Welkom, Gast. Alsjeblieft inloggen of registreren.
22-11-2024, 02:08:18
Startpagina Help Zoek Inloggen Registreren
Nieuws: Nieuwe leden moeten helaas wachten tot dat de webmaster ze accepteert. Er is veel kaf onder het koren. Het beste kunt u na registratie ons nog even een e-mail sturen jolydesign@ziggo.nl.

+  Vraag en antwoord & Wie wat waar
|-+  Vraag en antwoord
| |-+  Vraag en antwoord
| | |-+  Herinneringën deel 2
« vorige volgende »
Pagina's: 1 ... 83 84 85 86 [87] 88 89 90 91 ... 108 Omlaag Print
Auteur Topic: Herinneringën deel 2  (gelezen 1234863 keer)
zier
Schipper
*****
Berichten: 3619


wie de mens leerd kenne, leerd de dieren waardeere


Bekijk profiel
« Antwoord #1290 Gepost op: 30-12-2015, 13:15:40 »

hier de vislijntjes van de atlantic leader,zou die soms op de rand van een ravijn vissen want ze zijn kaars recht die lijntjes,maar het zijn wel korte trekjes.


* atlantic_15.JPG (29.19 KB, 696x500 - bekeken 1139 keer.)

* atlantic_16.JPG (27.42 KB, 665x505 - bekeken 1057 keer.)
Gelogd
vreemdeling
Schipper
*****
Berichten: 1860


Bekijk profiel
« Antwoord #1291 Gepost op: 30-12-2015, 16:56:38 »

Zier,
Ik ben zeer blij met de reacties die jij zo af en toe op deze site plaatst.
Het geeft dit soms trieste verhaal ( vooral voor de Urkers ) meer diepte.
Maar jij bent daar zelf geweest, dus je weet wat daar mogelijk is.
Prettige jaarwisseling
gr.
Cor
Gelogd
zier
Schipper
*****
Berichten: 3619


wie de mens leerd kenne, leerd de dieren waardeere


Bekijk profiel
« Antwoord #1292 Gepost op: 31-12-2015, 12:55:42 »

cor het is nog rustig in mdp ik denk er pas leven in komt een maandag.
er is er maar 1 buiten  en dat is de atlantic leader ,is misschien een persoon met een europeese inslag,wie weet is het die zoon van die belg.


* atlantic_17.JPG (35.03 KB, 621x503 - bekeken 1006 keer.)

* atlantic_18.JPG (47.55 KB, 680x497 - bekeken 1007 keer.)
Gelogd
vreemdeling
Schipper
*****
Berichten: 1860


Bekijk profiel
« Antwoord #1293 Gepost op: 02-01-2016, 07:57:06 »

Deel 25.

De Vlaamse traditie als visser4s gaat voort in de Argentijnse visserij. Mijn zoon Luc heeft nu ook zijn diploma als schipper diepzee visserij behaald en ook  Emilio Vandenberghe en de gebroeders Buthé. Carlito Hindrickx als machinist, Roland Hindrickx als schipper.
Van al de personen die mee zijn gekomen als bemanning uit België, zijn er in 2006 nog over. Firmin Devey, Klaas Ras die ook een tijd in Peru heeft gevaren en nu weer terug is en hier niet meer gevaren heeft. Roger Brackx heeft als schipper gevaren en is nu gepensioneerd, Franck Verburgh die als machinist heeft gevaren en ook met pensioen is. Deze beide personen waren nog kind toen zij
met ons mee naar Argentinië zijn gereisd.
Dan is ook nog  Edouard Spee, ook een gepensioneerde schipper, Louis Bulté, ook een gepensioneerde schipper evenals schipper Hubert Nyville. Maar deze personen waren al voor ons in Argentinië gekomen..
De kust visserij heeft zich wel uitgebreid. De lanchas zijn bijna allemaal verdwenen en vervangen door schepen waar wij mee de visserij bedreven, maar nu zijn overgeschakeld naar de kust visserij.. Hierbij ook veel nieuwbouw schepen.. Dus veel kleine reders.
Mijn zoon Luc is ook reder / eigenaar geworden. Hij heeft een trawler waar hij zelf schipper op is.
Het is een schip watt in Buenos Aires is gebouwd en heeft een laad capaciteit van 2500 kisten. Hij is gespecialiseerd in het vissen op abadejo in de vulkanische putten. Maar de visserij daar is niet meer zoals het in mijn tijd was, dat je iedere morgen een sterbestek moest maken voor je juiste positie. De schepen zijn nu modern uitgerust met de laatste snufjes op visserij gebied en elektronica.
Maar het blijft nog steeds een kunst om deze speciale visserij te kunnen uitoefenen.

De corvina visserij in de monding van de Rio de la Plata.

