Welkom,
Gast
. Alsjeblieft
inloggen
of
registreren
.
22-11-2024, 23:02:20
Nieuws:
http://jolybit.nl
De nieuwe trading hulp website is in de maak. U kunt hem wel al gebruiken.
Vraag en antwoord & Wie wat waar
Vraag en antwoord
Vraag en antwoord
Herinneringën deel 2
« vorige
volgende »
Pagina's:
1
...
49
50
51
52
[
53
]
54
55
56
57
...
108
Auteur
Topic: Herinneringën deel 2 (gelezen 1236074 keer)
J.H.
Schipper
Berichten: 2212
Re: Herinneringën deel 2
«
Antwoord #780 Gepost op:
30-04-2014, 20:37:56 »
LO-164-Nothern Rover
LO-164-Northern_Rover.jpg
(50.6 KB, 897x598 - bekeken 1142 keer.)
Gelogd
J.H.
Schipper
Berichten: 2212
Re: Herinneringën deel 2
«
Antwoord #781 Gepost op:
30-04-2014, 20:42:00 »
FD-380-Gava.
FD-380-Gava-e.jpg
(55.44 KB, 801x534 - bekeken 1132 keer.)
Gelogd
vreemdeling
Schipper
Berichten: 1860
Re: Herinneringën deel 2
«
Antwoord #782 Gepost op:
02-05-2014, 07:48:41 »
Een nest vol zeelui no.3
Door een lichte aanvaring in de mist, waren wij gedwongen voor anker te gaan en ik probeerde de bemanning aan de gang te krijgen.
Zij hakten de poten en de kop van de kalkoen af en ik vertelde hen dat we voor de kalkoen een vulling nodig hadden.
Een man van de bemanning brak een brood aan stukken en verkruimelde het en wilde dit zo in de kalkoen stoppen, tot ik hem vertelde dat het met water moest worden gemengd.
Het resultaat leek op een zwarte pleister op de aanrecht in de kombuis
Een man hield de kalkoen vast, terwijl een ander de broodkruimels in de kalkoen stopte, maar zo vlug als zij het er in propte, zo vlug kwam het ook bij de nek er weer uit.
Vervolgens vertelde ik hun over het gebruik van vleespennen, maar die hadden we niet in deze mini keuken. Een van de matrozen pakte zijn zakmes en sneed een spaander van de kolenkist af, sneed er een punt aan en we hadden een vlees pen.
Ik legde de varkenspoot op de aanrecht en hakte er de hiel vanaf.
Dit veroorzaakte een tumult.
Vrijdag en en een varken op de aanrecht....... dat geeft problemen !
Volgens de bemanning was dit wel het ongelukkigste wat hun kon overkomen en iedereen haastte zich om de hiel overboord te smijten.
Later op de dag kwam er een verdwaalde duif aanvliegen en streek op het kanon platform neer, om uit te rusten.
Dit leek voor de bemanning een groot en gelukkig voorteken en zij waren al gauw in de weer om de vogel met brood te voeren en gecondenseerde melk te drinken geven op een schoteltje.
Ogenschijnlijk werd de komst van de duif gezien als een goed teken, wat het eerdere ongeluk kon weg wassen.
Niet alle bemanningen van de vroege patrouille trawlers bestonden uit visserlui.
Er waren al enige onderdelen, waar buitenstaanders in dienst waren getreden.
Een Marine Reserve man uit Hull, nog maar net 19 jaar oud, maar wel met een jarenlange ondervinding van de trawl visserij achter zich, ging van het Nest naar een trawler, waarvan de meeste van de bemanningsleden, nog nooit hadden gevaren.
De schipper en stuurman van de trawler waren beiden afkomstig van de Marine Reserve en ook de 1e en 2e machinist, maar de andere officier, was een nieuwe onder luitenant van de Marine Vrijwilligers Reserve, vers van de officiers opleiding in Skegness.
Het schip lag in Milford Haven met 4 andere flottille vaartuigen.
De 4 schepen lagen in de buiten haven , buiten het dock en wij lagen in het dock achter de gesloten sluisdeuren.
De schipper en de stuurman zaten in de dichtst bijzijnde kroeg.
Toen zij beiden uiteindelijk aan boord rolden, stortte de stuurman bewusteloos in elkaar en moest naar beneden worden gedragen, terwijl de schipper, die ook een goed wat had gedronken, naar het schavotje, boven het stuurhuis klauterde.
Ik zelf was in het stuurhuis, toen hij tot mijn grote verassing order ging geven vanaf het schavotje......... Los voor........ Los achter.... en ...Volle kracht vooruit !
