningen vergelijkbaar zijn met een maand  aanvoer van gekaakte- en steurharing
Deze productie cijfers van het kaken komen vrijwel overeen met wat reeds is genoemd in het artikel  “ Herring girls “
Als alle eerder genoemde 1122 schepen hier aan meegewerkt hebbe, zouden alle schepen, groot of klein, in 2 dagen ieder 56 kantjes  haring aan wal hebben gebracht.
Ofschoon de grote hoeveelheid schepen  een ongeloofwaardige grote aanvoer aan wal brachten, zorgden meer krachtiger schepen gedurende de volgende 50 jaar voor een vrij constante jaarlijkse aanvoer en wisten dit te handhaven tot aan het uitbreken van
de eerste wereld oorlog in 1914.
Dat zoveel niet plaatselijke vissersschepen deze en andere haven bezochten werd veroorzaakt door het feit dat de Schotten de gevangen haring niet aan boord verwerkten maar vers aan de wal brachten,
Deze schepen visten op haring daar, waar op dat moment de haring te vangen was en brachten dit aan land in de dichtstbijzijnde haven.                                                                                 

De vissershaven Lybster ligt zo'n 20 km. ten zuiden van Wick.
In 1810 werd hier een houten pier gebouwd zodat de vissende keuterboeren hier hun scheepje konden meren, als zij, visserij bedrijvend, hun karige inkomsten probeerden te vergroten.
Deze pier was zo'n succes,  zodat  in 1930 een behoorlijke haven hiervoor in de plaats kwam.
Door de grote bedrijvigheid van de vissersschepen en de werkzaamheden op de kaden bij de verwerking van de aangevoerde haring kon zij al heel snel claimen dat zij de derde haringhaven was na Wick en Frasenburgh.
Gedurende lange tijd was het mogelijk nieuwe en grotere schepen te verwelkomen in een steeds beter functionerende haven.
De eerste havenplaatsen welke hier nadeel van ondervonden waren Clyth en Whaligoe, iets ten noorden van Lybster.

Aanvankelijk kon Lybster het goed bolwerken en in 1881 was zij nog de thuishaven van 129 schepen. Echter reeds 15 jaar later was het aantal schepen reeds geslonken tot 50 en in 1920 waren er nog maar 17 kleine scheepjes.
Tegenwoordig wordt de haven, welke nog in goede staat is, slechts gebruikt door enkele kustvissers.

De in 1820 gebouwde haven van Nairn was geschikt voor de toen in gebruik zijnde
vissersschepen. De visserlui gebruikten 40 voets zeilschepen, maar de haven was volstrekt ongeschikt om een ligplaats te bieden aan de 85 voets stoom drifters..
Gedurende lange tijd moesten deze schepen, als zij gedurende de wintermaanden door gebrek aan visserij activiteiten werden opgelegd, uitwijken naar de haven van Inverness,
Het stadsbestuur van Nairn werd voortdurend door de gefrustreerde visserlui lastig gevallen en  in 1920 behaalden zij eindelijk succes,  zodat het stadsbestuur plannen  ontwikkelde voor de aanleg van een nieuw haven complex.
Eind 1920 werden deze werkzaamheden gestart en waren hiermee in 1932 gereed.
En zo kon het gebeuren dat de  opgelegde schepen buiten het haring seizoen, niet alleen  uit Nairn afkomstig waren, maar dat nu ook hier de schepen van Inverness
een ligplaats vonden.

Schotse drifter bemanningen op hun jaarlijkse tocht zuidwaarts, zagen in 1921 voor het eerst Deense vissersschepen, welke vanuit Hull en Grimsby, met seine netten op haring visten.
De haring visserij verkeerde in die tijd in een diepe depressie.
De vooruitstrevende vissers van de havens rond de Morey Firth stonden open voor 
alle nieuwe ideeën.
Dat jaar visten 75 % van de drifters van de vissersplaats Lossiemouth met verlies en radicale maatregels waren nodig om te kunnen overleven.
Sommige drifters zochten hun heil in de trawlvisserij en anderen schakelde over op seine net visserij..
Beide vangst methoden werden hoofdzakelijk gebruikt voor de visserij op “witvis”, in plaats van haring.

De seine netten waren goedkoper dan de trawl netten en in vergelijking waren de seine  net vissers mobieler. Uitzetten en halen kon binnen een uur worden afgewerkt en was de vangst slecht dan kon meteen andere visgronden worden gezocht.
Toen in het late najaar de haring visserij werd beëindigd, werden door de vissers van Lossiemouth  als eersten, geleidelijk aan deze vangst methode toegepast.
Deze methode was schijnbaar succesvol, want in 1927 was een visser van Lossiemouth de eerste Schot die een een schip bestelde wat special voor de  seine-net visserij was ontworpen.
Kort hierna werd dit scheepsontwerp ook door de andere seine-vissers gebruikt.

