Welkom, Gast. Alsjeblieft inloggen of registreren.
21-11-2024, 18:54:29
Startpagina Help Zoek Inloggen Registreren
Nieuws: Nieuwe leden moeten helaas wachten tot dat de webmaster ze accepteert. Er is veel kaf onder het koren. Het beste kunt u na registratie ons nog even een e-mail sturen jolydesign@ziggo.nl.

+  Vraag en antwoord & Wie wat waar
|-+  Hoofdindex
| |-+  Praatgroep Scheveningen
| | |-+  Gedichten, verzameld door A.K.Pronk
« vorige volgende »
Pagina's: [1] 2 3 4 5 ... 18 Omlaag Print
Auteur Topic: Gedichten, verzameld door A.K.Pronk  (gelezen 208931 keer)
Jan Jansen
Gast
« Gepost op: 18-08-2009, 17:21:55 »

A.K. Pronk van "Mooie trawler plaatjes" heeft  zo'n stuk of 100 van zulke gedichtjes.
Heb ik ooit eens van hem gekregen.
Misschien wil hij ze wel in een aparte topic plaatsen, of..........hij toestemming wil geven.

Karel,

Van mij mag je een nieuwe topic opzetten, ik denk dat er wel belangstelling voor is.
Je kan tevens een ieder die in het bezit is van een Schevenings gedicht uitnodigen dit
te plaatsen op deze site.

groeten, Arie
Gelogd
Jan Jansen
Gast
« Antwoord #1 Gepost op: 18-08-2009, 17:22:52 »

Beste Witkwast. Ik las in één van je berichtjes dat je zo graag eens een gedichtje of iets dergelijks wilde zien(lezen) over de visserij of Scheveningen. Ik heb nog een stichtelijk versje gevonden van Aerend Tael. Het heet DE SÊ TREKT. 


De sê dêar mot je noait mee trouwe,
m'n seun, je trekt an 't korste end,
je ràekt 'r noait iet an ewend
al ken je op je schúitsje bouwe.
De sê is as 'n jonge frouw
en êt 't liefst 'n jonge fent
maer as 't aers iet weze ken
't drèait dan wis úit op 'n ouwe.
Wat trekt mêr as 'n frouwen èar.
Wie rust foardat ie 'n steetsje êt
in 't uweluksboatsje.
De sê trekt en de frouw trekt
maer't felste trekt de sê:
't is je broadsje.

Goeie stoom, leen/spaans/
Gelogd
Jan Jansen
Gast
« Antwoord #2 Gepost op: 18-08-2009, 17:25:21 »

Volgens opgave zijn de volgende 6 gedichten van Jaap Knoester.

De reddingsboot

Scheveningers, u bent toch niet vergeten
de tijden van weleer?
Nu hebben we een reddingsboot
U weet, de “Bernard van Leer”.

Doch laat ons niet vergeten,
de tijd die heeft z’n loop.
U weet toch wel die roemrijke jaren
van reddingsboot de “Zeemanshoop”.

Deze mensen; altijd paraat voor
mensen in nood
staan vaak aan veel gevaren bloot.

Deze mensen, echt ik weet niet hoe,
Ik wens ze, in al hun akties
behouden vaart, en alle zegen toe.




P.S. Wie U ook bent, zwart, blank, geel, hoe ‘t ook zij
Laat ons dankbaar zijn voor deze reddingsmaatschappij
Gelogd
Jan Jansen
Gast
« Antwoord #3 Gepost op: 18-08-2009, 17:26:46 »

De zee

Ik heb een wandeling gemaakt
over het stille strand
en zo de zee in ogenschouw genomen
Nou, daar is echt iets aan de hand!

Is dat de zee, eens met mooie
witte brekers getooid?
Nu is het een grote vuilnisbelt
waarin al de welvaart vuiligheid
van vele landen wordt gegooid.

