Welkom, Gast. Alsjeblieft inloggen of registreren.
22-11-2024, 23:11:10
Startpagina Help Zoek Inloggen Registreren
Nieuws: Nieuwe leden moeten helaas wachten tot dat de webmaster ze accepteert. Er is veel kaf onder het koren. Het beste kunt u na registratie ons nog even een e-mail sturen jolydesign@ziggo.nl.

+  Vraag en antwoord & Wie wat waar
|-+  Vraag en antwoord
| |-+  Vraag en antwoord
| | |-+  Herinneringën deel 2
« vorige volgende »
Pagina's: 1 ... 44 45 46 47 [48] 49 50 51 52 ... 108 Omlaag Print
Auteur Topic: Herinneringën deel 2  (gelezen 1236091 keer)
Evert
Gast
« Antwoord #705 Gepost op: 17-01-2014, 11:19:59 »

Boston Canberra.


* canberra1.jpg (95.02 KB, 600x339 - bekeken 1230 keer.)
Gelogd
vreemdeling
Schipper
*****
Berichten: 1860


Bekijk profiel
« Antwoord #706 Gepost op: 20-01-2014, 09:26:15 »

Eerste reis 2

De stuurman vertrok.
Kom op, riep Peter over zijn schouders, toen hij de stuurman volgde het stuurhuis uit. Jij blijft hier op op de opbouw staan, dan kan je zien wat er gebeurd en loop je niemand voor de voeten.
De stuurman was naar het voorschip gelopen en stond met een der dekjongens op de bak. Hij had de trossen al ingekort, zodat alleen nog de voortros en het voorspring vast stonden.
We stonden te wachten op de commando's.
Let-go voor, kwam als een gedempte schreeuw van de brug, gevolgd door een zelfde gedempt getingel van de telegraaf, toen de machine in z'n werk werd gezet.
Ik keek afwachtend naar Peter die niets deed.
Toen ik over het hekwerk van de opbouw keek, zag ik de havenknecht de voortrossen aan dek gooien en er alleen nog een tros was, waaraan het achterschip lag gemeerd.
De stuurkettingen ratelden langs de sponningen van de bekisting, toen  het roer werd omgegooid.
Water begon te borrelen onder de achter steven, maar de tros  was nog steeds niet los gegooid. Met een folterend krakend geluid, verdween alle speling uit de dikke tros, totdat hij strak gespannen stond en het water wegsijpelde uit de samengeperste strengen..
We wachtten nog steeds op commando's.
Het SB voorschip schuurde tegen de kade wand, als bijna gelijktijdig, de achterwaartse beweging stopte en de boeg van het schip naar BB uitzwenkte en de Canberra langzaam draaide op haar aanleg plaats.
Toen de boeg eenmaal vrij was  van de twee trawlers die voor ons schip aan de kade lagen gemeerd, vloog de deur van het stuurhuis open en een luide schreeuw van Barney volgde .. Let-Go  Achter.
Peter gooide de tros los van de bolder zodat de spanning op de tros verdween en de havenknecht het gesplitste oog van de tros van de ijzeren bolder op de kade kon los gooien.
Peter trok de tros aan boord en ik klom van de opbouw naar beneden.
Samen trokken we de dikke natte tros onder de opbouw op het achterschip , waar ook het toilet was gevestigd, ofschoon haar staat van onderhoud, niet deze benaming hoorde te hebben.
Peter zei, we willen niet dat de tros overboord spoelt en in de schroef draait en ik knikte wijs, alsof ik het ook niet wilde.
We schoven langzaam naar de sluis en een luid gebrom van de stoomfluit bracht mij aan het schrikken, toen de schipper, gebruik makend van de stoomfluit,de sluiswachter wilde waarschuwen, om de verkeersbrug over de sluis , open te draaien.
Opdat moment in de vroege ochtend waren er nog niet veel mensen op de been, zodat niemand werd gehinderd, toen wij door de sluis glipten,  met schijnbaar maar enkele inches ruimte aan weerszijde van het schip.

Wij voeren lang de houten steiger, passeerden de verboden, zandige bedreiging, wat het zeewaarts uiteinde was van Kik Scar, wat ook wel bekend stond als de Tijger Staart.
Eens een val verschrikking voor veel onervaren schippers, door wat te lang door te blijven varen bij een afgaand tij.
Blijf op je plaats, zei Peter.
Ik ga de log halen en dan gaan we de log overboord zetten, zo gauw we de Wyre vuurtoren zijn gepasseerd.
Ik was erg verwonderd, denkende aan een logboek en waarom deze in de rivier moest worden gesmeten.
Vrij van Jubilee punt, draaiden we echt de rivier op.
De wind was voldoend om te worden gevoeld na de beschutting van het dok en het begon te regenen.
Kleine jongens en water hebben het samen nooit zo erg met elkaar kunnen vinden en daarom dook ik in de beschutting van de reddingboot,  in afwachting op de komst van Peter.
Hij kwam terug toen we het gebouw van het redding station hadden gepasseerd.
Zijn armen gevuld met mysterieuze apparaten, met inbegrip van een spinwiel , wat er uit zag als een grote versie van de spinner van het lokaas, wat ik gebruikte bij het hengelen.
Dit is nu de log. Niet een logboek, maar een patent log.
Een toestel waarmee je de afstand kan meten wat het schip heeft afgelegd.
Hier, zei hij en gaf mij een hoop touwwerk. Leg dit op het dek uit en zorg er voor dat het niet in de war raakt.
Barstende van belangrijkheid om te worden gemengd in zo'n belangrijk werk, was voor mij een grote eer en legde het touwwerk met de uiterste precisie op het dek.
Ik was toch en zeekadet,dus ik moest ook zulk soort werk kunnen doen.,
De logklok werd door Peter in de houder op het potdeksel op het achterschip geplaatst. De loglijn met spinner werd aan de klok bevestigd en de loglijn werd voorzichtig overboord gezet.
Zal de lijn niet in de schroef komen..... vroeg ik bezorgd.
Mijn onervarenheid nam nu wel een grote vlucht.
Nee, daar is weinig kans op, gromde Peter,  lachend om mijn onnozelheid.
De grote fosfor kleurige bladen , die door het water slaan onder onze voeten, zou de loglijn in de kortste keren fijn malen.
Hij liet mij voorzichtig de loglijn vieren tot de lijn strak stond en het spinwiel aan  de achterzijde van de logklok rustig ging draaien.
Het werk was nu gedaan en hij vertrok, om in zijn kooi te duiken tot zijn volgende wacht en ik werd alleen gelaten met mijn eigen bezigheden.
Plotseling realiseerde ik me dat het schip niet rustig meer lag.
In plaats hiervan ging ze omhoog  en viel dan weer terug en zij schommelde van de ene naar de andere zijde.
Deze plotselinge bewustwording gaf me een akelig gevoel in mijn maag en ik begon te zweten, ondanks de koude wind die over het uitgestrekte dek waaide.
Ik zocht het confort van de messroom maar op.
Een grote fout.
De stuurman zat in de messroom te genieten van een mok thee,
Geklemd in een hoek was hij niet te beïnvloeden door de bewegingen van het schip, wat steeds erger werd toen wij, na de Wyre vuurtoren te zijn gepasseerd, van koers veranderden en met de kop in de wind gingen stomen.
Hij grinnikte, toen hij mijn delicate groene kleur van mijn gezicht zag en hij mij spottend vroeg ?......Voel jij je niet goed ?
De warmte van de messroom, vermengd met de lucht van hete olie vanuit de machine kamer, hielp mij ook al niet veel.
Wat jij nodig heb.... zei hij..... is een lekkere schijf gebakken bacon met wat gebakken eieren. Daar zal je van opknappen.
Dit maakte mij van streek en de gedachte aan vet voedsel deed mij naar de deur van de messroom hollen en gooide de inhoud van mijn ontbijt eruit, goed voor de wachtende zeemeeuwen.
De stuurman kwam langs. Het gaat je goed.... zei hij.... sadistisch lachend toen ik over de verschansing hing en mij later rillend terug trok in de lij zijde van de reddingboot..
En het zou nog veel erger worden.
                   Aan boord van een trawler is er beslist geen sprake van medelijden.

