Welkom,
Gast
. Alsjeblieft
inloggen
of
registreren
.
21-11-2024, 19:23:53
Nieuws:
http://jolybit.nl
De nieuwe trading hulp website is in de maak. U kunt hem wel al gebruiken.
Vraag en antwoord & Wie wat waar
Vraag en antwoord
Vraag en antwoord
Herinneringen deel 3
« vorige
volgende »
Pagina's:
1
...
16
17
18
19
[
20
]
21
22
23
24
...
105
Auteur
Topic: Herinneringen deel 3 (gelezen 816709 keer)
vreemdeling
Schipper
Berichten: 1860
Re: Herinneringen deel 3
«
Antwoord #285 Gepost op:
19-07-2017, 08:06:20 »
Missie
vervolg no. 3
De combinatie visserij was niet erg geliefd onder de bemanningen van de smack
Nadat de vis was gevangen. moest de vis worden gestript en in kisten worden verpakt en met ijs bestrooid.
De kisten met vis waren zwaar en moeilijk te hanteren, als zij in de roeiboot van de smack waren geplaatst en over het open water naar het thuis varende schip moesten worden geroeid.
Vanzelfsprekend, als de kisten te hoog in de roeiboot waren geladen, maakten zij de roeiboot onstabiel en zwaar om te roeien en het langszij komen van het thuis varende schip om de kisten over te laden was erg gevaarlijk, daar de kisten tot op dekhoogten moesten worden opgetild en vaak maakte de omstandigheden van de zee, de handelingen van de sloepen tot een zelfmoord poging..
Veel gewonden en doden waren het resultaat..
Het is onnodig om te zeggen, dat er altijd wel verschil van mening was tussen de hoeveelheden vis dat aan boord werden gebracht en wat aan land werd gebracht.
Al spoedig realiseerden men zich, dat snelle zeil kotters, die alleen voor dit doel zouden worden gebruikt om naar de vloot concentratie te worden gestuurd om daar de vis op te halen en zo snel mogelijk weer naar de markten zouden brengen, het probleem voor een groot deel zou oplossen.
De spoorweg maatschappijen hielpen belangrijk mee met de opening van spoorweg verbindingen in de havens en legden verbindingen aan, land inwaarts, om de distributie van de vis te versnellen.
Maar ook deze snelle zeilkotters waren afhankelijk van de wind en getij en als een kotter werd opgehouden door windstilte en tegengesteld getij op de Thames naar Billingsgate of op de Humber naar Grimsby of Hull,, werd er een stoom sleepboot naar de kotter gestuurd, om haar naar de plaats van bestemming te slepen.
Het profijt van stoom als een bruikbaar doel om de vis van uit zee naar de haven te brengen werd zo
een bruikbaar doel, zodat de eerste stoom vis transport schepen werden gerealiseerd, maar behielden nog wel de naam als kotters en werden in 1865 voor de Hewetts Short Blue Vloot gebouwd.
Andere eigenaars volgden al spoedig en al heel snel hadden de stoom kotters de plaats ingenomen van de zeil kotters..
Deze stoom transport schepen hadden ook een trawl aan boord en werden op deze manier geregistreerd als vissersvaartuig en behoefden hier door minder havengeld te betalen.., terwijl ondertussen ook de zeilkotters hun tuigage hadden veranderd naar ketch tuig en sommige van de kotters werden zelfs verlengd en konden zo volledig aan de visserij deelnemen..
In de latere jaren van de eeuw, ontwikkelde de vloot zich in een goed georganiseerde organisatie, die al de industrie gebieden van Engeland dagelijks van aanvoer van verse vis verzekerden en de vissende vloot omvatte in die periode ongeveer 2000 schepen.
Vanzelfsprekend met zo'n grote vissende vloot, elk met zo'n 5 of 6 mannen en jongens aan boord, groeide het aantal ondersteunende bedrijven aan de wal en in de handel, overeenkomstig.
Reders verhuisden van minder succesvolle plaatsen, om hun bedrijven op te zetten en vestigden zich stevig in vissers plaatsen zoals Hull, waar Robert Hellyer ook naar toe was verhuisd vanaf Brixham en Gorleston, waar Hewett zijn bedrijf, de Short Bleu Vloot gevestigd had, komende in 1855, vanuit Barking aan de Thames.