Sommige rederijen bedrijven nu de kustvisserij  en vissen in de monding van de Rio de la Plata op corvina. Om dat het daar ondiep is, wordt de visserij uitgeoefend met kleine schepen. De vis wordt daar in de buurt in een klein haventje gelost en per vrachtauto naar Mar del Plata gebracht, dat op 200 km. afstand ligt. Ook zijn er een aantal kleine schepen voor het zuiden gebouwd, die daar de garnalen vangst beoefenen en ook daar hun thuishaven hebben..
Iedere provisie in het Zuiden heeft nu een visverbod ingesteld voor vaartuigen die niet in de provincie  zijn geregistreerd. Er zijn nu ook kweek zones en er zijn tijdstippen dat er op bepaalde soorten vis niet mag worden gevist.. Ook heeft ieder schip een vaarverbod van een maand per jaar, wat naar eigen keuze mag worden gekozen.
De vissershavens zijn nu verboden gebieden en zijn afgesloten. Alleen  op een klein deel van de lachas  kade mogen de toeristen van ver naar de schepen kijken. Wij, die jaren daar gevaren hebben, mogen er zelfs niet in.. De haven is nog hetzelfde als vroeger. Er is niets verbeterd. De gezonken schepen zijn wel gelicht en naar een ander plaats gebracht waar ze allemaal alsnog zijn gezonken.. Wel is er een drijvend dok bij gekomen en een syncrolift aan de Lancha kade voor het herstellen van de schepen. Er is ook een nieuwe scheepswerf die verscheidene nieuwe schepen heeft gebouwd.. De ingang van de haven die door een Belgisch bedrijf enkele jaren terug  werd verdiept is  bijna even verzand als eerder en het wordt opnieuw een gevaar bij het binnen lopen .In als de jaren dat wij hier nu zijn, is er aan de haven van Mar del Plata, niets verbeterd. Aan de Noord pier zou een aanleg steiger voor passagiersschepen worden gebouwd, maar zover is men tot op heden niet gekomen. Wel is er in de koopvaardij haven een graansilo gebouwd voor het beladen van de schepen.
Toen wij hier lang geleden kwamen, stond de kade vol met stapels graan in zakken.. Als zo'n stapel was verladen, moest de paletten vloer worden weggehaald. Eerst maakten de bootwerkers een omheining van zakken en gaan dan in de gecreëerde ruimte staan met een stuk ijzerdraad in de hand, om de duizenden ratten die te voorschijn komen als de paletten worden gelicht, dood te slaan.. De graansilo hebben ze bijna nooit kunnen gebruiken, omdat de schepen nooit de volle lading konden meenemen door de ondiepe ingang van de haven. In de zestiger jaren is er een Grieks vrachtschip uitgevaren en liep op een bank en zonk, maar gelukkig niet in de haven geul. Enkele jaren terug, lag de haven vol met gezonken vissersschepen. Het leek er wel op of het oorlog was geweest.. Na jaren gewacht te hebben, zijn ze dan begonnen om de schepen te lichten en werden de schepen in een hoek gelegd aan de gaspier, die nu ook niet meer gebruikt wordt, omdat er geen gas meer overzee wordt aangevoerd. De gelichte schepen, na daar ter plekke te zijn verzameld, zij daar ook weer allemaal gezonken.
Aan de Zuid pier was aanleg steiger gebouwd  om olie tankers te lossen, maar die kan niet worden gebruikt, door het zand wat tussen de rotsen van de pier stroomt en de plaats ondiep maakt.
In het Zuiden van Argentinië is er veel verbeterd. De haven van Rawson heeft nu twee havenhoofden die ver in zee uitsteken. Nog verder in het Zuiden zijn er ook verbeteringen aan de havens gekomen. Met al die vreemde fabrieksschepen die daar moesten lossen en laden, werden ook daar verbeteringen uitgevoerd.
Slot
Dit waren enkele anekdoten die ik mij herinnerde uit mijn vissers bestaan.
Veel van onze landgenoten die op de schepen waar zij op werkten,  hebben op de een of andere manier ook meegemaakt. Met uitzondering van het mosselen ongeval, wat ik persoonlijk heb beleefd.. De oudere generatie is nu bijna geheel verdwenen en de jonger generatie weet niet hoe het tot stand gekomen is.. De meesten denken dat het de Italianen zijn geweest, omdat niemand hen vertelt hoe het allemaal tot stand is gekomen.
En hoe zij zijn begonnen, rond de kust van Mar del Plata.
Nu is er in het haven gebied een grote kolonie van Italiaanse vissers, afkomstig van Napels en van Sicilië.
Enkele van onze kinderen gaan nog door in de Argentijnse visserij.
Dus blijven wij bestaan. !


Pierre Logghe.
Geboren in Oostende op 21 Februari 1929.


 De naam Klaas Ras heb ik niet terug kunnen vinden bij de namen van de Belgen,die naar Argentinië kwamen.
Ik neem aan dat hij een van de weinige Urkers is, die later wel in Argentinië is gebleven.

Einde

Wordt vervolgd.
Gelogd
zier
Schipper
*****
Berichten: 3619


wie de mens leerd kenne, leerd de dieren waardeere


Bekijk profiel
« Antwoord #1294 Gepost op: 03-01-2016, 16:21:51 »

Cor ik vind het helemaal geen verdrietig verhaal,die belgen zijn door gegaan en hebben het overleefd,dat ze veel hebben moeten opvreeten dat zal heus wel dat hadden die gasten die in de begin jaren 50 naar walvisbay gingen ook zo als evert van urk en arie tuit die hebben ook veel op moeten vreten want de fabriek was in handen van engelsen en dat was vuur en water.

Ik ben eigenlijk benieuwd of die pierre nog leeft en de naam van het schip van zen zoon ,ik had tog een beetje atenter moeten op leten die tijd dat ik er was,maar ja dat was ein maal.
Gelogd
vreemdeling
Schipper
*****
Berichten: 1860


Bekijk profiel
« Antwoord #1295 Gepost op: 04-01-2016, 09:28:17 »

 
Enkele oude kranten artikelen



No. 1
         
                               Burgemeester Keyzer toch naar Argentinië.

                               Hij vertrekt met omlijnde plannen.

Zoals gemeld, heeft de Argentijnse Luchtvaart Maatschappij, haar aanbod aan Burgemeester G. Keijzer van Urk, om voor haar rekening naar Argentinië te reizen voor een bezoek aan de in moeilijkheden verkerende Urker vissers,  moeten intrekken.
Thans heeft de gezant van Argentinië bij ons hof, de heer  A.M.R. Valenzuela het aanbod gedaan aan burgemeester Keijzer, om voor zijn rekening naar Argentinië te gaan.
De heer Keijzer heeft dit aanbod dankbaar aanvaard. Hij vertrekt Woensdag morgen.

In een onderhoud met de actieve burgemeester zeide hij er bij de besprekingen in Argentinië vooral naar te zullen streven, dat een verder verblijf van de vissers in het land waarheen zij met zoveel optimisme waren vertrokken, gegarandeerd kan worden.

Zij moeten daar echter alleen blijven als zij hun dagelijkse brood in de visserij kunnen verdienen, zo voegde de heer Keijzer hier met nadruk aan toe.
Het zijn visserlieden en dat moeten zij ook blijven.

In Argentinië is de levensstandaard niet erg hoog en als zij onder die omstandigheden in fabrieken te werk gesteld zouden worden, is het gevaar voor verpaupering niet denkbeeldig. Ook zou dan de mogelijkheid om de achtergebleven gezinsleden te laten overkomen, vrijwel uitgesloten zijn.

De burgemeester is vol goede moed. Hij heeft vast omlijnde plannen, welke hij in Argentinië tot uitvoering hoopt te brengen. Gezien de situatie waarin de vissers op dit ogenblik verkeren, kan hij zich over deze plannen uiteraard moeilijk uitlaten.

De heer Keijzer hoopt Vrijdag 28  Maart in Nederland terug te zijn.




 

No.2

                                   Urker Hulde aan Argentijnse gezant.

