Welkom,
Gast
. Alsjeblieft
inloggen
of
registreren
.
22-11-2024, 12:30:32
Nieuws:
http://jolybit.nl
De nieuwe trading hulp website is in de maak. U kunt hem wel al gebruiken.
Vraag en antwoord & Wie wat waar
Vraag en antwoord
Vraag en antwoord
Herinneringën deel 2
« vorige
volgende »
Pagina's:
1
...
54
55
56
57
[
58
]
59
60
61
62
...
108
Auteur
Topic: Herinneringën deel 2 (gelezen 1235433 keer)
vreemdeling
Schipper
Berichten: 1860
Re: Herinneringën deel 2
«
Antwoord #855 Gepost op:
30-07-2014, 10:47:33 »
Laat je hoofd niet hangen no.1
In de nadagen van 1941 was het “efficiënte gekkenhuis “van het Huismussen Nest aanmerkelijk veranderd dan in de eerste dagen van haar bestaan.
Het was er drukker, er werd efficiënter gewerkt en met enig respect waren ze zelfs nog gekker.
De snelle uitbreiding van de Patrouille Diensten had laten zien, dat haar niveau direct al werd open gegooid voor een nieuw soort rekruut.
De meeste visserlui, de mannen van de sleepboten en lichters, waren al bij de oorlog betrokken en ook de week-end zeelui, dier nu rond liepen met het idee, van wat is er eigenlijk aan de hand.!
Nu kwamen er de burgers uit alle lagen van de bevolking, waar van velen geen enkel idee hadden wat de Marine Patrouille Dienst nu eigenlijk was.
Een populair begrip was dat het een leger onderdeel was van een soort Marine politie.
En andere ideeën varieerden van flottilles motor torpedo boten, bewapende schepen van een speciale vloot of van patriouillerende destroyers.
Wanneer het soort schip waarop zij werden geplaatst, zonder enig pardon aan de pupillen werd getoond, was het in de meeste gevallen een zware tegenvaller.
Zij werden in een dok langs de slanke, strijdlustige motor torpedo boten gevoerd naar de roestige, gedeukte, zware trawler, die gemeerd lagen in een ander dok en kort en krachtig en zonder veel omhaal door de instructeur werd verteld..... Dit zijn jullie schepen, jongens.
Ze zien er wel niet zo mooi uit , maar het zijn goede zeeschepen,
Wel niet zo snel, maar wel stevig.
En, de zichtbare verbijstering van zijn toehoorders negerend. ... Ik weet dat jullie allemaal enthousiast zijn om naar zee te gaan.... Ik wilde , dat ik met jullie mee kon gaan..... Maar ze laten mij niet gaan.
En zijn toon ontkende duidelijk zijn woorden
Nieuwe aangemelde recruten, stroomden Lowestoft binnen met een hoeveelheid van honderden per week.
Marine auto's wachtte bij het station op de trein en vervoerde de nieuwkomers naar het Nest.
Daar werden zij in groepen op het toneel geplaatst en hun namen en bijzonderheden werden genoteerd door de regelende Hoofd Onder officier van de afdeling aanmeldingen.
Ze werden vaak lastig gevallen, maar altijd gecommandeerd.
Deze hoofdpersoon stelden allen nieuwkomers gerust voor de twijfels die veroorzaakt waren bij hun aankomst, bij het wonderbaarlijke gezicht bij de ingang van het kamp. Daar stonden twee schildwachten met een sigaretten in hun mond en spelenderwijs met elkaar aan het stoeien waren, met hun bajonetten.
Wel een vreemde introductie voor een Marine opleiding instelling.
Eenmaal ingeschreven werd hen verteld, zich de volgende morgen om 8 uur weer hier te melden... En Niet,,, en ik herhaal NIET,,, dat je eerste ochtend al op drift bent ! Vervolgens werden de nieuwelingen buiten de concert hal in een lange rij gezet om te afgeleverd bij de inkwartiering adressen..
Terug kerende vrachtauto's werden barstens volgeladen en stoven direct weer naar de stad, zij straten van de hoofdstraat in en uit vliegend en stopten bij verschillende huizen.
Een dienstplichtige sprong dan uit de auto, klopte op de deur en riep..... Hoeveel Ma'm
Ik neem er twee, jongen,... zou het antwoord dan kunnen wezen en de twee personen het dicht bij de achterzijde van de auto, moesten dan uitstappen en waren dan bij hun inkwartiering adres
Zo ging het door, tot de vrachtauto leeg was en deze spoedde zich terug naar het Nest, voor meer gegadigden.
Inkwartiering was eigenlijk een zaak van geluk hebben en de trekking van het lot bestond uit ”pech hebben” of “het valt wel mee” , voor de nieuwe toegetreden personen van het Nest.
Sommige inkwartiering adressen waren maar net iets beter dan een hondenhok, anderen waren een tehuis als thuis..
Alles hing samen met het karakter van de Ma's en deze hospita's stonden algemeen bekend.
Soms waren het hebzuchtige, vrekkige vrouwen, die de oorlog zagen als een mogelijkheid om zo veel mogelijk geld te verdienen als mogelijk was en gaven hiervoor in ruil maar weinig voor terug.
Zij stopten het maximale aantal mannen in hun kleine kosthuizen, vol gepropt met bedden, tafels en stoelen en gaven schrale porties eten als zij het waagden en maakten mooie winsten uit de benarde situatie van de arme dienstplichtigen.
Sommigen lieten twee of zelfs drie mensen samen in een bed slapen, ofschoon dit tegen de strikte regels van de Marine was.
Zij vertrouwden er op dat de nieuwelingen te groen waren om hierover te klagen.
Sommige kosthuizen waren vuil, met slechts een toilet voor 18 mensen en deze werden vaak nog geteisterd door vlooien, die welig groeiden van het mensen bloed.
Kamers werden niet schoongehouden en de maaltijden moesten in ploegen worden gebruikt en waarbij de 2e groep vaak geen tijd had om af te eten.
Sommige hospita's en hun gezinnen, woonden en kookten ondergronds in het souterrain en de borden met eten werden omhoog gegeven door een schijnbare spook hand.
Op deze manier van inkwartiering, eindigden veel deze gewetenloze vrouwen met het dragen van bontjassen en waren in het bezit van een eigen auto.
Veel klachten van de mannen waren over de overlast van vlooien., maar de meesten mannen moesten er bij leren leven of hun eigen bestrijding methode er tegen te vinden, wat moeilijk was voor de bestrijding van de insecten, zoals matroos Paul Lurid had ondervonden.
Door harde ondervinding had hij ontdekt dat de enige manier om vlooien te vangen die succesvol was, een stuk zeep te deppen in water en op het insect te drukken en bleven dan aan het stuk zeep kleven en je had ze gevangen.
Vele avonden lang was het een normaal gezicht om Lund te zien staan over zijn bed gebukt, met een kaars in de ene hand en een een natgemaakt stuk zeep in de ander hand.
Tot vermaak van zijn kamergenoten, die blijkbaar helemaal ontsnapt waren aan de aandacht van de vlooien.
En er waren ook zwaardere klachten, zoals wat Rupert Garratt ondervond, samen gepakt in een kosthuis in de Nelson straat.
Aan onze kant van de straat waren maar een paar huizen en mijn kosthuis had geen enkel heel raam.... zij waren dichtgemaakt met een stuk tafelzeil of iets anders als vervanging van het glas en een beschadigde en kapotte voordeur,'
De hele “veestapel “ van deze gebombardeerde huizen, zochten de menselijke warmte op van degene die er woonden en mijn eerste nacht was een nachtmerrie.
De volgende nacht gebruikte ik een doos Keating, die ik uitstrooide op het laken waar ik op lag en hoewel ik later in de nacht een meer normale bedekking gebruikte, kregen ze me toch te pakken.
De laatste indruk die ik wilde geven was dat ik niet wilde toegeven dat ik een zwakkeling was, maar na enkele dagen waren mijn polsen zo gezwollen, dat ik mijn mijn manchetten niet meer kon dicht knopen en mijn veters waren maar net lang genoeg voor mijn gezwollen enkels.
En ik meldde mij bij de ziekenboeg met het verzoek of ik kon verhuizen naar een ander onderkomen.
De medische officier was een jonge arrogante kerel en waarschijnlijk erg zeker van zich ze, anders zou hij niet hebben gevraagd... Hoe weet u dat het geen steekmuggen zijn ?
Mijnheer, antwoordde ik,..... steekmuggen bijten niet op dat uur van de dag ....en in deze tijd van het jaar, laat in September..... en onder de dekens.
Ik kreeg mijn overplaatsing en het oude inkwartiering adres werd gesloten.
Het grootste deel van de mannen moesten echter blijven in het logement, waarin zij waren terecht gekomen..
Kosthuizen met verschrikkelijke maaltijden en overbevolkt, waren in de morgens een wonder, als twintig man gebruik moesten maken van een badkamer of het toilet en dat allemaal ongeveer op dezelfde tijd.
Het was als een nachtmerrie van een klein pension in de badplaats Blackpool, op het hoogtepunt van de zomer.
Zoals een inkwartiering in de hoekwoning van een kolenboer, waar iedere avond het paard van de kar, door de gang naar de stal aan de achter zijde van het huis moest worden gebracht.
En zoals het kosthuis, waar de arme lang lijdende recruten een stuk kraakbeen wat op lever leek, in de kooi van de papagaai moest steken, om de vogel zijn bek te laten houden
Was het deze smakelijke hap wat de vogel smoorde of de whisky, die de panische hospita in zijn keel goot om hen te doen herleven, zij wisten het niet.
Maar zij namen wel de voorzorg voor het begraven van het beest, om te voorkomen zoals een man suggereerde, dat zij het misschien zou serveren als kip bij de middagmaaltijd, de volgende dag.
Eerst waren er helemaal geen middagmaaltijden in de kosthuizen op een bepaalde dag in de week, want op die dag moesten de hospita's naar het Nest en in de rij gaan staan om te worden uitbetaald.
Later werden zij betaald met een postwissel, die door de postbode werd bezorgd.
In theorie moesten alle kosthuizen, die door zo'n duizend hospita's werden gerund, regelmatig worden geïnspecteerd door inkwartiering officieren van het Nest, maar in de periode van intensieve oproep van civiel personeel, was er weinig tijd om zulke doortraptheid te controleren en de nieuw opgeroepen dienstplichtigen, waarvan werd verwacht dat zij alle soorten hardheid wel konden door staan, was het niet verwonderlijk om geen officiële klacht in te dienen, bij het begin van een nieuwe carrière bij de Marine,
wordt vervolgd
Gelogd
vreemdeling
Schipper
Berichten: 1860
Re: Herinneringën deel 2
«
Antwoord #856 Gepost op:
01-08-2014, 07:32:25 »
Laat je hoofd niet hangen No.2
De hospita's van goede wil en met echte vaderlands liefde waren gelukkig in de meerderheid en zij besteedde de uiterste zorg van hun ingekwartierden.