Later ging ik richting brug.
Ik verlangde heel hard naar een kooi om wat te kunnen slapen.
De Canberra nam nu flink water over op het voordek toen zij de ZW wind in stoomde, de boeg omhoog gooiend en dan weer neervallend met een harde klap, vanaf de top van een golf.
De schipper had nog steeds de wacht en had nog zijn kleding aan zoals hij aan boord was gekomen.
Platte pet,wollen trui en echt onwerkelijk....op afgedragen vilten sloffen.
Een horloge had hij aan een mondhoek hangen toen hij met twee handen, de spaken van het stuurwiel beet hield en de koers corrigeerde.
Blijf uit mijn kooi , als je naar beneden ga, merkte hij op. Ik duik er gauw zelf in.
Die man moet een gedachten lezer zijn geweest.
De bank was dus nu voor mij.
Een gedachte kwam bij mij op in deze misère van zeeziekte, dat het er op leek dat alle mensen aan boord niets anders deden dan slapen.
Later zou ik pas begrijpen waarom !
Mezelf op de bank klemmend in de hete, bedompte hut, begon ik me nu te realiseren wat ik mijzelf had aangedaan.
Een vuil hemd hing aan een spant heen en weer te slingeren op de bewegingen van het slingerende schip. Ik bleef het aandachtig bekijken, ondanks mijn zeeziekte.
Het was een of twee uur later..... en boem..
Ik moest zijn ingedommeld en van de bank zijn afgeslingerd en ik met een zware klap op vloer belandde, precies op het moment dat de schipper de hut binnen kwam om in zijn kooi te duiken.
Als jij dat nog eens doet... gromde hij... probeer het dan wat zachter te doen, want ik ga slapen.
            Alweer geen greintje medelijden aan boord van een trawler.

Wordt vervolgd





Gelogd
vreemdeling
Schipper
*****
Berichten: 1860


Bekijk profiel
« Antwoord #707 Gepost op: 22-01-2014, 07:04:14 »

Eerste reis 3

De schipper dook in zijn kooi, smeet zijn pet op de tafel en schopte zijn sloffen uit,  toen hij geheel gekleed de kooi in rolde.
Alleen al dse gedachten dat hij zich niet had gewassen voor het slapen gaan, maar hij ook  had zelfs z'n tanden niet gepoetst.
Dit ging tegen de  diepe gevoelens in ,wat in mij was geworteld, 
Maar het was geen slechte gedachte..... Kleine jongens en wassen ,,, kan niet samen gaan.!
Ik kwam later tot de ontdekking dat het enige wassen wat tijdens de reis werd gedaan  tijdens de thuisreis was.
Water was overal om ons heen en nu was water een bijzonderheid omdat wij gebonden waren aan de hoeveelheid water wat in de verswater tank kon.

Ik klauterde naar boven voor wat gezelschap, ondanks dat ik me nog rot voelde.
Ik was er bijna zeker van dat iemand mij in mijn maag had gestompt.
De stuurman had de wacht en de Canberra  was nog steeds gymnastische toeren aan het beoefenen op de golven.
Nog steeds ziek.... vroeg hij grinnikend.
Ik haatte die vent op een vreselijke manier.
De hitte en de lucht van verschraalde tabak in het stuurhuis kreeg mij weer te pakken en ik maakte een duik naar de deur.
Niet die deur... schreeuwde de stuurman tegen mij..... want jij....
Het was echter te laat ,,,,,,
De gevolgen..... zoek het zelf maar uit.
Dit was de laatste keer dat ik weer ziek over de railing hing.
Ik was een snelle leerling, de volgende keer gebruikte ik de lijzijde.
Ik had nu alles wat ik aan voedsel in mijn maag had, kwijt geraakt.
Ik stond nu droog te kokhalzen, een pijnlijk proces en daarom strompelde ik terug naar de hut en wikkelde mezelf in de hoek van de bank., wensend dat ik nooit naar zee had moeten gaan.
Ondanks het gesnurk van schipper Barney, viel ik in een diepe verkwikkende slaap.

