Weet iemand meer van de geschiedenis van deze SCH 1, " de twee gebroeders "
Of en de opvarende uit die tijd.
De foto kwam uit een opruiming, en is bijna zeker in Scarborough gemaakt.
En op de achterkant staat 1940 / 1941, misschien Engelandvaarders ? ? ? ? ? ?
Wie weet wat
gzv
Ik heb deze vraag doorgetsuurd naar Piet Spaans, in de wetenschap dat hij wat onderzoek heeft verricht over Engeland vaarders vanuit Scheveningen.
Ik kreeg hetvolgende antwoord toegestuurd; met dank aan Piet Spaans:
SCH 1, ‘Johanna’
De voorgangers van de SCH 1 waren de bomschuit ‘Clara Johanna’ van P.J van Leeuwen en de houten zeillogger VL.10, ‘Doggersbank’ van de Vlaardingse rederij ‘De Hoop’. De in de ‘Alles over Scheveningen’ voorkomende lijst van schepen geeft voor de VL 10 ook de gewijzigde naam ‘Paul Koster’ aan, maar die is m.i. niet juist. Deze naam behoorde voor zover mijn kennis reikt toe aan de VL 123. Maar dit terzijde. In 1926 ging de VL 10 over naar de Scheveningse reder Jan Zier Vrolijk bij wie de logger het nummer SCH 1 ging voeren. De logger kreeg aldaar de naam ‘Nora’, in feite de eerdere naam van Vrolijks SCH 164, ‘Nora’.
Daarna viel de nummering SCH 1 toe aan een wat grotere houten botter, ‘Johanna’, eigendom van Frans Hoefnagel. De botter kreeg nog net vóór de oorlog een grotere motor, te weten een 60 pk Industrie. Er is voor wat betreft de SCH 1 geen sprake geweest van een ‘Engelandvaart’ in de gangbare betekenis. Dit is de achterliggende werkelijkheid.
In een van de dagen tussen 10 en 15 mei 1940, vermoedelijk op 11 of 12 mei, werd van regeringszijde de botter gevorderd om enkele hoge Nederlandse overheidsambtenaren naar Engeland over te varen. In zee zou een Nederlandse torpedojager - gesproken wordt van de V 6 - wachten om de hooggeplaatste passagiers over te nemen. De torpedojager werd echter niet verkend zodat vervolgens werd overwogen om de SCH 225, ‘Deli’, in te zetten. Maar vanwege de verhoudinggewijs grotere omvang van de ‘Deli’ achtte men het wijzer, de kleine en minder opvallende SCH 1 naar Engeland te laten doorvaren.
Hoe de communicatie over een en ander toen is verlopen is niet bekend. Maar wel is bekend dat de SCH 1 naar Engeland heeft kunnen doorvaren. Aan boord van de SCH 1 fungeerden op dat moment als bemanningsleden de twee zoons van Frans Hoefnagel alsmede een zekere De Ridder die naar wordt vermoed een schoonzoon was van Frans Hoefnagel. De oude SCH 1 heeft als Schevenings vissersvaartuig de oorlog niet overleeft. Na de oorlog is Frans Hoefnagel van overheidszijde echter wel schadeloos gesteld zodat hij in 1949 van de schadeloosstelling een kotter kon laten bouwen. Dit werd opnieuw de SCH 1 met de oude naam ‘Johanna’.
Piet Spaans
Historisch publicist en auteur.
K