Door hun aantal te beperken, schone en comfortabele inkwartiering mogelijkheden te verschaffen en ook goed eten, mits hun marine toewijzing het mogelijk maakte, maakten zij er echte tehuizen voor de soldaten van, zonder profijt voor hen zelf.
Naderhand waren er veel, die zelf zonen hadden, zoals een van de hospita's die haar man had verloren op zee in de 1e Wereldoorlog en nu een zoon had in het leger in India.
Zij verzorgde ieder van haar huurders als haar eigen zoon. Zij voedde hen alsof het vecht hanen waren en was niet te beroerd om hen wat klein geld te geven voor een bezoek aan de bioscoop op een avond.
Zij deed zelfs hun was, geen gemakkelijker taak als je bedenk, dat zij zeven of acht kostgangers had.
Andere goede hospita's , zagen vaak hoop in hun eigen privé verdriet bij de behandeling van de jonge mannen, waar voor zij zorgden
Zoals een vrouw, wiens jongste zoon was gedood en met enkele anderen, bij een ontploffing van een diepte bom op hun trawler
De restanten van het lichaam werden naar Lowestoft gestuurd, waar het werd begraven, maar zoals zij wist, dat hij het misschien niet zou zijn of misschien maar gedeeltelijk.
Later werd zijn uitrusting terug gestuurd en dat bleek ook van een andere persoon te zijn.
Zo iets doet iets bij een vrouw.
Om zo honderden mannen te herbergen, die maar voor een korte tijd in haar huis zouden zijn, en ze te verzorgen als haar eigen zoon.
De namen van goede hospita's gingen van mond tot mond, zodra zij terug keerden in het Nest,
De onfortuinlijke van weleer konden nu proberen hun geluk te veranderen.
De regel was zodanig, dat je eerst naar een hospita ging, voor je je ging aanmelden bij het Nest.
En als de hospita je wilde huisvesten , moest je dat meteen aan de Betaling Officier melden, dat je al een onderkomen had geregeld.
Zaak afgehandeld.
Ik moet er wel bij vermelden dat het niet altijd “rozengeur en maneschijn” was voor de hospita´s, want zij moesten zien om te gaan met allerlei soorten mannen.
Hierbij waren ook weer stel onfortuinlijke, zoals blijkt door de merkwaardige, maar ook noodzakelijke instelling van het Natte Bed Boek, wat werd bijgehouden door de Betaling Officier van het Nest.
De combinatie van het weer aan de Oost kust en de hoeveelheid bier wat werd gedronken, had een overtuigend effect op de blaas van de rekruut.
Iedere nacht werd er wel in bed geplast, wat tot een grote climax kwam op betaling dag, wanneer er meer pinten beer werd gedronken.
De hospita's klaagden natuurlijk hier over en vandaar het Natte Bed Boek.
De hospita's rapporteerde de mannen die hun bed hadden hadden nat gemaakt en van de betrokken persoon werd dan 2½ shilling van zijn gage ingehouden.
En het was best een grote groep aan wie deze straf werd opgelegd.
Met de rekruten en andere mannen wachtend op een schip en met een groep van overlevenden van schepen die verloren waren gegaan, waren er soms meer dan zes duizend manschappen in het Nest wachtende.
Als al de logementen in de stad vol waren, moesten veel mannen wel twee weken of zo, slapen op de vloer van de concert hal en moest het gasmasker dan maar als hoofdkussen worden gebruikt.
Je kon je nergens wassen en er moest gegeten worden in kantine tenten, die op het terrein van het Nest waren opgezet.
Sommige van hen zouden zonder twijfel het gebruik van de kosthuizen hebben toegejuicht, compleet met vlooien.
Bij iedere aankomst van rekruten, moesten zij de eerste morgen hun indeling krijgen.
Meestal was het een bont gezelschap, gekleed in mooie kostuums tot open shirts en gevlekte broeken en zij werden met luide stem door de Onder Officier welkom geheten zo als volgt....
Na de indeling zal de Commodore jullie inspecteren.
Hij zal jullie enkele vragen stellen en onthoudt dit, hij houdt van mannen die hem strak in het gezicht aankijken, zo laat jullie rot koppen niet hangen als of je je ergens voor schaamt.
Zelfs als het zo is, zal de politie je ook hier wel weten te vinden.
En zo hadden de nieuwelingen hun eerste ontmoeting met de Commodore Daniel de Pass.
Meestal waren er zo'n 200 rekruten aanwezig, maar hij zag toch kans om met iedere een een paar woorden te wisselen.
De Pass was kort van stuk en breed en was droog van humor en had een paar bruine ogen, waarin veel zijn goede humeur was verscholen.
Hij liet de rekruut achter met het gevoel dat hij wist wat voor soort persoon hij was en zijn sterke en zwakke punten kende en evenzo zijn deugden en tekortkomingen.
Zelfs de grootste “dwarsligger” mochten hem....... en respecteerde hem.
Hij had de plezierigste en ook een goede vertellende manier om iemand iets uit te leggen en hij had een goed geheugen voor gezichten.
De Pass nam HMS Europa ( ex Huismussen Nest ) over in 1941.
Tot dat moment was hij kapitein geweest op de destroyer Cossack, als divisie leider van een flotille van de beroemde Tribal klas destroyers.
Zijn leven was de Marine.
Hij had vol verbazing zich al lang voor 1905 aangemeld en diende bij in de slagkruiser vloot van Admiraal Beatty tijdens de 1e W.O.
Tussen de oorlogen had hij zich toegewijd om kadetten en jonge dienstplichtige op de leiden.
Hij nam het Nest over op het moment dat de ”vissers marine” op een lijn was gebracht met de Marine, ofschoon zij toch hun eigen zelfstandigheid bleven behouden.
Een mindere persoonlijkheid zou deze taak niet aangekund hebben.
Tolerant zijnde, kon hij de altijd aanwezige laksheid en opdringerigheid negeren, maar te streng zijnde, zou hij de halve bezetting van het Nest wel kunnen straffen.
Maar de Pass had een goed inzicht van mensen en van de vreemde samenstelling van de Patrouille Dienst en hij stuurde een wijze midden koers, om van zijn werk een groot succes te maken.
Na de eerste woorden met de Commodore, volgden wat dagen van betrekkelijke rust.
Daarna startte de zes weekse training....... militaire dril en geweer oefeningen op de vroegere cricket velden... lessen in zeemanschap.... artillerie... diepte bommen,,,, seinen en vlaggen seinen.... mijnen vegen en Asdic.
De instructeur bij de opleidingen was een erg jong uitziende New Foundlander,
maar.........
Als jullie mij in de maling willen nemen, mannen ( sommige van de rekruten waren oud genoeg om zijn vader te zijn ) ... dan zal ik jullie in de maling nemen,
En als je soms denk, dat het beter kan doen dan ik, dan kan je beter eerst eens gaan nadenken. Je kunt het nooit ! Nee, je kunt het niet.
Als ik je zeg iets te doen, dan wil ik ook dat je het doet,
Dat was't.
Ofschoon de New Foundlanders eerste klas zeelui waren, was het voor hen niet gemakkelijk om iets uit te leggen aan andere,
Zij waren meer doeners, maar zeker geen leraars.
Er waren veel New Foundlanders die op dat moment de training op het Nest doorliepen en een deel van hen kon niet of wilde niet schrijven, ofschoon zij hierdoor geen slechtere zeelui waren.
Ze konden een schip perfect sturen, maar een kompas in pakken, konden zij beslist niet.
Het waren de meest gelukkige mensen met een een “zo gaat het goed “ mentaliteit, die men zich maar kan voorstellen en op de avond van betaaldagen, was het een glorieuze uitbarsting, maar waren dan de rest van de veertien dagen helemaal blut.
Op die avond wilde zij iedereen die zij kenden goed behandelen, omdat zij zo roekeloos vrijgevig waren
Zo'n zeeman, ging eens met verlof naar Edenburgh en gaf in zeer korte tijd veertig pond uit en dat was in die dagen een klein fortuin.
De spraak van de New Foundlanders was een mixture tussen de taal van het eiland Man en het Iers.
Zij begonnen onveranderlijk met een zin met het woordje .. Jeez of Jeez verdomme...
en het bleek dat zij moeite hadden met de letters the ... = de of het
Voorbeeld
Jeez hell, we'got to do ut at tree -tirty
( The... we have got to do it at three-thirty' ')
( we moeten het oom drie uur dertig doen )
In een eerdere periode , toen een groot contingent van de New Foundlanders in Engeland aankwamen om zich te melden bij de Patrouille Dienst, was er voor hen niet meteen plaats in het Nest.
Zij werden voorlopig naar Schotland gestuurd om in de bossen te werken.
Na een paar maanden werd er door hen een lig-in staking georganiseerd en zij weigerden hun bedden te verlaten.
Zij waren uiteindelijk gekomen om dienst te gaan doen bij de Marine en niet om bomen om te zagen, volgens hun commentaar.
De staking had het gewenste effect en zij bevonden zich al vrij snel in Lowestoft.
Schiet oefeningen werden onderwezen door instructeurs en dat waren een apart soort mensen en hadden een eigen soort taal, met korte zinnen en onsamenhangende woorden......
Als de kogel de loop verlaat.....oke.... de rook ontsnapt hier door .... oke...en neem opnieuw de laat stok....oke..... druk hem tot het eind......oke... en breng dan het sluitstuk en de bewegende delen naar achteren.....oke... en dan duw het tegen de groef... oke.... en vervolgens...
Schietoefeningen waren een eindeloos herhalen van hoeveelheden, verdubbelingen, over elkaar vallen, schreeuwen.
De mannen verwarden het 4 inch kanon met de 12 ponder en de 12 ponder met het punt vijf kanon.
Maar volgens de instructeurs waren het degelijke schutters.
Wordt vervolgd
Gelogd
Cloggy
Scheepsjongen
Berichten: 29
Re: Herinneringën deel 2
«
Antwoord #857 Gepost op:
01-08-2014, 08:58:22 »
Bedankt voor al Uw moeite Heer Vreemdeling.
Deze verhalen zijn fantastis en zeer ontroerend.
Gelogd
Evert
Gast
Re: Herinneringën deel 2
«
Antwoord #858 Gepost op:
01-08-2014, 10:20:19 »
hms cossack.
hms-cossack.jpg
(40.12 KB, 800x471 - bekeken 1103 keer.)
