Welkom, Gast. Alsjeblieft inloggen of registreren.
26-11-2024, 05:55:56
Startpagina Help Zoek Inloggen Registreren
Nieuws: Nieuwe leden moeten helaas wachten tot dat de webmaster ze accepteert. Er is veel kaf onder het koren. Het beste kunt u na registratie ons nog even een e-mail sturen jolydesign@ziggo.nl.

+  Vraag en antwoord & Wie wat waar
|-+  Vraag en antwoord
| |-+  Vraag en antwoord
| | |-+  Herinneringën deel 2
« vorige volgende »
Pagina's: 1 ... 67 68 69 70 [71] 72 73 74 75 ... 108 Omlaag Print
Auteur Topic: Herinneringën deel 2  (gelezen 1239204 keer)
vreemdeling
Schipper
*****
Berichten: 1860


Bekijk profiel
« Antwoord #1050 Gepost op: 03-12-2014, 07:57:42 »

Ware trawler verhalen, verteld door Catfoss Mick                                      no.1

Er is mij gevraagd om over dingen te vertellen, die ik heb gezien en die ik heb
gedaan , gedurende de vele jaren, dat ik een diepzee visserman was.
Ik weet en heb over talrijke tragische ongevallen en doodsoorzaken aan boord van schepen gehoord en gezien, maar ik wil niet aandringen op de tragische kant van wat een erg hard , maar eerlijk en edelijke kant  van het leven van een visserman is.
Ik heb veel levens ervaringen en weet van de humoristische kant van de diepzee visserij, die ik  met u wil delen.
Als er een ding voor ons visserlui bestond, , was het de overvloed aan gevoel voor lol en om te lachen.
Geloof mij... je had het nodig, als je eenmaal de 61ste Noordelijke breedte graad was gepasseerd,

Norbert ( De Steeksleutel ) Roebottom.

Norbert was er zo'n persoon.
Tijdens de oorlog was hij een sappeur geweest.
Een dienstplichtige die landmijnen onschadelijk maakte en...... hij was gek op machines en techniek.
Maar machines en de techniek waren niet zo erg op hem gesteld.
Ieder schip waarop hij gevaren had, was met meer onderdelen binnen gelopen,...... hoofdzakelijk moeren, bouten en machine onderdelen, .....dan waar het schip mee naar zee was gegaan.
Hij kon het niet nalaten om te knutselen aan  machine onderdelen of aan wat anders aan boord.
Zijn favoriete gezegde was dan ook... als het niet goed werkt ,  ga het dan te lijf met een steeksleutel.
Hij had de beschikking over een uitgebreide hoeveelheid steeksleutels , vanaf twee inches tot twee voet in grootte.
Hij was zo blind als een vleermuis en liep rond met een constante stuurboord slagzij, wat één been van hem was korter dan de andere.
De bemanning maakte altijd grappen over hem, dat hij zijn machinist diploma zou hebben gekregen, omdat hij voor een auditie voor de Muppet show, geweigerd was.
Ik vond dit wel erg onvriendelijk voor hem, want hij was door en door  een man uit Yorkshire.
Hij was uit het dorpje Wetwang afkomstig.

In ieder geval was Norbet aan het sleutelen geweest aan  een deel van de scheepsmachine, dicht bij de schroefas.
Het deel waar hij aan gesleuteld  had was de regulateur en hij wist, dat als hij dit zou openen, hij meer snelheid uit het schip kon halen.
Dat was uitstekend nieuws voor de schipper, want het betekende dat hij sneller naar en van de visgronden kon varen en wat ook betekende, dat hij meer tijd beschikbaar had om te vissen.
En dat was dan ook weer goed nieuws voor de bemanning, omdat zij dan sneller thuis zouden zijn.
En natuurlijk was Norbert het gesprek van de dag voor het volk in het voorin. Het was de goede Norbert voor en na.
Nu was de normale snelheid van een trawler bij het vissen,  tussen de 3½ en 4 knopen.
Terwijl wij aan het vissen waren, voelde alles normaal aan, maar wij bemerkten het als wij op een plaats waren uitgevist en we volle kracht naar een andere locatie stoomden, dat het schip begon te rammelen.
De schipper raakte hierover wat ongerust en riep Norbet,  om bij hem op de brug te komen.
Norbert echter verzekerde hem door te zeggen... Jij doet jouw werk en ik zal mijn werk doen.
Ik ben de hoofd machinist aan boord van dit schip en ik weet wat mogelijk is met mijn machines en wat het rammelen betreft, dat komt alleen maar door het wiebelen van het schip, bij deze snelheid.

Na een periode van een goede visserij op de Newfoundlanse banken, stoomden we terug naar huis en toen het schip weer eenmaal volle kracht liep.... ik weet niets over een snelheid wiebel...maar als je in je kooi lag, voelde je alles schudden.
Er gebeurden ook nog andere dingen.
De tafel in de mess-room  schudde zo erg,  dat je er geen maaltijd van kon eten.
Je moest je bord op je schoot nemen, om je voedsel naar binnen te krijgen.
Ofschoon oude Billy Brainwaite vertelde, dat het wonderen deed voor de stoelgang.

Ook gebeurde er dingen in de machine kamer.
Delen van het hekwerk boven in de machine kamer vielen naar beneden.
En zelfs de kombuis kachel, mar ook veel door de schuld van Norbert, rammelde zo erg, dat voor het eerst,  in de tijd dat het schip was gebouwd, alles wat de kok in de oven plaatste, maar net gaar was.
Geen lekkere bruin gebakken aardappels
Wij vervolgden,  op wat een vijf daagse tocht had moeten zijn en we deden het in vier en een halve dag..
We kregen ook nog eens een extra twee weken wal verlof, want het duurde zolang om alle stukken,die van verschillende delen van het schip waren afgevallen, weer opnieuw aan te brengen

Norbert echter werd gedegradeerd tot 2e machinist en zo ver als ik weet heeft de nieuwe hoofd machinist Norbert's gereedschap kist dicht gelast.

Wordt vervolgd.

Gelogd
vreemdeling
Schipper
*****
Berichten: 1860


Bekijk profiel
« Antwoord #1051 Gepost op: 03-12-2014, 11:30:23 »


Grimly Fiendish.                                                                                               No.2

Ieder diepzee trawler heeft door een of andere oorzaak wel eens te maken met een “moeilijk“persoon, Een van deze irritante personen die dachten dat zij alles wisten was  gewoonlijk een vakbond man. Wij noemden ze “voorin advocaten “
De meesten van hen waren knetter gek, maar iemand zoals Grimly, dacht dat het zijn roeping was om de visserij industrie te veranderen.
Mij werd verteld dat wanneer hij met wal verlof was, dat hij op een viskist stond bij het St. Andrews dok, om de vis verwerkers te vertellen, omdat zij een hoeveelheid vis kregen en af en toe eens een krab om mee naar huis te nemen, dat zij zich niet moesten verbeelden dat zij een betere baan hadden als een televisie reparateur. ( Waarom hij dat zei, weet ik juist niet ).
In ieder geval voer hij bij ons en het was mijn eerste reis als stuurman. Ik werd door de schipper naar de brug geroepen, die mij vertelde dat Grimly weleens heel lastig kon zijn, maar hij was echter wel een goede werkkracht en als zijn mond zou openen  om onzin uit te kramen, moest ik hem maar dreigen met ontslag.

Ik was gewend om bij de mannen in de mess-room te zitten als ik vrij van wacht was en sommige van de zaken die Grimly gewoonlijk stond uit te kramen, vond ik vrij alarmerend , zoals zijn vakbond regels,( wat in het logboek moest worden aangetekend ).

Eén hand voor jezelf en één hand om het werk te doen en één oog op het weer gericht en één oog voor wat je aan het doen bent.
Ik keek naar een links handige dekknecht die met beide ogen verwonderd stond te kijken, terwijl hij probeerde en kapot net te repareren.
Let wel. Grimly wist de wetgeving van de Raad van de Handel, hoe een officier kan en niet kan benaderen een lagere in rang, als de bemanning volgend de wet aan het werk waren en al de andere menselijke rechten geklets, dat als je dat zou opvolgen. het geen punt zou zijn om op zee te zijn en je geen vis zou vangen en de visserij maatschappij waar voor je werkte,  op de fles zou gaan. Eind resultaat.... geen werk en geen geld.

Niemand van de bemanning nam notitie van hem.
Hij werd meer of minder bekeken als een soort ontspanning , op dagen dat de visserij  slap was en de bemanning meer tijd in de mess-room door bracht met een beetje geklets.
Op een keer wilde hij de “uitgekookte jongen” voor ons zijn.
Op diepzee trawlers zijn er zeven officieren,  schipper, stuurman, bootsman, hoofd machinist, 2e machinist marconist en kok, Daarna nog twee oliemannen, een dek jongen, een koksmaat een derde knecht, een vierde knecht, acht dek knechten en een hulp dek knecht

Wij waren halverwege onze reis en we hadden een erg leerzame dekjongen aan boord. Hij kon bijna  alle werkzaamheden aan dek  uitvoeren zoals de dek knechten het deden. ( dekknecht op een trawler is een andere naam voor een vol matroos.)
De navigatie verlichting in de voormast was uitgevallen en om  hem ervaring op te doen en met een veiligheid uitrusting,  vroeg ik de dekjongen of hij in de mast wilde klimmen en er een nieuwe lamp in de verlichting wilde plaatsen..
Maar dat was niet naar de zin van Grimly.
“Dat is niet zijn werk”, ze hij.
Je kunt hem niet de mast in sturen en als je het wel doet, wil ik dat je er  een aantekening van maakt in het journaal.
Ik zei hem... jij staat in je recht,.... jij hebt echt gelijk,.... je hebt echt gelijk , ...maar ik weet niet wiens officiële taak het van iemand is.
Het is namelijk de taak van de persoon die gemonsterd heeft voor dekjongen en als ik mij het goed herinner, ben jij dat.
Maar ik wist niet dat Grimly last van hoogtevrees had.
Hij gaf het toe, .....maar zei wel,  dat een van de dek knechten het wel kon doen.
Ik antwoordde hem.... Nee, ik geef jou de opdracht om het te doen.
Toen stampte het met zijn voeten en zei met grote wellust het stomste wat ik ooit heb gehoord.
Goed.... zij hij, je kunt mij orders geven om naar boven te gaan en ik zal ook naar boven klimmen, maar...... je kan mij niet verplichten om een nieuwe lamp in de navigatie verlichting te plaatsen.
                                                                             

Drankorgels.                   
Grimly Fiendish.                                                                                                No.3

Snecklifter en de Sump waren echt twee personen van het proto type van diepzee visserlui, geboren in achteraf gelegen kelder verdieping en met een kipper kist als hun wiegje.
Zij groeiden op met het genoegen om te drinken en hard te werken.
Echter moet ik dit verhaal eigenlijk aan het einde gaan vertellen, zodat iedereen het goed kan begrijpen..

Wij waren uit Hull vertrokken en stomende naar de Noordkaap van IJsland..
Dat is ongeveer vier dagen stomen.
Op de derde dag,  toen ik aan het roer stond, bemerkte ik dat het kompas traag reageerde.
In feiten was het kompas aan het bevriezen en ik dacht bij mijzelf... Hoe is dat nu toch mogelijk.
Zoals u zult weten, is het kompas gevuld met alcohol, om te voorkomen wat er nu gebeurde.
Nu komen echter Snecklifter en Sump ten tonelen.
Zonder twijfel waren zij samen naar het stuurhuis gegaan,  ongeveer een uur voor wij de rivier de Humber achter ons hadden gelaten

Snecklifter en Sump hadden de schipper gesmeekt de verzegelde kast met de “bonded stores “ open te breken voor dat wij vertrokken en lang voor we de 61ste breedte graad hadden gepasseerd,( de wettelijke grens voor het verbreken van het zegel ), want beiden hadden een verschrikkelijke nadorst, door een  tekort aan alcohol.
De schipper weigerde het gevraagde en zei hen dat zij zich wel wat beter zouden voelen nadat zij een paar wachten te hebben gelopen en de effecten voor de benodigde alcohol, zou dan echt wel geminderd zijn.
Zij voelden zich al een stuk beter na de eerste wacht.
Zij hadden het kompas leeg gemaakt en weer met water gevuld.
Weet je, ik had al zo´n vreemd idee over hen, toen ik tussen hen in zat, in de mess-room. Er hing een lucht rond hen van giraffen pis, gecombineerd met de scherpe geur van mestkevers.
Het ontnam mij mijn eetlust en ik nam ook niets.

Echter de schipper verzamelde de hele bemanning in de officiers mess-room en vroeg wie het kompas hadden gemolesteerd.
Natuurlijk ontkenden deze twee geslepen stem, dat zij er niets mee te maken hadden.
In feiten zei de Sump...je weet dat er veel alcoholisten zijn die op een schip inbreken en de alcohol uit het kompas opdrinken.!
De schipper antwoordde hem... Ik denk dat jij je  oriëntatie vermogen kwijt bent. Ik denk echter dat jij en je maat Snecklifter het waren, maar ik kan het echter niet bewijzen, oké,  we laten het zoals het is op dit moment en gaan door met wat vis te vangen.

De reis ging verder en al spoedig was het tijd om naar huis te stomen.
Op de terug reis werden Snecklifter en Sump in de dagdienst geplaatst   ( met  werkzaamheden aan dek ) en mochten niet in de buurt van de brug komen.
De reden hiervoor was, dat de enige alcohol die beschikbaar was om het kompas te vullen, anderhalve fles Gordon´s gin was, uit de “bonded stores”.

Toen we terug waren in Hull moest de schipper het voorval melden aan de Kamer van Koophandel, die een kompas expert stuurde, om de zaak te onderzoeken.

Later, toen ik stond te wachten voor het afrekening bureau bij de uitbetaling, zag ik de schipper,  die mij vroeg.... jij was er toch bij in het stuurhuis,  toen ik het kompas met gin vulde ? .
Ik beantwoordde de vraag met  `Ja ` en hij vertelde mij..... volgens de kompas expert, was het kompas weer met water gevuld en ik denk dat hij dat heeft gezegd, omdat hij de gin mee naar huis had genomen.
Mick,..je kunt tegenwoordig ook niemand meer vertrouwen.
En dat is echt zo.
Ik dacht bij mijzelf.... ja man, je hebt gelijk..
Je had mij en mijn maat  Willie de Kit niet moeten vertrouwen, terwijl wij op wacht waren op de thuisreis.




wordt vervolgd.





Gelogd
vreemdeling
Schipper
*****
Berichten: 1860


Bekijk profiel
« Antwoord #1052 Gepost op: 04-12-2014, 09:30:21 »


Flex... De Kerst Topper.                                                                                      No.4

De periode rond de kerstdagen was voor het bemanning  bureau altijd een nachtmerrie.
Het was het bureau, waarvan de  werkzaamheden bestond, om een bemanning voor een trawler samen te stellen.
Iedere diepzee trawler moest een bezetting hebben van 21 personen, voor zij naar zee kon vertrekken en met de kerstdagen in zicht, waren er altijd veel mensen die afmonsterden, om de kerstdagen thuis door te brengen, tijdens deze enige periode in het jaar.
Tegenwoordig moet iedereen voor de diepzee visserij een monsterboekje hebben, waar in staat vermeld wie je bent, de functie die hebt vervuld  en op welk schip en hoe lang je hebt gevaren.

In vroegere tijd, als het Kerstmis werd, nam het bemanning bureau , lukraak iedereen maar aan,  om een trawler maar naar zee te krijgen.
Wij als vaste bemanningsleden noemde deze kerst bemanningsleden.... “Kerst Toppers “en ik zal je wel vertellen , dat we vaak vreemd soort mensen aan boord kregen.
Ik kan me nog goed herinneren dat wij een keer met drie Franse trawler gasten naar zee vertrokken, die geen enkel woord  Engels spraken,
Dat was vaak grote lol, maar op een keer kwam er een nieuw bemanningslid aan boord , die wij de naam Flex gaven, maar dat was heel iets anders,
Zijn echte naam was Henry, zoals hij zelf zei en hij had vaak vanuit Grimsby gevaren en dit was zijn eerste reis aan boord van een trawler uit Hull.
Maar we wisten al na een paar dagen, toen hij verschrikkelijk zeeziek was,  dat hij nog nooit naar zee was geweest.
Zo kwamen we op de visgronden aan de Zuid Oost kust van IJsland en wij promoveerden de dekjongen tot matroos, zodat hij het werk kon doen, wat geacht werd door  Flex te worden gedaan.