Onze ligplaats was zo'n 30 voet van de sluis verwijderd en lagen met het voorschip richting sluisdeuren, die nog gesloten waren.
Ik riep naar de schipper dat de machinist nog niet klaar was om de machine te starten en slaagde er in de boel op te houden en de havenmeester de tijd te geven om de sluisdeuren te openen,
Uiteindelijk slaagde ik er in het schip in de buiten haven te krijgen.
De andere 4 trawlers gingen anker op en stoomden op halve kracht de haven uit om ons de kans te geven zich bij het te voegen.
Wij hadden de Clyde als bestemming, voor een grote opknap beurt en zouden met de Kerstdagen thuis zijn.
De orders voor onze schipper waren echter om stand-by te blijven en voor anker te gaan.
Onze arme onderofficier, die het stuurhuis binnen kwam om uit de schipper zijn omgeving weg te komen, zei wanhopig... Wat zijn we verdomme eigenlijk aan het doen....
Ik vertelde hem naar het voordek te gaan en als de schipper riep....... Anker vallen...., om het anker tot net boven het water oppervlak te laten vallen, maar beslist niet in het water en de rest aan mij over te laten.
Ik blies in de spreekbuis en waarschuwde de 1e machinist over onze netelige positie en vertelde hem dat, wat ik ook met de telegraaf zou doen, hij de signalen moest negeren en de machine,.... langzaam vooruit.... moest laten draaien.
En weer kwam de volgende order van de schipper.... Stop Machine... wat ik plichtmatig ook op de telegraaf door gaf en daarna volgde de order.... Laat anker vallen.... en de onderofficier deed zoals ik het hem had verteld.
Na een poosje schreeuwde de schipper naar de onder officier......... Hoe ligt ze voor ?
De officier wees met zijn hand recht naar voren en meteen kwam de order vanaf het schavot.... Bel de machine af en ik belde met de telegraaf naar de machine kamer.... Klaar met machine.
De schipper strompelde naar beneden om mij te vertellen een goede uitkijk te houden en hem bij het ontbijt te roepen, ofschoon het pas vijf uur in de middag was.
Hij strompelde naar zijn hut onder het stuurhuis en ik gaf hem een kwartier om in slaap te vallen, terwijl het schip nog steeds langzaam vooruit voer..
Toen ik er zeker van was dat hij sliep, seinde ik de onder officier, zachtjes het anker op te hieuwen en blies naar beneden naar de machinist, om het geleidelijk vol vooruit moest geven, omdat ik de schipper niet wakker wilde maken met het gebel van de telegraaf naar de machine kamer en de plotselinge trillingen van de machine.
In de tussentijd had de leider van de flottille ongerust met de Aldis lamp geseind.
Wij hadden echter geen seiner aan boord.
De schipper of de stuurman deden dat en toen ik het de onder officier vroeg om de seinen te beantwoorden, hij wat ellendig bevestigde, dat hij nog morse kon seinen of ontvangen.
Ik probeerde het met het weinige wat ik van seinen wist, maar ik was heel traag en na een paar\ pogingen, de man aan de andere kant moet hebben gedacht..... Wat staat er nu weer voor een idioot aan de Aldis lamp...... en hij ging langzamer seinen, aangepast aan mijn snelheid.
Hij seinde..... Wat zijn uw moeilijkheden. Ga naar uw afgesproken positie.
Ik vroeg het aan de onder officier.... Wat is in hemelsnaam onze positie.
En hij vertelde, dat ook hij het niet wist.
Hemeltje lief, antwoordde ik, je kunt beter naar de schipper zijn hut gaan en naar de orders gaan zoeken, maar maak hem in geen geval wakker.
Na, wat een eeuwigheid leek, kwam hij met lege handen terug,
Ik kan niets vinden. ....Wat moeten we nu doen ?
Ik was er zeker van dat hij bang was om zijn pas verdiende galon weer kwijt te raken.
Echter, schuifelde ik met het schip naar voren tot ik het schip in de 2e positie van de flottille had gebracht en toen verder niemand iets zei, ik aannam, dat ik de juiste positie had gevonden.
De volgende dag arriveerden we bij de Clyde en de schipper werd bij het ontbijt geroepen, zoals met hem was afgesproken.
Hij zei geen woord en wij ook niet.
Op eerste Kerstdag, toen de trawler Loch Doon uit Hull aan het mijnenvegen was bij Blyth, liep zij op een mijn en zonk met het verlies van 15 opvarenden.
Zij was de laatste van de 14 trawlers en drifters die in 1939 verloren gingen.
De meesten waren op een mijn gelopen.
Hierbij was ook een kleine drifter met de naam Ray of Hope.
Zij was een onderdeel van een zeer vreemde en speciale Patrouille Dienst flottille.