Burgemeester G.Keijzer van Urk en zijn blonde dochtertje mochten woensdag een bezoek aan de Argentijnse gezant, de heer A.R.M Valenzuela brengen, om deze diplomaat namens de Urker bevolking te danken voor hetgeen hij deed voor het welzijn van de vissers van Urk in Argentinië.
Zoals men weet werden deze Urkers aangemonsterd door de Belgische zakenman Gabriel van Echec, om vissersschepen naar Argentinië te varen. Hun werd daar werk geboden doch door een arbeids conflict met de vissers, maar de vissers wilden niet op Zondag werken, verbrak de Belgische werkgever het accoord.
Op uitnodiging van de Argentijnse gezant is burgemeester Keijzer  naar Argentinië gevlogen om te trachten het geschil bij te leggen. Dit is niet gelukt, doch wel is er een gerede kans, dat de Urkers in het nieuwe land een behoorlijk bestaan zullen krijgen.

In een map waarop het Urker wapen, een vis op een schild was aangebracht, werd door Puck Keijzer aan de gezant een oorkonde in vers vorm als hulde en dank voor diens bemiddeling en hulp, overhandigd.

De oorkonde werd gecalligrafeerd en getekend door de gemeente architect van Urk, de heer J.H. van der Spek, die in vier verzen de daden van de heer Valenzuela en Keijzer neer schreef.
Een bouquet Hollandse tulpen begeleidde deze hulde.


Wordt vervolgd.
Gelogd
vreemdeling
Schipper
*****
Berichten: 1860


Bekijk profiel
« Antwoord #1296 Gepost op: 06-01-2016, 07:38:39 »

     
                                  Relaas van mislukte emigratie.

            Urker Vissers als verloren zonen uit Argentinië teruggekeerd.


     Verbitterd doen zij een boekje open over onze legatie in Buenos Aires.

                                                                  Van  een onzer verslaggevers

Jan Korf, 50 jaar oud en Reinier Korf, een achterneef van Jan, zijn gisteren op Urk teruggekeerd van hun mislukte emigratie naar Argentinië. Welhaast als verloren zonen  zijn zij door hun familie op het voormalige eiland ontvangen.
De verhalen die zij in de familiekring vertelden, zijn samen te vatten in enkele woorden. Argentinië is een prachtig land. Er zijn voor vissers geweldige mogelijkheden, maar men heeft de Urkers laten zitten en geen hand uitgestoken, toen zij dringend steun nodig hadden. Daarom is de emigratie , althans wat Jan en Reinier aangaat op een mislukking uitgelopen.

Reinier, die 30 jaar is en jong gehuwd en allerminst de indruk maakt ontberingen geleden te hebben........ hij is zwaar en dik geworden ….. vertelde het volgende.
Hij heeft na het mislukken van de visserij van alles uitgevoerd en onder meer als timmerman gewerkt  Een West- Europese arbeider, aldus Reinier, kan het echter in
het zuidelijke land, dat helemaal ingeleid is op zuidelijke gewoonten, niet uithouden. Als hij nu maar zo weinig behoeften had als de Italianen bijvoorbeeld, dan  zou het wel gaan, maar van de 1400 pesos per maand, ( 350 gulden ) die Reinier verdiende, moest hij 600 pesos voor huur van een woning betalen. Van de overblijvende 800 pesos moest hij leven en  …..al zijn de levensmiddelen goedkoop, dat, wat het leven voor een Nederlander gezellig maakt..... meubelen en kleren.... is verbazend duur. Reinier zag dus geen kans van deze 800 pesos per maand zijn vrouw te laten komen.
Voor de Belgische reder Van Iseghem had Reinier niet één goed woord . Hij zag het in ter zijde schuiven van het contract door deze man een poging om van de Urkers af te komen, toen hij zijn schepen in  Argentinië had. Het was helemaal niet nodig om op Zondag te vissen, aldus Reinier, want op de andere dagen van de week was er best een boterham te verdienen, maar hij wilde dat nu eenmaal.

Zwervers.
Nadien zijn de Urkers gaan zwerven, Zij zijn  van Mar del Plata naar San Pedro gegaan en hebben op een onbewoond  eiland gezeten, waar zij van honger en nattigheid bijna omkwamen, omdat zij daar geen vis vingen, zoals in de bedoeling lag.
De netten, waarmee zij moesten werken, bleken namelijk volkomen ondeugdelijk te zijn. Teunis Ras en zijn 18 jarige zoon zitten nu nog op het eiland.
Het dichts bijzijnde dorp, waar zij levensmiddelen kunnen kopen, ligt 27 km verwijderd, Die afstand moeten zij roeien.
De laatste bijzonderheden hoorden wij uit de mond van Jan Korf. Hij is ouder, grijzer en meer verbitterd dan zijn jonge reisgenoot. Hij is vooral gebeten op de autoriteiten van de Nederlandse emigratie in Buenos Aires, die alles gedaan hebben, aldus Jan Korf, om het hun zo moeilijk mogelijk te maken. Toen de Belgische reder  zijn contract verbrak, waardoor de Nederlanders zonder geld kwamen te zitten, werden zij niet geholpen, en later, bij het contract van de rust stond niets in het contract, dat in Nederland gesloten is.,van de Zondagsrust evenmin. Maar volgens  Jan Korf was mondeling afgesproken , dat de Urkers op Zondag niet zouden vissen.

De Zondag.
Als het nu met de makreelvisserij maar goed gegaan was, dan was het wel meegevallen. Daar kunnen schatten mee verdiend worden. Maar toen bleek dat de beschikbare netten volkomen ongeschikt waren voor deze visserij, eiste Van Isechem dat de Nederlanders  verder de zee op zouden gaan en twee reizen per week zouden maken. Dit bracht hun Zondagsrust in gevaar en dat was volgens Jan Kolf, volkomen tegen de afspraak.
De Urkers hebben toen de schepen verlaten. Van Isechem kwam met de eis om schadevergoeding van 3800 pesos per persoon. Jan Korf laakte het zeer in de Nederlandse emigratie-autoriteit in Buenos Aires dat hij er op aangedrongen heeft dat de Urkers deze schadevergoeding zouden betalen. Daarmede, aldus Jan Korf, heeft hij zich achter de Belgische reder geplaatst en verried hij ons.
De Urkers hadden met de treilvisserij een net verspeeld en later met een volkomen ongeschikt net nog een week “gemoord “. Van Isechem vond de besomming echter te weinig en dulde niet, dat zijn bedrijf op Zondag stil lag. Als zij daar maar aan toegegeven hadden, waren zij nu niet hier en dan zouden ook hun gezinnen, die tot nu toe van de steun geleefd hebben, overgekomen zijn. Volgens Jan Korf is deze emigratie dus mislukt, dank zij de principiële vasthoudendheid van de Urkers.