We plaatsten Henry in het visruim om het rotste werk aan boord van een trawler uit te voeren ( en het was de enige taak waarvoor hij geschikt was) , om ijs kapot te slaan en te scheppen.
En vaak hadden we een matige visserij en hadden tijd om in de mess-room te zitten en wat te kletsen bij een mok thee en een sigaret en Henry hield ons wel aan de praat..
Hij stotterde een beetje en hij vertelde ons hoe hij de eerste maal in Hull aan kwam en de weg kwijt raakte naar  het stadsplein.
In wanhoop, na vier uur rond te hebben gedwaald,  hij een vrouwelijke politie agent aansprak en haar vroeg met veel gestotterd of dit wel het stads plein was.
Als antwoord hierop zei  de politie agent... Nee, dat is mijn notitie boekje.
De gevangenis kwam ook ter sprake en Henry vertelde... Ik heb ook in de gevangenis gezeten.
Ik vroeg hem waarvoor hij in de gevangenis had gezeten en hij vertelde dat hij zijn verschrikkelijke vrouw met een stuk snoer van de strijkbout had willen wurgen, terwijl zij zijn overhemd aan het strijken was en gaten in het overhemd brandde.
Vanaf dat moment werd hij Flex genoemd.

Hij vond het wel leuk om Flex genoemd te worden, wat het gaf hem het gevoel dat hij bij de groep hoorde.
Wij waren ongeveer tien dagen op zee en we hadden hem wel wat gekalmeerd
Maar we bleven hem toch vreemd vinden.
Maar plotseling veranderde alles.
Wij kwamen aan dek om te halen en toen we het net scheep hadden, riep de schipper....   Sjor de boel in de zij, we gaan naar huis.
Ik vroeg me af wat er gaande was, want we waren maar halverwege onze reis.

Blijkbaar had het kantoor in Hull een gesprek gevoerd met de schipper en hem verteld dat Flex hoogst gevaarlijk was en dat hij een ex. gevangene was, vrijgelaten onder bepaalde voorwaarden en onder toezicht.
De lui van het bemanning bureau waren op dat moment niet echt de geliefdste personen, dat kan ik je wel vertellen.
Het is vanaf IJsland drie dagen stomen naar Hull en we deden het in twee en een halve dag. En Flex moet toen wel de beste twee en een halve dag van zijn leven hebben gehad.
De kok , die bang geworden van het nieuws  hoe gevaarlijk Flex was, begon lekkere cake´s voor hem te bakken.
Ik en mijn vriend Jock pikten wat cake´s van hem en wij eindigden er mee,  om als een dronken stel oorwurmen over het dek te zwieren.
Wij wisten niet, dat de schipper de kok had verteld,  om wat fijn gestampte aspirine in de cake´s te verwerken. Ik weet nu niet hoeveel aspirine hij uit de scheep medicijn kist heeft genomen om in de cake´s te verwerken, maar toen wij langs de kade van het St,Andrew dok meerden,  wij met de winch Flex aan de wal moesten takelen.
Ik weet niet wat er later met Flex is gebeurd , maar wat ik wel weet is dat het bemanning bureau werd gevraagd waarom zij zo´n kerel hadden aangemonsterd.
Hun excuus was...hij leek ons echt op een goede visserman.
Achteraf bleek wel dat hij een tatoeage van een anker op zijn arm had.


Harry de Peen                                                                                                   No.5

Over het algemeen zijn  trawler koks een vreemd soort mensen, maar geen kok was zo vreemd als Harry de Peen,
Hij kon dingen met penen doen, wat je nog nooit had gezien.
Peen cake, peen soep, peen op een spies gedipt in koffie, knapperige peen in beslag.
Zijn lijst met peen recepten was verbazingwekkend..

Maar het waren niet de wortels, wat hem bij ons aan boord hield van ons schip, maar het was zijn brood.
Een kok op  een diepzee trawler moest 10 broden per dag bakken.
Je had veel brood nodig voor tussen hapjes om je op gang te houden tussen de maaltijden door en speciaal als er veel werd gevangen,
Als er veel werd gevangen , stond je achttien uur aan dek, apart van de drie half uur maaltijden op een dag en dat gedurende  twaalf of veertien dagen.

In ieder geval, wanneer Harry begon met de voorbereidingen voor het bakken van het  brood, deed hij de kombuis op slot en blokkeerde het doorgeef luik naar de mess-room.
Hij zei dat hij dit deed omdat hij een fobie had voor mensen die hem bekeken als hij het deeg stond te kneden..
Maar iedereen wist dat het kneden het geheim was van goed brood en daarom stoorde niemand hem, omdat zijn brood echt een traktatie was.

Het eerste gedeelte van de reis verliep goed en plotseling gebeurde het, dat de vis weg was zodat de schipper besloot een dag te verstomen naar een andere visgrond.
We hadden al vier en twintig uur gestoomd toen ik werd geroepen voor mijn wacht.
Ik liep samen met de stuurman wacht, wat bijna altijd de laatste wacht was, voor we aankwamen , waar wij naar toe wilden stomen.
Ongeveer een uur voor wij bij deze  positie kwamen....die schipper ons had gegeven,... wekten wij hem.
Nu is het de gewoonte als je de schipper port, je hem altijd een mok thee brengt en een sandwich.
In ieder geval, de schipper was op de brug en ik kwam uit de kombuis en gaf hem zijn mok met thee en een sandwich.  Hij nam een teugje van de thee en nam een hap uit zijn sandwich en gromde.... Wat is dit voor rotzooi !
Hij had een label van het warenhuis Mark en Spencer in zijn brood gevonden.
Van het een komt het ander en hij zei....een van jullie gaat nu kijken wat Harry aan het uitspoken is als hij zich weer zelf opsluit in de kombuis, om brood te bakken.

De volgende dag deden Jock de Bout en ik een inval in de kombuis.. We hoorden dat de kombuis deur werd vergrendeld en het dienst luik werd afgesloten en hierna werd er luide muziek ten gehore gebracht.
Wij openden de kombuis deur en daar stond Harry, ......met zijn voeten in de brood trog het deeg te kneden,   op de tonen van de sabel dans..
Wij vertelden de schipper wat wij hadden geconstateerd en de schipper riep Harry op de brug en vroeg hem,  wat hij aan het doen was en waarom hij een etiket van Mark en Spencer in zijn sandwich had aangetroffen..

Wel, zei Harry... Ik heb last van een huidontsteking aan mijn handen en daarom kneed ik het deeg met mijn voeten en ik verzeker U , dat ik mijn voeten grondig was.
De schipper wilde nog verdere inlichtingen over het etiket van Mark en Spencer.
Oh..zei Harry, wel, dat heeft erg veel te maken met wat je aangeboren is.
Hoe bedoel je dat vroeg de schipper.
Wel zei Harry... Ik was niet alleen mijn voeten,  ik trek ook ieder keer een paar schone sokken aan als ik het brood kneed en als U nu  uw vinger uitsteekt om het deeg uit de roestige brood trog niet weg te gooien , zult u nu het label in uw mond vinden  van een Harrod *sok, in plaats van een van Mark en Spencer.

Wordt vervolgd

* Harrod.... een andere Engelse  warenhuis keten.

Gelogd
vreemdeling
Schipper
*****
Berichten: 1860


Bekijk profiel
« Antwoord #1053 Gepost op: 04-12-2014, 09:32:54 »

Ernie,  de Mallemok clown.                                                                       No.6

Ik ben er van overtuigd dat sommige van jullie wel eens te laar komen op je werk
Je hebt de bus gemist, of in een file gestaan of door een andere oorzaak en je denkt dan wel eens dat iemand die..... eet, slaapt, drinkt en leeft op zijn werk..... nooit te laat op zijn werk kan komen.
Je hebt echter ongelijk.

Aan boord van een trawler,  als je te laat bent om iemand op wacht af te lossen  of aan dek te laat bent bij het halen van de trawl, wordt dat aangeduid als “de boot gemist “ en niemand heeft “de boot” meer gemist dan Ernie.
Toen we eenmaal op de visgronden waren, hadden we iedereen nodig aan dek, om de trawl uit te zetten en ons vervolgens daarna te melden in de mess-room.

De stuurman ging dan naar de brug gaan om uit te zoeken met de schipper wie er de wacht moet lopen.
De vis wacht bestond uit  een vier tot zes uur durende wacht, die uitgevoerd moest worden door de de stuurman,de bootsman de 3e man en de 4e man.. Drie man om de wacht van de eerste zes uur te lopen,  van een achttien uur durende werkdag.
Als je dat al verward, kan je voorstellen hoe het Ernie verwarde, die de hersens- capaciteit had van nul komma nul of beter gezegd, van een aardvarken..
In ieder geval was het schip waar wij op voeren, een “goede verdiener “
Wij besomden  gemiddeld vijftien  tot achttien duizend pond op een twintig dagen durende reis en dat was veertig jaar geleden.
Ons aandeel hiervan en ons loon ( je kreeg je loon als diepzee visser en ook nog een aandeel in de besomming ) leverde voor ons een goede tijd  op, tijdens ons drie daagse wal verlof, dat kan ik jullie wel vertellen.

Wij allemaal konden goed met Ernie opschieten en het waren slechts enkele minuten die hij te laat kwam op zijn werk.
D schipper noteerde zijn tijd ondanks onze pogingen hem te dekken en niet op tijd op je werk zijn betekende op zee slechts een ding, bij binnenkomst kreeg je de zak en wij wilden niet dat Ernie zijn ontslag zou krijgen.
En zo zochten wij naar oplossingen om hem wel uit zijn kooi te krijgen, om op tijd te zijn.
Wij probeerden het door hem een half uur van te voren te porren.
We schudde hem door elkaar, we gooide mokken koud water over zijn hoofd, we trokken de dekens van hem af, we stonden naast zijn kooi met de hand misthoorn die we in werking stelde, maar alles was te vergeefs..

Het werd zelfs zo erg, dat de bemanning een weddenschap afsloot met een waarde van twintig pond, voor de eerste man die Ernie wel op tijd uit zijn kooi kon krijgen. Sommige stelden voor zijn matras op zijn rug te binden, dan hoefden we hem op de eerste plaats niet uit zijn  kooi te halen.
Een ander bemanningslid stelde voor om een lang stuk dun touw aan zijn been te binden, vanaf zijn kooi naar het dek en dan vast te maken aan de vislijnen, zodat als er gehaald ging worden hij aan dek zou zijn voor een van ons.
Maar we waren van mening dat het eerste voorstel wat te gevaarlijk was in het geval hij over boord zou slaan en het tweede voorstel vonden we wat te grof, zelfs voor ons ruwe zeurkousen.

Om een lang verhaal kort te houden, was het de dekjongen die de twintig pond van de weddenschap won.
Hij stond voor ons en zei dat hij hem op tijd wakker kon krijgen voor de rest van de reis en hij maakte het waar.
In feiten was Ernie al op wacht en aan dek,  vijf minuten eerder als van hem verwacht werd.
De schipper was zo onder de indruk over Ernie, dat hij op de thuisreis Ernie niet zijn ontslag gaf.
Wij verzamelden ons in de mess-room en vroegen de dekjongen hoe hij het voor elkaar had gekregen.
Hij zei.... Ik haalde de lamp uit de Ernie's kooi verlichting  en stak vervolgens zijn vinger in de fitting en schakelde de lamp aan.
Ik zei tegen hem, dan moet jij toch wel veel stroom spanning hebben gevoeld ?
En het antwoord wat ik van hem kreeg was....
Nee, ....niet zo veel. .....Ik droeg rubber handschoenen.

Wordt vervolgd.

Stierenkop.                                                                                                     No.7

Hij werd zo genoemd omdat he twee dikke lokken haren aan weerszijde van zijn hoofd had hangen en nergens anders haar had.
Hij was groot en slungelig,  met een in elkaar geslagen neus.
In het kort, hij leek op een van de figuren uit de Rocky en Bullwinkle show.
Hij was ook onze bootsman,maar ik ben nooit zijn echte naam te weten gekomen.

Op een keer waren we aan het trawlen aan de zuid kant van Beren eiland, toen de schipper over de scheep luidsprekers ons liet weten, de trawl zo snel mogelijk te halen.
Toen we de trawel scheep haalden waren de visborden verward in staande want netten..
De schipper schreeuwde van de brug dat we de netten zo vlug mogelijk weg moesten hakken.
We kregen het voor elkaar en konden de trawl scheep halen.
Wij stoomden meteen  met  grote snelheid weg,  van de plaats waar wij visten.
Toen alles gedaan was, vis weg gewerkt en dek schoon enz.. keek ik naar achteren en zag een klein vaartuig aan de horizon.
Wij dachten dat het niets met ons te maken zou hebben.

We zaten allemaal in de mess-room zoals we altijd doen,  als we van het dek afkomen en een kop thee te drinken en wat te roken, afwachtend op de nieuwe orders van de stuurman, daar hij altijd meteen naar de brug ging om te horen wat de schipper nu wilde, wat wij zouden gaan doen.
Na ongeveer een uur kwam de stuurman terug in de mess-room en vroeg ons of er iemand van ons Noors sprak.
We keken hem allemaal aan en trokken onze schouders op.
Onder tussen was het vaartuig wat ik eerder had gezien, dichter bij gekomen en het bleek dat het zijn staande want was, wat wij aan stukken hadden gehakt,  daar de schipper er per ongeluk was door gevist ( zoals de schipper zei ).
Maar de zaken werden wel wat paniekerig voor onze schipper.

Na een paar uren kwam hij de mess-room in gestormd en zei... We hebben een gekke Noor bij ons achterschip en ik denk dat hij gek genoeg is om ons te rammen.
Zijn jullie er zeker van dat niemand van jullie Noors spreekt ?
Je krijg er een fles rum voor !
Bullwinkle spitste zijn oren en zei..... Nou, ik kan een klein beetje Noors spreken.
Mijn vrouw haar broer is met een Noors grietje getrouwd en ik heb wat van hun taaltje opgepikt.
Maar Bullwinkle vertrouwde de schipper niet en zei... Jij weet dat ik de laatste twee jaar bij jou heb gevaren.
Het is hetzelfde als met het kratje bier, wat je ons beloofd had op de laatste reis  uit de “bonded stores”, als wij de kapotte trawl  binnen drie uur konden maken.
Maar wij hebben nooit het kratje bier gezien.
Zo,  geef ons nu de fles rum  en dan zal ik naar de brug gaan,  om de rotzooi te klaren,  waar  jezelf door eigen schuld, in terecht bent gekomen.

De schipper ging naar de kast van de  ” bonded stores ”  en kwam terug met een ´fles belasting vrije rum en zette de fles met een klap op de mess tafel en zei....Geluk er mee , rot hond.
Bullwinkle opende de fles en gulpte bijna de halve fles in één slok naar binnen en gaf de rest er van aan de mensen die nog rond de tafel zaten.
Toen we weer op de brug kwamen hoorden wij de Noor razen en tieren op de hoge frequentie radio band.
De schipper zei,,,zo is het nu al gedurende het laatste half uur bezig.
Ik kan hem niet antwoorden, want ik spreek geen Noors.
Ga jij je gang en probeer uit te vinden wat hij wilt.

Bullwinkle greep de telefoon hoorn en zei...... Watte jij Wille.
De schipper keek hem aan, verbluft over de situatie en zei..... Ik had het beter gekund dan jij , oneerlijke bastaard. 
Waarop Bullwinkle antwoordde,,,,,  Ik heb je toch verteld dat ik er maar weinig van kon.
De schipper antwoordde.... Maar het was zelfs geen Noors.
Luister, antwoordde Bullwinkle..... dat is de manier waarop mijn schoonzuster praat en  denk er aan,  zij woont al heel lang in Hull.

Einde

n.b.
Het staande want net waar hier sprake van was,  bleek een net te zijn,  bestaande uit drie lagen en wat ook vrij kostbaar bleek te zijn.

Gelogd
vreemdeling
Schipper
*****
Berichten: 1860


Bekijk profiel
« Antwoord #1054 Gepost op: 05-12-2014, 09:27:26 »


Het verhaal van een toekomstig zeeman.              no.1

Mijn favoriete vak op school was aardrijkskunde. Ik vond het altijd fijn om iets te horen over verschillende landen en volkeren.
Ik herinner me nog een dag toen ik ongeveer 14 jaar oud was, een les over de visserij industrie en over  de verre trawl visserij, compleet met platen over de Arctische visgronden en de schepen.
Ik was eigenlijk helemaal niet geïnteresseerd in vis., ik wist dat je overal vis kon kopen bij de patat boer.
Wat mijn verbeelding bezig hield, waren de schepen en de mensen die op de schepen werkten.
En ook wat de omstandigheden die zij hadden te verduren.
Zware zeegang en zwart ijs, waren  normale werkomstandigheden, vooral in de winter.
Dat waren echt gevaarlijke werkzaamheden, dat waren nog eens echter kerels.