Het getingel van de telegraaf en het geratel van kettingen die vanaf het stuurwiel naar het roer lopen, maakte mij wakker.
De bewegingen van het schip waren wat rustiger.. Van de rollende golven aan de kust naar een rustige deining van het open water.
De kooi van de schipper was leeg en ik klom de trap op naar de brug om te zien dat wij voor anker gingen in de Churck Baai bij het plaatsje Rathlin.*
De deur van de brug en een der ramen waren open, waardoor een verkwikkende bries de brug binnen stroomde, wat verkwikking gaf aan de gebruikelijke muffe stoffigheid van het stuurhuis.
Zie jij die boei daar... zei Barney uit het raam wijzend.
Het oorlogschip HMS Drake uit de 1e wereld oorlog ligt daar. Zij werd getorpedeerd en kwam naar hier gstoomd en zonk
Ik wist ook helemaal niet dat de trawler Ella Hewett van de rederij Hewett, enkele jaren later op dit wrak was gelopen en boven op de Drake was gezonken..
Een kleine motorboot kwam langszij.
Peter stak zijn hoofd in het stuurhuis en zei.... Kom op Sam, we gaan de wal op..
Waar ik nooit achter ben gekomen waarom Peter mij steeds aansprak als Sam.
Bollen garen, schakels en andere hulpstukken werden heimelijk in de boot neer gelaten om als handels objecten te worden geruildvoor drank met de lokale bevolking..
Wat naderhand de gehele bemanning van ons bleek te zijn die de handelswaar in de boot volgde, voer de overvolle boot naar de stenen pier die in de zee uitstak.
Toen wij aan land waren, gingen wij een klein gebouwtje binnen, wat als kroeg werd gebruikt en al vlot werd er drank geschonken.
Om niet meer als een jonge hond te worden behandeld, vroeg ik om een glas melk en het veroorzaakte grote hilariteit toen de eigenaar een geit naar binnen trok en riep dat ik mijzelf maar moest bedienen.
Uiteindelijk werd de geit overgehaald om haar warme weldadigheid af te staan en ik vond het muskusachtig smaken, maar het was wel smakelijk, ondanks de nog steeds delicate staat van mijn maag.
Veel te vlug waren we weer terug op zee.
In de hut van de schipper hoorde ik nog steeds het geratel van de stuurkettingen, wat mij wakker hield, maar op het laatst bleek het, dat ik zeebenen kreeg en dat mijn spijsvertering weer normaal was.
En dan plotseling in de nacht werd ik wakker van het getingel van de telegraaf.
Ik klom omhoog naar het stuurhuis, mijn ogen uitwrijvend om te zien hoe Barney leiding gaf  aan een toonbeeld van chaos op het dek.
De Canberra lag dwarszee en mannen in geel oliegoed, glinsterend onder de dekverlichting, waren bezig de trawl over boord te zetten.
De winch ratelde en blies stoom af en de grote ijzeren visborden werden buitenboord gehesen om te worden vergrendeld aan de galgen met de kettingstoppers.
De gehele lengte van de grondpees, met zijn zware bobines, volgde de visborden buitenboord.
De stuurman gaf vanaf het voordek de schipper een seintje en de schipper in het stuurhuis regelde de telegraaf en de Canberra begon aan zijn eerste trek.
Het net verdween onder de donkere oppervlak van het water en de winch vierde de dikke vislijnen uit.
Op het tweede  merk, ingesplitst op de vislijnen, stopte de winch en de remmen werden vast gezet.
Peter was op het achterschip en gooide een strop om de twee vislijnen en trok met behulp van de winch , de beide vislijnen naar elkaar toe zodat ze naast elkaar kwamen te liggen. Toen dat was  gebeurd , werd het zware ijzeren trekblok rond de vislijnen geklemd en werd vast gezet.
De Canberra lag  nu te vissen.
Het dek was weer eens verlaten , want iedereen was verdwenen. Nu weet ik waarom iedereen van de gelegenheid profiteerde om te gaan slapen, wanneer dit mogelijk was.
Een volle nacht aaneen slapen, bestond niet op een trawler.
Net voor daglicht werd er weer gestopt en dit maal was ik op de brug, zodra ik de eerste rinkels van de telegraaf hoorde.
Barney was er al, ongeschoren en gespannen toen hij uit het raam keek.
Er werd veel geschreeuwd bij het vissen, maar dat hoorde bij de werkzaamheden.
Ik keek naar achteren om op Peter te letten.
Hij stond weer te wachten en  dat scheen hij wel veel te doen.
Hij had een grote hamer is zijn hand en op het sein vanuit het stuurhuis.... Let Go..., zwaaide hij de hamer tegen het powerblok.
Geholpen door de spanning op de vislijnen, sprong het powerblok los en het zware ijzeren geval sloeg tegen de romp van het schip met een dusdanige kracht dat het gemakkelijk het hoofd van een man van zijn romp kon scheiden.
Het raakte Peter niet, dacht ik, maar hij was op tijd uit de weg gesprongen.
De winch begon weer asmatisch te kreunen en de gespannen vislijnen kraakten en volgden hun weg door de geleide blokken als ze wetden opgewonden, druipend op de trommels van de winch
De visborden kwamen boven water en werden in hun stoppers opgehange, terwijl de grondpees binnen boord werd gehesen en de pees met de zware bobines achter de verschansing werd neergelaten.
En grijpgrage handen grepen het net en gebruikmakend van de slingering van het schip hun helpend, om het natte net aan boord te trekken..
Veel water sloeg over de reling als de Canberra slingerde op de zware deining en de mannen tot aan hun middel in het water stonden bij het binnen halen van de trawl.. Hierbij aantonend het nut van oliegoed en lieslaarzen.
Beter als een advertentie hierover kon doen.
Bij het eerste daglicht verschenen de meeuwen. Hoe ze het wisten dat er voedsel te vinden was, zal ik wel nooit te weten komen, maar zij waren altijd aanwezig bij het halen.
De kuil kwam boven water in een cacofonie van krijsende vogels als ze probeerden vis uit de kuil te pikken.
Jan van Genten klapten hun vleugels samen en doken de wegvluchtende vis na.
Barney stond in de brug te dansen van kwaadheid over de bokkesprongen van de vogels.
Maak dat je de kuil scheep krijg, schreeeuwde hij, voor die beesten onze verdienste opvreten. De gilson takelde de uitpuilende kuil aan boord, waar zij werd opgevangen door een veilgheids kabel.
De kuil hing daar druipend, verpakt in beschermende koeien huiden, toen de stuurman zich er onder bukte en de knoop losmaakte die de kuil afsloot.
Hij sprong vlug op zij, toen de zilveren stortvloed in de krebbe stortte en bijna de voeten onder hem weg sloeg.
Kabeljauw, schelvis en grote spinachtige krabben stortte op het dek en daarna werd de bemanning bezig gehouden met opnieuw de trawl uit te zetten. De kuil werd weer dicht geknoopt en in haar waterige element terug gegooid en de grondpees werd weer over de veschansing gehieuw en verdween onder de golven.
De visborden plompten weer in zee en de Canberra ging weer vooruit. De vislijnen werden gevierd en het powerblok weer aangebracht en het schip was weer aan het slepen..

