vervolg.. Mooie trawler plaatjes

[Jan de Reus]

Prachtig geschilderd! Zeer indrukwekkende trawler. Ik ben van plan om ook wat Duitse trawlers te gaan schilderen.

Mvg

Jan

[Jan de Reus]

Ik heb de boeken er nog even op nageslagen en het volgende kunnen vinden.
De HH 316 Martin Friedrichs is in 1955 gebouwd bij de werf H.C. Stulcken te Hamburg in opdracht de rederij E.A.P. Koch te Hamburg.

Inhoud: 688,7 brt
Lengte: 60,59 m
Breedte: 9,22 m

Voorstuwing: Triple expansie stoommachine + gekoppelde turbine 1200pk. Hiermee kon een max snelheid van 13,6 knopen mee worden behaald.

Het schip is in 1969 gesloopt.

Jan

[rumboon]

Ja Jan die Duitse stoomtrawlers waren mooi om te zien vooral als ze op haring visten en je zat er met je
loggertje tussen was het prachtig gezicht.
bedankt voor de gegevens en blijf vooral schilderen

groeten Wim den Dulk

[Jan de Reus]

SCH 303 Wilhelmina Maria

De SCH 303 Wilhelmina Maria is in 1963 gebouwd door Scheepsbouwwerf Gebr. Pot te Bolnes in opdracht van rederij W. van der Zwan & Zn te Scheveningen. De tewaterlating had plaats op 1 juli 1963 en de overdracht vond plaats op 11 september 1963 waarna schipper A. Hofland er mee ter visserij vertrok.

Afmetingen: 48,46/42,39 m x 7,52 x 3,81 Bruto inhoud: 341 ton
Hoofdmotor: 8 cilinder Deutz van 1000 pk

Het schip heeft tot 1974 aan de visserij deelgenomen en is daarna verkocht naar Argentinië. Op 15 juni verliet het schip onder de naam San Jose de haven van IJmuiden.

Zusterschip van de Wilhelmina Maria was de SCH 23 Yke welke eveneens in 1963 door de Gebr. Pot werd opgeleverd voor de rederij Jaczon te Scheveningen.  Dit schip werd echter al in 1964 verkocht naar Italië onder de naam Fabrizio Di Fazio.

Jan

[Jan de Reus]

H118 Cape Columbia

De Cape Columbia is onder bouwnr 914 gebouwd bij de Engelse werf Cook, Welton & Gemmell (te Beverley UK) voor de rederij Hudson Brothers (Trawlers) Ltd uit Hull.

De Cape Columbia was het zusterschip van de H119 Cape Adair die bij dezelfde werf onder bouwnr 915 is gebouwd.  Het waren de eerste Britse trawlers met een bulbsteven

Het schip is op 27 april 1956 te water gelaten en kwam in juli van datzelfde jaar in de vaart.

Inhoud 806  bruto ton
Lengte: 185 ft (56,3 m)
Breedte: 32,1ft (9,8 m)

Het schip beschikte over een oliegestookte stoommachine van het fabrikaat C.D. Holmes met een vermogen van 1400 ipk.  Hiermee kon een max. snelheid van 13,5  knopen  worden behaald.

Op 5 februari 1960 is het schip verkocht aan de Ross Group Ltd uit Grimsby en op 22 november 1965 werd de naam veranderd in Ross Columbia.

Op 14 maart 1967 verkocht aan Boyd Line Ltd uit Hull en op 3 mei 1967 hernoemd in Arctic Avenger.

In 1976 is het schip verkocht voor de sloop.

Jan

[Jan de Reus]

Beste forumleden,

Zoals ongetwijfeld bekend is het komende zaterdag weer vlaggetjesdag op Scheveningen.  Ik ben dit jaar ook weer van de partij met een aantal van mijn schilderijen. Mocht je toevallig in de buurt zijn kom dan effe kikke. Je kunt mij vinden in de visafslag bij de kramen van de Stichting Kunst Op Scheveningen.