Tijdens de eerste dagen van het Huismussen Nest, meldden zich schipper Sidney White en vijf ander Marine Reserve schippers zich in de concertzaal en hun werd verteld dat zij geheime werkzaamheden moesten gaan uitvoeren en zij een eigen gekozen bemanning konden samenstellen van 12 man, die zich allen vrijwillig aanmeldden voor deze geheime missie.
Zij moesten zich daarna melden bij commandant Charles Hammond, drager van de DSC, op zijn kantoor, in een ingestorte keet op de kade van de haven in Lowestoft..
De schippers bemerkten, dat de schepen die hen waren toegewezen, zes kleine houten haring drifters waren, allen minder dan 100 ton.
Schipper White... Wij bouwden de schepen om en stelden ze in dienst in ongeveer 14 dagen, onder een hoop gesmeek en gevloek van `Bill`Hammond over de tijd dat de ombouwing duurde.
Onze schepen waren voorbestemd voor de Mijn Onderzoek Flottille, gevormd, om speciaal Mijn Onderzoek Patrouilles te doen voor HMS Vernon,, de aan wal gevestigde marine basis in Portmouth.
Schipper White werd schipper van de Silver Dawn en de andere schepen van de flottille waren de Ray of Hope, Jacketa, Lord Cavan, Formidable en de Fisher Boy.
Deze kleine scheepjes, hun enige bewapening waren een paar geweren, waren uitgerust met een kleine soort dreg trawl, om over de zeebodem te slepen om grond mijnen op te vissen, ofschoon iedere rots op de bodem er voor zorgde dat de trawl werd afgescheurd.
Er werd op gehoopt dat wij een intacte mijn konden opvissen, voor verder onderzoek.
Tot zover was hun eerste basis in Margate, maar de drifters werden overal heen gestuurd waar volgens ontvangen rapporten, waar door vijandige schepen of parachutes bij de ZO kust, mijnen waren afgegooid.
Geen magnetische mijn werd feitelijk opgevist door deze flottille of iemand anders, ofschoon in de late dagen van November er twee magnetische mijnen werden gevonden op een droog gevallen zandbank in de monding van de Thames, waar de mijnen waren gedropt door vliegtuigen.
Zij werden geheel intact geborgen door de experts van de HMS Vernon, om te worden onderzocht, om tegen maatregels er tegen te vinden.
Schipper White was tussen de weinige geselecteerden, die per gesloten vrachtauto naar de geheime marine onderzoek sectie bij Havant werd gebracht, waar een bont gezelschap van bofkonten met baarden en sandalen die , weken aaneen opgesloten zaten, om te werken aan het magnetisch probleem van de mijn en een antwoord hier op te zoeken.
Wordt vervolgd
Gelogd
J.H.
Schipper
Berichten: 2212
Re: Herinneringën deel 2
«
Antwoord #783 Gepost op:
03-05-2014, 21:14:30 »
LT-230-Ray of Hope
LT-230-Ray_of_Hope-a.jpg
(69.95 KB, 801x534 - bekeken 1041 keer.)
Gelogd
J.H.
Schipper
Berichten: 2212
Re: Herinneringën deel 2
«
Antwoord #784 Gepost op:
03-05-2014, 21:36:39 »
LT-100-Formidable
LT-100-Fomidable-a.jpg
(65.35 KB, 801x534 - bekeken 1026 keer.)
Gelogd
vreemdeling
Schipper
Berichten: 1860
Re: Herinneringën deel 2
«
Antwoord #785 Gepost op:
05-05-2014, 08:54:12 »
Een Nest vol Zeelui no.4
Tot dat, net voor de Kerstdagen, Churchill aankondigde, dat...... De magnetische mijn is overmeesterd........ .
Maar in feiten vroeg de mijn nog een zeer hoge tol aan de scheepvaart.
Het was een machinist officier van een basis uit Grimsby, die het eerst op het idee kwam om de schepen te “degaussen” `, door een eigen magnetisch veld te creëren, om de mijn voor de gek te houden.
Aanvankelijk betekende dat er 3 mijl aan koper draad door de spuigaten van het schip liep, maar deze draad werd vaak kapot geslagen of beschadigd.
Met een later idee werd vooruitgang geboekt, door een enkele draad aan te brengen, opgewekt door de scheeps dynamo, in een bekisting rond de buitenkant van het schip.
Maar dit kostte veel tijd om te ontplooien en in de tussen tijd werden de drifters van de Mijn Opsporing Flotille, of zoals ze ook wel werden genoemd, de Privé Marine van Vernon, als ze weer ergens vlug werden geroepen, ingezet voor het gevaarlijke werk van het dreggen naar mijnen.