Dan sta je daar, en vraag je je af
Wat moet dat worden in t verschiet?
Nee Vissersmensen, daar je brood verdienen,
Nee echt, benijden doe ik je niet.
Gelogd
Jan Jansen
Gast
« Antwoord #4 Gepost op: 19-08-2009, 08:44:00 »

Scheveningen 1

Scheveningen waar ben je gebleven
met je oer gezelligheid.
vleetloggers die zijn verdwenen
graaien is verleden tijd.
Nettenboetsters in hun glorie
beroemd in landen wijd en zijd.
Ja, dat oude Scheveningen
werd door velen echt benijd.
Nu ben je ook een Ferryhaven
NorfolkIine en dat gedoe.
Hektrawlers, nieuw groot ontworpen
gaan naar vreemde havens toe.
Vraagt men nu zo’n oude zeeman
waar gaat dat Scheveningen nu toch heen.
Dan schudt de oude vissersman z’n hoofd, en zegt,
ik weet het niet, we staan alleen.
Jaren zijn wij uitgevaren, met tonnen, zout en het schotse want.
Deze tijd is nu verleden en slijt ik mijn oude dagen,
vaak aan Scheveningse strand.
Gelogd
Jan Jansen
Gast
« Antwoord #5 Gepost op: 19-08-2009, 08:45:13 »

Scheveningen II

Scheveningen waar ben je gebleven,
schelpenvissers op je strand,
en je vele haringtonnen
opgestapeld aan de kant.
Als kind heb ik vaak hard gelopen,
dat was voor ons gewoon een sport
om aan de haven te gaan kijken,
naar het nieuwe praairapport.
Ja die dagen zijn vervlogen,
naar de jaren van weleer.
Dat Scheveningen zo verandert,
doet mijn Scheveningse hart soms zeer.
Gelogd
Jan Jansen
Gast
« Antwoord #6 Gepost op: 19-08-2009, 08:46:08 »

Scheveningen in de winter


Scheveningen in de winter
Buiten is het guur en koud.
Als ik zo naar buiten kijk,
naar onze gevleugelde vrienden
krijg ik het soms benauwd.
Mensen, nu ook voor hen zorgen
is toch niet zo’n toer
Als het even kan,
geef ze dan wat voer.
Ach, zo moeilijk is dat toch niet!
Als dank van deze vrienden,
Voor U in t voorjaar:
Het Hoogste lied.
Gelogd
Jan Jansen
Gast
« Antwoord #7 Gepost op: 19-08-2009, 08:47:14 »

Stormwind

Stormwind giert langs strand en duinen
grote golven rollen af en aan
gaat men naar dit schouwspel kijken
ziet men er vaak die oude zeelui staan.
Terwijl zij daar, de ogen turend,
naar de schepen ver in zee.
Ik weet, want als je in hun hart kon kijken,
zij leven met die mensen mee.
Deze mensen vaak bejaard al
met in hun oren nog het golfgeruis.
Vele van die oude vissers, wonend nu
in een bejaardenhuis
Zij die eens de zee trotseerden
in zomer en in winterkou
om daar de kost te gaan verdienen,
voor hun gezin, kinderen en vrouw.
Eerbied voor die oude vissers
voor wie de laatste dagen slaan.
Respect voor hen, die in deze dagen,
voor het dagelijks brood de zee op gaan.
Ik weet dat in die gezinnen steeds
onafgebroken aan hen wordt gedacht.
Wens ik alle vissersmensen

Behouden vaart en goede wacht.
Gelogd
Jan Jansen
Gast
« Antwoord #8 Gepost op: 19-08-2009, 17:09:06 »

“De oude surfplank”