Jan

[Jan de Reus]

VL73 Elly

De Elly was de eerste van een serie van 5 schepen die tussen 1963 en 1965 voor Vlaardingen zijn gebouwd door de Sleephelling Mij. Scheveningen. De Elly werd gebouwd voor Visserij Mij. Kwakkelstein te Vlaardingen, werd 9 maart 1963 te water gelaten, was in juni bedrijfsklaar en vertrok op 21 juni ter visserij, schipper N. Pronk.

De Elly is groot 326 bruto ton bij een lengte over alles van 43,31 m. Lengte tussen de loodlijnen 38,74 m, breedte 7,24 m en holte 3,86 m. De hoofdmotor is een 8 cylinder Deutz van 1000 pk waarmede ook de vier die daarna volgden zijn uitgerust.

Dat waren in 1964 de Anita VL34 van de Visserij Mij. Vlaardingen en de Elizabeth VL105 van de Visserij Mij. W. Kwakkelstein gevolgd in 1965 door de Ursinus VL1 van de Zeevisserij Mij. Holland en de Caroline VL90 van de Visserij Mij. Vlaardingen.

Jan

[Jan de Reus]

H395 Cape Gloucester

Deze stoomtrawler is als Sapper  onder bouwnr 705 gebouwd bij de Engelse werf Cook, Welton & Gemmell (te Beverley UK) voor de Engelse Marine.

Het schip is op 11 november 1942 te water gelaten en kwam in maart 1943 in de vaart.

Inhoud 579 bruto ton
Lengte: 175 ft (53,3 m)
Breedte: 30ft (9,1 m)

Het schip beschikte over een stoommachine van het fabrikaat C.D. Holmes met een vermogen van 1000 ipk.  Hiermee kon een max. snelheid van 11 knopen  worden behaald.

Op 20 april 1946 is het schip verkocht aan Hudson Bros Ltd uit Hull  en hernoemd in Cape Gloucester H395. In 1949 is het ship geschikt gemaakt voor oliestook.

Op 28 december 1956  verkocht aan Hendriksen & Co Ltd uit Hull enhernoemd in Admetus. In 1966 is het schip uiteindelijk verkocht voor de sloop.

Jan

[aat taal]

Wist je dat VL 90 Caroline oorspronkelijk VL 2 Olivianus  genoemd zou worden. Vernoemd naar de schrijver van de Heidelbergs Catechismus VL 1 Ursinus). Om de een of nadere reden is dat niet doorgegaan.

aat taal

[witkwast]

HH 316 Martin Friedrichs  ik heb verder geen gegevens, maar het was een stoomtrawler uit Hamburg en
de pijp was echt zo groot

Prachtig mooi Rumboon.

[Jan de Reus]

H290 Lancella

De H290 Lancella is onder bouwnr 880 gebouwd bij de Engelse werf Cook, Welton & Gemmell (te Beverley UK) voor de rederij J. Marr & Son Ltd. te Hull.

Het schip is op 3 april 1953 te water gelaten en werd geregistreerd op 18 juli van datzelfde jaar.

Inhoud 790  bruto ton
Lengte: 190,2 ft (58 m)
Breedte: 32,1 ft (9,8 m)

Het schip beschikte over een oliegestookte ketel en een  stoommachine van het fabrikaat C D Holmes met een vermogen van 1325 ipk waarmee een max. snelheid van 13,5  knopen kon worden behaald. 

Januari 1955 maakte de schipper van de Lancella een heldhaftige poging om voor de IJslandse kust tijdens zeer zware weersomstandigheden de in nood verkerende trawlers H455 Lorella en H135 Roderigo te bereiken. Helaas moest deze poging worden afgebroken vanwege sterke ijsvorming waardoor het schip dreigde om te slaan. De H455 en de H135 zijn helaas beide vergaan met het verlies van alle bemanningsleden.

De Lancella werd in 1956 winnaar van de Silver Cod Trophy voor de grootste totale vangst van dat jaar.

In 1974 is de Lancella verkocht voor de sloop.