In December werkten zij bij Ramsgate, toen twee schepen werden geroepen om een speciale klus uit te voeren.
Schipper White van de Silver Dawn en schipper Walter Hayes van de Ray of Hope, meldde zich als vrijwilligers en gingen naar zee om de trawls uit te zetten, 5 mijl oost van het geveegde oorlogs kanaal, wat in gebruik was bij de konvooien.
De twee drifters sleepten om de beurt, terwijl de andere drifter stand-by hield, in het zeegebied waar was gezien, dat er parachute mijnen waren gedropt.
Alles ging voorspoedig, totdat de Ray of Hope bij een dreg tocht vast liep op de bodem, maar in tegengesteld richting varend, voer zij over een magnetische mijn, die prompt werd geactiveerd door het metaal van de machine en de uitrusting van het schip.
De Ray of Hope werd onmiddellijk opgeblazen in een hevige ontploffing, waarbij schipper Hayes uit het stuurhuis werd geslingerd.
De schipper en zijn 2e stuurman, John Bird, waren de enige overlevenden en werden door de Silver Dawn opgepikt, samen met 2 of 3 lichamen van de omgekomen bemanning.
Ofschoon een zuid gaand konvooi op hetzelfde moment van de ontploffing passeerde, werd door de begeleidende vaartuigen geen hulp verleend en geen risico´s durfden te nemen binnen deze gevaarlijke wateren.
De overblijvende schepen van de flotille stoomde naar Ramsgate om te helpen bij het zoeken naar overlevenden, maar hun pogingen waren te vergeefs.
Openhartig, nam de gebaarde commandant Hammond, het ongeval niet licht op..
Hij was een scherpziend persoon met een openhartige en eenvoudige code.....
Je kan een visserman niet opdrijven, maar met beetje leiderschap en begrip. zullen zij de oorlog winnen.
Onmiddellijk er na volgde het verlies van de Ray of Hope,
Hij riep een vergadering bijeen voor de bemanningen van de andere schepen, bovendeks in de haven van Ramsgate, in het gezicht van de verre zee ,waar de drifter was verdwenen en hield hen voor dat met het gezicht op het verlies, iedere man, ik herhaal, iedere man er mee kan stoppen als hij dat wilde en naar Lowestoft kon terug keren.
Zij moesten aan hun gezinnen en huiselijke verplichtingen denken.
Hij wilde mannen zonder verplichtingen en hij zou het niemand kwalijk nemen als zij het flotille wilden verlaten.
Deze uitnodiging was voorheen iets ongehoord bij de Marine.
Dat was de situatie, toen een nieuwe groep van vrijwilligers, uit het Nest kwam om zich te melden bij het flottille,
Bij deze groep zaten twee seiners van de Marine Vrijwilligers Reserve,
Een van de seiners was Bev Smith.
In het Nest hadden we ons vrijwillig aangemeld voor speciaal diensten, romantische ideeën hebbend over blokkade schepen en zulk soort zaken
Deze romantiek verdween bij het aan boord gaan in Ramsgate, toen wij daar in het donker arriveerden, bij laag water en waar we de vijf smerige kleine stoomdrifters gemeerd aan de kade vonden. Het merendeel van onze groep was bestemd voor de Fisher Boy.
We klauterden aan boord en vonden een stoker de wacht houdend over het schip, een diep zee trawlerman, die ons vertelde dat alleen hij en de schipper de overgebleven bemanning van de Fisher Boy waren..
De schipper verliet kort hierna het schip en wij kregen hier voor in de plaats, schipper George Brown, een zeer bekwame schipper uit Yarmouth.
Mijn seiner collega, werd op de Silver Dawn geplaatst.
Voor de hele flottille waren we nu met 2 seiners, die door gebrek aan sein materiaal de communicatie tussen de schepen onderling zagen bemoeilijkt. We hadden slecht een paar hand seinvlaggen en een Aldis lamp.
De methode van mijnenvegen, bedacht door commandant Hammond na de ramp met de Ray of Hope, was nu, dat twee drifters een trawl moesten slepen langs de bodem van de zee,
In het geval als er wat werd opgevist in de trawl, een schip het eind van de trawl aan de andere drifter zou overgeven en deze drifter zou dan naar een rustige glooiende helling van een strand stomen tot het schip bijna vast liep
De beide einden van de trawl zouden dan aan een boei worden vastgemaakt en de drifter zou weg stomen om veilig buiten de kust voor anker te gaan., terwijl een andere groep. die met een vlet naar buiten zou gaan, de trawl op de wal zou trekken met behulp van een bruikbaar sleep voertuig, wat zij ter plaatse hoopten te vinden.