Een vloot omvatte gewoonlijk de schepen behorend tot één eigenaar of bedrijf, ofschoon eigenaars van slechts één boot, zich voegden bij een grotere vloot, voor overduidelijke redenen en elke smack moest gewoonlijk zes weken op zee blijven, ofschoon als zij van proviand en water werden voorzien, zij het tot acht weken konden volhouden.
De gehele vloot van wel zo'n 70 schepen, stond onder bevel van een "Admiraal ", die besliste waar en wanneer de trawl uitgezet moest worden en wanneer er gehaald moest worden of wanneer er verplaatst moest worden naar nieuwe visgronden, met de visserij gestopt of wanneer er met vissen moest worden begonnen, etc.
Deze orders werden vanaf de Admiraals smack gegeven door middel van vlaggen seinen of door fakkels of vuurpijlen 's-nachts, in een vooraf afgesproken code.
Dit moet een enorme omvangrijke taak zijn geweest als je het aantal schepen in ogenschouw neemt en het zee oppervlak waarop de schepen werkzaam waren...
Als de kotter bij de vloot arriveerde, werd er een signaal gegeven aan de vang schepen, om hun vangsten over te gaan brengen naar de kotter, wat gedaan werd door de open roeiboot van het vissende schip.
Deze roeiboten waren 15 tot 18 voet lang en waren zwaar geconstrueerd, wat nodig was voor het soort werk, wat er van deze boten werd verlangd.
De gemiddelde vangst van een smack in 24 uur was ongeveer 3 cwts per bemanningslid.
( 1 cwts = 45, 3 kg wat 135 kg per bemanningslid zou zijn en bij een bemanning van 5 personen zou dit dan zo"m 700 kg zijn, wat dan met de roeiboot naar de kotter moest worden gebracht.
Gewoonlijk brachten twee man roeiende de vis naar de kotter en als zij langszij de kotter kwamen zou een van de roeiers over springen naar de kotter om met behulp van een bemanningslid van de kotter, de kisten met vis handmatig over te brengen aan boord van de kotter..
In goed weer zou dit een routine werkzaamheid zijn geweest, maar bij sterke wind en deining, zou ieder beetje van de visserman 's zenuwen en zeemanschap hebben gevraagd en hebben getest.
Onnodig te zeggen, dat er genoeg verhalen waren over afgeknelde vingers, gebroken lichaamsdelen en ernstige verwondingen en het slechts van alles, dat er mensen verloren zijn geraakt door kapseizende roeiboten of te worden overweldigd door de zee.
Nadat de vis aan boord van de kotter was gebracht, luisterden de roeiboot bemanningen naar het laatste nieuws van de kotter bemanning, voor er vers proviand en lege kisten in de roeiboten werden geladen, waarna de roeiboten weer terug keerden naar hun eigen schepen, gewoonlijk beneden winds, wachtend op de sloepen en klaar waren om de visserij direct weer te beginnen, na het ontvangen signaal van de Admiraal..
Als alle vis van de schepen aan boord van de kotter was, ging zij direct weer op weg, in een race naar de haven, om de vis in de kortst mogelijke tijd en in de beste versheid conditie op de markt te brengen.
Tussen de andere plichten van de kotters was het om postbode te zijn, brieven meenemend van thuis voor de schipper van de trawler eigenaars of pakjes en proviand voor de bemanningen op zee, van hun families aan de wal..
Als iemand verzorging in een ziekenhuis nodig had, door ziekte of een ongeval, werd hij met de roeiboot naar de kotter gebracht, om aan de wal te worden afgezet en gebruikelijk was dat het London ziekenhuis..
Tenzij een man invalide was, werd er van hem verwacht dat hij aan boord van de kotter sprong of klauterde,, wat geen doen was voor een fitte man in slecht weer, laat staan, voor iemand die ziek of gewond was..
Als zo'n persoon weer opgeknapt was, zou hij terug worden gebracht naar de vloot en zijn eigen schip, met de eerst volgende vertrekkende kotter..
Het bleek, dat een reis naar zee om de vloot te bezoeken en het leven van de visserlui te bestuderen een zomers algemeen tijdverdrijf was in deze periode.