* Churck baai met het plaatsje Rathlin ligt op het eiland Anglesey, NW van Wales.

Wordt vervolg


Gelogd
vreemdeling
Schipper
*****
Berichten: 1860


Bekijk profiel
« Antwoord #708 Gepost op: 24-01-2014, 06:52:38 »

Eerste reis 4

Ik werd naar beneden geroepen om op het dek te komen, tussen de glibberige en gek springende zilveren vangst.
De verplaatsing van de diepte naar de oppervlak van het water, was voor sommige vissen te veel geweest en waren niet tegen het druk verschil bestand
De ingewanden hingen uit hun bek.
Hier.... riep een van de dekjongens,,,, met een gestripte vis in elke hand..... kijk hier maar eens naar.
Hij gooide een karmozijn kleurig vissen hart in de hoek van de krebbe en ik keek gefascineerd naar het betreffende orgaan wat bleef kloppen.
Dat kan soms wel 15 minuten duren, merkte hij op, terwijl hij een levenloos lichaam in de spoelmachine gooide, die al rood was van het bloed.
Peter bemoeide zich nu ook met het bloedbad, om mij nu een echt oog verslag te geven over de werkzaamheden.
Pak een vis en doe zo als ik ....... terwijl hij een schelvis bij de kop beet pakte en maakte net achter zijn vingers een opening met een lange snee naar onderen tot aan de aars opening,
Met de punt van zijn mes in de ingewanden, haalde hij de lever er uit en gooide deze in een dichtbij staande gevlochten mand.
Houdt dit apart, zei hij, dat spul voor ons brengt goed geld op..
De rest van de ingewanden werd overboord gesmeten,  waar de schreeuwende meeuwen vochten om de uitgekozen stukken.
Een vis grijpend, zoals ik het de anderen had zien doen, kreeg ik het voor elkaar om mijn hand te verwonden aan een scherpe vin.
Het gewonde deel in mijn mond stekend, spoog ik het onmiddellijk weer uit  en wat weer een koor van lachers veroorzaakte, toen ik mij realiseerde dat mijn hand was bedekt met vies smakend vis slijm.
Je leert het wel, was de hatelijke opmerking.
                       Aan boord van trawlers hebben ze geen medelijden
Schuddend met mijn gewonde trots en mijn gewonde hand vergetend, probeerde ik het weer.
Deze keer met meer succes, als mijn bloed zich vermengde met het bloed van de vis
Al spoedig was ik opgenomen in de algemene slachterij met de wetenschap, dat de vis werd gestript, terwijl zij nog levend was.
De rest van de bemanning stripte er vijf tegen over mij maar een.
Maar ik bleef proberen
De vis was op het laatst allemaal gestript, gewassen en in het visruim neergelaten.
Mij werd opdracht gegeven om naar beneden in het visruim te gaan, om ijs te gaan scheppen.
Klimmend over het luikhoofd, klom ik naar beneden in het ruim.
Het was er donker, kil en stinkend en mijn ( nog gevoelige maag ) begon weer op te spelen, nu ik de invloed van het oriëntale vermogen om de horizon te zien, kwijt was.
Rond om mij heen waren wanden van ijs
De stuurman was de vis in de keeën aan het stapelen, Kop tegen staart,  op een bed van ijs, wat van de wanden was afgebroken.
Als er een laag klaar was, werd het op nieuw bedekt met ijs en hierboven op kwamen weer planken in groeven en het stapel proces begon op nieuw met een nieuwe laag.
De stuurman gaf mij, wat mij leek, een enorm grote schep.
Schep wat ijs hierheen , commandeerde hij. Ik gaf met mijn schep een enorme klap op het ijs en het geknars verplaatst zich door mijn arm, in mijn nek en weer terug in mijn arm en ik leek wel of ik verdoofd. was.
Onfortuinlijk genoeg verdoofde het niet mijn  gewonde hand, wat mij nu het gevoel gaf of er iemand er op had gestaan. Ik liet uit  angst mijn schep vallen en ik stond te dansen van de pijn. E
En de stuurman barstte weer in lachen uit.
                  Nog steeds hebben ze geen medelijden op trawlers.