Jan

[Jan de Reus]

H332 D B Finn

De motortrawler H332 D B Finn is in 1961 gebouwd onder bouwnr 524 bij Goole Shipbuilding & Repair Co te Goole (UK) voor rekening van St Andrews Steam Fishing Co te Hull.

Het schip is op 21 november 1960 te water gelaten en kwam in 1961 in de vaart.

Inhoud: 701 brutoton
Lengte: 188 ft (57,3 m)
Breedte: 32 ft (9,75 m)

Het schip beschikte over een Holmes Werkspoor dieselmotor  type TMAS 398 met een vermogen van 1600 pk waarmee een max. snelheid van 15 knopen kon worden behaald.

Op 21 maart 1975 is de D B Finn tijdens een orkaan gestrand voor de kust van IJsland. Alle bemanningsleden zijn daarbij gered. Na berging van het schip bleek de schade dusdanig groot dat reparatie economisch niet meer verantwoord was. Het schip is in juni 1975 verkocht voor de sloop.

Jan

[Jan de Reus]

SCH 6 Alida

De SCH 6 ‘Alida’ werd in mei 1967 opgeleverd aan Rederij W. van der Zwan & Zn. N.V.  te Scheveningen.  Deze rederij gaf de bouwopdracht aan de N.V.  Sleephelling Maatschappij Scheveningen die als hoofdaannemer fungeerde. De feitelijke bouw vond onder bouwnummer 1467 plaats bij Scheepwerf Boot Leiden N.V. te Leiderdorp.

De SCH 6 was nagenoeg identiek aan de in 1966 voor Cornelis Vrolijk’s Visserijmaatschappij N.V. gebouwde SCH 171, zij het dat dit laatste schip al tijdens de bouw van een diepvriesinstallatie werd voorzien, terwijl dit bij de SCH 6 pas achteraf gebeurde.

De afmetingen van de SCH 6 waren: lengte 50,10 meter, breedte 8,52 meter en holte 6,15 meter.  De inhoud bedroeg 362,27 BRT. De hoofdmotor was een Deutz van 1.320 PK.

In juni 1980 werd de ‘Alida’  bij Scheepswerf ‘Welgelegen’  te Harlingen met 6 meter verlengd tot 56,08 meter, waarbij tevens een verbouwing aan het dekhuis plaatsvond. De inhoud na verlenging bedroeg 414,66 BRT.

In december 1983 kreeg de SCH 6 het visnummer SCH 3. Bij deze gelegenheid werd tevens de naam gewijzigd in ‘Johanna’. Deze wijziging van het visnummer hield verband met het in de vaart komen van een nieuwe SCH 6 die op dat moment nog in aanbouw was bij de Ysselwerf te Capelle aan den IJssel.

Als SCH 3 heeft het schip slechts een enkele visreis gemaakt, want enkele maanden vond verkoop naar Griekenland plaats. In maart 1984 vertrok de hektrawler naar zijn nieuwe bestemming, Piraeus, waar de nieuwe eigenaar, de Atlantic Fishing Co, de naam van de hektrawler wijzigde in ‘Kalypso’.

Jan

[Jan de Reus]

SCH8 Gerardina

De motortrawler SCH8 Gerardina werd in 1958 onder bouwnr. 10966 gebouwd bij de Sleephelling Mij Scheveningen  voor rekening van Rederij v/h A. van der Toorn Jzn te Scheveningen.  De SCH8 maakte deel uit van een serie van 9 schepen die in de periode 1956 – 1961 voor verschillende rederijen zijn gebouwd.

1956 IJM72 Beatrice
1956 SCH101 Johanna Maria
1957 SCH210 Ali
1958 IJM36 Jacoba Gesina
1958 SCH8 Gerardina
1959 SCH42 Nellie
1960 SCH3 Johanna
1960 IJM37 Delft
1961 IJM9 Haarlem

Afmetingen: 42,85/38,10 x 7,24 x 3,87 m.  Inhoud: 311 BRT
Hoofdmotor: 8 cilinder dieselmotor MWM van 1000 pk.