Ik haalde mijn encyclopedie te voorschijn en bekeek alles wat ik over schepen kon vinden. Ook over trawlers en eveneens over de Marine en Koopvaardij.
Ik denk nu, dat ik toen al besloten had, dat dit wel iets voor mij zou zijn.
Nog al vrij snel hierna was er een schoolreis naar Ierland..
Ik wilde eigenlijk niet mee, tot dat ik mij realiseerde, om in Ierland te komen,  je de Ierse Zee moest oversteken en dat betekende dat je een schip nodig had.
Wat eveneens betekende dat je naar zee ging ...en dat was voor mijn de gelegenheid.!

Ik ging mijn geld sparen van wat ik verdiende met mijn kranten wijk, om geld te hebben voor de reis en al vrij snel hierna,  waren wij al onderweg.
Ik kan me nog de bus reis herinneren over de Oost Lancarshire autoweg naar Liverpool en de verwondering toen wij daar in de havens aan kwamen.
Het was in de vroege zestiger jaren en Liverpool was toen nog steeds een drukke havenplaats.
Wij passeerden de douane en waren in de dokken.
Overal lagen schepen en zover al het oog kon zien waren er dokken waar schepen lagen. Echte schepen die de oceanen zouden bevaren.
Dat was de plaats waar ik thuis hoorde.

Het schip waarop wij zouden meevaren, was de Munster, een Ierse vee boot, die ook een beperkte  passagiers accommodatie had.
Waarschijnlijk was dit de goedkoopste manier om de overtocht te maken.
Wij liepen over de loopplank en waren spoedig aan boord.
Ik ging meteen op onderzoek uit en vond al spoedig waar ik heen wilde..
Na het hoofddek te hebben bekeken, ging ik naar beneden.
Er waren rijen zitplaatsen, die al aardig vol liepen, maar ik was niet geïnteresseerd om te gaan zitten. Er was veel te veel om te bekijken en te veel dingen gebeurde er op dat moment.
Ik ging weer terug naar het dek.

Het begon al donker te worden en de tijd van vertrek naderde en voor mij steeg de verwondering ten top.. Er waren mannen aan dek bezig met de voorbereidingen voor het vertrek. Ik wist uit mijn encyclopedie dat deze mannen orders kregen van de bootsman.
Ik keek met verwondering toe.
Gooi los voor.....  Gooi los achter, .....een opeenhoping van activiteiten, hollende mannen die met trossen aan het sjouwen waren en een bootsman die orders stond te schreeuwen en ik hoorde het gerommel van de machine onder deks.
Wij waren onderweg.
Ik stond op het achterdek en keek naar achteren, we waren los van de kade en we bevonden ons op de Mersey en voeren richting zee.
Mijn eerste vertrek uit Liverpool.
Ik kon het Liver gebouw, het havenhoofd en de kustlijn van Liverpool zien vervagen. En terwijl wij op onze tocht de rivier af stoomden, passeerden wij allerlei soort schepen die binnen liepen of vertrokken.
Spoedig waren alleen nog maar in de verte de lichten te zien van Liverpool en daarna alleen maar duisternis.

Het weer begon ruwer te worden en het schip begon te slingeren en te stampen.
Het ging nu ook nog regenen, met veel wind en de zee was ruw en buiswater doorweekte het dek ( en mijzelf ).
De meeste van de passagiers waren naar beneden gegaan, waar het warm en droog was om te gaan zitten.
Ik ging ook naar beneden. De hut zal vol met mensen , met inbegrip van mijn school makkers en de meeste van hen waren zeeziek.
Overal hing de geur van kots en diesel olie en ik ging maar weer terug aan dek.
Het was er koud en nat en het vee maakte veel lawaai en er hingen mensen ziek over de reling..
Toen ik zo rond wandelde, ging er een deur open en een geluid als de donder kwam op mij af en een man gekleed in een overal , stapte naar buiten.
Ik ving een blik op van de machine en kon de hitte voelen en de geur van dieselolie. De machine kamer.

Het bleek dat ik de enige was, die geen last had van zeeziekte en de enige die eigenlijk zich verheugde over de reis. De nacht ging voorbij en het begon lichter te worden.
Spoedig kon ik land zie, .... Ierland, ....en een vreemd land.
Wij kwamen steeds dichterbij en al spoedig liepen wij de dokken van Dublin binnen..
Ik bekeek weer van dichtbij , hoe de bootsman en zijn bemanning, vakkundig het schip de dokken binnen bracht en het schip aan de kade meerde.
Ik liep de loopplank af en zette mijn voeten voor de eerste maal op vreemd grondgebied..
Wij passeerden weer de douane en kwamen buiten de dokken..
Ik kan me nog herinneren dat we een drukke weg moesten oversteken om bij onze bus te komen. Toen ik uit de bus op de weg stapte, werd ik onderste boven gereden door een bromfietser.
Ik droeg mijn koffer en de bromfietser reed tegen mijn koffer aan en bracht mij ten val.
De koffer redde mij van verwondingen.
Ik weet mij verder niet veel meer te h,  een zusterschip van de Munster.
De terug reis was niet zo ruw al de heen reis. Ik kan mij nog goed herinneren dat we in Liverpool aankwamen en de opwinding van het binnen lopen.
Mijn eerste zee reis was verleden tijd.
Ik was er zeker van, dat het niet mijn laatste zou zijn..

Gedurende de schoolvakantie maakten wij gebruikelijk grote fietstochten.
Een favoriete tocht van mij,  waren de Salford dokken.  Bij de ingang van het dok bij de weg naar Trafford was een groot bord met alle namen van de schepen die verwacht werden en die vertrokken. Het liet ook de bestemming van de schepen zien.
Een typerende vermelding was....Manchester Miller dok no.9. Vertrek 14.00 Montreal..
Jammer genoeg mochten wij niet in de dokken komen, maar er waren altijd wel plaatsen, waar we de schepen goed konden zien. Dat waren de plaatsen langs de weg naar Trafford, waar je de masten en de schoorstenen boven de gebouwen rond het dek zag uitsteken. Ook vanaf de draaibrug in de weg naar Trafford kon je de 10 duizend tonners zien, die rond werden gesleept door sleepboten, om te draaien

Wij brachten veel zomer dagen door bij de Mode Wheel sluis.
Dit is de eerste ( of laatste ) sluis van het Manchester scheepskanaal, net buiten de dokken..
Het kanaal werd in die dagen veel gebruikt.
Als je daar op de juiste tijd was,(wat afhankelijk was van het getij bij Liverpool ) ,was er een processie van schepen die het kanaal af voeren of de andere kant uit, op varend naar Manchester.
Op een van beide manieren kon je dicht bij de schepen komen als zij in de sluis lagen. Er waren dan nog vaal mannen aan dek bezig, aan wie we konden vragen.... Waar komen jullie vandaan mijnheer ?
Meestal werd ons gezegd op te hoepelen maar af en toe wilde een vriendelijke zeeman wel eens antwoord geven.... New York, jongen.
Ik kon niet wachten om op een van deze schepen te gaan werken en naar New York te vertrekken...

Toen de tijd aan brak dat ik de school kon verlaten, vertelde ik mijn ouders, dat ik bij de Marine wilde gaan. Mijn vader had ook bij de Marine gediend tijdens de oorlog en hij vond het geen goed idee om te tekenen bij de Marine.. Hij vertelde mij dat de minimum periode 9 jaar was en dat stond mij niet zo aan.
Bij de koopvaardij tekende je slechts voor de duur van een reis en dat leek mij een veel beter idee..
Mijn vader vertelde mij, dat de beste manier was om bij de koopvaardij te komen, het beroep te leren en als vakman aan te monsteren.
Ik luisterde naar zijn advies..
Stage plaatsen waren er in die tijd voldoende en ik startte met een technische stage plaats bij een lokale firma, Mather & Platt.

Ik koos bewust voor technische kant. Ik diende een zesjarige stage uit en ik genoot er enorm van. Het waren prettige jaren en ik leerde er erg veel. Toen ik uiteindelijk een vakman was met de leeftijd van 21 jaar, had ik nog steeds het verlangen om naar zee te gaan,. Ik won wat inlichting in over en hoe ik bij de koopvaardij kon komen als machinist.
Ik ging naar de Britse Scheepvaart Federatie, gevestigd op de Crosslaan in Saltford en zij vertelden mij om een sollicitatie te schrijven naar de Handels Federatie, wat ik ook deed. Zij antwoordde,  dat ik een test moest ondergaan of ik wel geschikt was voor de scheepvaart , bij de examen commissie van de machinisten in Liverpool en hiervoor werd een afspraak gemaakt.

Op de dag van de afspraak, nam ik de trein naar Liverpool en wandelde van Lime straat naar het gebouw van de Handels Federatie in de Waterstraat.
Ik ging met wat schroom naar binnen en vond daar de examinator van het machinisten bureau. Er was een wachtkamer en er waren nog vijf mannen aanwezig.
Wij kletsten wat en de meeste van hen kwamen hier ook voor de eerste keer, net als ik, maar de man die naast mij zat, vertelde dat hij net was geslaagd voor het 2e machinisten diploma..
Hij had al zes jaar gevaren en hij zij dat hij er van hield, maar dat was niet zo bij iedereen.

Wordt vervolgd.


Gelogd
vreemdeling
Schipper
*****
Berichten: 1860


Bekijk profiel
« Antwoord #1055 Gepost op: 05-12-2014, 09:29:16 »


Het verhaal van een toekomstig zeeman         No.2                                           

Het werd tijd voor mijn examen en ik ging nerveus naar binnen.. Mij werd verteld om te gaan zitten en we begonnen aan het examen.
Ik liet mijn getuigschriften en stedelijke beroepscertificaten zien en vertelde hem alles wat ik wist van mijn stage periode. Hij vertelde mij dat hij de firma Mather en Platt kende en dat het een betrouwbare firma was.
Ik herinner me nog wat hij zei.... zij leveren vakbekwame mensen af.. meer tegen zich zelf dan tegen mij. Hij gaf ter plekke mijn een gradering bewijs.
Het was een B 2 gradering.
Ik vroeg hem wat er nu vervolgens gebeurde.
Hij vertelde mij...Neem het bewijs mee naar de Britse Scheepvaart Federatie en vertel ze daar, dat op een schip wilt varen en zij zullen je aannemen voor een functie met   een  B2 bewijs.

Het Britse Scheepvaart Federatie Bureau  was in Mann Island, net aan de andere zijde van de weg en ging er heen en vroeg daar of zij voor mij een schip hadden.
De man achter de balie vertelde, dat er niet veel kans op was voor die functie, daar er ervaren zeelui zonder werk waren in Liverpool..
Hij raadde mij aan om zelf een baan te vinden en gaf mij een lijst van Britse scheepvaart maatschappijen. ( meer dan honderd ).
Ik ging naar buiten en was zeer teleur gesteld.
Enige van de knapen die met mij in de wachtkamer hadden gezeten, stonden ook buiten en zij vertelden hetzelfde.
We liepen naar het uiteinde van het havenhoofd en bekeken  een poosje de schepen op de rivier, tot een van knapen voorstelde..... Laten wij een pint gaan drinken en wij allen beaamden, dat het een goed idee was.

In 1970, was Ted Heath eerste Minister.
Er was een mijn staking aan de gang, de werklui van de energie centrales staakten en het land had een 3 daagse werk week om energie te besparen..Het land zat in een recessie en de Koopvaardij nam geen mensen aan..
Ik was bij Mather en Platt weg gegaan en werkte nu voor een ander lokaal technisch bedrijf Francis Shaw.
Ik had nog steeds zin om naar zee te gaan en een paar knapen waar ik mee werkte, hadden op de Koopvaardij gevaren, en ik probeerde er zoveel mogelijk van hen er over te weten te komen.

Ik begon sollicitatie brieven te schrijven naar scheepvaart maatschappijen,  van de lijst die mij was gegeven.
De antwoorden die ik ontving vermeldde meer of minder hetzelfde....... wij hebben op het moment geen vacatures, maar wij willen uw sollicitatie bewaren voor toekomstige referenties.
En al heel snel had ik een verzameling van dit soort brieven.

Ik kan mij herinneren dat ik op een keer op een vrijdag naar mijn plaatselijke pub, “de Vogel in de Hand.”ging. Ik kende er iedereen, want ik kwam er bijna iedere avond.
Op deze speciale avond was er een vreemdeling binnen en hij en ik speelden een potje crib samen en beiden hadden de Jokers. Wij wonnen de wedstrijd en hij kocht een pint voor mij.
Wij gingen zitten en kwamen aan de praat.
Hij vertelde mij dat hij een machinist was op de koopvaardij en dat hij met verlof thuis was.
Een speling van het lot ?
Ik vertelde hem over mijn ( vergeefse ) pogingen om te gaan varen. Hij zij dat het mogelijk was om bij de koopvaardij te komen, maar je moet wel enige ervaring hebben.
Ja.... maar, hoe krijg je dat. ?
Hij vertelde mij dat er twee mogelijkheden waren.
Je kon je aansluiten bij de internationale pool in Rotterdam. Maar dan liep je de kans dat je niet wist waar je terecht kwam.
Je kon bijvoorbeeld op een Griek terecht komen en ofschoon je geen Grieks kon spreken,  je in veel moeilijkheden terecht kon komen.
Ik had het niet zo erg voorzien op dit soort toestanden.
Ik vroeg hem... wat is de andere manier.
Hij zei... De verre trawl visserij !

Hij zei als je naar een van de visserij havens gaat, zal je waarschijnlijk wel een baan  krijgen op een diep zee trawler.
Ik twijfelde, dat het zo makkelijk zou gaan, maar hij verzekerde mij,  dat zij altijd naar mensen uitkeken en speciaal mensen met machinisten ervaring..
Ik had deze man nooit van te voren gezien en ik heb hem nadien nooit meer gezien. Maar dat is precies, wat  ik me kan herinneren,  onze ontmoeting.
Noem het voorzienigheid.

Ik dacht er gedurende het weekend over na en besloot er achter aan te gaan.
Op Maandag nam ik een dag vrij en nam de trein naar Blackpool en daarna de tram naar Fleetwood.
Ik kwam daar rond de middag aan en ging op weg naar het haven gebied.
Fleetwood was nog steeds een drukke vissersplaats en er was veel te doen.
Ik kan me nog herinneren dat ik door de Havenstraat liep en de pub “Het Wapen van Fleetwood “ passeerde,  net na dat ik was aangekomen.
De deur van de pub vloog open en een man werd letterlijk naar buiten gesleept en op de straat neer gegooid.
Ik moest zelfs om hem heen lopen, zijn gezicht was bedekt met bloed en hij was bewusteloos. Er waren mensen die langs hem heen liepen en zelfs over hem heen stapte.
Ik hoorde een man opmerken..... Het is Matty weer.
Dit was blijkbaar een ruige steden en ik liep  nerveus door.

De Havenstraat was de straat waar al de trawler rederijen hun kantoren hadden.
Ik herinner me nog dat de belangrijkste de Boston Trawler, Wyre Trawlers,  Hewitt's en J Marr's waren. Ergens vond ik de moed om het kantoor van rederij J.Marr binnen te stappen.
Ik vertelde de receptioniste dat ik een baan zocht als machinist en zij vertelde mij dat ik dan de technisch inspecteur moest hebben.
Deze was echter bezet en of ik over een uur terug kon komen..
Ik liep een uur rond de dokken. Daar lagen schepen en boten van allerlei grootte en overal stonk het naar vis en diesel olie.

Ik ging weer terug naar het kantoor van Marr rederij.
De receptioniste wees mij het kantoor van dhr. Finn, de technisch inspecteur.
Hij verwelkomde mij en ik vertelde hem mijn doel.
Hij vertelde mij dat hij geen baan voor mij had als machinist om dat ik geen zee ervaring had..
Echter, hij vertelde mij dat ik kon beginnen als een machine kamer stagiaire, en zo een paar reizen te maken en dan te overdenken of een baan als machinist iets voor mij zou zijn
Ik accepteerde zonder twijfels.
Ik vertelde hem dat ik een week opzeg termijn had en vertelde hem dat ik hem zou waarschuwen als ik kon beginnen..