Ik mocht dan wel jong zijn, maar ik was een vlugge leerling en met kleine schepjes ging het beter dan met een volle schep en al gauw kon ik de stuurman bijhouden en was ik even verlost van zijn sarcastische opmerkingen.
Gekleed in  mijn relatief dunne kleding was ik al spoedig bevroren en hij stuurde mij terug aan dek.
Aan dek was het dat de marconist die mij tegen hield en mij vertelde dat ik een mand met lever naar het achterdek moest slepen, waar hij het in een ketel gooide om er dan een olie uit te krijgen.
Olie, die mijn moeder altijd voorradig had en waar ik tegen vocht om dat spul in te nemen.
Het scheen dat ik mijn eetlust weer terug had en ik was uitgehongerd en ik ging op weg naar de kombuis.
De meesten van de bemanning zaten er.
Vuil en stinkend naar vis, druk pratend en ze vulde de lucht met de doordringende geur van Old Friend.
Op de tafel stond een schaal met gefrituurde vis en ik zag een paar passen verder het wachtende brood en ik smeerde er ruim boter en jam op en ging zitten luisteren naar de schunnige taal, doorspekt met genoeg smerige praat.
Ik leerde er dingen over het leven, die bij mij de haren ten bergen lieten rijzen, na dit te hebben aangehoord.
Ik was nu erg moe en ik besloot mijn bank op te gaan zoeken.
De stuurman stond aan het roer en Barney lag in zijn kooi te snurken als een os.
Ik dacht knorrig, dat ik bij dit lawaai nooit in slaap zou vallen. Maar na ongeveer 2 minuten, volgde ik het voorbeeld van Barney.
Al gauw zou het weer tijd zijn om te gaan halen en het hele proces zou opnieuw beginnen, een cyclus volgend van 2 tot 4 uur , afhankelijk van de gedachten gang van de schipper.
Soms was de trek goed en goedheid en licht daalde dan van de brug af.
Maar bij andere trekken was het verschrikkelijk en vuile praat en scheldwoorden werden toegevoegd aan de nooit eindigende woorden reeks.
De trawl was eens vast gelopen op iets op de bodem van de zee en de vislijnen gaven geen krimp ondanks de  uiterste pogingen van de piepende en rokende remschoenen van de winch.
Peter zei mij dat het maar beter was als ik van het dek af ging,. Alle vislijnen stonden te trillen  en te schudden.
Als deze zouden breken onder deze spanning, kon het losse eind een man in tweeën slaan, als zij over het dek zou zwiepen.
Peter dacht waarschijnlijk aan de niet uitgesproken waarschuwing van mijn moeder, toe wij uit huis vertrokken.
Zij zou het hem nooit vergeven als ik zou worden gedood en ik zelf zou er ook niet blij mee zijn geweest.
Ik verschool mij achter een hoek van het stuurhuis en een getingel van de telegraaf kondigde aan, dat Barney een oplossing zocht voor de trawler juist op het moment dat zij gevaarlijk overhelde naar SB, onder de blijvende invloed van de trawl.
Na enige voorzichtige manoeuvres en een verschrikkelijke serie vloeken en bezweringen, waarvan ik veel nieuwe woorden leerde, kwam de trawl los.
De trawl werd scheep gehaald en wij zagen dat de buik van de trawl er af was getrokken en er geen vis in de kuil zat.
De smerige taal vanaf de brug werd nog sterker, toen de bemanning de beschadigde trawl scheep haalde en het begin was van een groot karwei om de trawl te repareren.
Het beschadigde deel werd er in zijn geheel uitgesneden en een nieuwe trawl buik werd uit het netten ruim onder bak getrokken.
Nu werd ik echt te werk gesteld .
Ik moest boetnaalden vullen met garen, zodat de dek bemanning de nieuwe buik in kon zetten.
Geef eens wat enkel gevulde naalden of.... wat dubbele naalden hier, was de voortdurende roep. toen ik wanhopig probeerden om gelijk op te gaan met de vaardige handen.
Het ruwe sisal garen veroorzaakte verwonding aan mijn  zachte handen en in het bijzondere de hand die al gewond was.
De wond was opgezwollen, rood en kloppend en ik had het koud.
Ik was moe en mijn laarzen stonden vol water.
Weer eens begon ik te begrijpen, dat ik zo stom was geweest om naar zee te willen gaan.
De trawl was weer gerepareerd, weer uitgezet en we waren weer aan het slepen.
Ik liet Peter mijn handen zien en hij nam mij mee naar de brug om de schipper er na te laten kijken.
Rondom de wond was een grote zachte verzwering.
Hij voelde de warmte van de wond en bekeek het goed.
Geïnfecteerd, bromde hij.....ik zal je snel helpe.... blijf hier.!
Hij verdween voor een paar minuten en Peter nam het roer van hem over.
Toen hij terug kwam schonk hij Peter een veelbetekenende glimlach... Ik heb hier het medicijn uit de eerste hulp kist, grinnikte hij .... het zal hem in een ogenblik er van af helpen.
Hij nam mij mee naar de vlaggenkast en zei mij dat ik mijn hand op het kastje moest leggen, waar op hij wat watten had uitgespreid en wat Dettol had neer gezet.
Heel gauw zal je je beter voelen,  zei hij.
Ik kan er wel tegen dacht ik bij mij zelf,
Zelfs een behandeling met Dettol.                                                                   


Wordt vervolgd
Gelogd
vreemdeling
Schipper
*****
Berichten: 1860


Bekijk profiel
« Antwoord #709 Gepost op: 27-01-2014, 08:02:05 »

Eerste reis 5

Jaren later toen ik bij de Bleu Star Line voer, maakte ik zo'n zelfde geval mee
Ik had een grote steenpuist op een van mijn knieën en ik ging er mee naar de 1e stuurman.
Ik zat met gekruiste benen op een stoel toen hij er naar keek.
Hierbij het de medische gids nodig, verklaarde hij en liep naar de boekenplank en pakte daar een zwaar boek af, net doende of hij dat boek wilde inzien.
Zonder enige waarschuwing zette hij dat zware boek met een harde klap op de weerspannige steenpuist, die onmiddellijk zijn inhoud prijs gaf.
Dat werkt altijd, grinnikte hij..... toen ik zijn hut uit strompelde.
             Aan boord van koopvaardij schepen hebben ze ook geen medelijden.

Gedurende de tijd dat er niet werd gehaald en uitgezet. was de Canberra een spookschip.
De enige personen die zag , waren de wachtsman en de kok.
Iedereen trachtte  zoveel mogelijk slaap te krijgen, terwijl dat nu mogelijk was.
Niemand had tijd of de behoefte om zich te gaan wassen, omdat de meeste slaap die ze konden genieten, gevonden werd in de periode dat het schip stomende was naar een andere visplaats.
Naar wassen was dus weinig vraag, want we konden niet genoeg water meenemen voor de luxe van het wassen.
Het voorin trok op deze manier dan ook veel vliegen aan.!
Voedsel werd altijd met haast gegeten als de bemanningsleden een snelle slok namen op weg naar het dek of als zij hun kooi in doken.
Vis was er altijd beschikbaar en in rijk knapperig beslag gebakken.
Er stond altijd in de messroom een volle schaal gereed, voor degenen die trek hadden.
De bemanning hield van een goed stuk gebakken filets, geklemd tussen twee sneetjes brood en ruim gedrenkt in tomaten saus.
De kok bakte om de paar dagen brood, die hij manden vol liet uitdampen in zijn kleine, rokerige “zweethok” met zijn kolen gestookte fornuis.
Zijn gore vest zat vol vlekken en damp in de vorm van zweetdruppels, druppelde in het voedsel.
Het gaf de smaak aan het eten, was zijn grinnikende commentaar aan mij.
Het brood was prachtig en goudbruin als het uit de oven kwam, ondanks of misschien wel door de ongewenste toevoeging van het lichaamsvocht van de kok.
Hij stuurde mij vaak naar de stookplaat om een mand kolen te halen voor het kombuis vuur.
Mijn beloning was altijd een stuk aanbaksel uit de oven, druipend van de opgesmeerde boter.
Ondanks de on hygiënische conditie van de kombuis, schrokte ik het naar binnen alsof ik uitgehongerd was.
Ik had mijn eetlust weer terug.