Gelogd
vreemdeling
Schipper
Berichten: 1860
Re: Herinneringën deel 2
«
Antwoord #859 Gepost op:
04-08-2014, 06:42:45 »
Laat je Hoofd niet Hangen no.3
Het seinen met vlaggen werd bijgebracht door een matroos met de bijnaam Donald Duck.
Hij gebruikte tien minuten van iedere stukje onderricht om de rekruten te vertellen van zijn ondervindingen in het verleden en waarschuwden hen voor het lot, wat boven hun hoofd hing.
Dramatisch dreigend naar de zee wijzend..... Ik ben daar geweest... Ik weet wat het is...Ik was er in de vorige oorlog, maar het is voor mij nu afgelopen.
Maar jullie gaan er wel heen om gebombardeerd te worden of om op een mijn te lopen of om te worden getorpedeerd en je zult het heus niet leuk vinden.
En als jullie niet opletten wat ik jullie nu vertel, zal het voor jullie een bloedig gezicht minder zijn.
Minder dramatisch maar wel wijzend op de punten, was de instructeur die gebruikelijk zijn klasgenoten vertelde,.... Als de Alarm bellen rinkelen, wandel je niet en je rent ook niet maar je vliegt....je voeten mogen als het ware, het dek niet raken
Duizenden mannen die zich over deze woorden verwonderden, deden het later zelf.
Er moest ook wat praktijk oefeningen worden gegeven in Zeemanschap, zoals te worden bijgebracht om de roer commando's te leren en het sturen van het schip.
De rekruten gingen de zee op met een schip wat de naam Umbriel had.
Het was een voormalig schip wat gebruikt was ergens in Afrika, en zij was erg langzaam in het tij bij Lowestoft.
Later, door de constante vijandige luchtaanvallen, werd besloten dat de roer oefeningen moesten worden uitgevoerd in de haven, en tochtjes op zee waren beperkt om met sloepen uit te varen en het toch te proberen, maar waren ze niet erg succesvol door zeeziekte.
Degene die scheepskok moesten worden werden naar een huishoudschool in Lowestoft gestuurd, die bij het uitbreken van de oorlog gebruikt was om kleine meisjes te leren koken.
Daar volgden zij met geduld de lessen van de jonge vrouwelijke leerkrachten.
Sommige van deze mannen hadden zelfs nog nooit in hun leven een ei gekookt, maar er waren daar ook vroegere medewerkers uit grote hotels en restaurants, chef koks, obers en hotel managers.
Maar zij hadden er geen problemen mee en leerden ze meteen van het begin aan hoe zij moesten afwassen, de keuken schoon houden en aardappels schillen.
Zij werden ook onderwezen in het klaar maken van lekkernijen en van een vier gangen lunch, maar dan maar alleen voor 4 personen en niet voor een bemanning van een schip.
En hun werd niet verteld dat de kombuis in sommige gevallen niet groter was dan een gemiddelde badkamer en dat zij al erg gelukkig zouden zijn als zij voldoende gebruiksartikelen zouden hebben om hun kook werk goed te kunnen uitoefenen.
En hun werd ook niets verteld over de kwellingen om een maaltijd klaar te maken bij als het stormde, met potten en pannen door de kombuis vliegend en de kok doodsbang zou zijn om door de kombuis glijden of zich moest vast moest klampen aan alles wat enigszins steun kon geven
Of dat de bemanning verlangde als de trawler zwaar lag te stampen en te slingerden,dat zij net zo goed te eten kregen, als wanneer zij in de haven aan de kade gemeerd lag.
Alle instructeurs hadden moeite met en vervloekten constant de rekruten, elke aanpak van hen was hopelozer dan de voorgaande groep.
Als je het verdomme niet goed doet,.... zal je verdomme langer hier blijven op deze rot plaats, ....voor nog eens zo'n rotte zes weken.
Dit soort behandeling hing constant boven hen als een donderwolk.
En bij gelegenheid bemerkten zij ook dat flauw vallen ook maar een verhaaltje en een illusie was.,
Er waren kleine formaliteit bij sommige werkgroepen en geweer oefeningen onder de ogen van de training commandant en een geschreven test voor de diepte bommen en de antwoorden er van werden reeds op voorhand door een vriendelijk Onder Officier verteld.
En dat was alles. Het was zelfs onmogelijk om flauw te vallen.
Voor recreatie voor iedereen, werden er op het Nest toneel voorstellingen gegeven van hoog gehalte, wat niet zo verwonderlijk was in overweging nemend dat Onder Officier ( later Onder Luitenant ) Erik Barker, bijgestaan door zijn vrouw, het produceerde en er zelf in speelden.
En er was ook het Trevor Little en de Bleu Mariners dans orkesten, die met in begrip van haar eigen leden ook een aantal ex leden van bekende dans orkesten hadden en regelmatig optraden voor de BBC.
Zij gaven dezelfde show op verschillende avonden, zodat iedereen in de gelegenheid was om hen te zien en te horen
Ook was er Russ Conway, die ook af en toe vertier bracht met piano spel en er waren meerdere concerten en shows.
Kaarten voor deze vermakelijkheden waren beperkt verkrijgbaar en op het Nest hadden zij hun eigen manier, om dit op een eerlijke manier te verdelen.
Getrouwde mannen met meer dan vijf kinderen..... bewijs het eens ..... Hier is je kaartje.
Ongetrouwde mannen met meer dan vijf kinderen.... Jij krijgt het niet,....want je bent te onvoorzichtig.!
Ongetrouwde mannen, die meer dan vijf kinderen konden gehad hebben.... maar ze niet hadden...Goed..... Je krijgt er een omdat je de ”verzekering voor de veiligheid” goed hebt gebruikt !
Mannen de in de gevangenis hadden gezeten..... bewijs het eens.... Oke, je hebt je tijd uitgezeten, hier en neem je kaartje.
Mannen van wie verwacht werd dat ze in de gevangenis zaten`..... Oke, dat is nog eens eerlijk.
Mannen met twee vrouwen... ik bedoel echte twee vrouwen ... kom op...., doe niet zo bleu, het is hier niet de rechtbank.! Maar je krijg geen kaartje, want je had al genoeg vermaak gehad.
En ga zo maar door.
Het was echt zo.
En het was lachwekkend, maar meer ter zaken, het verspilde een hoop tijd voor oefeningen en was een onbetaalde “op de plaats rust “`
Romantisch vermaak, speciaal voor de vrouwelijke dienstplichtigen bij de Staf van het Nest, werd gegeven door een bootsman die er zijn genoegen in vond om roei tochtjes te maken langs de kust naar het dicht bijzijnde Pakefield, waar afkalving van de kliffen had veroorzaakt dat een hele rij van vakantie huizen stuk voor stuk in de zee was gestort,
Ook was een gedeelte van het kerkhof van Pakefield naar beneden gestort.
De oude bootsman zette daar de boot op het strand en liep daar rond om oude botten en schedels op te rapen, afkomstig uit de open gebarsten doodkisten en toonde deze dan aan zijn verschrikte passagiers.
De vrouwelijke dienstplichtigen waren er populair voor meer dan de gebruikelijke reden.
Matrozen konden alleen de kantine van de geestelijke verzorging van het leger bezoeken als zij werden vergezeld door een van de vrouwelijke soldaten, wat er toe leidde, dat het geen ongewoon gezicht was dat de vrouwelijke soldaat haar vaderlandse plicht vervulde door zes of meer knapen op sleeptouw te nemen voor het nuttigen van een kop koffie en een sandwich.
Wanneer de mannen hun training hadden afgewerkt en hier van vrij gesteld waren, werden zij in het wacht schema van het Nest ingedeeld, tot zij naar zee gingen.
De schildwacht, als hij niet op wacht stond, sliep geheel gekleed, op de vloer van de concert hal.
Veel uren werden doorgebracht met “bidden” om een schip, in plaats van te staan met bajonet op het geweer, bij de poort van het Nest of bij het postkantoor of bij de visnetten winkel.
Er was eens een rage om te proberen om de schildwachten “uit de tent “te lokken.
Dat eindigde, dat een bepaalde officier een bajonet in zijn onderarm gestoken kreeg, toen hij door de struiken kroop en veroorzaakte dat deze sport minder populair werd.
Bij een andere gebeurtenis, toen een Luitenant Commandant zijn ronde deed, en na de schildwacht orders te hebben gegeven om de poort te openen en geen antwoord kreeg. Schreeuwde hij... Als je de deze poort niet open doet, gooi ik een handgranaat naar binnen.
...... En het antwoord met een slapende stem was... Als je dat verdorie doet, dan ga ik terug naar huis.
De schildwachten hadden ook hun kleine overwinningen.
Op een dag naderde Commodore De Pass in burger kleding de poort.
De Onder Officier van de wacht sprak hem aan en de Commodore zei...Ik ben de Commodore,
Maar de Onder Officier, die hem te slim af was, dreigde met zijn bajonet en zei... Het kan mee niets schelen, al was je de Koning van Engeland, je komt hier niet binnen..... voor je bewijst, wie je bent.!
Zeven dagen later, op het exercitie terrein,, gaf de Commodore met veel voldoening, aan de Onder Officier de onderscheiding van een lang dienst verband..
De mannen ontdekten dat de eenvoudige manier om de algemene misère van wachtlopen en de werkzaamheden van bladeren opvegen en vloeren schrobben te ontlopen , was, om naar het bureau te stappen en hen te vertellen dat in het dagelijks leven een kantoor klerk was.
En aangezien er op het Nest een chronisch te kort was aan kantoor klerken, werden zij als extra klerk in dienst genomen.
Binnen tien minuten na het vragen.
Matroos Lurid vond zichzelf terug als een kantoor bediende bij het Betaal Bureau onder de welwillendheid van een oude Chef, die schijnbaar een zwak had voor een kantoor klerk die zeeman was geworden.
Op die plaats, nog steeds wachtend op een schip. werd Lund overgeplaatst naar meer passend werk in het kantoor van de Afdeling, die de nieuwkomer een inzicht gaf in het doen en laten en de sluwheid van de simulanten en eveneens de problemen van de fatsoenlijke zeeman.
Dagelijks was er een lange rij van vragende mensen, wanbetalers, mensen die hun uitrusting kwijt waren en toekomstige dienstplichtige aanbevolen voor een verdere opleiding, die passeerden langs het loketten van de kleine hut.
De twee Luitenanten, die het kantoor runden, met de naam Wheeler en Jordan, hadden beiden een loket en deelden de werkzaamheden.
Het waren twee tegenstellingen wat temperament betrof
Jordan was grof, kortaf, roodharig en kort af en kon de bescheiden vragen steller angst aan jagen,
Wheeler was rustig, kalm zachte stem en had een droge humor.