Deze soort reizen werden door dokters en andere goed willende mensen ondernomen, met in begrip van vrouwen, aan boord van de kotters wanneer zij op zee waren bij de vloot, zodat zij de smacks konden bezoeken om een dag door te brengen bij de bemanningen en de visserij te bekijken, alvorens met een andere kotter terug te keren.
Zo'n opmerkelijke heer die zo'n reis maakte was Frederic Treves, een chirurg uit London, die later een intensieve studie maakte van de visserlui in deze periode,.
Wordt vervolgd
Gelogd
vreemdeling
Schipper
Berichten: 1860
Re: Herinneringen deel 3
«
Antwoord #286 Gepost op:
20-07-2017, 09:32:41 »
J.H.
P.B. verstuurd.
Cor
Gelogd
vreemdeling
Schipper
Berichten: 1860
Re: Herinneringen deel 3
«
Antwoord #287 Gepost op:
21-07-2017, 08:06:52 »
Missie
Vervolg no.4
Ander bezoekers aan de vloot waren de zgn. Copers, meestal vreemde schepen, hoofdzakelijk Hollanders en Belgen, die goedkope likeur en tabak verkochten, maar meer over deze opzienbarende handelaars, verder in het verhaal.
Deze combinatie vaart bereikte haar hoogtepunt in 1880 en 90 jaren, toen de Noordzee werd bevist door vloten zoals Leleu's de Columbiaan, oude Coffee Smith en Hewitt, allemaal uit Great Yarmouth en Gorleston, de Great Northern, Gamecock en Rode kruis vloten vanuit de Humber havens en twee vloten vanuit Lowestoft, die meestal uit enkelvoudige booteigenaren bestond en samen gegaan waren met de Brixham vloot.
Er waren ook kleine vlooteenheden vanuit Scarborough, Boston en Ramsgate.
De grootste vloot van allemaal, de Hewett's Short Bleu vloot, die haar basis in Gorleston had en deze bestond uit 170 zeil trawlers en het was heel gebruikelijk voor hen om 1500 of zo, mannen en jongens op zee te hebben, in één keer..
Het begin van het einde van de zeiltrawlers kwam in November 1877, toen een kapitein uit Purdy in Noord Shields, die eigenaar was van de schoep rader sleepboot Messenger, besloot dat ten gevolge van tekort aan werk voor sleepboten op de rivier de Tyne op dat moment, hij een boom trawl aan boord nam en probeerde om er mee te vissen om te zien of hij er een bestaan van kon maken,
Het bleek een groot succes te zijn, niet alleen omdat de hoeveelheid vis die er werd gevangen, maar door het gemak en de snelheid van de risico volle onderneming, dank zij de stoom machine.
Kapitein Purdy was eerst belachelijk gemaakt door anderen eigenaar en visserlui, maar toen hij bewezen had wat er gepresteerd kon worden, bedachten andere schoepen rad sleepboot eigenaars zich, slikten hun woorden in en één voor één rustte zij hun sleepboten uit met een trawl uitrusting..
De successen volgend van de schoepen rad sleepboten, begonnen de reders te besluiten, om speciaal gebouwde schepen te ontwerpen.
De Great Grimsby en North Sea trawling maatschappij waren bij de allereerste, die twee ijzeren schroef schepen lieten bouwen in 1881 en 1882.
De Zodiac in Hull, kosten ongeveer £ 3000 en de Aries in Grimsby voor gelijkwaardige kosten.
Deze vooruitziende Maatschappij ging hier mee door en liet nog vier schepen bouwen in 1883.
Dat waren de Gemini,de Taurus , de Cancer en de Leo..
Ofschoon officieel trawlers, werden deze schepen ook gebruik als vis transport schepen naar de Humber vloot in de zomer periode, als deze vloot vissende was in de oostelijke Noordzee, hoofdzakelijk in en rond de Duitse bocht..
Hoewel van de eerste stoom trawlers niet werd verwacht door veel eigenaars en handelaars, dat zij geen levensvatbaar bestaan zouden hebben, ten gevolge van de hoge bouwkosten, de zware onderhoud kosten en hun honger naar kolen.
Maar al spoedig werd hun waarde bewezen..