Wordt vervolgd
Gelogd
J.H.
Schipper
*****
Berichten: 2212


Bekijk profiel
« Antwoord #803 Gepost op: 10-10-2012, 15:46:09 »

Lybster, een prachtig haventje met een leuk museum, net rechts zichtbaar ,waar je een heerlijk "broodje Krab" kunt eten


* Lybster_Harbour.jpg (89.89 KB, 640x475 - bekeken 1101 keer.)
« Laatste verandering: 10-10-2012, 16:09:56 door J.H. » Gelogd
J.H.
Schipper
*****
Berichten: 2212


Bekijk profiel
« Antwoord #804 Gepost op: 10-10-2012, 15:48:29 »

Helmsdale, ook een mooi haventje bezuiden van Lybster


* Helmsdale_Harbour.jpg (82.49 KB, 800x600 - bekeken 1208 keer.)
Gelogd
J.H.
Schipper
*****
Berichten: 2212


Bekijk profiel
« Antwoord #805 Gepost op: 10-10-2012, 15:57:52 »

Scrabster zijn ze weer aan het verbouwen, de haven wordt om de paar jaar groter, aangezien er ook cruise schepen komen , kleinere kunnen meren, willen ze een
langere pier maken voor de grotere, het kan er druk zijn van de vissersschepen dat ligt er net aan waar ze vissen.


* Scrabster.jpg (69.2 KB, 801x476 - bekeken 1286 keer.)
« Laatste verandering: 10-10-2012, 16:02:56 door J.H. » Gelogd
A.Oosterbaan
Gast
« Antwoord #806 Gepost op: 10-10-2012, 16:06:45 »

Hallo Jan
Waren mooie foto,s geweest voor , Welke haven.
Arie
Gelogd
vreemdeling
Schipper
*****
Berichten: 1860


Bekijk profiel
« Antwoord #807 Gepost op: 10-10-2012, 16:12:32 »











4
Ofschoon de eerste experimentele stoom drifters rond 1870 in Schotland werden
gebouwd, was het pas  rond de eeuw wisseling dat dit in het algemeen als een levensvatbaar alternatief werd gezien, in plaats van de gebruikmaking van de zeilschepen.
De visserlui van de Moray Firth, alom bekend en gerespecteerd om hun vooruitziende blik en voortvarendheid, aanvaardden deze uitvinding met open armen.
Al spoedig werden langs de kusten van de Moray Firth, de scheepshellingen die gebruikt werden  voor de bouw van 40 voets zeilschepen, omgeschakeld voor de
bouw van de 85 voets stoomschepen.
De aan de Moray Firth gelegen vissersplaats Nairn was de eerste vissersplaats die 30 stoomschepen bestelde en de eerste schepen werden daar reeds in 1906 afgeleverd.

De zeilschepen welke voorheen op deze werven werden gebouwd bestonden uit twee type schepen.
Het type Scaffie was oorspronkelijk een kleine open boot en was overnaads gebouwd wat veel sterkte aan de romp van het het schip gaf,\. En zij was licht genoeg om op het strand getrokken te worden
Deze scheepjes waren eenvoudig en gaven geen beschutting aan de bemanning..
Met deze scheepjes werd op een paar mijl uit de kust de visserij bedreven.
Het latere type Scaffie was een 40 voets schip met een gebogen voorsteven en een  rechte achtersteven en een spits toelopend achterschip. Dit schip had een vrij korte kiel in vergelijking met haar totale lengte en de kiel was ook niet diep.  Ook zij was overnaads gebouwd.
Zij waren uitgerust met een emmertuig. Bij mooi weer waren zij gemakkelijk handelbaar maar bij slecht weer waren zij onstabiel door de slanke vorm van het schip.
Door haar ondiepe kiel was zij geschikt om gebruik te maken van kleinere havens
met een beperkte diepte en kon zij op ondiep water vissen.
Ook door haar ondiepe kiel was zij ook erg drift gevoelig
De Scaffie was geliefd bij de vissers omdat zij goedkoop was in de aanschaf en veel haring konden bergen.
Rond 1880 werden de schepen gedeeltelijk van een dek voorzien. Zij waren toen 42 voet lang en hadden een visruim en een foxhole ( voorin ) met 8 kooien.
Op deze schepen hadden de bemanning voor het eerst beschutting en konden nu met de vleet gaan vissen op dieper water,