Dat is het !     Ik heb het gedaan !    Ik ga varen !
Op een trawler van de verre visserij
Op de terug weg naar huis voelde ik mij opgewonden maar ook wel bezorgd.
Dezelfde avond ging ik naar de “Vogel in de Hand “, om het te vieren.
Ik vertelde het nieuws aan drie van mijn vrienden. Harold, Terry en Eddie en zij zeiden dat zij ook geïnteresseerd,  waren om hetzelfde te gaan doen.
Harold vertelde mij dat hij op een trawler had gewerkt, Terry zei dat hij wilde solliciteren voor kok. Hij had leren koken toen hij in de gevangenis zat.
Ik wist dat het er bij hem niet in zou zitten, maar hij ging mee voor de rit naar Fleetwood.

De volgende morgen ging ik naar mijn werk en vertelde dat ik aan het einde van de week met mijn werk stopte en ik naar zee zou gaan op een trawler.
Zij verklaarden mij voor gek.( En misschien hadden zij nog gelijk ook ).
Het weekend volgde en afspraken werden gemaakt met de drie vrienden om op Maandag naar Fleetwood te gaan.
Wij werden dat weekend goed dronken en op Maandag ochtend gingen wij op weg naar Fleetwood.
Na aankomst gingen wij op weg naar het kantoor van de Marr rederij en vroegen dhr. Finn te spreken.
Hij was op dat moment niet aanwezig en of wij op een later moment konden terug komen. Het was te vroeg om de pub in te duiken voor een glas bier en we gingen naar een cafe tegenover de dokken, voor een kop thee.
Het was er erg druk en al spoedig realiseerden wij ons dat we tussen trawler lui terecht waren gekomen,
De lucht was blauw van de rook en het gesprek ging over schepen en schippers , IJsland en zwart ijs, maar verwonderlijk sprak niemand over vis.

We moesten nog een uur zien zoek te brengen en maakten maar weer een wandeling langs de dokken.
Ik herinner me nog hoe Terry aan een van de dokwerkers vroeg... Welke van deze schepen zijn van de rederij Marr.?
Het antwoord volgde direct... De schepen die geel  geverfd zijn.
Terry zij ja ... maar welke zijn nu de schepen die naar IJsland gaan ?
De dokwerker antwoordde..... allemaal.
Terry antwoordde..... Geen van deze schepen krijgt mij aan boord en ik neem de volgende bus naar huis.
Eddie's gedachten waren al niet veel anders.
We gingen maar weer op weg naar het rederij kantoor. Harold en ik zelf gingen naar binnen en de twee anderen bleven wachten in het cafe.
Ik ging naar binnen om dhr, Finn voor de tweede keer te ontmoeten en ik vertelde hem dat ik klaar stond om te kunnen beginnen. Hij vertelde mij dat het enige wat ik nog moest doen , een les te volgen in brandbestrijding en veiligheid middelen.
Hij zei, dat ik dat nog dezelfde middag kon doen en wij maakten een afspraak.
Ik ging weer naar het cafe , waar de andere drie nog waren.
Tegen die tijd was Harold ook al van gedachten veranderd.
Ik stond er nu alleen voor.

Ik ging 's- middags terug om dhr, Finn te ontmoeten. Hij vertelde mij dat ik een  brandbestrijding  les zou krijgen op een van de schepen van de rederij.
Ik volgde hem naar de dokken.
Daar lagen vier of vijf schepen die geel geschilderd waren en ik begreep toen dat deze schepen inderdaad bij deze rederij hoorden.
Wij gingen naar de Jacinta en ik volgde hem de loopplank op..

Wordt vervolgd

Gelogd
vreemdeling
Schipper
*****
Berichten: 1860


Bekijk profiel
« Antwoord #1056 Gepost op: 06-12-2014, 11:37:45 »



Het verhaal van een toekomstig zeeman         No.3                                     

Op dat moment was de Jacinta gloed nieuw en de trots van Fleetwood en haar Marr rederij.. Het schip was met de laatste technologie uitgerust,   met inbegrip van satelliet navigatie en een vis loep systeem.
Hij gaf mij een rondleiding over het schip, vanaf de accommodatie tot aan de brug en in de machine kamer, waar hij mij de brandslangen liet zien en de brandblus- apparaten langs de wanden.
Na een half uur zei hij dat hij nog een andere afspraak had, vertelde mij dat ik naar huis kon gaan en hem de volgende dag moest bellen.
Hij vertelde me ook,  dat ik vrij rond kon lopen op alle schepen van de rederij en als iemand mij zou vragen wat ik aan boord van de schepen deed, hen alleen maar hoefde te zeggen dat Billy Finn gezegd had, dat het oké was.
Toen was hij vertrokken.
Daar was de brandbestrijding en veiligheidsmiddelen les mee afgelopen,
Ik was er niets wijzer van geworden
Ik wist niet eens hoe ik een brandblusapparaat moest bedienen en hij vond het schijnbaar niet nodig,  om het mij te laten zien.

Ik dwaalde over de Jacinta meer als een uur rond, er was niemand aan boord en ik kan mij nog herinneren,  toen ik op de brug stond, dat mijn gedachten op hol sloegen.
Vanaf de brug kon ik de Dinas zien, een ander schip van de rederij, die kort geleden in het nieuws was geweest.
Wat ik me er van kon herinneren was, dat er brand geweest was aan boord.
De brand was opzettelijk aangestoken, kort na het vertrek van het schip,  in een poging om het schip te laten terug keren naar de haven.
Ik kan mij niet meer de bijzonderheden herinneren, maar de brand liep uit de hand en er waren slachtoffers.
Ik dacht dat er twee man veroordeeld waren tot gevangenis straf.
Zij waren niet uit Fleetwood afkomstig, maar de mannen die waren gestorven, waren dat wel. Ik kan me herinneren dat het een gesprek in het cafe was.
Toen zij gered werden, waren zij al gestorven.

De Dinas was op de sleephelling geweest en was na de brand gerepareerd..
Ik liep er heen en ging de loopplank op.
Het was er druk aan boord en toen ik aan dek stapte, vroeg een man mij wie ik was.
Ik zei hem... Billy Finn zei dat het in orde was.
Het antwoord wat volgde was... De Rotzak.
Maar wie ben jij nu eigenlijk.?
Ik vertelde hem, dat ik naar zee zou gaan als een stagiaire in de machine kamer en hij begon te lachen.
Hij zij mij... Het beste wat je kan doen is zo vlug mogelijk naar huis te gaan en om nooit meer hier terug te komen.
Hij vertelde mij dat als olieman,  je de laagste rang aan boord had en je ook zo werd behandeld.
Misschien had ik zijn raad moeten opvolgen,  maar ik was nu al zo ver gekomen en ik wilde nu niet meer afhaken.

Ik ging weer terug naar het cafe, waar de anderen nog waren, en we gingen weer op weg naar huis.
De volgende dag telefoneerde ik dhr, Finn.
Hij zij mij... Ik heb een plaats voor je op de Josena.
Zij zou op Vrijdag morgen naar de IJslandse visgronden vertrekken.
Hij vertelde mij verder dat ik mij om 9 uur op Vrijdag morgen bij het monster kantoor moest melden.
Dezelfde avond ging ik naar de pub “Vogel in de Hand “en vertelde mijn drie vrienden, dat ik zou gaan vertrekken,
Iedereen zei dat ik gek was en zij hadden waarschijnlijk gelijk.
De Josena was een zijtrawler van ongeveer 350 ton. Zij was ongeveer 25 jaar oud en had de meeste tijd doorgebracht met vissen op de IJslandse visgronden.
Het was al Oktober en de winter zou spoedig invallen.
Ik wist dat deze baan in de winter gevaarlijk was, maar op dat moment realiseerde ik mij niet hoe gevaarlijk. Op dat moment wist ik het niet, maar de Noord Kaap van IJsland is de meest gevaarlijke visgrond in de wereld.
Ik hoorde jaren later, dat net drie jaar eerder, twee schepen uit Hull, een uit Grimsby en een uit Fleetwood verloren gegaan waren, allen in een maand tijd, in Januari 1968.
Het was iets exceptioneel, maar het was wel iets wat kon gebeuren en ook gebeurd was.
Een groot aantal goede mensen verloren hierbij het leven.
Als matroos op een diepzee trawler had je waarschijnlijk het gevaarlijkste werk in de wereld. Statistisch was het twintig keer gevaarlijker dan het volgende meest gevaarlijke werk, dat van mijnwerker en honderd keer gevaarlijker dan te werken als bouwvakker.
Ik wist op dat moment hier niets van, maar ik twijfelde  er aan of het mijn gedachten zou hebben veranderd.

Op Donderdag pakte ik mijn zeezak en vertrok naar Fleetwood.
Dat was het... Ik ging naar zee.
Ik kwam er in de namiddag aan en ik ging rechtstreeks naar het rederij kantoor.
Ik vertelde de receptioniste dat ik met de Josena ging vertrekken. Zij zei mij dat ik een onderkomen voor de nacht moest zoeken. De goedkoopste plaats was de Mission,
( de Mission voor diepzee visserlui )en het was aan de overkant van de Havenstraat.
Ik ging er heen en vroeg een kamer voor een nacht. Zij toonden mij de kamer en ik liet er mijn zeezak achter en ging naar de ontvangst ruimte.
Daar was een cafe en ik ging er zitten en nam een kop thee. Recht tegenover mij zat een oude man en die zei...haal eens een kop thee voor ons.
Ik kocht gelukkig een kop thee voor hem en daarna vroeg hij om een sigaret.
Het was duidelijk dat het een gepensioneerde visserman was en hij vertelde mij dat hij veertig jaar gevaren had.
Ik kon het niet helpen, maar ik dacht dat hij het niet echt liet zien, wonende in het zeemanshuis en bedelend voor koppen thee en sigaretten.
Ik zag ook dat hij twee vingers miste aan zijn linker hand.
Ik vertelde hem dat ik op de Josena ging varen en zijn antwoord was... Geef me een sigaret.

Het was nog vroeg in de avond, te vroeg om naar bed te gaan en ik ging naar buiten voor een wandeling.
Ik liep langs de pub “Het Wapen van Fleetwood” en herinnerde mij wat ik onlangs had gezien en was  nerveus om naar binnen te gaan.
Ik vond toch de moed en ging naar binnen voor een pint.
Het was nog maar net zeven uur, maar de pub was afgeladen vol. Ik zat met mijn pint in een rustig hoekje. Er zaten zes mannen aan de dichtst bijzijnde tafel, zij waren al goed zat en ik kon het niet helpen dat ik naar hun conversatie moest luisteren.
Het ging ongeveer als volgt... Het is een verdomde rotzak bij storm weer. Ik hoop dat al zijn weddenschappen op niets uitlopen. Hij steunt alleen maar op ezels, zo is het toch. De Rotzak. Zij waren het er allemaal over eens en het was over duidelijk dat zij het over de schipper hadden.
En het was ook duidelijk dat hij niet aanwezig was, om hen te horen.

Ik dronk min glas leeg en maakte nog een wandeling langs de dokken,
De Josena lag in het Wyre dok, gereed om de volgende dag te vertrekken,
Er lagen nog twee schepen langszij haar gemeerd en het was donker en kon daarom niet aan boord gaan.,
Ik wandelde weer terug naar het Zeemanshuis.
Ik sliep die nacht niet veel, deels door opwinding en vrijheidsberoving en ook omdat er ieder uur of z,  iemand de deur opende en met een toorts de kamer in scheen, waarschijnlijk om zeker te zijn dat ik alleen was.
Ik stond om 6 uur op, nam vlug een kop thee en vertrok.
Ik ging richting de dokken, In het visserij dok was het erg druk en het Wyre dok lag vol met schepen die zouden vertrekken.
Er was nog een kleine kade waar de kust vissers hun vis losten. Ik hing er wat rond en keek naar de lossing van de kleinere scheepjes.
Het werd al weer snel daglicht en ik ging op weg naar het kantoor van de Marr rederij.. De receptioniste vertelde me dat ik me bij het aanmonster kantoor moest melden en ik ging er weer van door.

Het aanmonster kantoor was in het kantoorgebouw van de Fleetwood Visserij Schepen Eigenaars Vereniging en dat was ook de plaats waar je aan moest monsteren voor je schip. Het was vlak bij de dokken waar nu het Europoort Koop centrum is gevestigd
Toen zal alles er heel anders uit.
Het hele haven gebied was een grote bedrijvigheid en in het bijzonder de omgeving rond het aanmonster bureau.
Het was rond 9 uur in de morgen, toen ik daar aan kwam. Ik stond een tijdje buiten te wachten en rookte wat en bouwde wat moed op om naar binnen te gaan.
Precies tegenover het gebouw stond een groep van ongeveer tien man , die in een cirkel stonden. Zij gaven een whisky fles aan elkaar door en zij hadden allemaal al goed wat gedronken.
Ik zag dat een van hen Mattie was, die ik een paar dagen er voor zonder veel ceremonieel uit de pub het “Wapen van Fleetwood” had zien smijten
 Zijn gezicht zag er nog steeds gekneusd uit.
Zij stonden onder elkaar te kankeren en er bleken moeilijkheden te broeden.

Ik gooide mijn peuk weg en haalde diep adem en stapte het aanmonster kantoor binnen. Ik liep naar de balie en vertelde dat ik voor de Josena  moest monsteren.
De man achter de balie keek mij ongelovig aan alsof hij wilde zeggen... Ik ken jou niet !
Hij vroeg mijn naam en toen ik het hem vertelde, keek hij op een lijst, lachte en zei... Teken hier !.
Heeft u ooit het gezegde gehoord... Teken je leven weg . Nu, zo was het hoe ik mij voelde.
Ik tekende met een erg onvaste hand.

Nadat ik getekend had bleek hij te begrijpen dat ik nu een trawlerman was.
Hij zei mij... Je hebt een bed nodig.
Ziende dat ik hier niets van begreep, gaf hij mij een velletje papier en zei.. Ga hiermee naar de stores en vraagt om een bed.
Ik dacht eerlijk dat hij mij voor de gek hield.
Dat was, bleek later, een lang durende traditie te zijn geweest in de machinisten kringen, als je een nieuwkomer was. Ik dacht dat ik in de maling genomen zou worden.

Wordt vervolgd



Gelogd
vreemdeling
Schipper
*****
Berichten: 1860


Bekijk profiel
« Antwoord #1057 Gepost op: 06-12-2014, 11:39:42 »


Het verhaal van een toekomstig zeeman.                   No.4           
           
Ik nam het velletje papier in ontvangst en ging op weg naar de stores.
De man achter de toonbank was een ouder persoon en ik zag dat hij geen vingers aan zijn linker hand had, alleen maar wat stompjes.
Hij hield een lijst vast tussen de twee stompjes.
Ik gaf hen mijn velletje papier en zei hem.. Ik heb een bed nodig.
Ik verwachtte dat hij in lachen uit zou barsten en tegen mij zou zeggen.....Je wordt in de maling genomen,
In plaats hiervan, liep hij naar de achterkant van de winkel en bleef een ogenblik weg en daarna kwam hij terug met een matras, een deken en een kussen.
Hij rolde het geheel zorgvuldig op en maakte er een bundel en werd met wat touwwerk samen gebonden.

Ik zei hem  dat ik dacht dat het schip wel voor een bed zou zorgen.
Hij zei...Als je niet op de houten planken wilt slapen, dan heb je dit wel nodig.
Hij maakte er geen lolletje van.
Vervolgens zei hij.. ..Je zult ook een jekker en wat wollen sokken nodig hebben.
Ik vertelde hem dat ik werkzaam zou zijn in de machine kamer. Hij antwoordde  met een  indringende stem....... Je hebt een jekker en warme sokken nodig.
Nu geloof ik hem.
Hij maakte mijn rekening op... 1 matras, 1 deken, 1 kussen, 1 jekker, 2 paar sokken, 200 Park Drive, en deelde vervolgens mee dat de betaling zou worden ingehouden van mijn loon aan het einde van de reis. Ik heb het nog steeds.

Ik ging weer op weg naar het aanmonster kantoor, ging naar binnen en wist niet wat ik doen moest en ging maar zitten en stak een sigaret op.
Na een poosje zei de man die mij had aangemonsterd... Het is tijd jongen, om naar je schip te gaan.
Hij zag dat ik niet zeker was wat ik moest doen, en zei tegen mij... Die lui die daar buiten staan,  zijn jouw scheeps makkers en zij zullen wel voor je zorgen.
Hij bedoelde de groep die buiten stond en al goed aangeschoten waren en stonden te
bekvechten.
Ik ging naar buiten en zag dat zij daar nog steeds stonden en nog steeds stonden te bekvechten en nu goed dronken waren en noodzakelijker wijs brak er een gevecht uit en het bleek dat zij allemaal tegen elkaar vochten.