Wordt vervolgd
Gelogd
vreemdeling
Schipper
Berichten: 1860
Re: Herinneringën deel 2
«
Antwoord #860 Gepost op:
06-08-2014, 07:21:12 »
Laat je hoofd niet hangen no.4
Zij waren het niet altijd met elkaar eens, deze twee uitdelers van gerechtigheid.
Wheeler's kalmte irriteerde de heetgebakerde Jordan en zij wilden geen ruzie met elkaar hebben..
Maar toch, de mensen waarmee zij te maken hadden waren vaak genoeg om te proberen de rust van een heilige te beïnvloeden.
De altijd vragende man gebruikte een voorzichtige, geplande techniek.
Ze hadden genoeg van de oceaan en wilden de rest van hum Marine carrière in een kosthuis aan de wal doorbrengen en hun methode was om hierover een aanvraag in te dienen en dat gold voor matroos tot stoker.
Alle vragen moesten de verschuldigde overwegingen krijgen en in de tijd dat een vraag rond was bij de betrokken departementen en uiteindelijk werden geweigerd, was er behoorlijk wat tijd versteken en terwijl de man de vraag had , om niet beschikbaar te zijn voor een bepaalde vacature.
Na iedere afwijzing wilde de vragende man onmiddellijk een nieuw verzoek indienen en wanneer alle mogelijke variaties op gebruikt waren en hij vond zich eigenlijk nergens geschikt voor vond, kwam hij op de proppen met zijn meesterstuk van strategie, in de vorm van het verlies van zijn uitrusting.
En man kon niet worden ingedeeld zonder uitrusting, en terwijl de routine inlichtingen werden ingewonnen bij de spoorwegen, moest er een andere man zijn plaats in nemen.
En zo ging het door
En er was ook nog Lord Haw Haw, wiens accent al even opschepperig was als zijn vreselijke naam.
Er werd van hem verteld, toen hij zich meldde voor de Patrouille Diensten in het Nest, dat hij zich daaraan kwam in een Bentley, vergezeld van een blondine en twee spaniels en waar bij hij in een geruiit jasje met een plus-four was gekleed en een wandelstok met zilveren knop in zijn hand had..
Hij was een kandidaat voor vervolg opleidingen.
Zijn benodigde vaartijd had hij reeds volbracht en was naar de opleiding in King Albert gestuurd en was daar voor de opleiding gezakt.
En nu kwam hij de hut binnen stappen en was zeer verbaasd over de gang van zaken.
Er was beslist een fout gemaakt.
De King Alfred opleiding zou contact opnemen met de Commodore en hij wilde graag de Commodore hierover spreken.
Dan zou de fout wel snel zijn opgelost.
In de tussentijd wilde hij wel alleen maar een goed kosthuis en een goede baan op het Nest.
De volgende dag stond hij op het appèl en moest hij zich melden bij het Divisie Bureau.
En was hierover zeer gekwetst, meer nog dan eerder.
Het was belachelijk, monsterlijk en onmogelijk.
Er moest beslist een vergissing zijn gemaakt !
Het was.....
Jij gaat dit werk doen, was het antwoord van de autoriteit.
Lord Haw Haw was zeer ontstemd en wilde zijn waardigheid tonen !
Ik kan dat werk niet doen. Ik ga niet meer op een schip in een hut met met de gewone bemanning zitten !
Realiseert U zich wel wat hier van de consequenties zijn om de weigering niet te gehoorzamen. Het is een wettelijk bevel..... was het antwoord.
Ik weet het M'neer,,,, was zijn antwoord.
Goed, je krijgt drie uur te tijd, waarin je de beslissing kunt overdenken.
Aan het einde van de drie uur, was zijn mening onveranderd.
Hij weigerde te gaan.
Hij werd op het toneel geroepen en de sommatie werd voorgelezen en hij bracht de volgende week door in een cel.
Wat er daarna met hem is gebeurd, weet niemand.
Op een dag werd er een man binnen gebracht die beweerde dat hij 362 dagen in hechtenis had doorgebracht, sedert hij in militaire dienst was getreden.
Hij had geen uitrusting meer, had veel schulden en hij zei , dat als hij weer in dienst moest , hij een uitrusting van iemand anders zou stelen.
Luitenant Commandant Wheeler strekte zijn armen uit en zuchtte...... Wat kan je met zo'n vent doen als hij ?
Je kunt hem wel weer onder de dienstplicht stellen......maar hij is helemaal niet geschikt voor de Marine.
Dit soort mensen waren echt problemen voor de autoriteiten.
Verzoeken, wanbetalingen, bevorderingen, ongeschiktheid voor militaire dienst, vervolg cursussen, uitrusting kwijt, de rij eindigde nooit.
Ik zal jullie dat vertellen, verklaarde het hoofd van het Betaling Bureau......
Wij zijn vergeten waarvoor we hier zijn...
......en we zijn vergeten wat er allemaal gebeurd !
Te midden van de wirwar van administratie bleek het dat hij gelijk had.
De pantomime ging op alle niveau´s zo door,
Twee betaling Onder Luitenants werden toegevoegd aan het Betaling Bureau en zij bleven daar minstens een jaar, voor dat het ontdekt werd, dat zij helemaal niet bij de Marine hoorde.
Zij hadden uniformen en vervalste inschrijving papieren gekregen.
Lange tijd had de eenvoudige manier om in dienst te treden zijn eigen warboel veroorzaakt.
De eerste lichtingen op het Nest, waren het ergst, zo wel door onbegrip en bewust veranderen van beoordelingen.
Mannen wachtend op de trein in Lowestoft om zich te melden op een bepaald schip,
ontmoette op het station een vriend die naar een ander schip moest en ruilde met een andere man , om zijn vriend te vergezellen, met als resultaat dat de verkeerde man op het goede schip was, met een verkeerde betaling en toelage, en een verkeerde bezorging van brieven.
Het meest ernstige aspect hiervan was, dat in geval van een ongeval, de werkelijke relatie niets wist en een ander rouwde over een geliefde ,die misschien maanden later met verlof de voordeur binnen kwam stappen .
Het kostte veel tijd om voor ieder schip de juiste gegevens van haar bemanning en hun nabestaanden kon worden opgesteld.
Een ander aspect was het wachten op een plaatsing.
De mannen werden voorzien van de plaatsnaam, waar zij een op schip dienst konden nemen , maar moesten wel zich iedere dag melden tot er een schip voor hen was gevonden.
Er was hier voor geen andere mogelijkheid binnen het Nest en sommige vonden dat als ze voor een lang weekend naar huis gingen, niemand hen zou missen.
De weekenden werden weken en zelfs af en toe veertien dagen aan een stuk, tot het aantal mannen op het Nest elke dag zo verminderd was, dat het een opschudding te weeg bracht en een nieuw kaart systeem in gebruik werd genomen.
Zelfs toen nog waren er veel verhalen over mannen die op schepen terecht kwamen waar zij graag op wilden varen, door omkoping van de scheeps klerk
Sommige zaken waren ongetwijfeld waar.
Bij de snelle uitbreiding van de Patrouille Dienst kon van alles gebeuren en dat gebeurde ook.
Begonnen met 600 bemanningsleden voor 600 schepen, groeide de Marine Patrouille Dienst uit tot 66.000 manschappen en 6000 schepen.
Schepen van allerlei soort.
Behalve trawlers, drifters en walvis jagers, waren er ook allerlei andere soort schepen variërend van olie tenders, motor yachten en watervliegtuig tenders tot zelfs roeiboten op de stuw meren, die werden gebruikt om op de stuwmeren rond te roeien om het vlakke oppervlak van het water te breken, om haar effectiviteit te verminderen om als gids te dienen voor vijandige vliegtuigen.
Maar het indeling systeem verbeterde uiteindelijk toen de Wrens ( vrouwelijke soldaten ) bij de werkzaamheden werden betrokken.
En een flinke stap werd gemaakt door de connecties te beschermen tussen de indeling staf en de mannen die op een schip wachtte.
Dat was de opening in Lowestoft van de Inscheping Kantoor club, waar het lidmaatschap exclusief was voor de indeling staf om zich ergens te kunnen verzamelen voor muziek en dans, zonder vermenging met de rest van het depot. Het was heel succesvol in haar opzet, ofschoon toen er verhuisd werd naar een nieuwe locatie boven het magazijn, was het bijna een ongeval.
De Commodore en zijn vrouw waren bij de opening van de club op de eerste avond, maar dat deed ook de vijand.
Bij een zware luchtaanval op de stad bleek het mogelijk te zijn dat op ieder moment de eigenlijke indeling staf van meer dan honderd man , niet aanwezig waren , wat een chaos in het depot zouden hebben veroorzaakt.
Echter het gevaar week, ofschoon Lord Haw Haw, in een van zijn “Jammer geroep” uitzendingen, de nijpende waarschuwing gaf, dat ... Wij hebben niet vergeten de huismussen in het Nest in Lowstoft.
De lucht aanvallen bleven een deel van het dagelijkse leven van het Nest, omdat Lowestoft door ging om de beklagenswaardige record van de stad te verdienen. Wat het derde hoogste aantal alarm meldingen kreeg..
In toevoeging aan de normale luchtaanvallen waarschuwingen, had Lowestoft ook een ander signaal, de koekoek genaamd, om te waarschuwen voor schietende vliegtuigen, die voortdurend laag over kwamen vliegen om de kust te beschieten
De stad leed veel schade, maar ondanks van Haw Haw dreigement, viel er geen bom op het Nest.
Ook niet op de oude vuurtoren, wat aangrenzend was met het Nest en op zijn ongebruikelijke plaats hoog boven de stads hoofdstraat, wel beschadigd, door dat twee van haar ramen er uit waren geblazen,
De grappenmakers zeiden dat de vuurtoren, die het Lowstoft kanaal bescheen, een goede land merk was voor de Duitse aanvallers en zij het waarschijnlijk in tact wilden houden.
Een man die op een plaatsing wachtte, verwachtte op zijn slechts te worden geplaatst op de Noordelijke Patrouille Dienst.
Zo niet, da op een van de thuis basissen voor de trawlers in Belfast, Scapa, Swansea Brightlingsea Plymouth, Milford Haven, Portland of Hvalfiord ( IJsland )
Hij verwachtte zeker niet om uit gezonden te worden naar buitenland en veel van hen ook niet, die nu bitter beklaagd werden op grond van dat de Patrouille Dienst niet op het overzeese gebieden betrekking had, maar alleen verantwoordelijk was voor de kust patrouilles en het mijnenvegen.
Echter, overzee ging zij toch.