Het andere type schip, Fifie genaamd, was ook een 40 voets open schip met een bijna rechte voor- en achtersteven en was in de midscheeps breder dan de Scaffie.
Zij werd door de visserlui ervaren als een snel en stabiel schip. Het was het favoriete schip van de Schotse oostkust en was in gebruik voor de visserij vanaf 1850 tot ver in de 20e eeuw, Onderling waren er verschillen in ontwerp maar alle schepen hadden een verticale voor- en achtersteven. En de breedte van het schip zorgde er voor dat zij stabiel in het water lag.
Dit model kon grote zeilen voeren. Er was echter één probleem, de lange en diepere kiel maakte het onmogelijk om in beperkte ruimten en ondiep water te manoeuvreren,
De Fifie had twee masten met aan de voormast een grootzeil in de uitvoering van  een emmertuig en aan de achtermast een bazaanzeil, veelal ook in emmertuig uitvoering.
De grote masten werden ver naar voren en achteren geplaatst en hierdoor was er een grotere ruimte beschikbaar voor de werkzaamheden.
Vanaf 1870 werden de romp van deze schepen niet meer in de overnaadse uitvoering gebouwd en werden van een dek voorzien. De grotere schepen van deze klasse konden wel een lengte van 70 voet hebben.
Dit type schip was een snelle zeiler en minder drift gevoelig
In 1860 werd er ook nog een kleinere versie van de Fifie, de Balder, ontworpen voor de kust visserij. Dit type schip werd niet meer overnaads gebouwd.
De vissers waren niet erg enthouciast en gaven liever de voorkeur aan de open
schepen met als reden dat er meer ruimte zou zijn om te werken en meer ruimte beschikbaar was voor de berging van de vis.
De schepen werden van een heel of gedeeltelijk gesloten dek en door de vissers algemeen aanvaard.
Na deze aanvaarding kwam er ook meer vraag naar grotere schepen.
In deze periode werden dan ook al schepen gebouwd met een overdekte ruimte voor de bemanning.en resulteerde in 1879 in de bouw en productie van een nieuw type schip, de Zulu.
Deze schepen hadden een lengte van 25 voet en waren uitgerust met een emmertuig aan een ver naar voren geplaatste mast.
Het aantal bemanningsleden was twee of drie afhankelijk van het aantal netten.
Dit type schip was gemakkelijk te roeien ofschoon zij voornamelijk afhankelijk waren van het emmertuig.
Het voordeel van een emmertuig was dat er geen boegspriet buiten het schip uitstak.
Dit gaf in de havens het voordeel dat er meer schepen dichter op elkaar een ligplaats konden vinden bij grote drukte.

In 1879 werd een derde type schip te water gelaten. Dit was het type Zulu.
Het was een eenvoudig schip en was een combinatie van de 2 voorgaande typen en van de beste eigenschappen van de twee typen schepen werd gebruik gemaakt. Zij had de steven van de Fifie en het achterschip en de breedte van de Scaffie.
De eerste Zulu's werden overnaads gebouwd omdat de romp sterker was dan het aaneen gesloten constructie systeem. De rechte voorsteven kliefde goed het water en
zorgde voor een hogere snelheid,
De vorm van het schip veroorloofde ook een langer dek gedeelte en meer werk ruimte.
Dit type schip was erg succesvol en binnen 4 jaar waren er meer dan 3500 van dit type schepen aan de  Schotland kust geregistreerd.
Dit is niet zo verwonderlijk want de eerste gebouwde Zulu kreeg de toepasselijke naam “Nonesuch “, wat vrij vertaald zou zijn ... Zo is er geen!
Dit type schip was erg succesvol en binnen 4 jaar waren er meer dan 3500 van dit type schepen in Schotland geregistreerd.
Deze schepen hadden 2 masten.. De voormast was ongeveer anderhalf maal langer als de lengte van het schip en was vrij dicht bij de voorsteven geplaatst en de kortere achtermast vrij dicht bij de achtersteven. Deze opstelling gaf dan midscheeps veel vrije werkruimte.
Het zeil aan de voormast was een emmertuig . De boven zijde van het zeil was aan  een boom bevestigd en in het midden van deze boom was het takel bevestigd om het zeil te hijsen. Het zeil was niet met een klotenrak aan de mast verbonden.
De voor onderpunt van het zeil was kort nabij de steven vast gezet en de achter onderpunt was met een schoot aan de achterzijde van de midscheeps verbonden.
Hiermede was dit zeil zowel fok als grootzeil.
Het zeiloppervlak van deze schepen was ongeveer anderhalf á twee maal groter dan de oppervlakte van het scheepsdek.