Aan het begin van de jaren zestig is het schip verhuurd geweest aan Rederij Atee en daarna aan NV Visserij Mij J. de Jong.  In 1964 kwam de SCH8 in exploitatie bij de Verre Visserij Mij. te Scheveningen.  In 1971 is het schip verkocht aan W. de Boer en H. Dekker  te Den Helder en werd de naam veranderd in HD84 Cornelis. Enkele maanden later werd het schip al weer verkocht en wel aan D. Krijgsman  uit Texel. Het kreeg toen de naam Dirk Senior  TX20. Het schip is uiteindelijk in 1975 afgevoerd.

Jan

[Jan de Reus]

Cod War
Tussen de UK en IJsland zijn er in de vorige eeuw  3 zgn ‘Cod Wars’ gevoerd. Deze conflicten hadden betrekking op het door IJsland eenzijdig  uitbreiden van de territoriale wateren waardoor Britse vissers de visgronden bij IJsland niet langer konden bevissen. Het hier afgebeelde tafereel betreft de derde Cod War welke duurde van november 1975 tot juni 1976. De aanleiding voor dit conflict was dat IJsland een 200 mijls zone had ingesteld. De Britse regering erkende in eerste instantie deze uitbreiding niet met als gevolg dat er incidenten ontstonden tussen Britse vissers en de IJslandse kustwacht. Deze laatste probeerde de vislijnen van de Britse trawlers door te snijden. De Britse marine probeerde op haar  beurt dit te verijdelen door de IJslandse kustwachtschepen te hinderen. Met als gevolg vele botsingen of bijna botsingen.  Op dit schilderij staan afgebeeld de trawler H344 Arctic Vandal welke wordt beschermd door het fregat HMS Bacchante.

HMS Bacchante
HMS Bacchante (F69) was een Leander-class fregat van Royal Navy. Bacchante is gebouwd bij de werf Vickers te Newcastle. De tewaterlating vond plaats op 29 februari 1968 en het schip werd op 17 oktober 1969 in dienst gesteld.

Waterverplaatsing: 2500 ton (2962 ton geladen)
Afmetingen: 113,4 x 13,1 x 4,5 meter
Voorstuwing: 2 oliegestookte ketels (Babcock & Wilcox). Stoomturbines met een vermogen van 22.370 kw (30.000 pk), 2 schroeven gaven het schip een max. snelheid van 27 knopen.
Actieradius: 7400 km bij een snelheid van 15 knopen
Bewapening:
1 × dubbelloops 4.5 inch (114 mm) kanon + 2 x 20 mm kanons
1 x Sea Cat surface to ari missile system
2 × triple Mk 32 Torpedobuizen
1 x Westland Wasp Helicopter

Het schip is 1982 uit dienst gesteld en verkocht aan de Royal New Zealand Navy en herdoopt in F69 Wellington. Het schip heeft tot 1999 dienst gedaan en is in 2005 afgezonken in de Straat van Cook.

H344 Arctic Vandal
De motor trawler Arctic Vandal is onder bouwnr 968 gebouwd bij de werf Cook, Welton & Gemmell (te Beverley UK) voor de rederij Boyd Line uit Hull. Het schip is op 15 juni 1961 te water gelaten en kwam in november van datzelfde jaar in de vaart.

Inhoud 594 bruto ton
Lengte: 163,7 ft (49,9 m)
Breedte: 30,5 ft (9,3 m)

Het schip beschikte over een dieselmotor van het  fabrikaat Mirrlees Bickerton & Day met een vermogen van 1400 pk waarmee een max. snelheid van 14 knopen kon worden behaald.

In 1979 is de Arctic Vandal verkocht aan rederij Huxley Fishing Co Ltd uit Lowestoft  waarbij de naam werd gewijzigd in St. Paul. Het schip werd verbouwd tot standby reddingsvaartuig voor de offshore industrie.
 In 1990 ging het schip over naar Colne Shipping Co Ltd uit Lowestoft en deze deed het schip in 1996 weer van de hand aan Charford Shipping IV Ltd uit Lowestoft.

Jan