Enkele, zoals de bijzondere groep mannen, aan het eind van 1941,...... naar Tobroek
'
Einde.
wordt vervolgd
Gelogd
Evert
Gast
Re: Herinneringën deel 2
«
Antwoord #861 Gepost op:
06-08-2014, 08:16:39 »
http://nl.wikipedia.org/wiki/William_Joyce
Gelogd
vreemdeling
Schipper
Berichten: 1860
Re: Herinneringën deel 2
«
Antwoord #862 Gepost op:
08-08-2014, 07:03:34 »
Van Tobroek naar de U.S.A. no.1
Het eerste stuk van de reis naar Tobroek was van Lowestoft naar Glasgow per trein, een langzaam en eindeloos stuk, voor het grootste gedeelte van het traject... Onderweg waren er een paar manschappen die deserteerden en vooral op het station in Glasgow, waar het heel gemakkelijk was om ongezien weg te glippen.
Daarna op het troepenschip Cameronia, met nog meer desertie, toen het schip een week werd opgehouden en voor anker ging in de Tail of the Bank, bij Greenock.
Wat van het Leger, Marine en Luchtmacht personeel die de wal opgingen voor werkzaamheden, werden nooit terug gezien.
Dat was niet verwonderlijk, want de condities voor de 5000 onfortuinlijke aan boord van de Cameronia waren verschrikkelijk.
Vers water was gedurende vijftien minuten beschikbaar in de morgen en in de avond en er waren maar twaalf wasbakken beschikbaar voor 350 man en de enige manier dat veel mensen zich konden wassen was bij het gebruik van zeewater in de urinalen.
Voedsel werd in het wilde weg verstrekt en de uitdeler zelf, wist vaak niet eens wat er in de voedsel gamellen zat tot ze geopend werden, maar de mensen die in de rij stonden er voor een maaltijd., zodat allerlei dingen mogelijk waren.
Aan iedereen was een hangmat uitgedeeld, maar er was geen plaats om hem op te hangen en er werd maar geprobeerd om er in te slapen als hij plat op het dek was uit gespreid. Slapen op het bovendek was verboden, maar door de overbevolking van de tussen dekken, werden veel mannen er wel toe gedreven.
Roken aan dek was ook streng verboden, maar een van de Patrouille Dienst mannen had op het laatst een gemakkelijker manier ontdekt om dit te ontduiken.. Hij had enkele Hurricane pijpjes bij zich, die in het geheel geen vuurgloed lieten zien en zo was hij gelukkig met zijn roken, ofschoon het veel beduvelen en ergernis van de scheeps politie kostte, die wel de reuk konden ruiken maar geen dader konden vinden.
De reis van de Cameronia naar Durban duurde vier weken en toen zij de hitte van de tropen bereikte, werd de overbevolking onverdraaglijk.
Drie mannen pleegden zelfmoord en bijna was er een muiterij.
En een opstand beneden deks moest worden gesust met geweld.
De enige tijdelijke verlichting voor haar meelijwekkende passagiers was toen de Cameronia, of de Altmark zoals haar bijnaam was, vernoemd naar het Duitse hel schip, de havens van Freetown en Kaapstad binnen liep.
Waarschijnlijk was de enige man die werkelijk van de reis plezier had, een soldaat-kapper, die de haren van de mannen knipte voor een sixpence per keer.
Hij deed het de hele dag en gedurende de hele reis en toen hij in Durban van boord ging, kon hij met blijdschap een klein fortuin naar de bank brengen.
Na een paar dagen rust in Durban werden we allemaal overgeplaatst op de Mauretania voor de verdere macabere reis langs de oost kust van Africa , naar Suez·, wat ook weer een week in beslag nam.
Van Suez gingen de Marine mensen per trein door de koude lucht van de woestijn nacht l in oude , spartaanse rijtuigen naar het Sidi-Bish overslag kamp, net een tram rit buiten Alexandrie gelegen.
Hier was het weer de gebruikelijke scheiding bij het appel van Marine links en Patrouille Dienst rechts. Dit was een onfortuinlijke regeling, wat nooit op hield om wrijving en animositeit tussen de zeelui te stichten. Het leek er wel op, dat zij twee verschillende oorlogen aan het uitvechten waren,
Scheiding van divisies was onvermijdelijk met het oog op betaling, gegevens en dienstverband.
Maar zo´n openlijke scheiding, de schijnbare uitschoffeling van de Marine rangen van een mindere soort mannen, de Harry Tate's mannen, zorgden alleen tot vergroten van de verschillen tussen hen.
Het was nog steeds bekend in Sidi-Bish, hoe eerder in de oorlog, het oorlogsschip Ajax Suez was binnen gelopen na de Slag van de Rivier La Plata, toen haar kapitein 50 man nodig had ter vervanging voor doden en gewonden bij deze actie.
Hij had zijn vervanging uit het contingent Marine Patrouille Dienst genomen, maar bij de ontdekking dat het Patrouille Dienst personeel was, werden zij prompt terug gestuurd.
En ook zo was hert ook in Sidi- Bish in Februari 1942.
De Patrouille Dienst mannen die met de Cameronia waren meegekomen bleven daar tot zij werden overgeplaatst naar verschillende kleine schepen.
Het schip wat gekozen was voor een bepaalde groep, was de oude marine trawler Moy, een veteraan uit de 1e.W.O..
Zij was een akoestieke mijnen veger met een maximale snelheid van zeven knopen en was bij de Marine gebruik in vredestijd en in de begin jaren van de oorlog, bij verschillende werkzaamheden als bewaking en transport schip .
De Moy voer van uit Tobroek om de toegangen naar de havens te vegen.
Tobroek was belegerd geweest door de Duitse en Italiaanse troepen, gedurende acht aaneengesloten maanden van het vorige jaar en gedurende die tijd bemande de Patrouille Dienst veel schepen die gebruikt werden bij het mijnen vegen en patrouille diensten en hadden ook duizenden krijgsgevangenen weg gebracht en hadden voorraden en wapens vervoerd.
Onder constante vijandelijke aanvallen waren de eigen verliezen aan schepen toegenomen
Bij deze verliezen waren ook de walvisjager Souther Floe en de trawler Ouse, beiden op een mijn gelopen en vier andere schepen, gezonken door vijandige bommen, n.l. de
walvisjagers Thorbryn en Skudd, de drifter Aurora 2 en de trawler Sindonis
De Moy kwam in Tobroek en vond de plaats niet indrukwekkend..,.Bombardement gevoelig.
Zij meerde langszij een verlaten koopvaardij schip, de Urania, die maanden geleden buiten dienst was gesteld door een vijandelijke actie. Zij was op het voorschip door bommen getroffen en de bemanning van de Moy moest door een gat in haar romp kruipen, om aan de wal te komen en elke keer moesten zij voorzichtig over een onontplofte bom van 500 pond stappen.
De aanhoudende Stuka aanvallen veroorzaakten dat de kranen op de kade in het rond tolden bij iedere explosie, zoals een paspop op een wartel bij bajonet oefeningen.
Schepen werden regelmatig beschoten door een Duits kanon, bekend onder de naam Bardia Bill en verjaagden hen naar een ander deel van de haven, waar vervolgens de Stuka`s over vlogen om hen te beschieten.
Toen er op een dag een hospitaalschip in de haven kwam, concentreerde de Stuka´s al hun aanvallen op het hospitaalschip
Woedend van kwaadheid, vuurde elk schip met alles wat zij hadden, op de vliegtuigen. Ofschoon het schip keer op keer werd beschadigd, ontsnapte zij wel aan een voltreffer.
Een getroffen Stuka vloog zo dicht weg langs de kliffen dat de soldaten vloekend uit hun dekking gaten sprongen en hun helmen, schoenen en munitie kisten naar het vliegtuig smeten.
Er stond ook een Bofors kanon op een heuvel die bemand werd door het leger.
In ruil voor rum van de bemanning van de Moy, stemden zij er in toe te vuren op ieder Stuka die op de trawler af kwam... een nieuwe manier van beschermings fraude.
De Stuka´s kwamen regelmatig, iedere dag om 2 en om 5 uur in de middag, behalve op Woensdag, wat dan voor de Britse marine mannen de dag was om klusjes op te knappen en waarschijnlijk ook van de vijand.
Een van de bemanningsleden van de Moy aan het woord:
Voedsel was erg schaars en zo pikten we wat we konden, van voorraden die op de pier waren opgeslagen. We konden de walvis jager onder de hoogte van de pier leggen en de zakken voedsel zo er in trekken.
Op een dag werden we bijna gegrepen.
De wachten constateerden dat er zakken verdwenen en kwamen inspecteren, maar wij verborgen ons onder de pier en zij zagen alleen een onbemand schip.
Wij hadden ook een extra kanon nodig, om onze magere vuurkracht te vergroten.
Onze kok bracht een Lewis kanon aan boord, die hij “gevonden” had in een schutters put en waarvan `”niemand” het kanon wilde hebben `
Dat maakte onze bewapening tot een totaal van 5 Lewis kanonnen en op een van de kanonnen zat een plaat wat verluidde `Gemaakt in Belgie· 1914·.
Maar Moy´s grootste vangst was een Breda kanon.·..het Italiaanse gelijkwaardige kanon aan de Oerlikon
Enkele van de Moy's bemanningsleden hadden deze “prijs”gewonnen van een buitenpost in de woestijn bij Tobroek, nadat de buitenpost was verlaten..
Na het kanon te hebben geïnstalleerd, gingen zij nonchalant terug om de munitie voor het kanon te halen.
Wanneer troepen op patrouille in de woestijn op Italianen stuitte, vluchtte zij gewoonlijk en zo was “berging “heel gemakkelijk.
In deze periode was het moraal van de Italiaanse troepen erg laag en de Duitsers hadden de oorlog van hun overgenomen.
Aan de Italiaanse krijgsgevangenen in Tobroek was toegestaan om te werken en wat rond te lopen. Bijna onbewaakt omdat er toch niets was voor hen om te ontsnappen, behalve de woestijn,
Het Breda kanon was een heel goed kanon, beter dan de Oerlikon en had twee maal de reikwijdte en het plaatste de lege hulzen in een rek, in plaats van verstrooid over het dek.
We hadden hem prachtig opgesteld boven op de kombuis, het enige bezwaar was echter dat iedere keer als het kanon werd afgevuurd, de kok en het kooksel werden bedekt met roet.
De Moy bleef bijna veertig weken in het steeds maar weer gebombardeerde Tobroek, wat ook bepaalde effecten had.
Een van onze bemanning ging op bezoek bij een kennis op een trawler die net uit Alexandrie was gekomen, werd vol gegoten met rum en begon terug te lopen naar de Moy over het water..
Hij zei dat als Jezus het kon, hij niet kon in zien, dat hij het niet kon. Natuurlijk kwam hij niet erg ver.
wordt vervolgd
Gelogd
Evert
Gast
Re: Herinneringën deel 2
«
Antwoord #863 Gepost op:
08-08-2014, 09:38:46 »
Cameronia.