Het zeil aan de achtermast was veel kleiner en was met 2 gaffels aan de mast verbonden. Tijdens de uit- en thuisreis werd dit zeil niet gebruikt..
Deze schepen waren uitstekende zeilschepen en  hadden een voor- en een bazaan mast. Tevens een boegspriet en een gaffel uitstekend aan de achterzijde van het schip De voormast was ongeveer 60 voet hoog  en was vrij dicht bij de voorsteven geplaatst en de kortere achtermast was op 2/3 van de lengte van het schip geplaatst..
De diameter van de voormast kon op dekhoogte zelfs 2 voet bedragen
Deze opstelling gaf dan midscheeps veel vrije werkruimte.
Het zeil aan de voormast was een emmertuig . De boven zijde van het zeil was aan  een boom bevestigd en op 1/3 van deze boom was het takel bevestigd om het zeil te hijsen. Het zeil was niet met een klotenrak aan de mast verbonden.
De voor onderhoek van het zeil was kort nabij de steven vast gezet en de achter onderhoek was met een schoot aan de achterzijde van de midscheeps verbonden.
Hiermede was dit emmertuig zowel fok als grootzeil.
Op de boegspriet kon nog een extra fok worden bijgezet.
Aan de achtermast een bazaanzeil met aan de onderzijde een gaffel en met een klotenrak aan de mast verbonden. Het zeil werd door een giek in vorm gebracht.
De giek liep diagonaal langs het zeil vanaf de onderzijde van de mast tot aan de top van het zeil aan de achterzijde. Boven dit zeil kon nog een topzeil worden bijgezet.
Het grootzeil van de vroeger Zeeuwse hoogaars was ongeveer hetzelfde van uitvoering,
Een andere uitvoering van het bazaanzeil was een emmertuig. De giek werd  op het achterschip buitenboord geschoven en op het uiteinde werd de achter punt van het onderlijk van het emmertuig vast gezet ter vergroting van het zeil oppervlak.
Voor binnenkomst in de haven werd het bazaanzeil met gaffel en giek tegen de mast geplaatst op dezelfde wijze als bij de vroegere loggers het grootzeil tegen de mast werd geplaatst tijdens de haring vangst.
Of de giek werd net als de boegspriet binnenboord gehaald.
Het zeiloppervlak van deze schepen was ongeveer anderhalf á twee maal groter dan de oppervlakte van het scheepsdek.. De zeilen waren erg zwaar en moeilijk te hanteren en te hijsen.
De boegspriet kon zelfs een lengte van 50 voet hebben en de gaffel van de bazaan- mast 30 voet.
Deze schepen waren uitstekende zeilers.
Maar het hijsen van de zeilen vroeg veel krachten van de bemanning.
Het zeil oppervlak werd steeds groter en zwaarder naarmate de lengte van het schip toe nam. Hierdoor werd het aantal bemannings leden ook steeds groter voor de bediening van de zeilen.

Wordt vervolgd
Gelogd
J.H.
Schipper
*****
Berichten: 2212


Bekijk profiel
« Antwoord #808 Gepost op: 10-10-2012, 16:28:33 »

1e stoom drifter van Schotland.
Gebouwd bij Chambers & Colby, Lowestoft.
1897-YH-292-Content.
Eign. J,Pitchers Jr.
Grt-47
71.00 ft x 16.5 ft x 7.5 ft
16 inch compound gebouwd door Elliott & Garrod, Beccles.
1899-WK-54-Content.
Eign.A.Bremner & A.Tain.
1902-1939- div eigenaars.
1939-gesloopt.



* WK-054-Content_eerste_stoom_drifter_in_Schotland.jpg (72.48 KB, 800x534 - bekeken 1341 keer.)
« Laatste verandering: 10-10-2012, 17:35:04 door J.H. » Gelogd
J.H.
Schipper
*****
Berichten: 2212


Bekijk profiel
« Antwoord #809 Gepost op: 10-10-2012, 16:35:01 »

ML-159-halend over de kont.( ML=Methill)


* Wick_ML-159-halen_over_de_kont.jpg (69.47 KB, 700x432 - bekeken 1330 keer.)
Gelogd
Pagina's: 1 ... 50 51 52 53 [54] 55 56 57 58 ... 72 Omhoog Print 
« vorige volgende »
Ga naar:  


Login met gebruikersnaam, wachtwoord en sessielengte

Powered by MySQL Powered by PHP Powered by SMF 1.1.4 | SMF © 2006, Simple Machines LLC Valid XHTML 1.0! Valid CSS!