De boom trawl gebruikend, vingen zij gemiddeld drie tot vier keer zoveel dan de zeil trawlers, maar met de introductie van de Otter trawl, werden de vangsten tot wel acht maal groter dan de vangst van een trawl smack.
Daar meer en meer eigenaars langzamerhand zich realiseerden over de capaciteiten van de stoomtrawlers, begonnen zij zelf maatschappijen te vormen om schepen te laten bouwen en wanneer zij al rijk genoeg waren , zij zelf een maatschappij vormden..
In de late jaren rond 1890 was de totale stoom visserij vloot gestegen tot ongeveer twee duizend schepen, met hun basis in de belangrijkste havens van de Britse Eilanden.
Wat effecten waren die de stoom veroorzaakte aan de zeil trawlvisserij, kan worden gezien in het feit, dat in 1883 er in de regio 3000 zeil vissers vaartuigen waren in Engeland en Wales, maar rond 1893 was het totaal reeds veranderd tot rond 2000 vaartuigen en in 1902 minder dan 1000 vaartuigen.
In Lowestoft, Brixham en Ramsgate hield de zeil visserij nog stand tot aan de 2e wereld oorlog en in sommige geïsoleerde gebieden soms nog wel wat later., ofschoon de smacks die nu nog waren overgebleven, voorzien waren van een hulp motor..
Gedurende de 1e W.O. werden de restanten van deze grote vloot gedecimeerd door de Duitse U-boten, gewoonlijk tot zinken gebracht door kanon vuur of bommen, die aan boord werden geplaatst, nadat de bemanningen waren overgestapt in de reddingsboten.
Meer dan 170 schepen gingen op deze manier verloren, ofschoon er enkele Lowestoft smacks werden uitgerust als Q schepen.( Vissersvaartuigen vermomd als oorlogsschip )
Deze schepen claimden wel dat zij acht kust duikboten buiten werking hadden gesteld, door ze tot zinken te brengen of deze zwaar beschadigd hadden...
Een ander resultaat van deze snelle opkomst van de stoom trawlers, was de onvermijdelijke afname van de combinatie visserij., daar de schepen niet zo afhankelijk meer waren van een kotter die hun vangsten naar de markten zou brengen en daarom zelfstandig de visserij konden beoefenen.
Bijgevolg dat rond de vroege jaren rond 1900, de eens zo grote zeil trawler vloot, nu slechts een schaduw was van de eerst zo voormalige vloot..
Greath Yarmouth zelf al, gestopt als de belangrijkste trawler haven met de ondergang van de Hewett Short Bleu Vloot in 1901 en 1902.
De laatste vloten die in de Noordzee werkzaam waren, kwamen gewoonlijk vanuit de haven van het Humber gebied, met inbegrip van de Hellvers maatschappij van uit Hull en de Gamecock van Kelsar Bros en Beeching Ltd en de Red Cross van de Hull Steam Fishing en IJs Ltd.
Deze laatste twee vloten gingen door en gingen uiteindelijk failliet rond 1936.
En zo eindigde een opmerkelijke periode in de visserij geschiedenis van de Britse Visserij Industrie.
Wordt vervolgd.
Gelogd
vreemdeling
Schipper
Berichten: 1860
Re: Herinneringen deel 3
«
Antwoord #288 Gepost op:
24-07-2017, 07:59:45 »
Missie
Vervolg no.5
De Smokkelaars
"L Stands for Lamps, both Red and Green glass;
To Prevent sad collisions when Tessels do pass.
So keep them wel trimmed to make them burn bright.
Then yours shipmates below sleep more safe at night
Sta in voor de boordlichten, Rood en Groen
Om een droevig ongeluk te voorkomen, als schepen elkaar passeren.
Zorg er voor, dat de pit van de lamp goed getrimd is, zodat zij helder
blijft branden.
Dan zullen je scheeps maten,... beneden, ...veilig in de nacht slapen.
( Uit het Alfabet van de Visserman )
Toen de combinatie visserij eenmaal gevestigd was, werd de mogelijkheid door sommige ondernemende figuren aangegrepen, om hun slag te slaan, omdat de bemanningen van de smacks hun "bacca " ( tabak ) misten en niet afkerig stonden tegenover een borrel/
En op zee zijnde voor een langere periode, kon het gebeuren, dat er tekorten ontstonden in deze zo "noodzakelijke behoeften ".