Cameronia.jpg
(73.45 KB, 900x459 - bekeken 979 keer.)
Gelogd
vreemdeling
Schipper
Berichten: 1860
Re: Herinneringën deel 2
«
Antwoord #864 Gepost op:
11-08-2014, 07:41:42 »
Van Tobroek naar de U.S.A. No.2
Uiteindelijk ging de Moy naar Alexandrië voor een onderhouds beurt en zij bleef daar om mijnen te gaan vegen in de aanloop routes naar Port Said.
In die tijd werd de ophanden zijnde val van Alexandrië verwacht en er moest worden uitgekeken naar aanvallen van kikvorsmannen.
De vaste orders waren dat alle trawlers en kleinere vaartuigen iedere avond langszij de waardevolle Marine oorlogsschepen moesten meren, zodra het donker werd, om te voorzien in een soort buffer tegen een-mans torpedo's.
Op een nacht lag een oude vuile trawler plichtsgetrouw langszij een destroyer, maar de aanblik van de nieuwe stootkussens van het oorlogsschip was te veel voor de mannen van de Harry Tate's Marine, die helemaal geen zee uitrusting kreeg.
In de stilte van de nacht was het geen probleem voor de de trawler's hondenwacht kwartiermeester om wat knopen te verwisselen op de verschansing en de trawler's vuile stootkussens te ruilen voor de prachtige witte stootkussens van de destroyer.
Toen de destroyer bij het aanbreken van de dag vertrok, stonden ze aan de kade met grote ogen te kijken en waren geschokt.
Een kort en dringend signaal van de Marine Commandant zorgde er voor, dat de zaak met de grootste spoed moest worden herzien.
Daarna was het de zaak van de trawler met de verkreukelde schoorsteen.
De stagen van de schoorsteen hingen altijd slap als de schoorsteen koud was en als de schoorsteen heet was, stonden de stagen strak gespannen.
Een ijverige, gewone matroos, die de slap hangende stagen zag, vond het zijn plicht om de stagen strak te zetten, met het resultaat, toen de schoorsteen weer werd verhit, de stagen of de schoorsteen het zouden moeten begeven..... en het was de schoorsteen die het begaf en verkreukelde.
In Port Said waren de schepen overdag voorzien van beveiliging ballonnen, om hun bescherming te geven tegen de neer duikende Stuka´s.
De ballonnen waren voorzien van een explosieve lading en waren met een staaldraad aan het schip bevestigd..
Elke avond werden de ballonnen opgehaald en opgeborgen in een afdeling van de Luchtmacht, om de volgende morgen weer aan boord te worden terug gebracht.
De ballon werd met een soort tuig aan de luchtmacht man vast gemaakt als hij de ballon naar de haven moest brengen en wat meestal gepaard ging met wat sprongetjes.
Op een keer werd een ballon terug gebracht naar de Moy, ook weer met wat kleine sprongetjes, maar toen de luchtmacht man de hoek om kwam, blies de wind hem in het water en hij werd met grote snelheid dwars over de haven meegesleept tot aan Port Fuad. En tot overmaat van de ramp moest hij zelf de kosten betalen van de veerboot die hem terug bracht naar Port Said.
Waarschijnlijk was het de eerste vorm van water skiën
In het ongeschreven logboek van de Moy staat ook het verhaal van de olie vaten.
De Moy lang langs de kade en moest wat olie vaten over nemen van een ander schip,. maar een paar boeien versperde de weg tussen de twee schepen..
Een kabel werd naar het andere schip overgebracht om de vaten over de boeien heen, aan boord te hieuwen.
Helaas wond de man aan de winch te plotseling de draad te vlug op. De draad kwam strak te staan, maar een slag in de draad sloeg achter de krik van het toilet van de kapitein, trok de deur er uit en openbaarde de kapitein zittende op zijn troon, onder de starende blikken van een troep Maltezer vrouwelijke soldaten in een kantoor bij de kade.
Dat was het leven van de trawlers in Port Said. Bommen en granaten, gekte en eentonigheid.
Als zij uitvoeren voor mijnen te vegen, hadden zij een bonte verzameling troeteldieren aan boord.
Honden en katten tot zelfs een eend en zij vertrouwden er op dat een duif een nest zou bouwen in de mast,
Iedere man had zijn kleingeld in een opgeblazen condoom verpakt, zodat, als het schip zou zinken en de persoon in kwestie ook, iemand anders dan nog van zijn geld kon genieten.
Tussen andere Harry Tate's vaartuigen werkzaam in de Middellandse zee, waren er maar weinig zo uitdagend als het mijnen vegende yacht Calamare, die was uitgerust met een vleugel.
Als zij voorbij voer, speelde haar 1e Luitenant op de vleugel en de Schipper begeleidde hem met zijn viool.
De schipper was erg gesteld op zijn vers gemaakte kop chocolade melk, die hij weigerde als er in het midden niet genoeg bubbeltjes waren van het roeren,
De steward werd er zo moe van om steeds weer de geweigerde kop mee terug te nemen naar de kombuis, dat hij daarna, voor hij de chocolade melk bracht, er licht in spuwde en zo ook het gewenste effect verkreeg.
Een echte vlaag van komedie waren de gedragingen aan boord van een walvisjager, die een Italiaanse officier met een hoge rang, die zich zelf erg belangrijk vond, als krijgsgevangene vanuit Tobroek weg bracht.
Hij was de hele dag in de dag hut van de kapitein opgesloten, maar mocht alleen naar buiten onder toezicht.
Toen hij aan boord van de walvisjager kwam, had hij een massa koffers en ander bagage bij zich, tot grote verbazing van de officieren en manschappen van de walvisjager.
De reis naar Alexandrië duurde langer dan gewoonlijk, omdat de walvisjager de opdracht kreeg om op een U-boot te jagen.
Op een dag vroeg de Italiaan de kapitein te spreken en protesteerde met luide stem en zich beroepende op de regels van de Conventie van Geneve, dat hij beroofd was van al zijn onderscheidingen en orde tekens.
Hij kreeg bij de kapitein weinig kans en werd uiteindelijk in Alexandrië aan wal gebracht onder toezicht van de Militair Politie en liep luid protesterend de gangway af.
Drie weken later, toen de wacht het dek schrobde om 5 uur 's-morgens, een Onder Officier in groot gelach uitbarstte.
Ik stond vlug op, om te kijken wat er gaande was en het gelach te stoppen voor het kapitein zou wakker maken..
Ik vond daar de kleinste volmatroos en de grootste komiek aan boord, aan het dek schrobben met zijn overall tot zijn knieën opgekoppeld, blootsvoets, maar met een hoed met grote pluim dwars op zijn hoofd, een prachtige blauwe zijden sjerp met een dolk rond zijn borst en een half dozijn ridderordes en medailles op zijn overall gespeld. ( onderdelen van het gala uniform van Italiaanse officieren )
Ik denk niet, dat ik ooit zo hard gelachen heb in mijn leven.
De trawler Cumbrae verwierf ook zo'n uitzonderlijke passagier.
De trawler escorteerde een konvooi van Cyprus naar Port Said toen rond middernacht, het schip van de Commandant seinde dat zij stemmen op het water had gehoord.
De Cumbrae was op dat moment het leidende escorte vaartuig en zij veranderde van koers en vond uiteindelijk de “stemmen “.
Het bleek dat het slechts één stem was, afkomstig van een kapitein, een overlevende van een gezonken Griekse coaster.
Hij had een zwemvest aan en had zich zelf vastgebonden aan een stuk van een houten stuurhut. Wij konden hem langszij krijgen en hakte hen los van het dekhuis en haalde hem aan boord.
Hij vertelde in gebroken Engels dat een vijandige onderzeeër aan de oppervlakte was gekomen en het schip in de grond had geschoten en hij was de enige overlevende. Dit was de derde nacht dat hij in het water lag en in zijn gebroken Engels gaf hij te kennen...... No save tonight...tomorrow me fineesh.
Hij had het gevoel van zijn benen verloren en we brachten hem naar de messroom.
Terwijl wij hem de ladder af hielpen, stootte hij zijn arm en werd erg boos en schreeuwde,..
Pas op, mijn arm is gebroken,
Het was een kans van een op een miljoen dat hij werd opgepikt en dat was altijd zijn grote zorg geweest.
Hij had wat bankbiljetten in zijn oliegoed verpakt en de eerste Luitenant zij mij om het geld naar de kombuis te brengen om het daar te drogen.
Uitgespreid in de kombuis waren het vijftig Egyptische pond biljetten.
De eerste Luitenant vroeg mij hoeveel het was en ik zei hem dat het vijftig pond was en hij zei mij dat het klopte, want de Griekse kapitein had hetzelfde bedrag genoemd.
Het bleek dus wel dat deze Griek nog ver weg was van.... Fineesh
Toen de vloot Alexandrië evacueerde en de meeste schepen naar Haifa werden verplaatst, gingen de Cumbrae en haar zusterschip Islay iedere nacht op patrouille rond Haifa en keerden bij daglicht terug.
Maar op een dag ontving zij de ongebruikelijke order om direct te vertrekken.
De Cumbrae had problemen met de boei waaraan zij gemeerd lag, zodat de Islay eerder door de haven afsluiting was.
Het leek er op dat ze maar net de haven uit was, toen zij al aan het diepte bommen werpen was en in korte tijd had zij een Italiaanse onderzeeër aan de oppervlakte gebracht, dicht genoeg bij de kust om de kust batterijen te ontmoedigen om te mee te doen in het gevecht.
Toen de Cumbrae bij de Islay kwam , had zij het prima gedaan.
Twee destroyers kwamen naar buiten en maakte korte metten met de zwaar beschadigde Italiaan., maar het was de Isley die de eer toe kwam.-
Zij had al haar diepte bommen verbruikt in de strijd.
Drie dagen later bracht de Palestijnse politie drie lichamen van de gezonken onderzeeër, die drie één-mans duikboten aan dek had staan..
wordt vervolgd
Gelogd
Evert
Gast
Re: Herinneringën deel 2
«
Antwoord #865 Gepost op:
11-08-2014, 08:05:55 »
S.T. Arctic Trapper H567 Pictured as HMS Moy .
S.T._Arctic_Trapper_H567_Pictured_as_HMS_Moy_.jpg
(296.82 KB, 799x536 - bekeken 853 keer.)
Gelogd
vreemdeling
Schipper
Berichten: 1860
Re: Herinneringën deel 2
«
Antwoord #866 Gepost op:
13-08-2014, 09:01:34 »
Van Tobroek naar de U.S.A. no.3
Een andere trawler die het de Italiaanse Marine betaald zette , was de Lord Nuffield. Dat was bij Algiers, kort nadat de Geallieerden in Noord Afrika waren geland.