Geen eigen scheepjes.
De Urkers zaten toen met niets in Argentinië. Als zij maar een paar scheepjes hadden gehad, zouden zij er wel gekomen zijn, aldus Jan Korf. De Italianen, die vrij kunnen binnenkomen en zoveel kunnen vissen als zij willen, lenen 200.000 pesos om een schip met toebehoren te kopen en die som betalen zij in twee jaar af. De Nederlanders wilden de Urkers wel helpen, maar de makreelvisserij, die op kleine  scheepjes beoefend wordt, is geheel in Italiaanse handen. Zij beheren ook de vismeel fabrieken. Daar kon dus niemand anders bijkomen, want die weg is afgesloten. De zeevisserij kan alleen maar beoefend worden met grote schepen en grote netten. Er worden op deze visserij 1000 a 1500 kisten vis op een reis gevangen. De hele Urker vloot zou er best kunnen renderen. De moeilijkheden voor de Urkers werden echter nog groter, doordat de legatie verzuimd had een werkvergunning aan te vragen, toen het misliep met de visserij. Zo stonden zij op een gegeven moment zonder inkomen. De Gereformeerde kerken in Buenos Aires en Tres Arroyos hebben wel financieel geholpen, maar de legatie weigerde elke ondersteuning uit te keren. Ook toen zij , zoals Jan Korf vertelde, 36 pesos vroegen toen een zegel op een document moest worden geplakt. Als honden hebben ze ons behandeld, aldus Jan Korf.
Arie Sonneveld, de zoon van ds. Sonneveld heeft zoveel mogelijk geholpen, waardoor zij in staat werden gesteld de rivier visserij uit te oefenen. Maar eer het zover was, was er zoveel tijd voorbij gegaan dat het seizoen voor de riviervisserij over was.
Toen heeft men nog allerlei kleine karweitjes aangepakt en het slot is dat mannetje voor mannetje terug komt uit Argentinië. Zoals gezegd, alleen Teunis Ras en zijn zoon zijn achtergebleven.

Goed Voorbereid.
Men kan niet zeggen dat de emigratie niet goed is voorbereid. Het contract met de Belgische reder is getekend in tegenwoordigheid van de burgemeester van Urk, ds Sonneveld van Argentinië, dr Vonk van Urk, een technicus en jurist en een econoom van de emigratie dienst in Den Haag. Het moet dus wel goed nagelezen zijn en daaraan heeft het zeker ook niet gelegen.. Waar het dan wel aan lag ?. Teunis Ras en zijn zoon, die op het onbewoonde eiland zitten, worden nu geholpen en zetten door. Misschien hebben deze Urkers teveel vergeten, dat emigratie toch doorzettings- vermogen eist, dat alles van de emigranten zelf moet komen. Jan Korf wil wel terug naar Argentinië, als hij voldoende hulp kan krijgen en Reinier wil proberen bij de hydrografische dienst van de Marine  terecht  te komen. Daar heeft hij vroeger ook bij gezeten. Maar allereerst gaat Jan Korf naar Den Haag om een boekje open te doen over de emigratie ambtenaren bij onze legatie te Buenos Aires, want daarover raakt  hij de eerste veertien dagen nog niet uitgepraat.





n.b..
Van dit kranten artikel vallen mij twee uitspraken op.
In paragraaf “Zwervers “ zegt Jan Korf, dat de afspraak over de zondag, mondeling is gemaakt.
In de paragraaf “Goed voorbereid “ wordt een opsomming gegeven, wie aan de contract ondertekening hebben meegewerkt.

Waarom is dan de Zondag kwestie ook niet in het contract komen te staan. Is men daar dan te luchter overheen gestapt ?
Gelogd
vreemdeling
Schipper
*****
Berichten: 1860


Bekijk profiel
« Antwoord #1297 Gepost op: 06-01-2016, 07:41:05 »



Vragen door de leden der kamer gedaan overeenkomstig artikel 116 van het Reglement van Orde, en daarop door de Regering gegeven antwoorden.

Schriftelijk beantwoorde vragen.

3005     VRAGEN van de heer Haken in verband met de aan haar Argentijnse ge ëmigreerde Urker vissers verleende hulp.
                              ( ingezonden 8 October 1953 )

1. Is het de Minister bekend, dat de Urker vissers, die bijna een jaar geleden naar Argentinië zijn ge-ëmigreerd, door ontbering en armoede gedwongen zijn weer naar huis  terug te keren ?
2. Is het waar, dat deze vissers de laatste maanden geheel afhankelijk zijn geworden van particuliere liefdadigheid, en dat de betrokkenen zonder middelen van bestaan zijn geraakt.
3. Is het waar, dat het Nederlandse gezantschap te Buenos Aires onvoldoende hulp aan de gedupeerde vissers heeft geboden.
4. Wanneer laatsgenoemde vraag bevestigend moet worden beantwoord, welke maatregelen denken de betrokken Ministers tegen bovengenoemd orgaan te nemen, dat zich onvoldoende van zijn taak heeft gekweten.
5. Zijn de beide Ministers niet van mening, dat de Regering in deze aangelegenheid in haar plicht is te kort geschoten en maatregelen dient te nemen om de getroffenen schadeloos te stellen.




Antwoord van de heer Suurhof, Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, mede namens de heren Beven, Minister van Buitenlandse Zaken, en Luns, Minister zonder Portefeuille.
                                  ( Ingezonden 27 October 1952 )