Daarna werd de trawl voorzichtig geopend en de inhoud bekeken,
We trawlden vaak in sneeuwstormen en op keer, toen er veel sneeuw viel en het dek met sneeuw was bedekt, leunde commandant Hammond uit het raam van de stuurhut, en keek met waakzame ogen toe, toen de beide slepende vaartuigen, elkaar dichter naderden en de bemanningen over een weer elkaar met sneeuwballen gingen bekogelen.
Ik kan het niet helpen, maar ik moest er aan denken hoe tolerant deze oude commandant was, met zijn eigen ware Marine achtergrond, om toe te staan dat twee mijnenveeg bemanningen op deze manier de boel op stelten konden zetten.
Maar zonder twijfel, met de Ray of Hope affaire nog vers in zijn geheugen, was zijn mening en stemming , om aldoor voor ons tolerant te zijn.
Wij waren een soepel lopende en uitziende groep van visserlui, die hun oude visserij uitrusting van huis hadden meegebracht, zoals hun oliegoed, matrozen broek met klep een laarzen sokken.
Op de Fisher Boy hadden we geen kok en de kombuis kachel had het begeven, Verschillenden opvarenden hadden hun pogingen aangewend om te koken, maar over het algemeen was het een miserabele situatie.
Commandant Hammond regelde uiteindelijk voor ons een nieuw kook apparaat, een op kolen brandend geval voor de kombuis, met de plaatselijke scheepshandelaar.
De nieuwe kachel werd geplaatst en de volgende keer dat we de haven verlieten, werd de oude kachel met groot ceremonieel overboord gezet.
We visten vijf of zes dagen, zonder iets bijzonders in de trawl te vinden..
Toen kwam er een dag, waarbij wij merkten aan het sleep gedrag van de drifters, dat wij iets hadden opgevist en doorliepen het hele traject om der trawl op het strand te krijgen.
Wat met spanning werd de opening van de trawl gade geslagen. Groot was de verbazing, dat de oude kombuis kachel was opgevist.
De Kerstdagen kwamen.
Het was bitter koud en we hadden sinds we aan boord waren gekomen, nog geen gage ontvangen.
Een van de bemanningsleden was 's-morgens de wal op geweest en had een winkel van een pandjes baas gevonden, waar hij wat spullen had beleend en hiervoor wat shillingen had gekregen.
We hadden via het depot een stuk varkens vlees gekregen, die nu in de oven stond en we zaten met z'n allen in het achterin en voelden ons rot,
In die tijd werd er geen rum aan de schepen verstrekt, waarschijnlijk omdat het depot in Ramsgate niet goed georganiseerd was .
Het was mijn eerste Kerst, dat ik van huis was en ik voelde me neerslachtig, tot een jongen van een van de andere drifters het achterin binnen kwam en zei dat commandant Hammond bericht had gestuurd voor ons, om op zijn bureau te komen.
We gingen er met z 'n allen heen en hier vonden wij, dat de dames van het dorp bij elkaar waren gekomen en een cake hadden gebakken voor alle bemanningen en bovendien ons ook nog een paar gebreide sokken of wat andere spullen, wat ons van pas kon komen, voor ons hadden gemaakt.
Alles bij elkaar genomen werd onze dag er veel beter door en zeker ook door het feit dat de commandant ons vertelde dat, als we naar de plaatselijke pub zouden gaan, er voor ons een pint beer zou staan.
Het was typisch de manier zoals hij altijd dacht en ook dat hij belangstelling had voor zijn ondergeschikten.
Ik moet eerlijk bekennen dat het heel veel ons Kerstfeest opvrolijkte en wij in de pub het voor elkaar kregen om meer dan 1 pint bier te krijgen en bij het aan boord komen voelden we achteraf, dat sommige dingen niet zo slecht waren zoals we ze eerder voorzien hadden.
Einde
Wordt vervolgd
Gelogd
vreemdeling
Schipper
Berichten: 1860
Re: Herinneringën deel 2
«
Antwoord #786 Gepost op:
07-05-2014, 07:49:13 »
De Vechtende Visserman no.1
Het was 9 Januari 1940, rond het middag uur.
De trawler Calvi was aan het mijnenveger bij North Foreland, toen een groot konvooi langzaam door het geveegde oorlogs kanaal voer.
Het was een routine klus.
Maar plotseling was er een enorme ontploffing, toen het 2e schip van het konvooi, het 10,000 tons lijnschip Dunbar Castle op een magnetische mijn liep, die recht onder haar stuurhuis ontplofte.