Met zoveel personen onder deze vloot bemanningen, die nu "afgesneden"waren van hun "vertroostingen ",die zij gewoonlijk aan de wal in veel winkels konden aanschaffen , konden nu gestrikt worden door de verkoop van belasting vrije tabak en sterke drank, verscheept vanaf de vaste wal van Europa.
Scheepseigenaar en schippers uit Holland, België, Duitsland en Denemarken, rustten hun schepen uit en belaadden de schepen met tabak, sigaren, goedkope drank en eau de cologne en voeren vervolgens naar de plaatsen waar de vloten aan het vissen waren en verkochten daar deze handel aan de bemanningen voor lagere prijzen, dan zij in de winkels aan de wal in Engeland moesten betalen.
Er hoeft niet aan getwijfeld worden dat dit juist een uitbreiding was van hun smokkel handel..
Er werd zelfs gesuggereerd, ofschoon dat niet bewezen is, dat vrouwen met een dubieuze
mentaliteit, ook op deze schepen mee voeren.
Om een idee te hebben over de besparingen voor de smack bemanningen, de volgende cijfers.
In Engeland, rond 1880, kostte de tabak 20 pennies per pond, maar werd door de Copers voor 7½ pennies verkocht.
Andere cijfers voor drank.
Rum 7½ pennies per pint, brandy 10 pennies, gin 5 pennies en geaniseerde brandy voor 11½ pennies per pint.
De naam Coper is een verbastering van het Hollandse woord "koper ", wat "omruiling " betekende.
Hun schepen waren over het algemeen oude vissers vaartuigen uit Holland, ofschoon het wel bekend was, dat ook Engelse vaartuigen aan deze handel deelnamen..
Tussen hen waren de meest bekenden zoals de Annie, afkomstig uit de Humber omgeving en twee schepen uit Great Yarmouth, de Dora YH 659 en de Angelina YH 674.
De laatste was een 54 tons zeil drifter/trawler die in 1876 was gebouwd.
Zij werd beheerd door W.Henn van 1876 tot 1886 en zij uiteindelijk verging op 10 mijl afstand van het eiland Ameland, op de 21e Mei 1888..
Dit schip werd gedwongen om met deze ruilhandel werkzaamheden te stoppen en moest terug keren naar de visserij, nadat de verschillende vooraanstaande reders in Yarmouth de verzekering maatschappij onder druk zette, om iets te doen aan deze handel, met de consequentie dat de verzekering maatschappij er in toestemde, dat het schip niet verzekerd was, zolang zij de ruilhandel beoefende en deze niet beëindigde.
Gewoonlijk voeren de Engelse schepen die ook deze ruilhandel bedreven rechtstreeks naar Nieuwediep in Holland, laadde daar het schip met spiritualiën en tabak en voeren terug naar de diverse vloten.
Door douane voorwaarden, moest vanzelfsprekend, dit alles gekocht worden, met misschien wat visserij bedrijvigheid als alibi, voor zij naar huis terug keerden..
Rond een bedrag van £ 500 aan waarde van drank en tabak, wat moest worden gekocht, wilde dit wel eens een zuivere winst van £500 in de regio opleveren, wat een veel beter betaling voorstel was, dan wat in de visserij op dat moment te verdienen was.
De gebruikelijke procedure voor de Coper was, om de vloot te op te zoeken en de vloot binnen te varen en een positie te kiezen bij de kotter, die de vis kwam afhalen..
Als de smack boten hun vis hadden afgeleverd aan het transport schip, konden zij op hun terug tocht aan de Coper vragen om bij hun schip langs te komen.
Het gebeurde ook, dat een smack een teken gaf, om de Coper langszij te krijgen, door bijvoorbeeld middels een oliejas, die aan een roeispaan bevestigd was.
Eenmaal aan boord bij de Coper, of grog schip zoals zij ook wel werden genoemd, zou de smack man eerst zijn tabak inkopen, waarna zij steevast werden uitgenodigd om een borrel te drinken, misschien om een opgelopen verkoudheid te onderdrukken of voor geneeskrachtige doeleinden.