1. Ten gevolge van familie omstandigheden, heimwee of omdat zij in enkele
gevallen wellicht ten rechte,, in andere gevallen voordat hiervan het bewijs werd geleverd, geen toekomst aanwezig achtten in Argentinië, zijn tien van de twintig Urkers, welke op 5 Januari 1952 in Argentinië arriveerden, gerepatrieerd. Eind September dienden vier anderen een informeel verzoek tot repatriering in. Het is niet uitgesloten, dat één van deze vier toch in Argentinië zal blijven. Van de zes overigen, werken, met voorlopig niet onredelijke verwachtingen, thans drie nog als vissers, de ander drie in andere beroepen. Deze waren ook in Nederland geen vissers.
2. Ten einde hun plannen om over te gaan op rivier visserij, waarin zij grote voordelen zagen, te kunnen verwezenlijken, was het voor de Urkers noodzakelijk over voldoende kapitaal te beschikken om het benodigde materiaal aan te schaffen en om de kosten  voor levensonderhoud te bestrijden tot her tijdstip, dat redelijke bestaans mogelijkheden zouden zijn verkregen. De betreffende financiële middelen werden door de Nederlandse Raad, particulieren en de Gereformeerde Kerk bij wijze van voorschot verschaft.
3. Uit de terzake ontvangen inlichtingen is gebleken, dat Harer Majesteits Gezantschap te Buenos Aires zonder ophouden de Urkers heeft bijgestaan, toen moeilijkheden rezen met hun oorspronkelijke werkgever en de collectieve werk- en verblijfs vergunning in individuele vergunningen moest worden omgezet, hetwelk geen eenvoudige opgave was, daar ander bestaans mogelijkheden moesten worden gevonden en ook voor de realisering daarvan, financiële middelen nodig waren. De ambtsvoorganger van mijn ambtgenoot van Buitenlandse Zaken heeft daarin dan ook aanleiding gevonden tegenover de betrokken ambtenaren van Harer Majesteit  Gezantschap te Buenos Aires uiting te geven van zijn waardering voor de wijze, waarop deze kwestie door hen is behandeld.
4. Gezien het gestelde onder ten derde, acht zijn ambtgenoot zich ontslagen van de beantwoording van deze vraag.
5. Noch zijn ambtgenoot van Buitenlandse Zaken, nog ondergetekende kunnen inzien op welke wijze Regering te kort geschoten is in deze particuliere opgezette onderneming, waar, onmiddellijk toen nodig bleek, hun ambtsvoorgangers in gezamenlijk overleg de nodige stappen hebben doen ondernemen door Harer Majesteits Gezantschap te Buenos Aires. Van schadeloosstelling kan dan ook geen sprake zijn. Opgemerkt wordt nog, dat in Nederland achtergebleven gezinnen van de naar Argentiniè vertrokken Urkers, bij wijze van uitzondering, zijn )worden ) geholpen overeenkomstig de bepalingen van de Sociale Voorzieningen ) groep B ) voor werklozen, en wel op de wijze, welke in het algemeen slechts geldt voor gezinnen van met Rijks subsidie ge/èmigreerde personen. De termijn van deze hulp verlening die als regel 6 maanden bedraagt, is voor de gezinnen van de niet uit Argentiniè terug gekeerde Urkers inmiddels verlengd.

                                             
Deel in Aanhangsel Tweede Kamer
         Zitting 1952 1953



EINDE



Gelogd
zier
Schipper
*****
Berichten: 3619


wie de mens leerd kenne, leerd de dieren waardeere


Bekijk profiel
« Antwoord #1298 Gepost op: 06-01-2016, 13:34:21 »

Nou cor daar kan je 60 jaar later nog een heel regiment advocaten op af sturen en dan komen ze er nog niet uit.
Maar het draaid alemaal weer om dat eene punt,dat zondags vissen.
Een zootje hotemetoten aanwezig bij het tekenen en het bewijst net dat ze er voor niks zaten,als er een oude urker bij gezeten had en die nog al kerkelijk geweest was haden ze misschien meer aangehad,want die had ze er misschien op gewezen.

Jammer dat er niets bekent is over teunis ras en zen zoon .

Als je dat antwoord leest van die ministers dan gruw je gewoon,en kom je tot de slotsom dat het heden ten dagen nog steeds het zelvde is aleen de namen zijn anders.
« Laatste verandering: 06-01-2016, 19:20:20 door zier » Gelogd
vreemdeling
Schipper
*****
Berichten: 1860


Bekijk profiel
« Antwoord #1299 Gepost op: 09-01-2016, 09:40:30 »

De vissersdorpen en hun bewoners.

Langs een strook  vanaf  de Moray First tot Aberdeen is de kust lijn overvol van kleine vissers dorpjes. In de Noord Oost hoek van Schotland, wat ook wel Buchan of de Knuckle werd genoemd, was de visserij gedurende generaties lang, de eerste bron van het  bestaan.
Mijn over grootvader David Gault en zijn voorvaderen groeiden op in Portknockie, maar later verplaatsten zij zich oostwaarts naar Banff, waar hij zich vestigde met zijn familie. Andere leden van mijn familie vestigden zich in Portsoy Buckie, Whitehills en Macduff.
De huizen werden gewoonlijk in rijen gebouwd, dicht bij de zee en tegen de oprijzende heuvels aangedrukt. De kleine afstand naar de zee had een puur praktisch aspect. In vroegere tijden, voor de oprichting van productie eenheden, moesten de families, letterlijk gesproken, alles zelf dragen. De netten en visserij spullen moest vanaf het schip naar de huizen worden gebracht om daar te worden opgeslagen tussen de vangsten. De huizen waren gewoonlijk gebouwd zonder verdiepingen met een vliering voor de opslag van de visserij spullen en het drogen van de netten.
De huizen waren maar klein en soms moeten zij wel overvol zijn geweest, zoals een volkstelling uit 1841 laat zien.
Het adres is Portknokie. Twee kamers met een of meer ramen.
Margrete Galt 45 jaar.
James      Galt 14 jaar
John        Galt 12 jaar
Joseph     Galt 10 jaar
George    Galt   8 jaar
David      Galt   6 jaar   ( wat later mijn over grootvader zou worden )
Margrete Galt   2 jaar
Het hoofd van het gezin, James Galt, was niet thuis en was vissende toen deze volkstelling werd gehouden.

Mijn moeder groeide in een soort gelijk huis op in het dorpje Banff. Het huis was gevestigd aan het einde van de steile Campbellstraat waar zij over gaat in de St.Catherinestraat. Mijn grootvader kocht dit mooie huis en gaf het de naam  “ Primula Heuvel “.
In de zomer van 1999 werd mij het interieur van dit huis voor de eerste keer getoond door een vriendelijk oud stel, wat daar nu woonden. Zij toonden mij ook de vliering waar mijn grootvader zijn netten en visserij spullen op sloeg. Maar nu is deze vliering veranderd in extra slaap ruimte.
De achter tuin was uitgestrekt en toen ik daar rond doolde. kon ik mij de verhalen van mijn moeder herinneren. Hier hield  en bewaarde zij alle vreemde objecten en dieren, die mijn vader ooit meebracht na een week op zee te hebben gezworven. Eens bracht hij zelfs een jong zeehondje mee. Mijn moeder hield het huisdier zeehondje in een teil  op de achterplaats en droeg het zeehondje dagelijks naar het strand om het beest  te laten zwemmen.. Zij hield daar in de achter tuin, ook nog een ezel en een hond.
Ik veronderstel dat haar oudere broer Sandy, met haar vader mee naar zee ging en het moet wel iedere keer een hartelijk welkom zijn geweest, als zij weer terug keerden.
Het levens ritme van de vissers bevolking was erg afhankelijk van de jaarlijkse verplaatsingen van de haring scholen. Het weer was natuurlijk ook onbetrouwbaar en veel gewaagde en gevaarlijke reizen werden uitgevoerd bij de achtervolging van de “zilveren lievelingen “ ( haring ).
Menig visserman liet hierbij het leven. En hier vindt u ook de bestemming van sommigen, van mijn eigen familieleden, zoals

Mijn moeder's achteroom, James Goodbrand. 
In de nacht van de 13e December 1908, werd zijn Zulu zeil vissersschip genaamd “Atalanta “ met visserijnummer BF 625. thuishorend in Portsoy, overvaren door het stoom vrachtschip “Perth “.
De aanvaring geschiedde kort nadat de “ Atalanta “ Lowestoft had verlaten, voor de thuisreis, aan het eind van de najaar haringvisserij seizoen.
Twee van de zeven bemanningsleden,  lieten hierbij het leven.
De “Atalanta “ was in 1901 in Buckie gebouwd.