Het schip zonk binnen enkele minuten, dicht bij het Noord Goodwin lichtschip, waar de top van haar mast haar graf plaats aan gaf gedurende de duur van de oorlog.
De Calvi kwam snel ter plaatse, met andere schepen, om te redden en pikte 2 reddingssloepen op met overlevenden.
Totaal waren het 73 personen, met in begrip van vrouwen en kinderen, twee nonnen en een paar geheel naakte stokers.
In een van de boten was ook het lichaam van de gezagvoerder van het lijnschip, die in de reddingboot was gestorven, net voor hij werd gered.
De andere inzittenden van de boten werden er snel uit gehaald, behalve een versufte persoon, ernstig in shock, die weigerde zich te verroeren.
Iedereen aan boord schreeuwde tegen deze man om hem in beweging te brengen en gaven hem gewillig een hand om hem mee te nemen, maar zelfs als zij hem riepen, bleef hij daar in zijn verschrikkelijke verdoving zitten en stierf.
En zo kwam de Calvi zonder rum te zitten wat nodig was om de grote lading van ellendige passagiers te troosten.
Mannen en vrouwen waren in shock en gewond, overal op het schip zaten zieken kinderen en zoals werd verwacht, bleven de nonnen rustig en kalm.
Nadat de overlevenden veilig naar de haven van Ramsgate waren gebracht, hield de Calvi de twee opgepikte redding boten van de Dunbar Castle aan boord als redding materiaal en sleepte de sloepen later naar Dover en verkocht de sloepen daar voor 14 pond.
Het was zo'n alledaags ongeval in deze zee oorlog, die nu 5 maanden oud was, waarin de schepen van de Patrouille Diensten, steeds prominent patrouilleerden en mijnen veegden en voegden hun namen toe aan de spiraal van slachtoffers, die op een mijn waren gelopen waar zij naar zochten of werden verwoest door bommen bij aanvallen van vliegtuigen.
Zoals de trawler Valdora, een oud overlevend schip van de 1e wereld oorlog, die naar de bodem werd gejaagd door een Duitse bommenwerper bij Dover, evenals 3 trawlers in de Noordzee, waar zij hetzelfde onheil ontmoette.
De trawler Robert Bowen, opgeblazen door Heinkel vliegtuigen toen zij aan het mijnen vegen was bij Aberdeen, brak in tweeën en zonk met alle opvarenden aan boord.
Haar deelgenoot, de Fort Royal, zonk binnen een paar minuten en de Fifeshire, een grote nieuwe trawler, die pas weinig van visserij activiteiten had gezien, voor er bij haar aan boord een kanon werd geplaatst, stierf bij Copinsay bij de Orkney eilanden, onder een lijkkleed van rook en vlammen, ook door aanvallende Heinkel bommenwerpers.
Zij zonk snel onder de voeten van haar kapitein,een marine onder luitenant, van pas 20 jaar oud, met slechts een overlevende, die later het verhaal kon vertellen.
Andere trawlers en drifters strompelden terug naar de haven, zwaar beschadigd door bommen en met zich mee voerend de lichamen van bemanningsleden, gedood door spuwend machinegeweer vuur, van de aanvallende vliegtuigen.
Maar de verliezen waren gelukkig niet alleen aan een kant.
In een verhitte actie rond het noorden van Schotland, ontdekte drie patrouillerende trawlers, de Arab, Gaul en Stoke City, een duikboot en vielen haar vastberaden aan. De duikboot probeerde te ontvluchten door op de bodem te gaan liggen.
Zij wierpen om de beurt hun diepte bommen af, tot dat zij de duikboot volkomen hadden vernietigd en verzamelden het bewijs van haar ondergang`.
Nog maar juist hier voor dit geval, bij slecht weer in Januari, jaagden twee andere trawler, samen met een kleine destroyer, een U-boot de zandbanken de South Goodwin Sands op, een stoutmoedige daad, waar hun schippers een DSC onderscheiding aan over hielden.
De trawlers Cayton Wyke en de Saon, waren ingezet bij de Dover Patrouille Diensten.
Tussen de banken van de Goodwin Sands was een doorgang, waar bij een goed tij, een schip door kon vare.
Deze doorgang was met een lus van een elektrische kabel beschermd.
Op een duistere nacht, tijdens een krachtige storm, ontvingen de twee trawlers een waarschuwing van de kustwacht, dat een doorvaart was ontdekt in de beschermings lus.
De drie schepen stoomden naar de doorgang tussen de twee banken en dropten zij 82 diepte bommen en uiteindelijk jaagden zij de U-boot aan de west zijde van de Goodwin Sands, de zandbanken op.
De schipper van de Saon was hoofd schipper Mullender.