Afgelopen zomer aan het strand,
werd ik geconfronteerd,
met de surfers daar bezig, onderhand
in sport die vroeger niet bestond nooit werd geleerd.
En daarom doet het mij deugd,
zonder te zullen overdrijven.
Iets uit m’n vroege jeugd,
of daaromtrent te schrijven.
Het is ook waar dat in die jaren,
of beter gezegd voorheen,
De jeugd toen ook geen lieverds waren,
dat vertel ik U maar meteen.
Vele ouderen die prezen dan ook de dag,
als de loggers langs de kade,
getuigd en gesierd met wimpel en vlag,
in hun mooi geschilderde gewade.
ter vertrek naar zee toe lag.
Waar de jeugd overigens zich vermaakte,
en waar rondom de wallekant ,
alles en ieder van werklust blaakte.
Elke tijd heeft zo zijn charme,
zo is het nu en was het voorheen.
Soms doet het me nog m’n hart verwarmen,
Als ik denk aan die tijd zo lang geleen.
Op de kaai daar lagen altijd planken,
nodig voor lossen en laden van ‘n schip.
‘t Was dan aan de jeugd te danken,
zo’n attribuut in ‘t water te plompen in ‘n wip.
En wat me goed is hij gebleven.
Waarvan ik hier getuig.
‘t Is naar waarheid weergegeven,
men deed dat met een tonnen duig.
Tewater lating geschiede zonder doop,
dit ceremonieel werd nagelaten.
Je had enkel maar de hoop,
dat de politie ‘t niet had in de gaten.
Als die er aankwam dan ging je aan de haal,
dan moest je heel hard lopen,
want als hij je greep kreeg je ‘n proces verbaal,
of je moest mee naar ‘t bureau dat was niet te hopen.
Om met zo’n plank door de haven te wrikken,
Was ‘n genot dat hoeft geen betoog.
‘t Was om je vingers er bij af te likken.
De vaardigheid daarin, was gewoon ‘n lust voor ‘t oog.
Nu doen ze dat met surfplanken,
gekleed met rubber-pakken aan.
Soms gepaard gaande met muziek en andere klanken.
Vroeger is het met ons zó niet gegaan.
Loopplankje varen was voor ons toen al ‘n feest,
dat geef ik hiermee te verstaan,
Ook zijn wij de voorlopers geweest,
van de tegenwoordige surfers, daar kunt U van op aan.


L. Kleijn
« Laatste verandering: 19-08-2009, 17:12:26 door Jan Jansen » Gelogd
leen/spaans/
Schipper
*****
Berichten: 183


Bekijk profiel
« Antwoord #9 Gepost op: 19-08-2009, 22:53:15 »

Fersuchting fan 'n ouwe fisserman.

Ik foer op'n bom-- me seun êt 'n logger
maer de têd fan de bom is forbij.
Ik sel motte kapsêze,seuntsjelief,'k mog'r
'n bommetsje liever as jij.
--Joj,lang me pêp eris fan achter 't luierbalkje.
Pff,pff. Wat de têd al iet ken ferare.
Ik denk maer: de liefde is blind.
We selle non sêampies'n logger gêan fêare
maer de bom was 'n jofeler kind.
't Is nou maer jêage en fliege en jachte.
Je eb gien têd for 'n sloksje of prúim
maer forders, m'n seun, fan mên oar je gien klachte
want gelik blêft de sê en 't rúim
Ik ken je feréale fan dêagen en nachte
dadde me dobberde mit onze stee
en wekelang swalkte en stonge te wachte
totdat de mèan s'n fertelseltsje dee.
As de sturm was gèan legge en 't wèater an 't fiere
dan was't: paie je wantsje maer nat,
en dan maer nèa koai, 't sel so lang iet mêr diere
we fange 'n goedsje fan dat.

Aerend Tael.
Gelogd
Jan Jansen
Gast
« Antwoord #10 Gepost op: 20-08-2009, 08:26:24 »