De toilet voorziening aan boord was maar zeer matig.
Een overkapping op het achterdek met een toilet pot, wat begraven lag onder een berg reserve materiaal en meer trossen.
Neptunes ontfermde zich wel over de ontlasting.
Een pijpleiding zorgde voor de afvoer rechtstreeks de zee in , zonder terugslag klep. Als het achterschip omhoog ging en met een klap weer terug viel,  werd er door de zee , water in de pijp geperst en de pijp werd schoon gespoeld.
Het gaf dan ook vaak een onaangename verrassing aan iedereen die zo onfortuinlijk was, om op dat moment op het toilet te zitten.
Ook als je de deur scharnieren had gesloten, kon de deur door de vele lagen verf, niet goed worden gesloten en bij iedere golf die over het dek spoelde aan SB zij en tegen de ombouw van het toilet spoelde, zorgde voor de onfortuinlijke gebruike, een onaangenaam verassing.
Toen was ik er pas achter gekomen waarom de meesten een emmer prefereerden.
Verveeld daalde ik in de aanzwellende kakofonie van de machine kamer af en keek verbaasd als de hoge en glimmende zuigerstangen op en neer gingen met een hypnotische regelmaat,  om de krukas in het open carter aan te drijven.
Een olieman controleerde het metalen hart van de trawler.
Met zij oliespuit vulde hij de smeerpunten van de bewegende delen en je kon aan hem zien dat hij dat gewend was, want zijn armen bewogen mee met de draaiende onderdelen.
De lucht van hete olie, rook en hitte waren mij te veel en ik klom weer rap naar boven.
Op de brug had Peter de wacht. Wil jij even sturen, vroeg hij.
Ik moet pissen, ik barst bijna.
Ik nam het stuurwiel van hem over en ik voelde mij erg belangrijk en volwassen, toen hij mij uitlegde, hoe je de Canberra op koers moest houden.
Hij verdween door de deur en ontlastte zich op het dek er onder en ook op iedereen die zo onfortuinlijk was om op dat moment langs de brug te lopen.
Ik was alleen en ik had de leiding.
De Canberra was voor mij !
Ik lette als een havik op de kompasroos boven mijn hoofd.
De kleinste afwijking van de koerslijn ervoer ik als een persoonlijke fout van mijn nieuwe gevonden vaardigheid als roerganger.

Peter keerde terug, zijn gulp dichtknopend van zijn Engels leren broek, zoals de meesten van de bemanning die droegen.
Hij deed geen enkele moeite om het stuurwiel weer van mij over te nemen en in plaats hiervan begon hij een shagje te draaien, terwijl hij mij overstelpte met verhaaltjes over lichamen en bommen, die ooit uit de kuil waren gevallen.
Ik bleef aan het stuurwiel staan tot we weer gingen halen.
Peter riep de schipper en riep daarna de stuurman en de rest van de bemanningsleden.

Nogal veel te vlug deden we de laatste trek
De vis aan dek werd weggewerkt en het luik van het visruim gesloten.
De visborden werden binnen boord gehesen en achter de galgen neer gezet.
De trawl was binnenboord aan de reling gesjord en het dek werd schoon gespoeld.
De Canberra werd weer een spookschip toen de bemanning weer in hun kooien verdween, om de slaap in te halen die iedereen twee weken lang ,te kort was gekomen.
We stuurden een oostelijke koers de opgaande zon tegemoet.
De lucht was helder en de zee blauw en we waren onderweg naar huis.
Maar wel via Rathlin, waar  manden vis werden geruild voor alcohol uit kleine bootjes die langszij kwamen.
De volgende dag lagen we voor anker in het Lune Deep.
Wachtend op het tij.
Ik kon de Mount zien in de mistige verte, over de hoge zandkleurige omvang van de North Wharf Bank.
Er lagen nog meer trawlers voor anker.
Barney was daar niet erg blij mee,
Dat zal de markt geen goed doen, bromde hij tegen de stuurman.
Te veel vis aan de afslag drukt de prijzen, wat zich weer vertaalde in de betaling van iedereen van de bemanning.
Het donkere tij begon te lopen. Nu geen blauwe zee meer, alleen het modderige water van de diepten, stoomde langs het schip.
Het ankerspil op het voordek begon met het anker op te hieuwen en de druipende ketting ratelde door het kluisgat en de verre kustlijn aan SB begon langs ons te glijden.
We begonnen aan het laatste stukje van de reis.
We passeerden de verlaten en afgewerkte overblijfsels van de Wyre vuurtoren en we voeren het Wyre kanaal binnen.
De bemanning kwam te voorschijn uit hun holen, totaal verschillend van de vuile ongeschoren personen waarmee ik de laatste veertien dagen had samen geleefd.
Nu waren ze schoon geborsteld en de stoppels van twee weken waren verdwenen, evenals de stinkende kleding waarin ze hadden geleefd en in geslapen, tijdens  dezelfde periode.
Zij waren allemaal netjes gekleed en klaar om de wal op te gaan, om zich klaar te maken om te gaan drinken, wat zij hadden gemist.
Voor de terugkerende cyclus van een nieuwe reis weer opnieuw zou beginnen.
Glijdend door dezelfde sluis die wij een goede twee weken geleden op de uitreis waren gepasseerd, meerden we in de visserij haven, waar Peter's zijn gebruikelijke taxi, al op de kade stond te wachten.
Toen ik aan de wal was geklommen, verbaasde het mij dat de kade bewoog. Zeebenen raakte je niet onmiddellijk kwijt en het duurde wel een dag of zo, voor ik deze beweging kwijt was.
De volgende dag moest de bemanning naar het kantoor voor de afrekening van de verdienste van de reis.
De gehele bemanning was aanwezig om hun zwaar verdiende geld in ontvangst te nemen, tezamen met een zootje vis, die zij altijd kregen, verpakt in een verplichte geweven zak.
Omdat ik had geholpen met het vullen van de boetnaalden en ook wel wat bij het strippen, gaven de meesten van de bemanning mij een fooi,
Vaak een biljet van 1 pond, maar ook wel 10 shilling biljetten..
Ik kwam rijker terug dan  ik ooit was geweest.
Ik wilde beslist terug naar zee, maar nog niet op dat moment.