Mijn moeders oom, John Goodbrand.
Geboren in 1875, stierf hij op 48 jarige leeftijd op 8 December 1923 om 4.30 n.m.  in de Moray Firth, tegenover de Fordyce parochie van Banffshire. Hij was de zoon van John Goodbrand, een visserman. De doodsoorzaak was verdrinking door een ongeval tijdens de uitoefening van de visserij., op het m.s. `Sovereign` met visserij nummer BF 1708, volgens het verslag van de Jury. Bij hetzelfde ongeval verdronken nog twee visserlui.

John George Blair.
De echtgenoot van mijn moeders nicht Jessie, die geboren was in 1901, stierf ook op zee  op 30 September 1937 in de Noordzee, ongeveer 8 mijl ZO van Buchan Ness. Hij was 2e machinist op de `Taylor ` Bij hetzelfde ongeval verdronken ook nog. drie andere zeelui.
Een van de ergste visserij catastrofes in de Schotse geschiedenis, gebeurde in de Moray Firth in Augustus 1848.
Over de 800 honderd vissersvaartuigen waren uit Wick naar zee vertrokken op de vrijdag namiddag van de 18e Augustus. Zij waren ongeveer 10 mijl in zee en schoten daar hun drijfnetten.
Rond middernacht was het duidelijk dat het weer  was verslechterd. De wind was toegenomen en de zee werd ruwer en veel schippers besloten daar, om de netten scheep te halen en opperte te gaan zoeken.
Zij waren in dit geval de gelukkigste en de wijste personen. Bij elkaar, langs de hele  oostkust, was deze storm verantwoordelijk voor het verlies van 124 vissersvaartuigen en 100 mensen levens. Zij lieten 47 weduwen achter en 161 kinderen.

Deze onberekenbare manier van leven gedurende de eeuwen, leidde tot een gehechtheid en gevoel van solidariteit onder de vissersbevolking en ontwikkelde een soort “stammen “ manier in de omgang met elkaar in het dagelijks leven.
Huwelijken binnen de groep waren over het algemeen regel in de vissers gemeenschappen. Jongens huwden in hun vroege twintiger jaren en de meisjes huwden zelfs eerder.
Vrouwen hadden een zeer speciale plaats in deze gemeenschappen. Zij namen in het geheel deel in de werkzaamheden van hun man en leidde een werkzaam leven..
Geen vrouw van de “buitenwereld “ werd fysiek of psychologisch fit genoeg geacht voor de stress en de zwaarte van de werkzaamheden, met betrekking tot de normale praktijk van de beug visserij.
Het zoeken van aas, mosselen pellen, het werken met scherpe haken bij het azen van de beuglijnen, de gevangen vis strippen en  mijlen rond sjokken met de mand met vis, om de vangst van haar man, dag aan dag in de omgeving te trachten te verkopen.
Over de kinderen van visserlui was bekend, dat ze steevast het beroep van hun vaders kozen.

De praktijk van dit soort huwelijken binnen de groep, leidde er toe dat de mensen in deze vissers gemeenschappen maar de beschikking hadden over een kleine hoeveelheid achternamen. Enkele namen hadden al geslachten lang te maken met speciale plaatsnamen. bv. Burgon met Eyemouth, Patience met Avoch, Coult  en Tate met de omgeving van Buchan..
In het dorpje Downies, ten zuiden van Aberdeen  hadden 236  van de 249 inwoners  vier achternamen … de namen Wood, Main, Leiper en Knowles en de andere 13  inwoners en hun gezinnen, hadden niets met de visserij te maken.
In deze situatie was het gebruik van bijnamen wijdverspreid en het was echt een noodzaak om zo over en met elkaar te communiceren..
Het was de gewoonte voor mannen, dat zij bekend stonden door de naam van het schip, waar zij op vaarden, maar meer bijnamen waren veelal denkbeeldig.
Een van mijn moeders neven met de naam James Bruce, stond bij iedereen bekend als “Cackie “ ( kaakje ) en de bijnaam van mijn over grootvader was “Old Daisy “. ( oud madeliefje ).

Mijn beperkte familie onderzoek bracht aan het licht dat er 10 Alexanders Gault en 6 Davids waren en aan de Goodbrand  kant, 6 Alexanders, 7 James en 6 Johns.
Mannen met de namen Alexander werden ook wel Sandy of Alick genoemd en als er teveel Sandy's waren, noemde mijn moeder ze om hen te benadrukken met  … Ik bedoel onze Sandy.
Doddie was de koosnaam voor  George.

Sommige van deze vissersdorpen bestonden al voor 1500. In 1677 werd Portknockie gesticht  door mensen uit Cullen. In 1716 creëerde Thomas Ord het dorp Findochty, door zich daar te vestigen met 13 visserlui en vier jongens uit Fraserburgh.
Mackduff groeide van een klein plaatsje in 1732 met slecht 4 vissers huisjes tot een groot dorp van 1000 inwoners in 1790..
En er waren ook veel verhalen over de strandingen van vreemde schepen in het verleden en de schipbreukelingen nieuwe gemeenschappen stichtten, zoals Newhaven ( door Hollanders ) en Rosehearty ( door Denen ). Ook gedeeltelijk veroorzaakt door de op grote schaal van verplaatsing van visserij mensen van de oostelijke delen van Schotland naar de Kintyre streek in het westen in de 17e en 18e eeuw. Het Gaelic dialect wat bijna was uitgestorven, werd nu een  gebruikers taal.
Mijn moeders woonplaats Banff heeft overzichten gemaakt wat terug gaat tot de Hanzestad periode in de 12e eeuw en waarschijnlijk was het een handelscentrum voor het noorden van Schotland, zoals de stad Bergen in het westen van Noorwegen was.