Arie en zijn maaltijd

Het volgende vond plaats circa 20 jaar geleden
Ge zult zeggen wat nu alweer
Waar ik nu aandacht aan ga besteden
Zijn gegevens die ik keer op keer
Hoor van andere die dat mij verhalen
Wat er op de vloot zoal plaatsvond en is gebeurt
Die ik dan weer aan mijn lezers zal vertalen
Zij het met enige fantasie wat opgefleurd.
Nu ben ik echt geen duizendjaartje
Die alles zelf heeft meegemaakt
Maar ‘t is grotendeels een allegaartje
Van wat ik hoor, als ik met anderen aan de praat geraak.
De hoofdpersoon waar ‘t om gaat, ik noem hem Arie
(Zijn is is gefingeerd), was kok op ‘n trawler haringboot
Een trekker dus, en wat ik hoorde, zei men, was geen larie
Dat hij zo goed kon koken, je at je bijna dood.
Zo gezegd dus bij wijze van spreken
En niet te serieus worden opgevat of worden vergeleken.
Arie nu, had ‘s morgens na het ontwaken
Tijdens thuisstomen van Ierse Zee naar Scheveningen toe
Het idee opgevat een buitenissig hapje klaar te maken.
Maar bij gebrek aan ingrediënten wist hij alleen niet hoe.
Verse groenten was er niet, want die was op
Conserven wel, die waren genoeg voorradig
Vlees en worst uit blik was er ook nog voor iedere kop
Al was die er niet veel en overdadig
Vol goede moed ging Arie aan de slag
Op zoek eerst naar blikken met groente in de kast
En koos sperciebonen uit voor deze dag.
Maar bij ‘t openen daarvan was hij opeens verrast
Want hij ontdekte spoedig en alras
Dat de inhoud daarvan niet met de etiketten klopte
Zoals op de blikken aangegeven was.
Zodoende ook direct verder met het openen stopte
Wat, dacht hij, zal ik n toch weer beleven.
Hoe kan dat toch? vroeg hij zich af
Die etiketten zijn toch foutief aangegeven?
Mensenlief hij stond gewoonweg paf.
Wat Arie niet wist, was dat de jongens bij hem aan boord
Voor de grap de etiketten daags tevoren hadden verwisseld
En zij repten daarover wijselijk met geen woord
Dat hadden zij natuurlijk tevoren bedisseld.
Arie gaf het op en serveerde toen maar
Een maaltijd van wel vier verschillende gangen
Vond dat trouwens niet gek of raar
Men kon tenslotte niet alles van hem verlangen
V de oorlog was en kreeg nooit een kok
Zover Arie wist en zich kon heugen
Het ooit met opvarenden over groenten aan de stok
Omdat men toen voor veertien zielen, dat is geen leugen
Voor slechts één daalder groenten naar zee mee kreeg
Waarvan één conservenblik met ‘t merk twee gekruisde sleutels
En ter completering twee vaten aardappels gevuld tot aan de deutel
Als je ze opende dan waren ze half leeg.
Toén was het voor ‘n kok wel erg simpel
Een hap klaar te maken voor de ploeg
Daar slaagde hij dan in met vlag en wimpel
Want peulvruchten waren er aan boord genoeg.
Voor die taak toen kreeg de kok per dag zo’n zeven centen
Dat aan ‘t eind der teelt verrekend werd.
Ook had zo’n man maar weinig ingrediënten
Voor ‘t bereiden van capucijners, bonen en of snert.
Dan is het nu op de schepen met eten wel anders gesteld.
Er is voor ieder voldoende daarover geen nood
Ook zij dan nog even vermeld
In plaats van zeekaak elke dag vers brood
Gaan we weer even terug naar Arie
Die ging bij binnenkomst naar ‘t kantoor
Maakte daar een hoop bombarie
En stelde daar de reder voor
Om geen blikgroenten meer van die leveranciers te kopen
Want, zo zei Arie, ik denk en ik ben bevreesd
Dat ze op die fabriek toch minstens waren bezopen
Of bij ‘t vullen onder invloed zijn geweest.

Oud-Schipper Kleijn.   1982
Gelogd
schubbereet
Gast
« Antwoord #11 Gepost op: 20-08-2009, 08:48:22 »

`t Schellevisje.