einde
Gelogd
A.Oosterbaan
Gast
« Antwoord #710 Gepost op: 27-01-2014, 10:50:13 »

Mooi Cor
Gelogd
vreemdeling
Schipper
*****
Berichten: 1860


Bekijk profiel
« Antwoord #711 Gepost op: 29-01-2014, 08:22:23 »

                            Kinderen aan de haven.
De kinderen van vissers families hadden nooit een gemakkelijk leven.
Niet alleen in Nederland maar ook in Engeland.
Het leven in de 19e eeuw en in het begin van de 20e eeuw was gekenmerkt door armoe.
De kinderen liepen vaak zonder schoenen aan hun voeten.
Zij hadden vaak veel broers en zussen en vaak sliepen zij gezamenlijk in een bed.
Neus tegen teen.
Zij hadden nooit zakgeld en meestal wisten zij niet eens wat zakgeld was.
Hun vaders en moeders werkten iedere minuut van de dag om te zorgen dat er voedsel op tafel kwam.
Er bleef maar weinig over voor de kinderen in deze vorm van behandeling..

Toen, tijdens ongeveer een maand in het jaar, leefden de kinderen van de oude stad van Scarborough als prinsen en princessen.
Zij keken vooruit wat de haring vloot deed.
De Schotse kaakmeisjes kwamen per trein en al spoedig was de buiten haven een gebied van de grootste bedrijvigheid en werkzaamheden.

Deze kinderen waren gewend zich achter kratten te verschuilen en overal waren zich kinderen achter kratten aan het verschuilen .
Ze wachtten en hielden de haring lossers in de gaten .
Van de viskisten zouden wel wat haringen afvallen als ze werden opgetild en werden getransporteerd naar de bakken van de kaakmeisjes.
De kinderen zaten te bidden dat er zoveel mogelijk uit viel.
Ze hielden het in de gaten als de kisten werden opgetild en daarna als er haring af viel.
Dan kwamen zij in actie en renden naar de gevallen vis.
Sommige vissers waren gewend tegen hen te schrteeuwen en wilde hen wel een draai om de oren verkopen en sommige van hen waren echt gemeen.
Andere visserlui namen het goedmoedig aan en verwachtte van hen dat ze de afgevallen vis zouden pakken.
In het algemeen waren de kinderen vlug en lenig en ginger er met de buit van door.
In ieder geval waren de visserlui te druk met de vele tonnen vis en de werkzaamheden moesten doorgang vinden.
Maar er was genoeg voor iedereen.

Daarna namen zij de opgeraapte haring mee en probeerde deze voor enkele pennies te verkopen in de omliggende dorpen.
En hierna kwam het beste deel van de onderneming, als de kinderen hun zuur verdiende geld gingen besteden.
Ze zaten dan gezamenlijk op de kastee dijk hun gekochte snoep op te etren.
Nu hadden zij weelde, waar van zij nooit hadden gedroomd.

Er was ook man die aan deze bezigheden deel nam.
Hij had zijn kruiwagen aan de haven staan en stuurde zijn kleinkinderen erop uit om de haring te pikken.
Zij raapten er veel en vulden de kruiwagen,  waarmee hij in de oude stad langs de deuren ging venten en verkocht de haring op dezelfde wijze als de kinderen deden.

Soms werd er tussen de kinderen om vis gevochten. Soms werkten zij als groep samen.
Zij vochten met elkaar en maakten ruzie over de prijs van de haring.
Aan het eide van de dag stonken zij naar vis, maar daar gaven zij niet om.

En dan op een dag pakten de Schotse kaakmeisjes hun spullen en gingen op weg naar de volgende haven, als de schepen de haring volgden langs de kust.

Het enige wat de jeugd dan nog kon doen is dromen, hoe het volgende jaar zal zijn !

Gelogd
Evert
Gast
« Antwoord #712 Gepost op: 29-01-2014, 10:35:35 »

schotse kaakmeisjes.


* crews122.jpg (145.77 KB, 912x482 - bekeken 993 keer.)
Gelogd
Maart
Schipper
*****
Berichten: 753


mijn worstelaers staen in de zije


Bekijk profiel
« Antwoord #713 Gepost op: 30-01-2014, 10:39:51 »

Neem me petje voor ze af
Gelogd
zier
Schipper
*****
Berichten: 3619


wie de mens leerd kenne, leerd de dieren waardeere


Bekijk profiel
« Antwoord #714 Gepost op: 30-01-2014, 11:11:59 »

Maart wie zouden vlugger kaken de man of de vrouw,ik heb wel eens horen zegge dat de vrouw het vlugger dee,vis fileren in ieder geval.
Gelogd
Maart
Schipper
*****
Berichten: 753


mijn worstelaers staen in de zije


Bekijk profiel
« Antwoord #715 Gepost op: 30-01-2014, 15:55:45 »

Als je somige ouwe foto's bekijkt Zier en ziet watte ze per dag weg motte werreke denk ik wel datte de manne er wel een puntje an kenne zuige dat mot razend snel weze
Gelogd
vreemdeling
Schipper
*****
Berichten: 1860


Bekijk profiel
« Antwoord #716 Gepost op: 30-01-2014, 17:23:07 »

Zier en Maart

Zou het verschil komen dat de mannen zittend kaken en de dames staande.
De dames zullen na een dag kaken wel dood op zijn.