Waren dat mijn scheeps makkers.
Ik begon er nu al grote twijfels over te hebben,.
Ik dacht.. Ik ga terug en vertel ze dat het een grote fout van mij was en dat ik echt dit niet wilde doen.
Maar ik had al gemonsterd.
Toen ik hierover nog na stond te denken arriveerde er een taxi en er stapte een man uit, die het aanmonster kantoor binnen ging.
Na een minuut kwam hij naar buiten,
Hij zei tegen mij... moet jij ook met de Josena  mee ?
Eh, ik denk het wel, ....ga dan in de taxi zitten en ik zal je een lift geven.
Het was de hoofd machinist en zij moesten hem verteld hebben dat ik de nieuwe olieman was.
De taxi bracht ons naar het Wyre dok. Er lagen twee schepen gemeerd naast de Josena en we moesten over de beide schepen klauteren, om bij de Josena aan boord te komen.

Toen we eenmaal aan boord waren zei hij mij,  dat de hut van de olielui aan bakboord op het achterschip was. Eh.... aan de linkerzijde aan de achterkant.
Ik vond de hut en ging naar binnen.
In de hut waren twee houten kooien, twee smalle kasten en een houten bank.
Ik was mijn spullen aan het uitpakken, toen een man de hut binnen strompelde en stelde zich zelf voor als Manxie. Hij was afkomstig van het eiland Man.
Hij had een geur van whisky, maar hij was vriendelijk genoeg.
Hij was de andere olieman en hij vertelde mij dat hij al twee jaar op dit schip voer.
Wat hem het recht gaf om de beneden kooi te gebruiken.
En ik maakte mijn bedje op in de boven kooi.

De hoofd machinist kwam de hut binnen en zij dat wij nodig waren om olie aan boord te nemen. Er stond een vracht auto op de kade met vaten olie.
Zes vaten waren voor ons. Wij moesten ze sjouwen over de dekken van de twee andere schepen, daarna de trap af, de machinekamer in.
Onder tussen kwamen er andere mannen aan boord en iedereen kreeg nu haast.
Voor dat ik het wist waren we klaar voor vertrek.
Ik ging terug naar mijn hut en vond Manxie vast in slaap in de onder kooi. Het was duidelijk dat ik de eerste wacht had.
Ik dook de machine kamer in en ontmoette voor de eerste keer de 2e machinist.
Hij rook ook al naar whisky.
Was ik de enige die nuchter was ? En het was nog maar net middag.!

De machine telegraaf rinkelde.... start de motor.
Het enige wat ik kon doen was kijken, hoe hij de hoofd motor werd gestart.
Weer het rinkelen van de telegraaf.. Langzaam vooruit en het schip kwam in beweging.
Na een paar minuten zei hij tegen mij, .. ga naar boven en ga het schip  uitzwaaien.
Ik begreep hem niet, maar ging toch maar naar boven en zag iedereen aan bakboord staan.
Wij voeren de rivier de Wyre af en passeerden het zee aanzicht van Fleetwood.
Er was veel volk op de promenade, meest vrouwen en kinderen, zwaaiend en schreeuwend.
Ik realiseerde mij dat het familieleden van de mannen waren, niet alleen van de Josena, maar ook van de andere schepen,  die op dit tij waren vertrokken.
Het ontroerde mij toch wel iets, maar ik zwaaide in ieder geval met iedereen mee.

Er waren vijf schepen die met dit tij waren vertrokken en we voeren achter elkaar in optocht het kanaal af en passeerden de “Tijger staart “ zandbank en voeren vervolgens de Ierse zee in.
De machine kamer wachten duurden 6 uur.
Zes uur op en zes uur af. Ik had de 12 tot 6 wacht, Dat betekende.  dat ik een hut voor mijzelf had, als ik van wacht af was en Manxie dan op wacht was.
Ik had de eerste wacht,
De 2e machinist liet mij alles van de machine kamer zien en vertelde mij wat ik op wacht moest doen en hij zei toen,,, Hou de boel in de gaten, ik moet plassen.
Hij liet mij alleen achter in de machine kamer gedurende  ongeveer een half uur.
Als er wat fout was gegaan, had ik niet geweten wat ik had moeten doen.
Toen de 2e machinist terug kwam, rook hij nog sterker naar de whisky.

Het werd 6 uur en ik werd door Manxie afgelost. Ik waste  en verkleedde mij.
Ik voelde nu dat ik honger had.
Ik ging naar de messroom om te kijken of daar iets te eten was.
De tafel stond vol met eten, sandwiches, pasteitjes en cake's. Sommige van de matrozen waren aan het bacon bakken op de kombuis kachel.
Ik dacht bij mijzelf dat een schip van deze grootte wel een kok aan boord zou hebben, maar het leek er op dat iedereen maar voor zich zelf moest zorgen.
Ik hielp mijzelf aan een paar sandwiches.

Het werd tijd dat ik eens rond ging kijken en ik ging het dek op.
Het was donker, maar ik kon de verlichting zien van de kustlijn en de navigatie lichten van de andere schepen.
Ik bleef nog enige tijd aan dek staan en ging toen naar de brug.
Er waren twee mannen op de brug, de stuurman en de bootsman.
Ik vroeg of ik binnen mocht komen.
De stuurman vroeg... Je eerste reis.
Het was eigenlijk geen vraag maar een mededeling.. Hij liet me de hele brug zien en verklaarde de navigatie middelen.
De bootsman stond aan het roer..
Hij vroeg mij of ik het ook eens wilde proberen.
En niet maar een klein beetje ! Hij verklaarde mij de werking van het  kompas en de roer verklikker.
De koers was Noord en ik moest proberen met het roer het schip op nul graden te houden. Hij zag mijn geworstel met  het roer zo'n 15 minuten aan en zei toen..... Het lijkt er dat je weet, hoe je het moet doen, ik ga even weg om te roken.
Ik keek om mij heen en ik was alleen op de brug.
Ik had letterlijk het commando over het schip en het voelde goed aan.

Na een paar minuten nam de bootsman het roer weer over en voor mij werd het tijd om eens te gaan slapen. Ik moest om middernacht weer op wacht.
Ik lag in mijn kooi, maar ik sliep niet veel.
De opwinding was te groot, mijn eerste dag op zee en ik was al verantwoordelijk geweest voor de machine kamer en had het schip al noordwaarts gestuurd.
Geen slecht begin.

Op de tweede dag kwam ik om 6 uur in de morgen van wacht af en ik rook de geur van gebakken bacon.
Ik ging naar de messroom en iedereen zat daar aan het ontbijt.
Ik ging naar het bedien luik en ik werd voorzien van een een uitgebreid ontbijt en werd  bediend door de kok.
Iedereen was blij dat hij er weer was en zij schreeuwden... Jij dronken rotzak,... Het werd tijd,  dat we weer eens te voorschijn kwam.
Dat was vanzelfsprekend.
Hij was goed dronken aan boord gekomen en had twee dagen in zijn hut doorgebracht om bij te komen.
Niemand zei er iets van, want iedereen ( behalve ik ) kende hem en hij was een goede kok.

De belangrijkste man aan boord van een trawler is niet de schipper zoals u waarschijnlijk zult denken,..... het is de kok.
Als eenmaal het vissen begint, zijn er weinig pleziertjes meer te beleven.
Je kunt genieten van het rustig roken van een sigaret, als je er tijd voor kunt vinden, maar de maaltijden zijn de hoogtepunten van de dag.
Na 18 uur aan dek of 12 uur in de machinekamer te hebben gewerkt, kijk je uit naar een goede maaltijd.
Op een diepzee trawler zou je niet teleur gesteld worden.
Het eten en de kok waren op de Josena uitstekend.
De menu's waren wel altijd hetzelfde, maar de maaltijden waren overvloedig en altijd goed verzorgd.



Wordt vervolgd
Gelogd
vreemdeling
Schipper
*****
Berichten: 1860


Bekijk profiel
« Antwoord #1058 Gepost op: 08-12-2014, 08:06:04 »



Het verhaal van een toekomstig zeeman.                no.5                                   

Trawler koks zijn een apart ras.
Hun werkplaats aan boord is de  kombuis, half zo groot als een burgerlijke keuken. Vanuit deze plaats produceert hij verwonderlijk, drie maaltijden per dag,  voor twintig hongerige en vragende mannen en vaak nog onder zeer moeilijke omstandigheden, wat je niet kunt voorstellen.
Bij slecht weer wordt het schip heen en weer gesmeten, maar er is altijd een warme maaltijd op de tafel.

De marconist of “sparks “ zoals ze ook vaak worden genoemd, kwam uit Manchester en was ongeveer van mijn leeftijd. ( Ik was 21 ).
Het was zijn eerste reis op een trawler. Hij vertelde dat hij al drie jaar gevaren had bij de koopvaardij en had reizen gemaakt van 6 maanden aan boord van tankers..
Hij was net getrouwd en wilde nu meer thuis zijn.
De gemiddelde reisduur van de diepzee trawlers was ongeveer drie weken,  met een drie dagen verlof tussen de reizen..
En hij was hier gekomen omdat de reizen korter waren en hij kon nu tenminste eens in de drie weken zijn vrouw zien,
De tweede dag van onze reis was een Zaterdag. 
Rond thee tijd zaten we gezamenlijk in de messroom aan de maaltijd, toen de schipper binnen kwam stappen en tegen de marconist begon te schelden........Hoe kom je er bij om een bad te nemen ?
Hij antwoordde... Ik ben gewend om altijd op Zaterdag een bad te nemen.
De schipper was witheet en werd razend....Op dit schip kan je een bad nemen als we de thuishaven binnen lopen, mits er nog voldoende drinkwater overgebleven is..... en niet eerder.
Hij gaf hem met recht een uitbrander voor het gebruik van drinkwater, wat altijd schaars was aan boord van een klein schip.

Na drie dagen noordwaarts stomen, kwamen we op de IJslandse visgronden.
Ik had al bemerkt dat de dagen steeds korter werden en nu hadden we nog maar weinig daglicht. Er waren nog een paar uur van wat schemering rond de middag, maar de rest van de tijd was het donker.
Nu begon het echte werk.
Als de matrozen kwamen aan dek en maakten de trawl klaar om uit te zetten,
De trawl bestaat uit het net zelf, met inbegrip van de kuil, stalen bobines om het net over de zeebodem de begeleiden en de twee visborden van ijzer en hout.
Alles bij elkaar een gewicht van twee ton.

Aan boord van het schip liep alles weer volgens de regels.
De trawl was uitgezet en zou twee tot drie uur worden voort gesleept, waarna het net weer werd scheep gehaald.
De vangst zit dan in de kuil. De kuil wordt geleegd in de krebbe aan dek en de trawl wordt weer uitgezet. Hierna wordt de vis gesorteerd en gestript en in het visruim opgeslagen.
Tegen de tijd dat dit was gebeurd, was het weer tijd om te halen en begon de routine opnieuw.
Dit gaat non- stop, dag en nacht en ongeveer gedurende 14 dagen door, ondanks de slechtste weersomstandigheden.
Temperaturen van min 20 graden waren normaal en soms wel eens lager dan min 40 graden.

De werkdagen van de matrozen bestond uit 18 uur werk aan dek.
Gedurende de 6 uur af, moet hij zijn maaltijden gebruiken, zodat er weinig tijd meer overbleef om te rusten,
Een 18 urige werkdag op een open dek bij vries temperaturen, zware zeegang met soms stormachtiger windkracht, een zware uitrusting bedienend, strippen met een scherp mes en in de meeste tijd in het donker, maakte dit tot een van de gevaarlijkste banen ter wereld.
Ik kwam er heel snel achter, dat deze mensen  het grootste respect verdienden.

Ongelukkigerwijs, werden zij nooit geëerd met het respect van de eigenaars.
Zij werden behandeld als gewone arbeidskrachten.
Als de reis was afgelopen,  waren zij weer werkeloos,  tot op het moment dat zij weer aanmonsterden.
Als je in de zomer een reis thuis bleef, was er geen vakantie toeslag.
Er was niet zo iets als een vaste aanstelling.. Sommige van hen, werkten al 20 jaar voor de rederij Marr, maar zij waren nog steeds losse arbeiders.
Als de schipper jou niet aan stond, door wat voor oorzaak ook, kon je aan het eind van de reis ontslagen worden.
Als je wat moeilijkheden veroorzaakte, kon je worden buiten gesloten , wat betekend, dat je op de zwarte lijst werd geplaatst en wat vaak nog openbaar werd gepubliceerd bij andere rederijen..
Dat betekende dat je nergens in de haven een baan kon vinden, niet alleen op zee, want de trawler eigenaars beheerden ook de aanverwante arbeid voorzieningen..
Toen de visserij industrie in de late zeventiger jaren moest inkrimpen...., hier voor waren verschillende oorzaken ,..... maar de hoofd oorzaak was de hebzucht van de trawler eigenaars.,
Hun hoofd doel was winst en niet de voortzetting van het bedrijf.
Toen de vis voorraden kleiner werden en trawlers werden opgelegd en de mensen ontslag kregen, werden de reders ruimschoots betaald met ontmanteling subsidies. Maar er waren geen ontslag compensaties voor de visserlui.
Als de trawlerlui om ontslag compensatie vroegen, werd hun verteld dat zij hierop geen recht hadden. Zij waren slechts  “losse arbeiders “
De manier waarop zij werden behandeld was beklagenswaardig en schandalig.

De machine kamer wachten werden ook routine.
Bij het uitzetten waren de orders.. Dek verlichting aan en start de winch motor.
De winch motor was bijna net zo groot als de hoofd motor.
Het dreef de trawl winch aan, bij het uitzetten en bij het halen van het trawlnet.
Bij extreem lage temperaturen,  bleef de winch motor constant draaien,  als de trawl was uitgezet.
De winch werd dan draaiende gehouden om bevriezing te voorkomen.
Al we vissende waren, draaide de hoofd motor op halve kracht.
Als de trawl vast liep op een obstakel volgde de order ...stop.. en zelf.. achteruit..
Je moest hier wel vlug op reageren.
Als de trawl vast liep,  kwam er een enorme spanning te staan op de vislijnen ( 3 inch staal kabels ) die het net over de bodem voort sleepte.
Als een vislijn brak, kon de terugslag ernstige verwonding veroorzaken aan iedereen die maar in de buurt was. Het kon zelfs een man in tweeën slaan.
Als de telegraaf op stop werd gezet tijdens het vissen, moest je wel heel vlug reageren om de hoofd motor stop te zetten.
Ik heb het de 2e machinist diverse keren zien doen.
Het was dan een zaak,  van wie is er het eerste bij het controle paneel.

De meeste dingen die tijdens een machine kamer wacht gedaan moesten worden, was routine.
Als er gehaald werd, stuurde de 2e machinist mij naar boven on te kijken hoe de vangst was.
Ik moest dan wel aan de deklui vragen,  maar ik leerde het ook al spoedig zelf te schatten.
Ik vertelde hem dan,,, Vijf manden kabeljauw, wat heilbot en wat koolvis, waarop hij dan antwoordde.... Prachtig.
Op een andere keer gaf ik hem ongeveer dezelfde schatting en was het antwoord....... Is dat alles, ....De luie donders,.... ik zou ze aan het eind van de reis de zak geven.
Het was ook mijn taak om voor thee te zorgen.
Tijdens de nacht , als de kok geen dienst had, stonden er altijd twee grote ketels met kokend water op de kombuis kachel en je kon dus op ieder ogenblik een pot thee maken.
Ik ging op een keer naar de kombuis om een pot thee te zetten en ik kan me nog herinneren dat ik uit de patrijspoort keek.
Het was rustig weer  en de zee was als een spiegel, het schip voer rustig, wat in feiten ongewoon was.
Ik zag een grote wolk in de lucht,  in de vorm van een hoefijzer en verder was het pik donker,
Deze wolk echter gloeide met een diep rode kleur en toen ik stond te kijken veranderde het in helder geel. Het reflecteerde op de zee en ik keek er met verbazing naar, zonder te weten wat het was.