De drank was van het goedkoopste en slechtste soort, zodat na enkele borrels niet alleen de arme visserman dronken werd, maar ook tevens half vergiftigd.
Dat was de tijd dat de Coper schipper toe moest slaan en zijn goedkope drank aanbood om te ruilen met alles en ieder ding van enige waarde, zodat de arme debiele knaap meer drank kon krijgen.
Netten, touwwerk, zeilen, oliejassen, laarzen, alles wat weer verkocht kon worden als een opbrengst, was eerlijke handel voor de Coper..
Enige verschrikkelijke verhalen zijn opgeschreven als documentatie, over de effecten van deze goedkope drank aan de man op de smacks, die zich zelf in deze miserabele toestand stortte.
Een frappant voorbeeld werd gepubliceerd in 1887 in de Mei uitgave van het blad "De Tobbers van de Diepzee"", een uitgave van de Missie voor Verre Visserij Vissers.
Het verhaal gaat over een persoon genaamd J.H. Sykes, die op de smack met de naam Malcolm, vissende was met de Grote Noordelijke Vloot..
Sykes vertelt over die tijd in Januari 1880, toen hij koksmaat was op een smack die vissende was in de buurt van Flamborough Head.
Het was op een mooie dag,, toen het schip lag te drijven en een Coper schip werd gesignaleerd..
De schipper en de derde man gingen met de roeiboot naar het Coper schip, om wat tabak te kopen en bleven ongeveer een uur weg en bij terugkeer aan boord, was de schipper zwaar bezopen en had drie of vier flessen geaniseerde brandy meegebracht.
Al spoedig had de gehele bemanning het voorbeeld van de schipper gevolgd en waren al snel in dezelfde staat als de schipper en lieten Sykes de wacht houden.
Omdat hij nog een jongen was, was het niet geoorloofd dat hij met de bemanning mee mocht drinken..
Het duurde niet lang, voor er een onderlinge vechtpartij uitbrak, maar uiteindelijk vielen de drinkers in slaap..
Rond middernacht probeerde Sykes een wachtman te porren, maar hij antwoordde alleen maar met een gegrom.
De wind was ook toegenomen en er moest zeil worden geminderd en het was niet voor 5 uur de volgende morgen dat de schipper aan dek kwam om te helpen.
Na Sykes te hebben geholpen te laveren, daar de wind uit een oostelijke richting kwam en zij naar Flamborough Head werden verzet., ging de schipper naar beneden en na iedereen te hebben gewekt, werd de zuippartij voortgezet.
Toen de drank op was en het effect er van was uitgewerkt, werd uiteindelijk Sykes afgelost, na zeven of acht uur alleen aan dek te hebben doorgebracht, tijdens een bitter koude nacht met sneeuwval.
U moet zich eens voorstellen hoe deze jongen zich moet hebben gevoeld.
Alleen en bevroren van de kou, op een smack die naar lager wal wordt verzet, met een bemanning beneden deks, zwaar bezopen , in één van de drukste zee vaarwaters van de Noordzee.
Het is dan ook geen wonder, dat de Coper schepen werden verafschuwd door mensen zoals Sykes
.
Rond 1887 werd de situatie zo slecht, dat op een Congres in Den Haag de verkoop van drank werd verbannen en in de Noordzee Visserij Akte van 1893 werd het onwettig verklaard, om drank te verkopen aan de vloten op zee.
Ten gevolge van deze beperkingen en ook door het werk van de Missie schepen, werden de Coper schepen geleidelijk aan gedwongen de Noordzee te verlaten..
Al hoe wel sommige van deze schepen zich verplaatste rond de kust naar de Ierse zee.
Maar hun dagen waren geteld.
Maar sommige erg resolute Copers, bleven doorgaan in de Noordzee, zelfs tot laat in 1906.
De Copers waren één van de uitdagingen die door dhr.Ebenezer Mather werd gezocht om te kunnen ontmoeten en uit te bannen, nadat hij de verhalen had gehoord en zelf de situaties had gezien, wat hem toen deed besluiten, de Noordzee visserman te helpen,
wordt vervolgd
Gelogd
J.H.