De Lord Nuffield maakte een onderwater contact en was bezig om een serie diepte bommen af te werpen, toen de onderzeeër, de Erno, naar de oppervlakte kwam op periscoop hoogte, bijna naast de trawler.
De Erno maakte een nood duik, maar kreeg meteen een afstraffing van de diepte bommen van de Lord Nuffield.
De trawler stoomde terug naar dezelfde plaats voor een tweede afstraffing, maar verloor het contact het contact met de onderzeeër en lanceerde nog maar een diepte bom.
De onderzeeër raakte waarschijnlijk in paniek en kwam voor de tweede keer aan de oppervlakte.
De onmogelijk om haar diesel motoren direct te starten en snel weg te varen van de Lord Nuffield, gaf de Italiaanse commandant zijn mannen de opdracht het kanon te bemannen, maar de commandant van de Lord Nuffield, Luitenant D. Mair, was haar te vlug af.
Haar 4 inch Oerlikon en de machine geweren, ranselde de onderzeeër en verwoeste haar commando toren en zij stopte uiteindelijk alle vijandige tegenstand..,
En met de meeste van haar bemanning reeds in het water, gaf de commandant van de Erno de orders zijn schip tot zinken te brengen en het schip te verlaten.
Elf Italianen werden gedood bij dit gevecht en de overigen werden gered en in Algiers aan wal gezet.
In Malta was in de tussen tijd de trawler Beryl het Marine's enige bolwerk geworden in de lange en bittere belegering van het eiland.
De Beryl was een oude bekende bij de werkzaamheden in de Middellandse zee .
Zij was in het midden van 1930 door de Admiraliteit gekocht en uitgezonden op de Patrouilles bij Abessinie.
Bij het uitbreken van de oorlog vonden we haar terug in Malta, onder commando van een gevolmachtigde Officier van de Marine, bootsman Victor Rhind.
Toen het eiland ook bij de oorlogs handelingen werd betrokken, waren haar beide zusterschepen, de Jade en de Coral, reeds vroeg in 1942 in wrakken veranderd door vijandelijke bombardementen op het eiland.
Maar de Beryl wist de belegeringen te door staan en won dezelfde reputatie en de onvergankelijke bewondering van de eilanders net als de drie vliegtuigen, wat de totale beschikbare verdediging was van het eiland, op dat moment.
De eilanders noemde haar “het vlaggenschip van Malta “, want zij voerde de vlag van de Vlag Officier van Malta, want er was geen ander oorlogsschip aanwezig.
De Beryl's eerste grote wapenfeit was de betrokkenheid met een koopvaardijschip die zij vond, gebombardeerd en in brand staande.
Ondanks herhaaldelijke aanvallen van vijandige vliegtuigen, redde de Beryl de bemanning en hield “stand by”, om te trachten de vlammen te doven, maar de brand was te hevig.
Ondanks alles, bestreed zij de brand tot het te gevaarlijk werd om dicht bij haar te blijven.
Vervolgens nam zij ook deel met enkele mijnenvegers, om de zwaar beschadigde en brandende tanker Ohio de haven binnen te brengen.
Ofschoon het gedurende vier dagen aangevallen werd door vliegtuigen, met de kreupele Ohio op sleeptouw, die bijna geen vaart maakte en er uit zag dat zij elk ogenblik in tweeën zou breken, werd het schip toch uiteindelijk de haven binnen gebracht.
De Ohio, na haar heldhaftige tocht, werd total loss verklaard.
Een van de lastigste werkzaamheden op het hoogtepunt van de belegering, was om als boei schip te fungeren voor een mijnen leggende kruiser, die regelmatig Malta binnen liep om voorraden te brengen.
De trawler wachtte bij de boei op haar en begeleidde haar naar binnen.
Eens op een nacht, toe de Beryl lag te wachten, spurtte vijf motor torpedo boten uit de duisternis, om haar aan te vallen.
Kanon kogels versplinterde haar brug en stuurhuis, maar zij ontweek alle vijandelijke
torpedo's en kwam sterk terug met haar beperkte bewapening,
Haar sterkste kanon was een drie inch kanon op het voordek.
Zij bracht een van de vijandelijke boten tot zinken en beschadigde er op zijn minst twee stuks en de rest zette het op de vlucht.
Door deze vijandelijke activiteit besloot Bootsman Rhind voortaan, de kruisers de haven binnen te brengen via de kust route, zelfs ofschoon er een gevaar van mijnen was.
Het was een opmerkelijke besluit van goed verstand en veel geluk aan zijn kant, want de volgende morgen kwamen zij tot de ontdekking dat de vijand mijnen had gelegd in het geveegde kanaal en de kruisers zou zeker een slachtoffer zijn geweest..
De Beryl begeleidde ook, na ontmoeting, Britse onderzeeërs die de haven binnen
glipten met vitale voorraden olie en voedsel en patrouilleerde wakend voor duikboten en motor torpedo boten, terwijl de onderzeeërs aan het lossen waren.
Toen er een munitie schip in de haven was gebombardeerd en in in brand stond, achtte de Beryl het ook haar taak, het schip te redden.
Dapper, onder herhaaldelijke aanvallen door vijandelijke vliegtuigen, ging zij langszij van het schip en probeerde de brand te bestrijden, maar de dekken van het getroffen schip waren rood gloeiend en verbrandde alle blus slangen, die bij haar aan boord werden gebracht..
Uiteindelijk ging er een Luitenant bij het munitie schip aan boord om werkzaam- heden uit te voeren, die het schip liet zinken, voordat het schip zou exploderen.
Een uitzonderlijke gevaarlijke taak, waarvoor de onderscheiding van het George Kruis aan de Luitenant werd uitgereikt.
Als het enige oorlogsschip dat dag en nacht dienst deed tijdens de belegering van Malta, had ook de Beryl vaak gelukkige ontsnappingen aan het noodlot.
Op een keer in haar charmante leven was het, toen een vliegtuig moederschip in de haven lag en de Marine autoriteiten de vijand om de tuin leidde, door het vliegtuig moederschip naar een ander ankerplaats te laten verhalen.
Ongelukkigerwijs was de ligplaats voor die nacht voor de Beryl in de buurt van de eerdere ligplaats van het vliegtuig moederschip. En toen de vijand tot de aanval over ging, bevond zij zich in het centrum van de hagelstorm van afgeworpen bommen, maar verwonderlijk, ontsnapte zij, met alleen haar achterschip doorzeefd van bomscherven.
Toen de belegering van Malta was opgeheven, was het werk voor de Beryl nog niet ten einde. Zij legde de boeien ,die de kleine landings vaartuigen de koers wezen naar de wal, bij de invasie van Sicilie.
Later werden dezelfde boeien gebruikt aan het uiteinde van het geveegde kanaal naar Malta, als ontmoeting plaats met de Italiaanse vloot, toen zij zich overgaven en opgelegd werden in de St.Pauls Baai op Malta.
De Beryl praaide de schepen en bracht ze naar de ankerplaats.
Zij hielp ook met experimentele werkzaamheden met twee mans duikboten in de baai van Malta, pingenden met haar Asdic in de baai, terwijl de mini duikboten de baai probeerden binnen te komen en een mijn op haar te plakken. Als de oefeningen waren beëindigd, hees zij het 2 mans scheepje aan dek en brachten het binnen naar de basis.
Een andere taak was als surveyschip, toen de diverse havens en de aanloop gevaren werden geplot door de officieren van de hydrografische dienst van Malta.
In de rustige dagen in de Middellandse zee deed zij konvooi werk naar Italie.
Ofschoon er aan boord veel veranderingen waren geweest, bleef eerste Luitenant Bootsman Rhind, de kapitein van het schip.
Hij was toegewijd aan zijn schip door meer uren op de brug moet hebben doorgebracht dan enig ander commanderende officier bij de Marine, want op de Beryl, met slechts twee officieren, was het altijd op zijn gunstigst, wacht op en wacht af en bij acties, wacht op en blijf op wacht.
Rhind, die reeds met een DSC was onderscheiden,was een rustige man, die zelden met veel mensen omging als hij aan de wal was, ofschoon hij toch wel vrienden had bij de scheepswerf, die hij regelmatig bezocht,
Hij was trots op zijn positie en van zijn schip en haar verdienste., maar hij sprak nooit over zijn wapen feiten, waarvoor de Beryl nooit beloond is geworden buiten haar schuld, ofschoon haar logboek wel aan toont dat zij met bijna alles is bezig geweest en soms als een leidend licht. Zij was in de Middellandse zee dienst, langer dan elk ander schip.
Vroeg in 1942, stoomden vier en twintig anti duikboot trawlers, allemaal uitgerust met een vroeg type Radar, van Engeland over de Atlantische Oceaan naar Amerika, op huurbasis aan de Amerikaanse Marine.
Onder leiding van Commandant Rex English gingen zij er heen om de Amerikanen te helpen, die sinds kort bij de oorlog waren betrokken, om hen te helpen bij de strijd tegen de U-boten, die nu tierden in de scheepvaart aan de Amerikaanse oostkust. Tussen deze trawler was een half dozijn Northern trawlers, allemaal stoere zeeschepen en hiervan maakte ook de Northern Princess deel uit, onder commando van Luitenant Dryden Phillipson van de Marine Reserve.
Zoals alle andere Commandanten, wist Phillipson niet de bestemming van zijn schip tot dat het schip vertrok naar zee vanuit Londonderry en hij voerde de orders uit zoals zij waren uitgevaardigd.
Toch was hij bijzonder bang geweest zijn vrouw te zien voor zijn vertrek, wat ongelukkigerwijs niet kon.
Wordt vervolgd
Gelogd
Evert
Gast
Re: Herinneringën deel 2
«
Antwoord #867 Gepost op:
13-08-2014, 09:40:15 »
Lord Nuffield
Lord-Nuffield.jpg
(77.39 KB, 948x680 - bekeken 858 keer.)
Gelogd
Evert
Gast
Re: Herinneringën deel 2
«
Antwoord #868 Gepost op:
13-08-2014, 18:49:46 »
Emo.
Emo.jpg
(145.76 KB, 466x350 - bekeken 814 keer.)
Gelogd
vreemdeling
Schipper
Berichten: 1860
Re: Herinneringën deel 2
«
Antwoord #869 Gepost op:
15-08-2014, 07:32:51 »
Van Tobroek naar de U.S.A. no.4
Onder de bemanningsleden van de Northern Princess was een 18 jarige matroos, vers uit het Mussen Nest, de jonge Alec Mcleod.