Zier, ik heb je een PB gestuurd.

Cor.
Gelogd
vreemdeling
Schipper
*****
Berichten: 1860


Bekijk profiel
« Antwoord #717 Gepost op: 31-01-2014, 08:05:07 »

            Verhalen over verlies aan mensen levens op zee.

Deze korte fragmenten werden verwoord door Tommy Rowley , een ex. visserman uit Scarborough..

Het leven op zee is vaak gevaarlijk en het moeilijkst is om visserlui in moeilijkheden te zien en je kunt niets doen.
Hij herinnerde mij  het verlies van de kustvisser Admiral von Tromp. Ik zag hoe het schip strandde  bij de Sandwick baai bij Whitby. Het schip werd heen en weer geslingerd en de bemanning was onzeker, samen gepakt in het stuurhuis.
Ik wilde iets doen, maar de deining was te hevig. Als ik het had gedaan , had ik ook mijn schip verloren.
Saltwick baai is een moeilijk stuk van de kust.
De reddingboot van Whitby kon ook niets doen. De reddingboot was wel opgeroepen en Bobby Allen, de schipper van de reddingboot, deed zijn uiterste best om dicht bij het schip te komen,  maar ook voor haar was de deining te sterk.

Tommy Rowley's vader had een zelfde traumatische ondervinding.
Hij keek  toe, toen hij getuige was, van een persoon die de dood vond door een brand.
Een man was klem komen te zitten in een schip,  kijkend uit een patrijspoort.
De patrijspoort was niet groot genoeg om te ontsnappen en de man bezweek door verbranding.
Mijn vader heeft er zijn leven lang last van gehad om de man voor zijn ogen te zien verbranden.

Mijn vader had de redding boot bij gelegenheden ook wel eens nodig.
Mijn vader beoefende de beugvisserij  en deze bootvissers konden in erge problemen komen.
Een storm kon in zeer korte tijd opsteken.
In feiten konden deze beugers nooit hun lijnen achter laten.
Maar al hun lijnen binnen halen , kostte veel tijd en hierdoor konden zij gemakkelijk zelf in de moeilijkheden geraken.

Een andere moeilijke gewaarwording had ik zelf, met betrekking op mijn neef.
In 1993 verloor hij zijn leven op zee.
Dat was voor mij een grote schok.
Ik werd op de hoogte gesteld door een helikopter, dat er een ongeluk was gebeurd.
De lokale vissers deden mee aan de zoektocht. Ik was ook in de buurt met mijn kotter “Our Margaret “ en hielp mee met de zoektocht.
De helikopter had niet meegedeeld welke persoon aan boord van het verongelukte schip was. Ik wist niet dat het mijn neef was.
Toen ik nog op zee zat, werd ik gebeld door Scarborough Evening News nieuwsblad.
Zij vraagden mij of ik iets kon vertellen over Sean Rowley ( mijn neef ) van wie werd verondersteld dat hij verdronken was.
Ik vertelde hun dat Sean niet bij mij aan boord was.
Naderhand heb ik wat rond gebeld en kwam tot de ontdekking dat het inderdaad Sean was, die werd vermist.
Ik was zelf betrokken bij de zoektocht en ik wist niet, dat Sean aan boord van dat schip was.
Als er op zee een ongeval plaats vindt, zullen visserlui altijd helpen.
Zij hoeven ook niet te weten wie zij helpen.

Het is natuurlijk waar dat het leven op zee veel veiliger is dan het is geweest.
In de tijd van de zeilschepen was het veel gevaarlijker.
Alles wat zij hadden waren de zeilen en hun ankers.
Als het anker niet hield, zouden zij op de kust drijven.
Het leven was toen heel goedkoop en het verlies aan mensenlevens was groot.

Ondanks de betere veiligheid, kan ik mij 12 visserlui herinneren die het leven lieten, tijdens mijn eigen levensloop.
Het is de meest gevaarlijke tak van de industrie.
Deze 12 man zijn zelfs niet meegerekend  bij het ongeluk in 1954 van de reddingboot van Scarborough.
Dit was mijn eerste kennismaking, hoe gevaarlijk de zee kon zijn.
Ik was toen nog maar een kleine jongen in een korte broek.
Mensen kwamen van de haven gehold en vertelde dat de reddingboot was gekapseisd.
Ik wist niet eens wat kapseizen betekende en ik had er nog nooit eerder over gehoord.
Ofschoon ... ik leerde spoedig.

De visserlui keken altijd naar hun ouders.
Ik keek naar de ervaren visserlui. Deze waren mijn helden en leermeesters.
Deze bestonden uit Tom “Denk “Mainprize, Bill “Jitter “Sheader en natuurlijk mijn eigen vader Tom “Pat “Rowley.
Het leven op zee is onvergeeflijk en je moet wel weten wat je doet.
Deze ervaren zeelui hebben mij geleerd, wat ik nu weet.
Zij waren allemaal medaille winnaars van de redding maatschappij en zij allen wisten precies wat zij deden.
Als niemand het wist wat er moest worden gedaan, wisten deze mannen het direct.
De zee heeft zulk soort  mensen nodig.

Gelogd
zier
Schipper
*****
Berichten: 3619


wie de mens leerd kenne, leerd de dieren waardeere


Bekijk profiel
« Antwoord #718 Gepost op: 31-01-2014, 12:20:20 »

Cor ik heb het gelezen,denk ik daar wel een antwoord op heb ,zal vanavond eens kijken.
Gelogd
Evert
Gast
« Antwoord #719 Gepost op: 31-01-2014, 21:04:17 »

van de admiraal tromp is niet veel meer over.


* Admiral_Von_Tromp__f.jpg (81.02 KB, 1024x628 - bekeken 861 keer.)

* admiraal_tromp_k.jpg (18.05 KB, 448x298 - bekeken 848 keer.)
Gelogd
Pagina's: 1 ... 44 45 46 47 [48] 49 50 51 52 ... 108 Omhoog Print 
« vorige volgende »
Ga naar:  


Login met gebruikersnaam, wachtwoord en sessielengte

Powered by MySQL Powered by PHP Powered by SMF 1.1.4 | SMF © 2006, Simple Machines LLC Valid XHTML 1.0! Valid CSS!