Schipper
Berichten: 2212
Re: Herinneringen deel 3
«
Antwoord #289 Gepost op:
24-07-2017, 19:19:48 »
Ebenezer Mather
Ebenezer_Mather.jpg
(59.38 KB, 400x601 - bekeken 838 keer.)
Gelogd
J.H.
Schipper
Berichten: 2212
Re: Herinneringen deel 3
«
Antwoord #290 Gepost op:
24-07-2017, 21:50:58 »
Mission ship Lo-175-Joseph and Sarah Miles-
Lo-175-.jpg
(76.53 KB, 801x534 - bekeken 899 keer.)
Gelogd
J.H.
Schipper
Berichten: 2212
Re: Herinneringen deel 3
«
Antwoord #291 Gepost op:
24-07-2017, 21:52:07 »
Mission ship Lo-197-Sir Edward P. Wills
Lo-197-Sir_Edward_P_Wills.jpg
(66.46 KB, 801x534 - bekeken 902 keer.)
«
Laatste verandering: 27-07-2017, 13:59:13 door J.H.
»
Gelogd
J.H.
Schipper
Berichten: 2212
Re: Herinneringen deel 3
«
Antwoord #292 Gepost op:
24-07-2017, 22:00:18 »
Albatros later Miranda.
Hoewel geen Mission Ship deed het na verbouwing dienst ter ondersteuning voor de trawlers in IJslandse wateren, het kwam in dienst na het ongeval met de 3 trawlers in 1968 : St. Romanus, Kingston Peridot and Ross Cleveland.
Miranda-1942-als_Albatros_in_1964_voor_de_verbouwing.jpg
(137.64 KB, 979x697 - bekeken 858 keer.)
Gelogd
J.H.
Schipper
Berichten: 2212
Re: Herinneringen deel 3
«
Antwoord #293 Gepost op:
24-07-2017, 22:00:59 »
Miranda, ex Albatros
Miranda-1942-.jpg
(112.39 KB, 1008x618 - bekeken 863 keer.)
Gelogd
vreemdeling
Schipper
Berichten: 1860
Re: Herinneringen deel 3
«
Antwoord #294 Gepost op:
25-07-2017, 18:31:43 »
Vertaling bij het onderschrift van de afbeelding van dhr, Mather
Antwoord 289 d.d. 24 Juli 2017
Vis verschijnt ook op mijn tafel
Van niets , weet ik, dat zij gegroeid is op het schort van de Vishandelaar.
Laten zij, die over de prijs van de vis praten,
eens een nacht doorbrengen aan boord van een trawl smack.
Je moet dan wel voorbereid zijn,
op de grauwe wildernis van de voortgedreven oceaan.
Opgezweept door de wind en de kou
en onbarmhartig als de hand van de dood.
Gelogd
vreemdeling
Schipper
Berichten: 1860
Re: Herinneringen deel 3
«
Antwoord #295 Gepost op:
26-07-2017, 08:49:28 »
Missie
Vervolg no.6
De oprichting van de Missie en de vroege jaren.
Now up gets the codfish, with his great old head,
He said to the Skipper, Take a cast of the lead.
For it's windy old weather, Stormy old weather.
Haal nu de kabeljauw binnen, met zijn grote oude kop.
Hij zei tegen de schipper: Houdt het dieplood in de gaten.
Want het is winderig weer, zoals voorheen, Stormachtig weer.
Traditioneel.
In 1881 was Ebenezer Mather de secretaris van de Thames kerk Missie, een organisatie die geformeerd was in 1844 en die het beheer hadden over de zeelui, haven personeel. en binnenvaart schippers, werkzaam op en rond het gebied van de rivier de Thames.
Hem werd door een gepensioneerde Marine officier gevraagd, of er iets kon worden gedaan voor de visserlui op de Noordzee.
Deze officier had de condities gezien waaronder de bemanningen van de trawler vloten moesten werken en na zijn zorgen hierover tegen Mather te hebben verteld, werd er een reis georganiseerd in de herfst van dat jaar, zodat Mather de vloot kon bezoeken en het zelf kon zien , waarna getracht zou worden om uit te werken, wat er gedaan kon worden voor deze bemanningen.
Hij werd vergezeld door een dominee R.B. Thompson uit Yorkshire en samen vertrokken zij vanuit Rainham in Essex aan boord van de kotter "Supply ", die gecharterd was voor de Hewett's Short Blue vloot.