Ik kreeg onderlest van onze Chris,
Een lekker maeltje schellevis.
Ik eb et lekker in de ove
Een allef uurtje laete stove.
Wel meid schei ut, meid mot je ore,
Ik pak et pannetje bij zijn ore,
En lang de mosterd en azijn,
Der komme Wullem en onze Trijn.
Ik denk, as tat non gien wonder is,
Non eb ik een lekker stikje schellevis.
Ken je der weer van gaen deile.
Non ben ik gelukkig ook een eile
Dus zeg ik, gae maar lekker zitte,
Maar ik a de pe as de klitte.
Ik eb toen de borde klaer e zet.
De lepels e pakt ut et kammenet,
En we wouwe net gaen bidde,
Toen zei ze, zal et nooit vergete meid eb e krete
Je ben  de vurreke vergete.
Ik ben toe maer weer op e staen
En maar weer naer de keuken e gaen.
Ik kom brom om weer te gaen beginne,
Zeit Trijn, ik ben zo wee van binne.
Dus ik ben maer weer op e staen
Ik et koffie in de pot e daen,
de mellek op et gas e zet
en zo een lekker bakje e zet.
Ik a zelf ook nog iet e dronke,
En ik kom me kaemertje weer binne,
Om an me schellevisje te beginne.
Mens, ik dog toen dat ik wat kreeg.
Mijn pannetje vis was leeg.
Zo ane toe die twie sekrete,
Mijn schellevisje op e gete
Gelogd
Jan Jansen
Gast
« Antwoord #12 Gepost op: 20-08-2009, 17:56:19 »

Beetgenomen

Dicht bij ‘t oude Hotel Zeerust
En het vrouwtjesmonument
Staat altijd ‘n ploegje mensen doelbewust
‘s Ochtends soms om 9 uur al of daaromtrent
En als het goed weer is daar te confereren
Over alles wat er al zo te doen is en gepasseerd.
En dan kan ‘t wel eens verkeren
Dat je uit zo’n gesprek wat leert.
Hier ontmoet je steevast Mink de Beer
De hoofdrolspeler in dit gedicht.
Soms oude Piet de Niet, Simon de Vrijdag
En nog meer mensen die ik ken, ook van gezicht.
De bijnamen genoemd dat mag
Daar heb ik permissie voor gekregen.
Teun Pronk was erbij en hij is mijn getuige
Dat zij daar hadden niets op tegen.
Dus had ik het niet uit m’n duim zit te zuigen
Mink zei, “schrijf maar raak ik ben je mannetje”
Gaf me ‘n schouderklopje, sprak dat doe je graag
“Maar geef me daarvoor dan wel een half kannetje”
Als het gaat dan liefst nog wel vandaag.
Toen vertelde hij ‘n anekdote
Meegemaakt met reder J.J. genaamd meneer
Die daarover dacht ik heeft genoten
Maar dat wist Mink dan niet zomeer.
Meneer had Mink ontboden op ‘t kantoor
En vroeg of hij een slokje luste
“Nou”, sprak Mink, “liever twee dan één hoor!”
Want ik wou je vragen of je vannacht
Als monteur invaller mee kon op de SCH 8.
Mink stemde in, ging meteen pakken en nam van alles mee
Wat hij dacht nodig te hebben voor ‘n reis naar de Ierse Zee.
Toen ze na 1 1/2 etmaal zich diep in ‘t Kanaal bevonden
Kreeg de motor kuren deed erg raar.
Na ‘t stopzetten werd ‘t euvel door Mink gauw gevonden
Een verbogen kleppenstang en gebroken tuimelaar.
Reserve daarvan was niet aan boord.
Zachtjes aanvarend konden zij nog voort
Naar Falmouthbay werd koers gezet
En door Mink bij de motor goed opgelet.
Onderdelen per zenderverkeer besteld.
De rederszoon zou die per vliegtuig brengen
Dat was, dat zij hiermee verteld
Om de reis niet nodeloos te verlengen.
Doch voordat Bas de rederszoon op reis zou gaan
Nam J.J. zijn zoon even terzijde
Gaf hem een fles voor Mink en de onderdelen beide
Meneer zei: “Lever alles keurig af”.
Bas zou dat doen en na zo’n 2 uur vliegen aangekomen
En wat Mink zag als ‘n straf
Toen hij het pakje heeft aangenomen
De inhoud der fles was dan wel goed voor de dorst
Maar ze was gevuld met doodgewone limonade
Die prompt door Mink toen werd vermorst
Op Falmouth wal of havenkade
Mink kon de grap niet erg waarderen.
Doch lag daar ook niet wakker van.
Zei nog tegen Bas, als je Vader mij ‘n lesje wil leren
Laat hij dat dan doen wel met ‘n échte Jeneverkan
Hiermee eindigt Mink z’n verhaal
En tot horens dan ‘n volgende maal.