Tegen de tijd dat ik terug ging met de thee, was de thee reeds koud en werd ik uitgefoeterd.
Ik vertelde met verbazing ( en naïef )...... Er was een vreemde wolk buiten in de lucht en toen ik er naar keek veranderde het van kleur.
Hij barstte in lachen uit.  Jij stomme kl...zak, dat is het Noorderlicht, ....als je hier langer bent ....zal je er wel aan gewend raken.

Ik herinner me ook nog een andere keer dat ik thee moest zetten tijdens de wacht.
Maar deze keer slingerde en stampte het schip en werd in de oceaan rond gesmeten.
Een van de matrozen vertelde mij dat er windkracht acht stond, wat zware storm betekende, maar het schip viste nog steeds normaal door.
De twee ketels op de kombuis kachel  waren zeevast gezet met slingerlatten, maar toch moest je nog voorzichtig zijn.
Ik nam een slingerlat weg van een ketel en vulde de theepot, vulde de ketel weer en zette hem weer vast met de slingerlat.
Ik was net over de waterkering gestapt in het gangpad,  toen het schip een enorme omhaal maakte, alsof we tegen een een muur waren gevaren.
De twee ketels werden uit de slinger latten gerukt en door de kombuis gesmeten, tegen de zijwand.
Een paar seconden eerder en ik zou ernstig verbrand zijn geweest.
Of buiten westen zijn geslagen door de zware stalen ketel.
Zelf een kopje thee zetten kon levens gevaarlijk zijn op een diepzee trawler.

Na iedere tweede wacht, had ik ongeveer uur werk aan dek te doen.
Alle werktuigen en geleide schijven moesten worden ingevet en waar nodig reparaties worden uitgevoerd.
Dat moest iedere dag worden gedaan.
Je moest de winch en de schijven smeren als het schip viste en de trawl buiten boord was.
Dat betekende ook dat je dan dicht bij de vislijnen, ook werkzaamheden moest verrichten.
Terwijl het schip viste, stonden de vislijnen  zo strak als stalen staven
Het was angst aanjagend om het op je gemak te doen.
De trawl werd gevierd en begeleid  over de zijde van het schip door twee galgen, één op het voorschip en één achter op.
En beiden hadden schijven die gesmeerd moesten worden.
De galg die achterop stond was makkelijk genoeg en kon vanaf het dek bereikt worden.


Wordt vervolgd.

Gelogd
vreemdeling
Schipper
*****
Berichten: 1860


Bekijk profiel
« Antwoord #1059 Gepost op: 08-12-2014, 08:08:58 »


Het verhaal van een toekomstig zeeman                  No.6                           .

De galg op het voordek was ongeveer 15 voet hoog , zodat ik er in moest klimmen om de boven schijf in te vetten.
De galg helde ook nog ongeveer 10 graden buiten boord, zodat. als je er in was geklommen,  je ongeveer 15 voet boven het dek was en over de verschansing hing.. Je had twee handen nodig om de vetspuit te bedienen en je hing er maar wat tegen aan, zo goed als het ging.
Als het uitzonderlijk koud was , ( wat het meestal was ), moest je het ijs van de smeernippels afslaan, voordat je de vetspuit kon aanbrengen.
Bij slecht weer leende ik een oliejas van een van de matrozen die niet op wacht was en met de zuidwester op kon je bijna niet zien wat je deed en je werd doornat van het bevriezende buiswater.
Je kon het niet maken om de voor galgen niet te smeren, want de stuurman hield je in de gaten dat je het wel goed deed.

Ik was altijd weer opgelucht als het was gedaan en ik een mok thee kon pakken en probeerde warm te worden.
Ik herinnerde me de winkel bediende in de stores,  met de stompjes aan zijn linker hand en ik heb hem heel vaak stilletjes bedankt voor mijn wollen trui en sokken.
Na een uur aan dek te zijn geweest of zo, waren je handen en voeten zo koud, dat het pijn deed.
Je moet je eens voorstellen wat het is om aan dek te zijn gedurende 18 uren per dag,... iedere dag ...en dat gedurende veertien dagen,
Dat is het lot van de matrozen.
Het waren geharde mannen..

Nadat we ongeveer een week op zee waren, was er wat opwinding in de messroom  rond de thee tijd.
De volgende dag zou het Zondag zijn en zij keken er met verlangen naar uit, dat zij dan een borrel zouden krijgen.
Ik had er geen benul van wat dat in hield, maar de volgende dag, toen ik  de messroom binnen stapte voor het Zondag diner, was de messroom leeg.
De kok was verwonderd mij te zien.
Hij zei... heb jij je borrel nog niet gehaald ?.
Hij zag aan mij,  dat ik niet wist wat de bedoeling was en hij zei...til je kont op en ga naar de hut van de schipper en haal je borrel.
Ik ging naar de hut van de schipper.
De bemanning stonden in de rij voor de hut, in het gangpad en zelfs op de trap.
De stemming was vrolijk en iedereen was opgewekt.
De rij werd gaande weg korter en spoedig was het mijn beurt, zelfs nu was ik de laatste.
Ik ging de hut van de schipper binnen en hij zat op zijn bureau met een fles whisky, een fles rum en een glas. Hij keek naar mij als of hij wilde zeggen ... Welke.
Ik zei.. whisky.
Hij schonk een glas vol en gaf het mij.
Ik had er moeite mee om het op te drinken, maar het gelukte me toch en hij barstte in lachen uit en zei...kom op, laten we gaan eten.
Ik kon het niet helpen, dat ik er aan stond te denken dat ik de laatste was die uit het glas dronk na de rest van de bemanning.
Ik kwam er later pas achter dat deze borrel ook van je loon in mindering werd gebracht.

Na zo'n veertien dagen te hebben gevist ging ik aan dek om de vangst weer eens te schatten.
Nadat de kuil geleegd was, verscheen de schipper op de vleugel van de brug en schreeuwde....... Jullie hebben recht op bad, rotzakken, ....sjor de trawl in de zij,..... we gaan op huis aan.
Er was nog wel wat gemompel van ... je wordt bedankt ,ouwe, ...en het schip werd onmiddellijk gedraaid naar het zuiden en stoomde met volle kracht huiswaarts. ( ongeveer 12 mijl per uur ).
Trawlers waren ontworpen om te vissen, niet voor de snelheid.. Desondanks , heerste  er een tastbaar gevoel  van opluchting over het gehele schip.

Het werk voor de mannen aan dek was nog lang niet over, maar het werd wel wat gemakkelijker en in drie dagen zouden we thuis zijn.
Maar in de machine kamer zou het harde werk pas beginnen, zoals ik spoedig tot de ontdekking kwam.

Alle machinerie in de machine kamer had nu , non stop , 17 dagen aan een, gewerkt.
Nu begon de grote schoonmaak.
Aan boord heb je een verzameling van lekken. Olie lekken, Brandstof lekken, Slijtage lekken , enz..
De machine kamer moest van onder tot boven worden schoongemaakt en we moesten dat in drie dagen zien klaar te spelen.
Gelukkig was het weer niet te slecht. Alle beplating van de dekken en schotten moesten met sop worden gereinigd.
Daarna de motoren, hoofd motor, winch motor,  generators, pompen , compressors, ketels enz, moesten worden schoongemaakt terwijl zij in gebruik waren.
Het was een hard, heet en zweterig karwei.
Ik kan me nog herinneren dat ik van wacht af kwam en aan dek ging om af te koelen.
De zee was erg kalm maar het was nog steeds erg koud.
De lucht was glas helder en af en toe werd ook het noorderlicht nog waargenomen..
Dit maal was het alsof er een zilveren straal van een schijnwerper  langzaam langs de hemel trok, in een spookachtige rust.
Wij stoomden in een zuidelijke richting en de dagen begonnen aanmerkelijk langer te worden.
Het was fijn om het daglicht weer te zien, zelfs nu het nog steeds koud was.
Bij het begin van de derde dag konden we land aan weerszijde van het schip zien. Schotland aan bakboord zijde en Noord Ierland aan stuurboord,
Er heerste nu een opgewekte stemming aan boord.
Dit was de dag van aankomst. Binnen een paar uren zouden we weet thuis zijn,
Wij kwamen vroeg in de avond op de rede van Fleetwood aan en misten net het tij en moesten voor anker gaan.
Het meeste werk was nu wel gedaan, het laatste werk in de machine kamer was al de koperen pijpen en bronzen fittingen te poetsen. Dat was echt een plezier om te doen en als het gebeurd was, straalde de machine kamer.
Tijd voor een bad ( de eerste in 3 weken ). Er was slecht een badkuip in het badhok van de bemanning en zoals gewoonlijk was ik weer de laatste , die er gebruik van kon maken.
Fris gewassen en geschoren maakte ik een wandeling over het dek en was tevreden met mijzelf.
Ik had mijn eerste zeereis gemaakt en had het gedaan op de harde manier.... aan boord van een diepzee trawler.
Ik kon de kustverlichting zien van de Lancashire kust lijn.
De feest verlichting van Blackpool  was  ontstoken en het leek heel indrukwekkende vanaf vier mijl zeewaarts.

Ik lag nog een poosje in mijn kooi, maar kon niet slapen.
Na korte tijd hoorde ik activiteiten aan dek en ik realiseerde mij dat het anker werd opgehaald.
Wij waren er klaar voor om binnen te lopen.
Manxie had de wacht dus ik kon aan dek gaan en wat roken en wachtte tot het schip op weg ging naar de sluis, die toegang gaf tot het Wyre dok.
We gingen door de sluis en stoomden dwars door het Wyre dok het visserij dok binnen.
Binnen de kortst mogelijke tijd lagen wij gemeerd langs de kade.

Het was nog vroeg in de morgen.
De meeste van de bemanning die hier woonden, gingen naar huis.
Drie van ons bleven aan boord. Ikzelf , de marconist en een wat oudere matroos Pete, die ook ergens anders vandaan kwam.
We maakten nog een pot thee, terwijl de losploeg met de lossing van de vis begon en het klaar maakte voor de afslag.
Het zou wel tegen de middag lopen eer we uitbetaald zouden worden en we moesten ons nog een paar uur zien te vermaken.
Toen ik mijn spullen pakte, kwam Pete mijn hut binnen lopen en zei mij, dat ik mijn bed in bewaring moest geven bij de Mission.
Als ik het aan boord zou laten, liep ik grote kans dat het gestolen zou worden.
Je kon het in bewaring geven bij de Mission voor de tijd dat je binnen lag , voor 5 shilling.

Met ons drieën liepen we de kade af met de bedden opgerold op onze schouders en onze ander bagage sjouwend.
Het was er druk door al de schepen die er lagen te lossen.
De kade was erg glibberig, het was nat en wat bevroren en het liep schuin af naar het dok.
Pete keek angstig en hield mijn arm vast tot we veilig uit het dok waren,
En dat was een man die de laatste dertig jaar had doorgebracht aan dek van een trawler, tijdens pool stormen en vries temperaturen en dat  gedurende 18 uur per dag. Hij kon het niet wennen, dat hij weer aan de wal was.

Wij gaven onze bedden in bewaring bij de Mission en vervolgden onze weg naar een cafe,
Toen wij daar heen liepen, passeerden wij het aanmonster kantoor, wat juist opende. Pete zei ons dat hij ons weer zou zien in het cafe en stapte het monster kantoor binnen.
Een half uur later, toen de marconist en ik een kop thee dronken, kwam Pete binnen stappen en vertelde ons dat hij had gemonsterd op een ander schip die in het Wyre dok lag en die met het volgende tij zou vertrekken.
Dat betekende dat hij ongeveer 8 uur aan wal zou zijn en dan weer onderweg zou zijn naar IJsland.
Wij vroegen hem waarom ?
Hij antwoordde.. op zee krijg ik tenminste nog te eten.
Ik realiseerde mij dat dit het enige leven was wat hij kende en dat was alles wat hij had.
Ik had verschrikkelijk veel medelijden met hem.


Wordt vervolgd.

Gelogd
vreemdeling
Schipper
*****
Berichten: 1860


Bekijk profiel
« Antwoord #1060 Gepost op: 09-12-2014, 09:19:18 »


Het Verhaal van een Toekomstig zeeman.            No.7     
                             
Wij bleven een paar uur in het cafe, dronken onze thee en luisterden naar sterke verhalen.
Pete kende iedereen en iedereen kende Pete,
Rond 11 uur gingen we op weg naar het rederij kantoor.
De meesten van de Josena bemanning stond al in een groepje voor het kantoor te wachten.
Het was de tijd, dat er zou worden uitbetaald en zo als gewoonlijk was ik weer de laatste in de rij.
Toen iedereen zijn loon had ontvangen, was de volgende stopplaats, zonder uitzondering,  de pub”Het Wapen van Fleetwood “, wat net aan de overkant van de straat was.
Na een paar pinten te hebben gedronke, kwam de stuurman binnen stappen en vertelde dat we ons zootje vis konden halen.
Vanzelfsprekend had ieder lid van de bemanning recht op een mand vis van de vangst..We liepen weer naar het dok en haalden onze vis op.
Toen we terug liepen naar de pub, stond er een man met een witte bestelwagen geparkeerd in de Havenstraat.
Pete stapte naar hem toe en overhandigde hem de mand met vis.
De man gaf hem een halve fles goedkope whisky.
In de mand zaten vijf stuks eerste klas heek met een veel hogere waarde als dat hij had betaald.
Ik zei tegen hem... die knaap beduveld je zwaar.
Maar Pete was er niet van onder de indruk.
De man van de bestelwagen wel.
Hij zag dat ik kwaad was omdat ik het gezegd had.
Hij sprong in de bestelwagen en reed juist op tijd weg.
Met mij en de marconist achter de bestelwagen aan rennend en verwensingen naar hem schreeuwend.

En terug naar de pub, het einde van de reis vieren.
Wat een pracht middag en wat een fijn gevoel! 
Samen met je scheepsmakkers te zitten drinken, na een gevaarlijke reis naar IJsland.
Na een paar uur drinken kwam er wel wat onenigheid.
Ruzie stond op het punt om uit te breken en het was tijd om weg te gaan.
Het leek me gevaarlijker in “Het Wapen van Fleetwood “, dan bij de Noord Kaap van IJsland.
De marconist en ik vertrokken.
We namen de tram naar Blackpool en vervolgens de trein naar Manchester.
We keerden naar huis terug per trein.
De verwarming in de trein stond aan en het was er behaaglijk en warm.
We hadden onze manden met vis onder bank geschoven.
Daar de vis ontdooide, begon het in de coupe ook naar vis te ruiken en al heel gauw stond er smeltwater op de vloer en hing er een sterke vis lucht.
Het trein rijtuig was overvol met pendelaars en zij waren echt niet onder de indruk van twee half dronken zeelui en hun stinkende vis.
Maar ons kon het weinig schelen. Wij hadden de vis verdiend en we waren er mee bezig, om het thuis te brengen.

Wij kwamen aan op het Victoria station ( het was Vrijdag avond )  en we spraken af, dat we elkaar op Zondag avond in de bar weer zouden ontmoeten, omdat we op Maandag morgen moesten varen.
Ik nam een taxi naar huis en ik ging later naar de pub “de Vogel in de Hand “.`
De gebruikelijke groep gasten was aanwezig met inbegrip van de drie knapen die drie weken eerder mee naar Fleetwood waren gekomen ( en rechtstreeks naar huis terug waren gegaan ). !
Zij vroegen mij hoe het was gegaan en ik vertelde dat het oké was.
Ik zou op Maandag weer naar zee gaan..
Zij konden het niet geloven dat ik terug zou gaan.
Zij hadden allemaal gedacht dat ik één reis zou maken en blij zou zijn om weer thuis te zijn en nooit meer naar een schip zou terug gaan.
Ik vertelde hen, dat ik bijna niet kon wachten om weer terug te gaan.
En allemaal verklaarden zij mij voor gek.

Het weekend ging voorbij en op Zondag avond ging ik naar het Victoria station en ontmoette de marconist in de bar,.
We dronken en paar pinten, toen we op de trein naar Blackpool wachtte.
We kwamen op tijd in Blackpool aan, om het laatste uur in de pub nog mee te kunnen maken. Het was er erg rustig, want het was al Oktober en buiten het seizoen.
We haalden nog net de laatste tram naar Fleetwood en gingen naar de Mission en kregen een paar kamers.
´s-Morgens dronken we een kop thee en de marconist ging naar het kantoor van de Marr rederij en ik ging naar het monster bureau, om weer te monteren.
Toen ik naar buiten kwam, na te hebben gemonsterd, stonden de meeste van de Josena bemanning in een groep bij elkaar op de tegenover gelegen hoek en gaven elkaar weer de fles door en stonden wat te kletsen.
Een van de matrozen zag mij en schreeuwde. ... Kijk eens wie hier is., wij hadden niet verwacht dat wij jou hier terug zouden zien, jij Manchester rotzak..
Ik vertelde hem, dat ik weer gemonsterd had en hij zei... wel, in dat geval kan je beter bij ons komen staan en een slok uit de fles nemen.
Ik stapte naar ze toe en de fles werd mij aangereikt..
Ik was nu een trawlerman.