Alec was een erg prettig mens en was uit Sjanghai gekomen om zich aan te melden voor militaire dienst en hij verwachtte ook dat zijn ouders hem zouden volgen.
Hij was lid van een ruwe groep uit Lowestoft. Ook matroos Paul Lurid die tot zijn ontzetting naar Kirkwall was gestuurd om zich bij de trawlers te melden van de Noordelijke Patrouille Diensten. De jonge Alec grinnikte maar zo'n beetje ....van wat kan het mij schelen......., het is maar voor drie maanden en dan zijn we weer terug in Brighton en kunnen we onze gouden strepen op halen.
Arme Alec, om op de Northern Princess te worden geplaatst, omdat hij nooit een oproep had gekregen om zich te melden voor de militaire dienst.
Hij overleefde de drie maanden niet.
Op 6 Maart 1942 stoomde de Northern Princess over de Atlantische Oceaan richting St.John op Newfoundland, in gezelschap van haar zuster trawlers, de Northern Chief, Northern Isles, Northern Dawn en de St Cathan.
Op de Grand Banks, de visgronden een paar honderd mijl verwijderd van St.John op Newfoundland, stoomden zij wat plaatselijke mist banken binnen..
De volgende morgen, bij daglicht , was de Northern Princess verdwenen.
De andere trawlers zochten meteen het gehele gebied af, maar van haar werd geen enkel spoor gevonden, geen stukje wrakhout werd waargenomen, niets.
Het was een compleet mysterie. De zee was vlak en er was ook op de andere schepen geen ontploffing gehoord en er was ook geen oproep op de radio ontvangen.
De Northern Princess was gewoon in de nacht verdwenen. De enige mogelijke verklaring was dat zij waarschijnlijk was getorpedeerd en aan stukken was geslagen en binnen een paar seconden naar de bodem was gezakt. Maar geen enkele U-boot heeft haar ooit geclaimd dat zij haar tot zinken had gebracht.
Zo kwam ook deze trawler bij de groep van zeven andere schepen van de Harry Tate's Marine, die reeds verdwenen waren, zonder een enkel spoor na te laten.
Hun geesten zweefden nu over de wateren vanaf de Barentszee, tot ver in de Atlantische Oceaan.
Al de andere 23 trawlers maakten de overtocht zonder problemen.
Zij werden na aankomst op een Amerikaanse manier voorzien van een wel mondaine uitrusting, zoals air-conditioning, ijswater fonteinen, codeer-en type machines en de schepen kregen New York, Boston Charleston en South Carolina als basis.
Vanaf Charleston ging de trawler Northern Dawn eens 20 mijl; de Cape Fear River op naar de plaats Wilmington. North Carolina, waar haar en bemanning een enthousiaste ontvangst werd gegeven, als eerste schip wat binnen de leeftijd herinnering, deze plaats had bezocht met de witte Ensign ( Marine vlag ) in top.
De Britse trawlers escorteerden de konvooien van Boston langs de oostelijke kust naar Key West in Florida. En liepen New York, Norfolk( Virgina ), Wilmington en Charleston binnen.
Gedurende lange tijd was de enige assistentie die zij van de Amerikaanse Marine ontvingen, vier oude Amerikaanse destroyers en wat uitgezochte motor patrouille boten.
Aan de wal waren er geen verduistering voorschriften en 's-nachts liet de verlichting tegen de achtergrond van de kust de silhouetten van de schepen zien, wat een voordeel was was voor de vijandelijke aanvallen
Bij de eerste massa slachtingen door de U-boten werden veel tankers getorpedeerd en regelmatig was het voor de trawlers onmogelijk om overlevenden te redden, door de brandende olie op het water van de ten doden opgeschreven schepen
Maar de kennis van de Britten was wel van onschatbare waarde voor de onder druk staande Amerikaanse Marine en de trawler Le Tigre volbracht een triomfantelijke overwinning, bij het tot zinken brengen van een U-boot.
Hier tegenover stond dat de mannen van de Harry Tate's Marine vijf schepen verloren.
De Bedfordshire werd door een U-boot tot zinken gebracht ten zuiden van Cape Lookout. North Caroline, nog maar slecht 2 maanden naar haar aankomst in Amerika..
De Kingston Ceylonite zonk nadat zij op een mijn was gelopen in de Chesapeake Bay.
De drie andere schepen gingen door aanvaringen verloren. De St.Cathan nadat zij was aangevaren door een koopvaardijschip bij New York.
De trawler Pentland Firth onderging hetzelfde lot, ook bij New York en de Senateur
Duhamel, een grote 900 tons Franse trawler, bij de groep gekomen na Duinkerken,
zonk naar de bodem, na een botsing bij Wilmington.
Gedurende hun verblijf in Amerika werden de trawlers en haar bemanningen buitengewoon goed behandeld en genoten zij veel voordelen van de USO, met het beschikbaar stellen van vrijkaartjes voor shows op Broadway, concerten en opera´s.
Als een bewijs van edelmoedigheid van wat Amerikaanse inwoners van de plaats Charleston bewees toen de trawler Cape Warwick daar binnen liep, was dat drie bemanningsleden met wal verlof, gefêteerd werden met een zes daagse vakantie in Greenville North Carolina, op kosten van een van de residenten, met een eerste klas hotel accommodatie en zakgeld..
Zelfs de winkels in Greenville weigerden betaling voor hetgeen zij wilden kopen.
De schaduw van de Harry Tate´s Marine bleef echter de trawlers vervolgen, zelfs in de States.
Zij vervolgde op zijn minst de Northern Dawn toen de codeur David Willing en Sein Officier Luitenant R.B. Belas, Marine Reserve, werden opgeroepen om te worden gehoord door een Hof van Onderzoek, over een ongeval van onschatbare waarde, wat was voorgevallen aan boord van de Northern Dawn, net voor zij Londonderry verliet, op weg naar Amerika.
Volgens Eerste Codeur Willing:
Wij dachten op dat moment dat wij naar Noord Rusland zouden gaan en niet naar Amerika en daarom was er een droefgeestige stemming in de hutten.
Wij hadden van de Inlichtingen Dienst in Londonderry instructies gekregen, dat enige van onze geheime seinboeken moesten worden overgedragen aan de Marine basis.
Dat hield in dat het de meeste van onze code boeken waren en sommige speciale codes, die wij gebruikten bij de samenwerking met vliegtuigen van de RAF.
De Luitenant en ik zelf hadden de opdracht van de kapitein Luitenant J.O.Williams, Marine Patrouille Dienst, om al de boeken klaar te maken en bij te werken en te verzamelen in zijn dagverblijf.
Wij werkten hier de hele middag en avond aan, om het gevraagde te verzorgen.
De kapitein was aan de wal en we moesten rennen naar zijn onderkomen om de sleutel van de hut te krijgen om alle boeken in de gebruikelijke zeildoek zakken met geponste gaten te pakken, die waren aangebracht om in geval van nood de zakken vlug te laten zinken.
Wij besloten om de zakken gedurende de nacht in de hut te laten en als eerste ding in de volgende morgen, de zakken aan de wal te brengen.
De volgende morgen ging de Luitenant de wal op om hiervoor vervoer te regelen en als hij terug kwam op de kade zou hij zwaaien en ik, met hulp van een of twee mannen, zouden dan beginnen met de zakken aan de wal te brengen.
De volgende morgen was het een Vrijdag en ook nog eens de dertiende van de maand en dat zullen wij ons leven lang blijven herinneren.
Om 7.15 uur verscheen Luitenant Belas op de kade en wuifde·
Ik dook de hut in en schudde marconist Brunts wakker en twee anderen bemanningsleden, om te komen helpen, maar mij werd uitdrukkelijk verteld dat ik
“ dood kon vallen “.
Ik ging terug naar het dek en zag dat Luitenant Belas geagiteerd werd door het oponthoud en ik besloot te proberen de twee zakken zonder hulp aan de wal te brengen.
Sommige van de boeken waren best wel groot met loden kaften en zodoende waren de zakken best wel zwaar. Ik slaagde er in de beide zakken op het bovendek te krijgen en ze vervolgens naar de scheepszijde te verplaatsen.
Een Amerikaanse mijnenveger lag tussen ons schip en de kade gemeerd en we waren met elkaar verbonden met een stevige plank, waar langs ik de beide zakken omhoog trok.
Het is onnodig te zeggen dat in dit koude winter weer er geen kwartiermeester te zien was op een der schepen.
Plotseling verloor ik op de plank mijn evenwicht en liet de twee zakken los en die vervolgens tussen de Northern Dawn en de Amerikaanse mijnenveger vielen.
Ze vielen met een grote plons in het water en trokken mij bijna mee.
Toen Luitenant Belas realiseerde wat er gebeurde, ontstond er grote verwarring.
Ik werd met geweld ingesloten en onder arrest gesteld in de handen van de bootsman , terwijl Luitenant Belas naar de wal vluchtte om de kapitein te waarschuwen.
De kapitein verscheen, gevolgd door niemand minder dan het hoofd van de inlichtingen dienst.
Er werden meteen maatregels getroffen. Ik werd naar de officiers hut overgebracht in tegenwoordigheid van de bootsman, eerste luitenant, onder luitenant en de kapitein,
en ik werd door de inlichtingen dienst ondervraagd.
De Northern Dawn werd verhaald en ook wat andere schepen rond om ons en een onderzoek met duikers begon.
Dit onderzoek ging de hele Zaterdag en Zondag door, en onze bemanning moest in ploegen de pomp gaande houden om lucht te pompen naar de duiker.
Ik was op dat moment bepaald niet populair bij de bemanning.
Zover als ik weet zijn de zakken nooit gevonden en door het verlies van de zakken werden nieuwe codes en cijfers van kracht voor de gehele Marine en de RAF, die werkzaam waren in de Westelijke Aanloop routes.
Wordt vervolgd
Gelogd
Pagina's:
1
...
54
55
56
57
[
58
]
59
60
61
62
...
108
« vorige
volgende »
Ga naar:
Selecteer een bestemming:
-----------------------------
Vraag en antwoord
-----------------------------
=> Vraag en antwoord
=> Stamboom en Genealogie
-----------------------------
Hoofdindex
-----------------------------
=> Praatgroep Scheveningen
=> Wie wat waar
=> Gekeuvel
=> Alles over Duindorp
=> Drilling Offshore Site
-----------------------------
Historie
-----------------------------
=> Historische gebeurtenissen
=> Gebouwen en monumenten
=> Klederdracht
=> Portret Foto's
=> Straten en hofjes
=> Mooie momenten
=> Overige
1 uur
1 dag
1 week
1 maand
blijvend
Login met gebruikersnaam, wachtwoord en sessielengte
Powered by SMF 1.1.4
|
SMF © 2006, Simple Machines LLC
Laden...