Hij vertelde... We gingen op zoek naar de vijand en zagen dat de U-boot vast was gelopen op de zandbanken, maar konden er niet dicht genoeg bij komen door de harde wind.
Ook was er nog een kabelschip naar buiten gekomen en voegde zich bij ons.
We wachtten tot het weer zou verbeteren, om te proberen de duikboot van de ondergang te redden, wat een enorme prijs zou zijn geweest als we de duikboot geheel in tact hadden kunnen overmeesteren en haar hadden kunnen bergen.
Maar terwijl we de duikboot in de peiling bleven houden en bleven wachten, zagen we dat de duikboot langzaam werd overspoeld door de zandbank, die de duikboot en haar bemanning opslokte.
De kleine Billy Mullender, de schipper van de Saon, was slechts 5 voet lang en was zonder twijfel de belichaming van al de mooie kwaliteiten van de Marine Reserve schippers, die nu met de oorlog op zee, te maken hadden gekregen.
Zijn privé oorlog was al op jeugdige leeftijd begonnen., omdat hij was geboren als een zwak kind en hier door niet naar school mocht.
Hij werd geplaagd door een ziekte, wat ook het leven had gekost van zijn broer en zusje.
Toen hij 9 jaar oud was zei de familie arts tegen de vader, een visserman uit Lowestoft, dat er maar een ding was, wat hij nog kon doen, en dat was om zijn zoon mee te nemen naar zee op een alles of niets basis.
De ziekelijke jonge Muillender begon zijn zeemans loopbaan aan boord van een zeil smack, slapend op het bovendek met alleen een stuk zeildoek tussen hem en alle soorten weersgesteldheid.
Het maakte hem wel beter.
Toen hij 21jaar oud was, had hij zijn schippers papieren behaald en had een eigen schip en door zelf studie had hij leren lezen en schrijven.
De uitbraak van de oorlog vond hem in zijn late dertiger jaren en hij was de enige kapitein die op twee schepen tegelijk, het commando voerde.
Hij had twee kolen schepen, varende tussen Blyth en Lowestoft, schepen met een aparte bemanning en hij was gezagvoerder op een schip, als het andere schip lag te lossen en dat deed hij al 12 jaar.
Als een zweepkoord was deze schipper.
Maar nu terug naar de vroege maanden van het Huismussen Nest.
In deze vroege maanden werden de activiteiten steeds groter en geweldiger.
Hospita's uit Lowestoft, die waren geëvacueerd toen de haven als verboden gebied werd verklaard, werden met spoed terug gehaald om voor de inkwartiering van de matrozen te zorgen, die nu de stad waren binnengestroomd.
Als de recruten gewoonlijk terug keerden naar hun kosthuizen voor de middag maaltijd, betekende het dat er regelmatig, vier maal per dag, honderden en nog eens honderden mannen naar de Nest ingangen kwamen of de poorten uitstroomden, op hun weg van en naar huis.
Om opstoppingen te voorkomen in de hoofd straten van de stad, hadden zij de opdracht gekregen om langs de boulevard te lopen.
Vijandige vliegtuigen van de overzijde van de Noordzee, hadden lucht gekregen van deze praktijk en gevechtsvliegtuigen op hun sluiptochten wilden vanuit zee de kust binnen scheren of op dakhoogte overvliegen en met hun machinegeweer vuur veroorzaken dat de dienstplichtigen dekking moesten zoeken, waar het mogelijk was.
En veel van deze mannen, die met hun neus in het gras lagen, zich afvroegen......Ik wordt nog gedood, voor ik zelfs naar zee ben gegaan.
Maar aan de lollige kant, meer in de ongeschreven geschiedenis, waren er ook van zulk soort verhalen.
Zoals van de man die het toilet uit komt rennen in z'n blote billen, met z'n broek op de enkels en verdwaasd rond springt om de terug kaatsende Duitse kogels te ontlopen, die naar hem toe waren geschoten, om hem schijnbaar gezelschap te willen houden.
De basis trainingen in het Nest, waren nu echt op gang gekomen.
De drilling werd op de Oval gedaan, de vroegere sportvelden van het Nest, op korte afstand er van, dicht bij zee.
Hier werden de stokers heen gemarcheerd. onder leiding van een Schotse stoker 1e klas, die hen begeleidde met doeldelzak muziek, als zij daar heen marcheerden.
Op de nu gehavende cricket velden, schepten de geharde stoker smalend grint in namaak scheep ovens, gewoon een stel vierkante gaten, om hun toekomstige werkzaamheden te stimuleren.
Er waren nu ook al lastige en harde figuren tussen de Patrouille Dienst instructeurs .
Maar de hardste was hoofd onder officier Edward Pugh, ook wel onder de recruten Ted de Bastaard genoemd.