Dat betekende, dat in om 9 uur in de ochtend whisky kon drinken en kon staan te kankeren.  Zoals....Wat is er gaande met Billy Finn, ...Een grote kl,,tzak..... Ik hoop dat hij nooit meer iets wint.
De meesten waren het hier hartgrondig mee eens  en gromden van bijval.

Waar is ouwe Pete. ?
Hij heeft op Vrijdag afgerekend en is Vrijdag nacht weer met de Wyre Gleaner naar zee gegaan,
Antwoorden waren er van ... die vent is hartstikke gek.
We stonden zo nog een uur met elkaar te kletsen toen de schipper in een taxi arriveerde.
Hij ging het monster kantoor binnen en toen hij weer naar buiten kwam,  keek hij in onze richting en wees naar het Wyre dok.
Dat scheen genoeg te zijn.
Het was tijd om aan boord te gaan.

We liepen langs het Wyre dok en gingen aan boord.
Manxie was al aan boord en ik hielp hem met de olie vaten aan boord brengen en de zes vaten ook in de machine kamer te brengen.
Toen wij hier mee bezig waren, stopte er een taxi op de kade.
De chauffeur stapte uit en liep naar de passagiers kant.
Hij opende de deur aan die kant en ik zag dat onze kok op de passagier plaats zat en vast in slaap was.
De taxi chauffeur probeerde hem wakker te maken en half slapend sleepte hij hem uit de taxi.
Hij hielp hem aan boord en bracht hem naar zijn hut en kwam terug om zijn zeezak te halen..
De chauffeur had schijnbaar dit al vele malen eerder gedaan.
De kok was weer eens zwaar bezopen en de eerste twee dagen zouden wij hem wel niet te zien krijgen.

Het was tijd om te vertrekken en ik had de wacht.
De telegraaf rinkelde.... Start de motor en de 2e machinist keek naar mij en wees naar het controle paneel.
Ik moest schijnbaar het schip naar buiten brengen.
Ik was wel enigszins verbaasd , maar ik had een paar whisky´s op en ik had het lef om het te proberen.
Ik startte de motor.  Geen probleem.  Langzaam vooruit.     Kalm aan...
Na 15 minuten zei hij.... Ik ga boven     even gedag zwaaien.
Hij liet mij weer alleen met de verantwoording voor de machine kamer,
Maar ik wist nu goed, wat ik moest doen.
En al snel hierna volgde de orders... Vol vooruit ......en kort hierna ...... laat hem zo maar draaien.
Wij waren weer onderweg naar IJsland.

Einde.
Gelogd
vreemdeling
Schipper
*****
Berichten: 1860


Bekijk profiel
« Antwoord #1061 Gepost op: 10-12-2014, 08:25:39 »

Varen met Jagers op Vis.      no.1

Hull...... een paar uur voor het daglicht door brak in de herfst van 1953.
Ik bevond mij midden in een groep mannen die rond hingen in de scheepsuitrusting stores in het St,Andrew visserij dok.
Ik kocht een zeezak en perste daar oliegoed in, zeelaarzen en warme kleding.
Toen kocht ook wat bacon en een half dozijn eieren voor mijn ontbijt tijdens de reis naar het Noorden.
En uiteindelijk, met mijn zeezak op mijn schouders en mijn nood ontbijt onder mijn arm, stapte ik de nacht in en volgde de mannen, die naar te trawler Carthusian liepen.

Ik stond in een mist van sigaretten rook in de mess-room, naar de bemanning kijkend , die zich hier verzamelde..
Zij kenden elkaar allemaal,
Zij waren niet alleen scheepsmakkers,
Zij waren buren, zwagers of vroegere schoolvrienden, uit de kleine terras woningen, die gelegen zijn naast de nauwe straten tussen Hessle weg en het visserij dok.

Zij hadden dit gezelschap minder dan acht en veertig uur eerder verlaten, na drie afmattende weken op zee te hebben doorgebracht.
Nu zijn ze weer terug, om hetzelfde weer te ondergaan.
Hun geklets gaat over vis en geld, familie, de tijd in de haven en oude scheepmakkers.

De mess-room is nu vol, met twintig van ons, verdeeld over de kombuis en de er achter gelegen gang.
Voor mij..... zijn het vreemdelingen.
Maar over een paar dagen zal ik hun namen wel leren en het werk wat zij doen..

Acht van hen zijn matrozen en de jonge knul die daar in de hoek staat is de dekjongen. De twee magere mannen die bij de deur stonden bleken stokers te zijn.
De smalle jonge man die een beetje mank loopt, is de kok en de jonge knul die bij hem staat, is de koksmaat.
De rest zijn officieren, Dat zijn de stuurman en de bootsman, die in diep gesprek zijn met de “derde hand “.
En die twee knapen met die bleke gezichten die daar aan de tafel zitten, zijn de hoofd en tweede machinist.

Ik zelf ben de marconist, dat is hoe zij mij aan boord van trawlers noemen,
Ik ben hier helemaal nieuw.
Ik ben net 19 jaar oud geworden en ik ben jonger dan de dekjongen.
Maar ik heb al twee jaar als marconist bij de koopvaardij gevaren.

Een van de oude bevaren matrozen begint een gesprek met mij.
Dit is een rot leven vertelt hij. Het is een vorm van bestaan.
Een van de stokers onderbreekt het gesprek.
Ik was vroeger mijnwerker, vertelt hij mij.
De mijnen waren slecht, maar dit werk is nog slechter.
Op zijn minst heeft een mijnwerker nog een droog bed waar hij in kan kruipen.
En als hij boven gronds is, kan hij een pub binnen stappen voor een glas bier.
Waarom doe het dan, vraag ik.
Waar kan je zoveel geld verdienen als hier !
Trawlerlui en hun vrouwen zijn de best geklede mensen in Hull, vertelt de oude matroos.
Een dag in de maand leeft ik als een Lord, vertelt mij de stoker.
Overal wordt een taxi voor gebruikt en we eten in de beste restaurants.
Waar kan je dat ergens anders doen ?
Het is een verslaving, is de conclusie van de oude matroos,.
Als je er eenmaal aan gewend bent, kan je het niet meer missen.

De dikke,opwindende man, in de blauwe pool trui met kraag en geruit pet, bleek de schipper te zijn ..... Toby.
Toby maakt de boel hier uit.
En hij doet het en kan het ....en indien nodig met zijn vuisten.
Zoals veel schippers, is Toby een levende legende,
Een van de vele verhalen die zij mij over hem vertelde, gebeurde jaren geleden ... in 1940., toen hij commandant was op een gewapende trawler, bij de evacuatie van geallieerde troepen uit Noorwegen.
Hij viel een onherkenbaar oorlogschip aan toen zij uit een mistbank te voorschijn kwam en haar uitdaagde.
Het bleek de HMS Kelly te zijn, die met een seinsignaal antwoordde.... Je hebt een hart van een leeuw.
Dat was nogal een compliment.... afkomstig van kapitein Lord Louis Mountbatten.
( Jaren later, toen ik hoorde dat dit voorval werkelijk had plaats gevonden tussen de trawler Northern Spray en de HMS Warspite, voelde ik mij, alsof hij mijn favoriete filmster was gestorven )

Billy is hier wel de grote bink, maar hij is niet God.
De trawler eigenaar is God.
De schipper leeft in de broekzak van de trawler eigenaar.
Als hij geen vis binnen brengt, is hij geen schipper meer.
De stuurman aast op de kooi van de schipper en als het waren, ademt hij in de nek van de schipper.
De helft van de matrozen is in het bezit van een schippers diploma,
Zij willen zelf schipper worden of zijn al schipper geweest.
De meeste van de jonge matrozen zijn in het bezit van een stuurman diploma.
Het is hetzelfde in de machine kamer.
De tweede wil hoofdmachinist worden.
En een stoker wil 2e machinist worden.
Iedereen kijkt over zijn schouders.
De kok controleert iedere maaltijd.
En de schipper betaalt mijn loon uit zijn eigen zak.
Dus ik moet ook mijn portie bijdragen.
Voor een matroos is het zelfs niet gemakkelijk,
Als zij hun baan willen behouden, moeten zij bewijzen dat ze het waard zijn.
En in zo'n besloten gemeenschap zoals dit, gaan er al gauw praatjes rond.
En dit alles speelt de reder in de kaart,.
Hij kan rustig gaan zitten en zijn eisen stellen. En zijn enige vraag is....... Winst.

Ik vond de radio hut. 
Achter een deur aan stuurboord, achter het stuurhuis.
Het is klein en volgestuwd met instrumenten, wat ik ooit heb gezien,zo veel  samen gepakt in een ruimte..
Ik stond er, samen geklemt tussen het schot en een stoel, en bekeek de boel.
Wij zijn nu onderweg..... en ik moet nu zien uit te vinden hoe ik een route rapport moet uitzenden naar Humber radio..
Toen ik ging zitten, zag ik dat ik een Electra ontvanger en een Gannet ontvanger had, een op een plank boven de andere, vlak voor mijn gezicht.
Het Oceanspan zend apperatuur beslaat de hele achterwand en aan de linker kant van de ontvangers.
Een Transarctic zender... of is het een voorganger er van.. staat daar weer rechts van.
De Lodestone richting zoeker is er schuin tegen over opgehangen in de binnen hoek..
Voor zover lijkt het mij in orde.
Ik zal het er wel mee klaar kunnen spelen.
Maar mijn rechter elleboog stoot tegen een Radio Telefonie zender.
Dat lijkt me niet zo jofel.
Radio Telefonie is voor mij een zonderlinge wereld.
Ik heb nooit eerder Radio Telefonie te maken gehad.
Bij de lessen hebben we het er natuurlijk wel zijdelings over gehad.
Maar het was meer een soort spel.. met mensen die ik kende.
Ik had zelfs geen normale telefoon gezien sinds die tijd.
Het was toen 1953, dat moet je wel bedenken.
Ik was niet rijk genoeg om iemand te kennen die thuis een telefoon had. 
Ik had meer de gedachten, dat het zwemvesten waren... zo als zij daar hingen in die rode telefoon cellen,  die op de hoeken van de straten zag... voor gebruik in noodgevallen.,
Ik had er genoeg van om hier te zitten en tegen mezelf te zitten schreeuwen.
Er was nog een tweede Gannet ontvanger en het wiel boven mijn hoofd was de viszoeker.
De viszoeker was een roterende richting zoeker, geschakeld aan radio telefonie.
Het wordt gebruikt om in te schakelen op andere trawlers die aan het vissen zijn.
In de komende maanden zou ik vele gelukkige uren er aan doorbrengen en het wiel bedienen, terwijl ik me staande trachtte te houiden op het hellende dek..
Ik richtte me vlug op en stootte mijn hoofd aan iets achter mij,
Het was de echo lood, die aan het voorfront was vast gezet.
En daar naast een Heath -Robinson  accu lader.
Ik had nog een ander echo lood  in het stuurhuis gezien.
Waarom waren er twee aan boord ?
Ik kwam tot de ontdekking dat de aansluiting op het stroomnet 110 volt was en kwam vanaf de generator in de machine kamer.
Ik had ook een accu kist boven op ht stuurhuis gezien, maar net zo geplaatst. dat je er geen last van had..
Ik schakelde een ontvanger in op 500Khz en schakelde de Oceanspan in en ik werd begroet door het gepiep van een zieke generator, geplaatst in een ontoegankelijke hoek.
Shit.
Ik had geen antenne spanning.
Dat was meteen al een goede start.
Ik klom op het schavotje van de brug om naar de isolatie te kijken en kwam tot de ontdekking dat de antenne was neer gelaten van de hoofdmast.
Het was donker toen ik aan boord kwam en ik was nog niet gewend aan de nieuwe situatie en had het daarom niet gezien,
Zij hadden de antenne neergelaten, toen het schip haar bunker kolen aan boord kreeg, vertelde mij een van de matrozen toen wij de antenne weer op zijn plaats hadden    gehesen.
Ik had weer wat nieuws geleerd... de Carthusian was een kolen stoker.
Ik gromde een regel  van een oud zeemans liedje wat ik kende... en de hele rottige kwestie draaide om stoom !

Wordt vervolgd.

Gelogd
J.H.
Schipper
*****
Berichten: 2212


Bekijk profiel
« Antwoord #1062 Gepost op: 10-12-2014, 11:00:18 »

H-162-Carthusian


* H_162-Carthusian_2.jpg (63.97 KB, 801x534 - bekeken 730 keer.)
Gelogd
vreemdeling
Schipper
*****
Berichten: 1860


Bekijk profiel
« Antwoord #1063 Gepost op: 11-12-2014, 07:48:43 »











Varen met jagers op Vis         No.2

Ik wandelde het stuurhuis binnen waar de “derde man“ aan het praten was met een van de matrozen die stond te leunen over het massieve houten stuurwiel, achter in het stuurhuis bij het achterschot.
Ik vroeg hem wat onze bestemming was.
Mijn route bestemming is  Noord en we zijn de Humber spuugzat.
Maar dat is voor mij te onduidelijk. Ik wil weten waar mijn lichaam naar toe gaat.
Weet ik niet, mompelde de “derde man “,  dat hangt van de schipper af, vertelde hij mij.
Hij vertelde mij hoe het in zijn werk ging.
Zodra wij vertrokken zijn uit de haven, verdwijnt de schipper naar beneden, om zich op de reis voor te bereiden.
Een van de officieren neemt dan de wacht.
Maar hij neemt niet... en dat kan mij niet schelen ook........geen beslissing.
De schipper zal wel bij het avond eten weer te voorschijn komen.
Dan zullen we wel te weten komen, waar we heengaan.

Het zijn meestal grijze luchten deze richting uit en wij varen van de zon vandaan en de navigatie is meestal gegist bestek, geruggesteund door de radar en de richting zoeker,
En we sturen op het magnetisch kompas , wat zich bevindt in het plafond van het stuurhuis, voor het stuurwiel.
Als de “derde hand “ bij het vertrek van de Humber de koers uit zet in noordelijke richting, laat het alle vragen open voor de IJslandse visgronden of een reis naar de Noorse kust naar de Noordkaap en verder.
Ik geef hem een copie van het weerbericht van Cullercoates Radio.
De “derde hand “kijkt ongeintersseerd,
Hij vertelt mij dat zij altijd naar de weervooruitzichten voor de scheepvaart van de BBC luisteren, maar dan moet het doorschakelen worden naar de luidspreker in het stuurhuis.
Hij geef mij een grove uitleg wat er van mij verwacht wordt...... zoals afstemmen op de Radio Telefonie frequenties en gesprekken te onderscheppen tussen trawler schippers en marconisten.
Ik doe het ook. Maar alles wat ik hoor zijn lui uit  de omgeving van de Tyne en andere streken, die de wereld vertellen dat zij geen visje vangen.
Het is hier goed mis en ik weet niet waarom ik nog hier blijf.
Ik stem af op de 2226 Khz golflengte en wacht op een gesprek tussen twee marconisten is beëindigd.
Daarna roep ik de helderste en duidelijkste op.
Wanneer hij antwoord, vraag ik hem wat ik zoal moet doen als marconist op een trawler.
En hij geeft mij een opsomming
Hij is thuis stomend en hij vraagt mij naar de laatste “trips”
Ik geef een brul naar de “derde hand “ en hij vertelt het mij.
“Trips “zijn lijsten, gepubliceerd door de plaatselijke kranten, over schepen die vis hebben gelost op de ochtend afslag.
De “Trips “geven een overzicht van de vangsten van ieder schip,  wat zij aan wal hebben gebracht en hun besomming die zij gemaakt hebben, de visgronden waarzij gevist hebben en hoeveel dagen zij op zee zijn geweest..
Het lijkt we een mengeling van de voetbal uitslagen  en de aandelen koersen, maar “trips “ zijn veel belangrijker dan deze.
Ik ben plotseling nodig !.
Ik heb inlichtingen die anderen willen weten.
Schippers die thuisstomend zijn, zijn wanhopig voor meer kennis.
Zij hebben inlichtingen nodig.
Hoeveel schepen thuis stomend zijn voor een speciale markt dag en wat de markt doet..
Zij moeten een beslissing nemen, zal ik  volle kracht blijven doorstomen om de Donderdag markt te halen of maar gewoon kalm aan doen en de Vrijdag markt halen.
En het is dan de marconist zijn werk om de schipper van de nodige feiten en gegevens te voorzien.