Wordt vervolgd
Gelogd
zier
Schipper
*****
Berichten: 3619


wie de mens leerd kenne, leerd de dieren waardeere


Bekijk profiel
« Antwoord #1300 Gepost op: 09-01-2016, 16:28:47 »

na een uur eindelijk een foto verkleinen weer onder de knie,zal wel met ouderdom te maken hebben.

cor dit is de campbellstreet en het huis aan de linker zijde moet primula heuvel wezen het is het laatste huis van de straat ,want aan de rechter zijde  is van resente datum.
en aan het gesteente te zien gaat dit huis wel een paar honderd jaar mee.


* banff_1_1.JPG (43.78 KB, 717x482 - bekeken 835 keer.)

* banff_2_1.JPG (58.57 KB, 719x480 - bekeken 857 keer.)
Gelogd
Maart
Schipper
*****
Berichten: 753


mijn worstelaers staen in de zije


Bekijk profiel
« Antwoord #1301 Gepost op: 10-01-2016, 11:28:23 »

Morge Cor ,Zier 1 van die haventjes Cove bij Aberdeen word nou bedreigt na honderde Jaren door een land eigenaar namelijk Pralhad Kolhe waar die vandaan komt weet ik niet  met sluiting hij heft het strand geblokeerd met Keien  zodat de visserman er niet bij kunnen komen scheepje legge op het strand


* _85469608_coveharbourbbc.jpg (56.6 KB, 624x351 - bekeken 780 keer.)
Gelogd
zier
Schipper
*****
Berichten: 3619


wie de mens leerd kenne, leerd de dieren waardeere


Bekijk profiel
« Antwoord #1302 Gepost op: 10-01-2016, 14:05:52 »

maart heb die die stenen op het land neer gelegen zo dat de mensen niet meer rijdent bij der bootjes kunnen komen,of in het water zo dat ze met der bootjes niet meer het strand op kunnen varen ??.
Gelogd
zier
Schipper
*****
Berichten: 3619


wie de mens leerd kenne, leerd de dieren waardeere


Bekijk profiel
« Antwoord #1303 Gepost op: 10-01-2016, 14:29:00 »

heb het al gevonden maart.

ze zullen waarschijnlijk der haven geld niet betaald hebben ,dus is de haven even gesloten.


* cove_1.JPG (103.68 KB, 1007x634 - bekeken 877 keer.)
Gelogd
vreemdeling
Schipper
*****
Berichten: 1860


Bekijk profiel
« Antwoord #1304 Gepost op: 11-01-2016, 08:17:08 »


Deel 2

Kleding en dracht
Het vissers volk was gemakkelijk herkenbaar aan hun manier van kleden. Het was belangrijk om warme en weerbestendige kleding te dragen wanneer zij naar zee gingen. Op veel plaatsen zonder havens, waar de schepen vanaf het strand naar zee vertrokken, was het een gewoonte dat de mannen naar hun boten werden gedragen, om te voorkomen dat zij al nat waren op de eerste werkdag. De kledingstukken van de vissers werden op verschillende manieren behandeld om het waterdicht te maken. Voor de komst van het oliegoed rond 1920, werd de stof behandeld met lijnolie of een  mengsel van  getrokken eikenschors, barkit genoemd.
Lies laarzen, gemaakt van leer, was een noodzakelijkheid.. Het leer werd steeds weer behandeld  om het waterdicht te houden. Op sommige plaatsen werd levertraan gekookt, wat daarna werd vermengd met teer of reuzel, om hetzelfde resultaat te behalen.
Flanellen ondergoed, vesten en dikke truien , dikke blauwgekleurde broek en zware jassen, werd door hen gedragen. Een sjaal voor kwam, dat water in de nek kon lopen.. De kleding op zee had vaak geen knopen,, zodat zij niet konden worden gegrepen  door de vislijnen en de netten..
Rubber laarzen werden pas gebruikt rond 1930 en rond die tijd werd oliegoed, vaak geel van kleur,. ook vaak gedragen.
De kleding gewoonte varieerde van plaatst tot plaats, maar in het algemeen, als men aan de wal was,droegen de  vissers donker blauwe pakken met een dubbele rij knopen en een platte pet. Oudere vissers vonden zich goed gekleed in hun truien. In vroegere tijden kon men vertellen waar een vissers vandaan kwam, aan het brei patroon van de truien.
De vissers vrouwen waren gemakkelijk herkenbaar aan hun gestreepte rokken, donkere cape en een hoofddoek. Zij droegen hierbij witte kousen en schoenen die op slippers leken.- en hierbij een mand dragend, met hun handelswaar. De vrouwen uit Newhaven hadden een bijzondere kleurrijke kleding, bestaande uit een  witte rok met rode strepen, onder een over rok met gele strepen aan de binnen kant. De sjaals en blouses waren van een vastgesteld patroon.. Zij werden ook wel de “gele vlinders “ genoemd.
In de Noord Oostelijke districten hadden de vrouwen uit de verschillende dorpen een nauwgezet patroon voor hun omslag doeken. Rode en zwarte dobbelstenen in het district Inverallochy en Cairnbulg en zwart met blauw in  St.Combs, zwart en wit in Broadsea, grijs en wit in Pitulie en natuurlijk bruin in Rosehearty.
De vrouwen werkten meestal in groepjes van vijf personen om een kist vis aan de kade te kopen, wat zij dan onder elkaar verdeelden. Als ieder zijn gekozen aandeel had, werd dit in een mand geladen en in een kleinere draag mand, met een totaal gewicht van zo'n 50 kg. aan natte vis, wat op de rug werd gedragen. Het gewicht werd verdeeld door een band over haar voorhoofd.

Een groot repertoire van taboes  en bijgeloof werd in de vissers gemeenschappen geconstateerd.
Sommige overtuigingen waren plaatselijk, maar veel er van waren algemeen en veel hiervan werd ook onder de Europese zeevarenden terug gevonden..
Om sommige dieren  met hun eigen naam te noemen, waren taboes. Deze werden dan met andere namen aangeduid. En in het bijzonder het varken, het konijn, de haas en de zalm. Deze werden dan met andere namen aangeduid, zoals “Hunsel “voor varken, “rode vis “voor zalm en “langoor “voor de haas en het onbedoeld gebruik van een verkeerd woord lokte dan het antwoord “met de helm geboren“ op en zou men het dichtstbijzijnde ijzerhoudend stuk  metaal aanraken.
Veel van dit soort bijgeloof kan worden terug gevoerd  naar het geloof in heksen en de verzamelnaam in het Schots is  het woord “freest “, wat afgeleid is van het woord “fruit”. Wat de betekenis heeft van  een goede essentie in een object, wat door een heks kan worden gestolen of door een boze geest. Interessant is, dat dit bijgeloof , wat waarschijnlijk voor een groter deel van de samenleving gold, langer in de visserij gemeenschappen heeft voortgeleefd.