Ted was een voormalige hoofd machinist van een trawler uit Milford Haven die werd opgeroepen voor de Patrouille Dienst, toen de oorlog uit brak.
Hij was een late veertiger en was nu instructeur in het St.Luke's, het grote ziekenhuis aan de kust, waar machines waren geplaatst, afkomstig van schepen, om toekomstig machine kamer personeel op te leiden.
Hij zelf was opgevoed onder de strenge discipline van zijn militaire vader.
Ted zelf was in de 1e Wereld Oorlog sergeant van de artillerie en kreeg het Franse Oorlogskruis van Verdienste, voor zijn dapperheid bij de strijd aan de Somme.
Op het Nest was hij een echte kwelduivel bij de parades en deed zijn naam goede eer aan.
Wordt vervolgd
Gelogd
J.H.
Schipper
Berichten: 2212
Re: Herinneringën deel 2
«
Antwoord #787 Gepost op:
08-05-2014, 15:06:48 »
Dunbar Castle
Dunbar_Castle-a.jpg
(71.89 KB, 801x534 - bekeken 945 keer.)
Gelogd
J.H.
Schipper
Berichten: 2212
Re: Herinneringën deel 2
«
Antwoord #788 Gepost op:
08-05-2014, 15:08:22 »
Dunbar Castle
Du-b.jpg
(78.43 KB, 801x534 - bekeken 972 keer.)
Gelogd
J.H.
Schipper
Berichten: 2212
Re: Herinneringën deel 2
«
Antwoord #789 Gepost op:
13-05-2014, 00:41:16 »
George Brown
Fisher_Boy-b.jpg
(18.03 KB, 270x400 - bekeken 848 keer.)
Gelogd
J.H.
Schipper
Berichten: 2212
Re: Herinneringën deel 2
«
Antwoord #790 Gepost op:
13-05-2014, 00:41:48 »
George Brown met zijn 9 broers, allemaal in dienst van Patrol Service ( Mijnen vegen, Escorte diensten) en allemaal kwamen zij heelhuids de oorlog door
Fisher_Boy-a.jpg
(58.04 KB, 702x528 - bekeken 867 keer.)
«
Laatste verandering: 13-05-2014, 01:41:37 door J.H.
»
Gelogd
J.H.
Schipper
Berichten: 2212
Re: Herinneringën deel 2
«
Antwoord #791 Gepost op:
13-05-2014, 01:35:36 »
GY-114-Stoke City
GY-114-Stoke_City.jpg
(57.37 KB, 801x534 - bekeken 865 keer.)
Gelogd
J.H.
Schipper
Berichten: 2212
Re: Herinneringën deel 2
«
Antwoord #792 Gepost op:
13-05-2014, 01:38:34 »
HMS-Soan als H-487-Bayflower
H_487-Bayflower_selby_1933_2.jpg
(72.35 KB, 801x534 - bekeken 917 keer.)
Gelogd
J.H.
Schipper
Berichten: 2212
Re: Herinneringën deel 2
«
Antwoord #793 Gepost op:
14-05-2014, 12:26:39 »
GY-642-Loch Leven
GY-642-Loch_Leven-a.jpg
(54.76 KB, 801x534 - bekeken 854 keer.)
Gelogd
J.H.
Schipper
Berichten: 2212
Re: Herinneringën deel 2
«
Antwoord #794 Gepost op:
14-05-2014, 12:30:57 »
Even een gasmasker testen aan boord van een Britse trawler. Hopelijk waren er meerdere maskers aan boord en niet alleen 1 voor de schipper....
Gasmasker_test.jpg
(85.68 KB, 801x534 - bekeken 851 keer.)
Gelogd
Pagina's:
1
...
49
50
51
52
[
53
]
54
55
56
57
...
108
« vorige
volgende »
Ga naar:
Selecteer een bestemming:
-----------------------------
Vraag en antwoord
-----------------------------
=> Vraag en antwoord
=> Stamboom en Genealogie
-----------------------------
Hoofdindex
-----------------------------
=> Praatgroep Scheveningen
=> Wie wat waar
=> Gekeuvel
=> Alles over Duindorp
=> Drilling Offshore Site
-----------------------------
Historie
-----------------------------
=> Historische gebeurtenissen
=> Gebouwen en monumenten
=> Klederdracht
=> Portret Foto's
=> Straten en hofjes
=> Mooie momenten
=> Overige
1 uur
1 dag
1 week
1 maand
blijvend
Login met gebruikersnaam, wachtwoord en sessielengte
Powered by SMF 1.1.4
|
SMF © 2006, Simple Machines LLC
Laden...