Oud Schipper Kleijn   1983
Gelogd
Jan Jansen
Gast
« Antwoord #13 Gepost op: 21-08-2009, 00:51:54 »

Boosdoeners gestraft


De nu hier volgende anekdote
Gebeurde voor de oorlog op een zolder van Frank Vrolijk
Ze is niet aan mijn brein ontsproten
Maar het verhaal daarom niet minder olijk.
‘t Geval betreft ene Jacob, schipper dezer rederij
Hij leeft niet meer maar dat was zijn echte naam
Maar hij vertelde eens deze gebeurtenis aan mij.
Toen hij op de zolder van de rederij was aan ‘t graaien
Bezig met de ronding om kettingpezen was aan het draaien
Om 7 uur ‘s morgens werd begonnen met werken
En om half negen hield men schaft een half uur
Dat om de inwendige mens aan te sterken
Samen rondom zittend bij een kachelvuur.
Elk had er zo z’n eigen zitje
En at men dan z’n boterham
Gewapend met stukken zak en drinkenskitje
Maar toen Jacob uit z’n kitje een slokje nam
Dacht hij opeens: “Hè wat raar
Dat kan toch zeker niet bestaan
Want ik heb het zelf gezien, vandaar
Dat vrouwlief koffie in het kitje heeft gedaan.
Maar de inhoud nu bestond uit koude thee
En dat was echt niet de schuld van moe Dè
Dus had iemand voor de grap
De koffie opgedronken en voor thee geruild.”
Toen vatte bij Jacob ‘t idee, ik vond het knap
Waar de daders toen zijn ingetuind
Hij liet niets merken, gaf ook geen commentaar
Thuis zou hij er met zijn vrouw wel over praten
En hij overlegde toen met haar
Om ze die streken af te leren, die onverlaten.
Alleen wist hij nog niet wie dat kitje had leeggedronken
Maar het stond zo vast als een huis
Dat z’n gewraakte plan spoedig zou zijn beklonken
En zo de boosdoeners een lesje te lezen, gewoon niet pluis.
Jacob zei toen tot vrouw Dè:
“Ga voor mij even naar een drogist
En neem dan laxeermiddelen voor me mee
Zonder bijsmaak maar dat toch z’n uitwerking niet mist”
Het kitje werd de andere morgen toen gevuld
‘t Laxeermiddel met koffie daarin gedaan
Daarmee was Jacob’s taak vervuld
En luister hoe het toen verder is gegaan
Ja hoor, het kitje was weer stiekem leeggedronken
Maar na verloop van een goed uurtje
Zijn de daders er toen goed ingestonken
Want ze moesten geregeld naar ‘t toilet bij het achtermuurtje.
Jacob had binnenpret, vroeg of ze wat verkeerds hadden gegeten,
Doch daar werd ontkennend op geantwoord.
Waar ‘t van kwam, wilden ze weleens weten
Dat hun darmen zo waren verstoord.
Toen zei Jacob:”Nou, het zal wel van die koffie wezen
Die jelui dan beide samen
Opgedronken en uit mijn kitje namen,
Daarom zij het laxeermidcel hoog geprezen.”
Ja, nu moesten zij toch kleur bekennen
En hebben ‘t aan Jacob doen erkennen
Zeiden over hun buik- en darmklachten.
Dat dat zeker niet was misplaatst
Omdat wie de bal kaatst
Hem zekerlijk terug zal moeten verwachten.


Oud Schipper Kleijn
Gelogd
klaas
Gast
« Antwoord #14 Gepost op: 21-08-2009, 09:27:37 »

Harstikke leuk!

Ben bezig ze ut mun ooft te leire!   Klaas
Gelogd
Pagina's: [1] 2 3 4 5 ... 18 Omhoog Print 
« vorige volgende »
Ga naar:  


Login met gebruikersnaam, wachtwoord en sessielengte

Powered by MySQL Powered by PHP Powered by SMF 1.1.4 | SMF © 2006, Simple Machines LLC Valid XHTML 1.0! Valid CSS!