Meer schepen roepen mij op om bevestiging te krijgen of om leemten op te vullen in het verzamelde nieuws.
Daarna sturen zij het weer door naar schepen  die zich verder noordelijker bevinden op de rederij telegrafie, steeds in morse code.
Andere schepen vertellen het weer door aan een ander en rond lunch tijd vandaag, zijn deze “trips“ een algemene kennis vanaf Kaap Fairewell op Groenland tot aan Kaap Kanin in Rusland,
En dit gebeurt zo iedere dag als  er vis in de afslag wordt verkocht.
Wederkerig, geven marconisten geruchten door over de verschillende delen van de poolcirkel met betrekking tot de weersgesteldheid en de visserij verwachtingen.
Maar zij geven nooit, nooit een hint over hun eigen vangsten of hun positie.
En zeker ook al niet  over de dag , waarop zij aan de afslag willen zijn.
Visserlui zijn professionele gokkers.
Ik ben nu een kleine speler in het wereld's grootste en meest gevaarlijke poker spel.

Tussen de schepen die contact met mij zochten was ook de trawler Laforey uit
Grimsby.
Ik kwam in contact met haar marconist en het bleek later dat hij ook uit Manchestrer kwam, net als ik.
Hij kwam uit het plaatsje Gatley, dat ik aan de kant van Cheshire.
Ik kwam uit Abbey Hey, tussen Gorton en Openshaw... waar het geluid van de smeedhamers in de fabrieken dag en nacht te horen is.
Van nu af aan, als wij contact maakten, deden wij dat onder de namen Abbey en Gatley.
En we besloten dat wij samen een biertje zouden gaan drinken in de pub “ Het Kernpunt van het Heelal “ , als we tegelijk zouden binnen liggen.

Aan boord zijn er geen douches of wasgelegenheden. De enige bron voor schoon water is de kraan in de kombuis, gevoed door een ouderwetse handpomp.
Aan het einde van de eerste dag zocht ik een emmer en vulde het half vol met koud water.
Daarna kleedde ik mij uit en probeerde mij te wassen en te scheren, voor ik in mijn
kooi zou kruipen
Terwijl ik me stond te boenen, stonden een paar matrozen in de deur opening van de mess-room  uit  hun stomende  mok te drinken en stonden mij een poosje te bekijken.
De volgende dag, herhaalde ik hetzelfde proces om dezelfde tijd.
Deze keer stonden er meer bemanningsleden in de mees-room.
Toen ik met mijn voorstelling begon, kwamen zij dichter bij en stonden mij als groep aan te staren.
De volgende avond waren het al twee groepen. Een van uit de deur van de mess-room en de anderen vanuit de gangdeur.
De oude matroos krabbelde op zijn hoofd en stond te piekeren, wat wel de oorzaak kon zijn van mijn vreemde gedrag.
Hij kwam tot een oplossing en deelden dat de toeschouwers mee.......Grote vaart praktijk.
Ik keek in een zee van verwonderden gezichten en ik realiseerde mij, dat ik de enige aan boord was, die het deed.
De anderen hadden een donkeren huiskleur en meer haargroei op hun gezicht, wat iedere dag meer werd.

De volgende morgen, toen ik mijn ontbijt nuttigde, kwem de bootsman naast mij zitten.
Toby is op zoek naar je, gromde hij.  Je zit in de problemen.!
En dit is het verhaal van mijn leven.
Ik bleef doorgaan met mijn brood en bacon te nuttigen. Ik dacht bij mij zelf... Je leeft maar eens.
Ik hoor dat jij water aan het verspillen bent..... was Toby's geraas, toen ik het stuuthuis binnen stapte. Zijn vuisten waren gebald.
Het was alleen maar om mij te wassen..... protesteerde ik.
Wij wassen ons niet.
Niet op mijn schip...ontplofte hij.
Water is om te drinken, niet om te worden verspild door een of ander muffe rotzak uit de Midlands.
Voor Toby was alles wat buiten Yorkshire vandaan kwam,  uit de Midland afkomstig en wat bewoond was door leeghoofden, die geen snars verstand hadden van de zee.

Maar over het water had hij gelijk.
De Carthusian was slechts 462 ton groot, 178 voet lang en 27 voet breed.
En zij moest voor 3 weken kolen meenemen en een lading vis,
Er was niet veel ruimte meer over voor water, voor twintig man en voor 21 dagen.

Mijn slaap plek bleek een uitsparing te zijn in het schot van de radio hut, iets meer dan 2 voet breed en 6 voet lang, wat boven het trapgewelf was gebouwd, naar de schipper's hut.
De opening er van was ongeveer 5½ voet boven het dek.
Ik stopte mijn reserve ontbijt in die ruimte.
Nu moest ik zelf nog volgen.
Dat betekende dat ik op een stoel moest gaan staan en mij aan een stalen handgreep moest vast houden, die aan het plafond was bevestigd,
Daarna drukte ik mijn linker voet tussen de Radio Telefonie zender en de Gannet ontvanger en stopte mijn rechter voet in de slaapruimte.
Ik had nu het punt bereikt, waarop ik niet terug kon keren.
Echter met een ruk drukte ik mijn linket voet op  en trok mijn linker been naast mijn  been, wat reeds in het bed lag.
En gedurende al die tijd lag het schip zwaar te slingeren en te stampen.
Eenmaal binnen, wrikte ik mijn hoofd bij mijn lichaam,  wat reeds in het bed lag,
Maar de lol was al reeds begonnen. Mijn reserve ontbijd lag nu als een harde bobbel onder mijn voeten.
En ik lag in een soort dwangbuis en ik kon niet naar onderen  reiken.
En ik kon niet gaan zitten, wat ik had slechts zes inches ruimte voor mijn hoofd.
En er is ook al geen licht in.
En ik wenste dat ik nu ergens anders was.
En in de morgen, zoals een larve zich bevrijdt van haar pop, moest ik hetzelfde ritueel in tegengestelde richting uitvoeren.... en dat ook nog met een  volle blaas.
En dat dan gedurende 21 dagen..
Ik was gedoemd om in een doodkist te liggen, die vastgebonden was op de rug van een op hol geslagen mustang.
En 21dagen lang zou ik het proces moeten doorlopen aqlkds van de doodangst bij een geboorte.
De oude matroos zag mijn achteloos neer gegooide kleding ,toen  hij zijn hoofd om de hoek stak om mij te wekken en gaf een schreeuw... Je moet altijd gekleed gaan slapen en hij vertelde mij later,... in geval je 's-nachts naar de reddingboot moet rennen.
Dat soort dingen,  pik je niet op in Manchester.

wordt vervolgd




Gelogd
vreemdeling
Schipper
*****
Berichten: 1860


Bekijk profiel
« Antwoord #1064 Gepost op: 12-12-2014, 08:51:24 »


Varen met Jagers op Vis.                       no.3

De tweede dag op zee, stapt Toby het stuurhuis binnen en wrijft in zijn handen en zegt tegen de “derde hand “ ... Laat de sparks het leverhok zien..
Ik had mij hier ak op voorbereid,
De jongens die ik bij het Marconi kantoor had ontmoet, hadden mij over levers verteld.
En dat was ook de reden,waarom ik zeelaarzen en oliegoed had aangeschaft.

Een ogenblik later stonden we op een houten vlonder, tussen een stapel vismanden, in een ruimte wat op een verfhok leek en wat gelegen was op het hoofddek, aan het uiteinde van de achterschip
Daar stonden drie grote ketels voor ons,  met kranen op diverse hoogten.
Als ze de vis strippen, gooien de jongens de lever in de manden, volgend de uitleg van de “derde man“.
Als zij met het strippen ophouden, trek jij de manden naar achteren en gooi je de levers in de ketels en hij toont mij een trekhaak..
Als de lever deze hoogte bereikt, en hij wijst het aan op de ketel, laat je het koken, daarna laat je het sudderen, dan laat je het staan om af te koelen en om te rusten.
Hij vertelt mij ook de preciese tijden van elke  behandeling en toont mij de kranen die de stoom leveren vanuit de machine kamer.
Wanneer het mengsel tot rust is gekomen op de bodem van de ketel, tap je de olie af in de opslag tank, één niveau per keer.
Begin met de bovenste kraan en ga vervolgens bnaar onderen.... om de olie helder te houden.
Hij zoekt iets tussen de manden en laat mij een grote spatel zien.
Als alle olie is afgetapt, leun dan in de ketel en roer het bezinksel met deze spatel om, en toont mij de spatel, .....want er zit nog steeds veel olie in.de prut
Probeer de laatste druppel olie er uit te krijgen, wat hiervan krijgen wij onze bonus.
Maar laat geen drap in de olie komen.
Het moet puur zijn.
Hij pakt een stuk touw en knoopt het rond een dekleiding..
Na iedere keer koken, moet je een knoop in dit stuk touw leggen,,,,,, vertelt hij mij verder,..... dan weten de mannen,  hoe groot hun bonus zal zijn.
Hij wijst nogmaals naar de ketels.
Zij zijn allemaal tegelijk in werking., vervolgt hij zijn betoog.
Als je er een vult, kookt de tweede, suddert en komt tot rust en tap je de derde af.
En maakt je klaar voor de volgende vracht lever.
Als alle olie uit de prut is, schep het dan in deze tank.
De prut wordt aan de vismeel fabriek verkocht.
We laten niets verloren gaan.

Terug in het stuurhuis, wrijft Toby weer in zijn handen.
Het wordt een tijd dat jij leert sturen.
Ik heb jou nodig in het stuurhuis als we aan het slepen zijn.
Dus daarom, ....nu we onderweg zijn,..... is het beter dat je een handje helpt.
Dus, ....neem elke middag een roertorn van twee uur.
En zo moest ik elke dag op onze route naar en van de visgronden, mijn kunsten aan het roer tonen en ontdekte ik de unieke magie van het stuurhuis van een trawler.
Het schip verplaatst zich relatief vlug en ik sta vrij laag bij het water.
Ik heb de illusie dat ik over het water zweef, rijzend en dalend op de golven.
Steeds maar voor uit vliegend, tot dat het lijkt, dat ik een zeevogel ben.
Vissen met jagers    no.2


Het zal nog wel een paar dagen duren voor wij de conversatie op de Radio telefonie band kunnen volgen.
Daarom begin ik op de telegrafie band uit te luisteren.
Maar de berichten zijn allemaal in code. Dus daar heb ik ook niet veel aan.
Maar er is altijd wel wat geklets.
Zo lukt het mij,  om achter wat namen de komen van marconisten, door hun roepsein of door de manier van de bediening van de morse sleutel, wat vaak even kenmerkend is als een handschrift.
Dat kan later best nog eens van pas komen.
En af en toe maakt iemand wel eens een fout of is is er weleens iemand loslippig,
en dan vertel ik het aan Toby.

De Eton Visserij Maatschappij heeft twee schepen.
Dit schip, de Garthusian, is genoemd naar de jongens van de Charter House School.
Het ander schip is de Etonian.
Toby vertelde mij dat de Etonian op dit moment thuis stomend is vanaf de Witte zee.
Ik maakt contact met het schip per radio telefonie.
En haar schipper geeft Toby wat waardevolle informatie.
Het gesprek is in raadsels.... Zoals  de Tedder's doen het goed op die bank waar wij op de reis ... hiervoor...later  of  ..... Jud is op zijn favoriete plekje.... en hij houdt zich rustig.

Wanneer een schipper vis vindt, houdt hij radio stilte, zodat de anderen geen peilingen van hem kunnen nemen,  om naar hem toe komen,  om alles op te vissen.
Dus de radiostilte van Jud is wel belangrijk.
Maar de schipper van de Etonian verklaart nogal bitter dat hij, persoonlijk, helemaal geen vis heeft gevangen.
Als ik de bemanning te eten heb gegeven, blijft er niets over in het visruim, volgens haar schipper.

Ik sta bij de deur en kijk door het stuurhuis raam naar de grijze wereld rondom ons heen en ik vraag mij af waarom  hij zo geïnteresseerd is in de laatste “Trips “, als hij toch niets te verkopen heeft.
Geen één schipper geeft toe,  dat hij vis heeft.
Zij winnen het van boeren, die zich ook altijd voor doen, dat zij het slecht hebben.
Het is een spelletje wat zij spelen. De concurrentie is moordend.
Dus als de schipper vis vindt, houdt hij het voor zich zelf.
Daarna zal hij thuis stomen met een geheime vangst ... en krijgt er de beste prijs voor, wat mogelijk is.
Als informaties bekend worden over de afslag die hij wilt halen.. of wat hij dacht te lossen... kan altijd invloed hebben op de prijs.

De meester van de schipper, de trawler eigenaar, heeft een onverzadigbare smaak voor winst.
En het bij product er van is,  een percentage voor de rest van ons.
Toby neemt een beslissing.
Het wordt de Witte zee, ....dat maakte hij bekend bij de avond maaltijd, .met zijn mond   vol gepropt , met vers gebakken brood.
De Witte zee is een algemene aanduiding, wat de Barents zee omvat, vanaf de Noord Kaap tot Kaap Kanin.
Een andere naam voor de Kaap Kanin gronden is de “ Flessenhals”, want omdat je dan echt de Witte zee in gaat .( de doorgang van de Barents zee naar Witte zee. )
Bij de Noordkaap ben je ongeveer zes dagen van huis.
Bij Kaap Kanin is dat ongeveer acht dagen.
De banken van Moermansk liggen halverwege deze twee kapen.
Voor Beren eiland, moet je naar de Noordkaap stomen en blijf je vervolgens noord stomen tot aan  ... het ruwste weer wat je ooit hebt gezien.... of zelfs nog slechter.
Om bij deze genoemde plekken te komen, stomen we anderhalve dag door de Noorse fjorden, wat ons wat tijd winst geeft.

Op onze tweede dag , na vertrek uit Hull, moest ik, op instructie van Toby, de bemanning vertellen, dat zij nog twee dagen hebben, om mij persoonlijke boodschappen ,die zij willen verzenden tussen nu en het einde van het vissen, te overhandigen
Hier is een reden voor.
Ik zou te druk zijn om “niet dringende stof “ uit te zenden, als we op de visgronden zijn..
En radio verkeer zou riskant zijn, voor en na het vissen, ten gevolge van vermindering van de geluid overdracht, in de Noorse fjorden.

De eerste die mij een berichtje kwam brengen in het stuurhuis, was een stoker.
Hij overhandigde mij het formulier,  met een boodschap aan Interflora er onder geschreven.
Toen de man de brug verliet, greep Toby het formulier uit mijn handen en las het aan de stuurman en twee matrozen voor........
.......Ik kan nog steeds je kussen proeven !
Toby schamperde wat, krulde zijn lippen en gaf mij het formulier terug.
Hoei....ze gaf hem wel platluizen cadeau........voegde hij er smadelijk aan toe.
De zeikerd kwam van ochtend  hier voor de blauwe zalf, als eerste ding van morgen.

Daarom vind ik dat trawler schepen zijn, die intens worden gebruikt
De visserman brengt zijn leven door op zee.
Zij moeten hun zaken regelen per radio telefonie.
Het is twee wegs verkeer.
Man en vrouw houden elkaar geïnformeerd........
... en houden hun huwelijk gaande ....per telegram, opgesteld in morse code
en doorgestuurd via Wick radio.

De romantische poespas komt breeduit en snel.
Veel berichten zijn bijna hetzelfde. Als iemand een leuke pakkende zin bedenkt,
neemt een ander hem over,
Een aantal van de favorieten voor aflevering als wij aan het vissen zijn, zijn.....
Als sneeuwvlokken kussen waren, zond ik je een sneeuwstorm   en ook...
Als vissen kusjes waren, zond ik jou een hele school vis.
En misschien voor een bruiloft receptie....... Oliegoed moet worden gedragen als je de haven binnen komt.

Wordt vervolgd

Gelogd
Pagina's: 1 ... 67 68 69 70 [71] 72 73 74 75 ... 108 Omhoog Print 
« vorige volgende »
Ga naar:  


Login met gebruikersnaam, wachtwoord en sessielengte

Powered by MySQL Powered by PHP Powered by SMF 1.1.4 | SMF © 2006, Simple Machines LLC Valid XHTML 1.0! Valid CSS!