Ik herinner mij, dat mijn moeder heel bijgelovig was.. Als zij iets op de vloer liet vallen, betekende het altijd als iets speciaals, een waarschuwing vooraf, van de komst van iemand. Als dit  soort taboes bij  ons kinderen overkwam, moest mijn moeder altijd een stuk kaal hout aanraken.. Mijn moeder had een speciale gave door de toekomst te kunnen voorspellen uit theebladeren en deze gave was spoedig wijdverspreid in de omgeving.. Wij als kinderen plaagden haar maar hiermee en zeiden tegen haar.... Als jij in een ander tijdperk had geleefd, zouden ze je als heks  hebben verbrand.

Het gevoel van religie was ook erg sterk in de meeste van de oude gemeenschappen en de Schotse visserlui waren erg standvastig in hun geloof.. De negentiende eeuw was over het algemeen een periode van een sterke vorm van religie. De breuk met Church of Scotland naar de Free Church in 1843, trof alle geledingen van de samenleving, maar de visserlui stonden dikwijls bekend voor hun naleving van de Zondag en het bijwonen van de kerkdiensten. Langs de hele kust werd de Zondag algemeen beschouwd als een rustdag voor het vissen, als voor mensen en er werd dan ook geen visserij uitgeoefend. Het Leger des Heils, werd een zeer gerespecteerde en toonaangevende instelling in veel van de vissers plaatsen, samen met de Koninklijke Nationale Missie voor Diepzee Vissers , wat werd opgericht in 1881. De Baptisten kerk was ook sterk vertegenwoordigd.
De haringvisserij in de vroege jaren van de negentiende eeuw stond bekend om de aanzienlijke consumptie van whisky. Een fles per dag maakte deel uit van een contract tussen een schipper en de verwerkers van de haring. En het is misschien niet erg verwonderlijk dat een drank onthouding beweging, verbonden raakte met de religie, toen de eeuw zich voortzette.. Veel vissersgemeenschappen hadden hun eigen bewegingen om de “demoon “van de drank te bestrijden.

De bemanningen van de vissersschepen gebruiken een scala aan methoden om een eerlijke verdeling van de vangsten te waarborgen. In het plaatsje Golspie bijvoorbeeld waren er twee manieren om dit te doen. Bij de eerste manier maakte de bemanning, gewoonlijk bestaande uit 4 personen, vier gelijke  stapels vis van de vangst gemaakt en gingen dan met hun rug naar de stapels staan en aan een  neutrale voorbijganger werd dan gevraagd , wijzend op een van de stapels.....” Co leis seo “ of vertaalt..... voor wie is deze, waaraan dan een van de bemanningsleden reageerde. En dit werd zo herhaald tot ieder bemanningslid een stapel vis was toegewezen.
De tweede methode, een verfijning van de eerste, maakte gebruik van een herkenning teken van elk  der opvarenden. Een neutrale voorbijganger vroeg van elk der opvarenden een bepaald object b.v. een mes, een pet of een steen , en legde dit op een bepaalde stapel vis. Het object moest wel bij ieder van de opvarenden bekend zijn, wiens eigendom het was.

Schepen en Gereedschappen.
Visserij werd al in de Prehistorie in Schotland bedreven.  Beenderen van vissen ,op archeologische plaatsen gevonden, bewijzen dat zelfs de off shore visserij  met schepen moet hebben plaats gevonden. Het is niet zeker, welk soort vaartuig hier voor werd gebruikt. Maar waarschijnlijk werden hier gedeeltelijk huiden voor gebruikt.
De Noorse professor Sverre Marstrander en Paul Johstone hebben geprobeerd een dergelijke huid boot te reconstrueren aan de hand van een rots tekening op Kalnes bij het plaatsje Sarpsborg.
De boot werd bekleed met acht huiden op een frame van elzenhout en cement en dit scheepje bleek zeewaardig voor de kust wateren. De replica”van het verdwenen schip “Brendan”, gebouwd door Tim Severin in 1976, was zelfs sterk genoeg om de Atlantische Oceaan over te steken via de Faeröer eilanden en IJsland.

Onderzoekers zijn van mening dat de prototypes van de Schotse vissersvaartuigen  zijn oorsprong vinden in de oude Scandinavische ontwerpen. Het Noorse erfgoed lijkt heel duidelijk in al hun oude vormen, op de Schotse vissersschepen, met de geklonken planken of stroken en het dubbele einde ontwerp van de romp, met vergelijkbare voor en achtersteven.
En ook de manier van bouwen, waarbij de kiel en de onderste huid stroken op hun plaats worden gelegd, voor de versterkende spanten worden geplaatst. Er zijn verslagen van Noorse boten die in Shetland werden ingevoerd in de voorgaande eeuwen, b.v. In 1566-67 , werden er 17 boten vanuit Bergen naar Shetland gebracht en in 1620-21 er weer 17 werden  gebracht.  En in de jaren rond 1740, werden met een vrachtschip uit Shetland  vanuit Sørøysund in Noorwegen, acht stuks zes riems roeiboten en vier en twintig vier riems roeiboten gebracht en eveneens wat hout en teer. Van de oude rekeningen blijkt dat de boten in sets zijn aangekomen, klaar om in elkaar gezet te worden in Schotland  en voorzien van een volledig tuig,
Het blijkt dat de jol ( Fair eiland  jol en de Ness jol ) een oorspronkelijk model was. Dat waren slanke schepen van 20 tot 22 voet totale lengte, bij een kiel van 15 voet lengte. Zij werden uitgerust met roeispanen en een enkele mast met een vierkant zeil. Zij konden gemakkelijk uit het water worden gehaald en werden op grote schaal gebruikt voor de kust beugvisserij.
De grotere vier riems en de zes riems jollen ontwikkeld  op basis  van deze jollen waren nodig voor verder op zee te kunnen werken en meer vangst konden meenemen.
De zes riems jollen van de Shetland eilanden waren wel het hoogtepunt van de ontwikkeling. Zij waren in het algemeen 3o voet lang, Ondanks de naam van zes riems jollen, waren  zij vaak met acht riemen uitgerust.

Wordt vervolgd



Gelogd
Pagina's: 1 ... 83 84 85 86 [87] 88 89 90 91 ... 108 Omhoog Print 
« vorige volgende »
Ga naar:  


Login met gebruikersnaam, wachtwoord en sessielengte

Powered by MySQL Powered by PHP Powered by SMF 1.1.4 | SMF © 2006, Simple Machines LLC Valid XHTML 1.0! Valid CSS!