De "Supply " was een stoomschip van 100 voet lang en 24 voet breed en zij had als vracht 45 ton kolen, 30 ton ijs en 3000 lege kisten, die door de vloot met vis gevuld moesten worden..
Ook nam hij op deze reis 1000 bijbels met het Nieuwe Testament en een zelfde aantal tijdschriften mee, welke geschonken waren door de Britse en Buitenlandse Bijbel Societeit en de Religieuze Traktaat Societeit.
Deze bijbels en traktaten moest dhr. Mather uitreiken, zonder kosten, aan de visserlui..
Toen de vloot werd bereikt, was Mather verbaasd om te ontdekken dat de vloot bijna uit 200 smacks bestond, met over de 1000 mannen en jongens aan boord..
Hij beschreef later zijn impressie van de vloot, als een drijvend dorp, maar zonder een school, geen ziekenhuis, geen apotheek of bibliotheek en geen kerk..
Gedurende het verloop van deze reis bekeek Mather de gekke stoelendans van de roeiboten van de smacks langszij de kotter, het boosaardige werk van de Coper schepen en de zeer eenvoudige medische verzorging die een gewond of ziek bemanningslid van een smack ontving.
Hij bekeek de leef omstandigheden aan boord van een smack waar 5 of 6 man en jongens leefden in een kleine hut op het achterschip, waar je binnen kon komen via een bijna verticale ladder, vanaf het dek er boven.
Deze hut had een sta hoogte van 5 voet, werd warm gehouden door een kolen fornuis en de ventilatie kwam via een bovenlicht, die bij slecht weer snel gesloten moest worden, zodat de hut ruimte niet onder water kwam te staan.
Niet veel verbeelding is er voor nodig om de atmosfeer in deze hut te schatten, wanneer het grootste deel van de bemanning wacht te kooi had.
Het fornuis zou brullen van de hitte en de mannen lagen daar omheen, nog steeds met hun oliegoed aan, doorweekt en stomend van de hitte en constant pijpen rokend of hun pruim tabak kauwend en vuil speeksel op het fornuis spuwend.
De aanblikken en de ongevallen die Mather's ogen zagen, ontroerde hem enorm en hij beloofde er alles aan te doen wat mogelijk was om het harde leven van de Noordzee visserman te verlichten door schepen uit te rusten die zich onder vloten moesten mengen, om enige verlichting te brengen.. Zijn plannen om dit zo te doen. kreeg eerst nog wel wat tegenwerking, maar in Juni 1882 werd hij bezocht door schipper David Budd en een andere schipper die hem de moed inspraken om er mee verder te gaan..
Sommige smack eigenaars gaven ruggensteun aan de zaak, daar het vanzelfsprekend in hun voordeel zou zijn, dat de Copers werden ontmoedigd en de bemanningen van de smacks nuchter bleven.
Een van de tegengestelde smack eigenaars verklaarde zelfs dat zijn bemanningen op zee waren om vis te vangen en niet om "halleluja" de schreeuwen..
Voor hem leek het vanzelfsprekend, dat deze opzet de juiste was en iets was, wat door Christelijke "goeddoeners "werd gedaan.
Uiteindelijk , na grote inspanningen, gaf een mannelijke begunstiger hem een cheque van £ 1000 om een smack te kopen en de Hewett maatschappij bracht haar onder bij de Yarmouth manager , dhr. Harvey George en gaf hem de smack onder zijn beheer en hij rustte de 56 tons, jol getuigde smack Ensign uit en binnen drie weken was zij klaar om naar zee te vertrekken.
En met schipper Budd als bevelhebber, vertrok zij op vrijdag 28 juli 1882 uit Gorleston, beladen met bijbels, wollen artikelen en een goed gevulde medicijn kast, Dit laatste was een gift van een vrouwelijke bewonderaar.
Met opzet vertrok zij op een Vrijdag,, om de bijgelovigheid te weerstaan, waaarmee het vertrek op die dag mee was besmet en toen zij de kade verliet, was er een menigte toegestroomd. sommigen om haar te zien vertrekken en andere om haar toe te juichen op haar weg naar de vissende vloten.
Desondanks begon de Ensign, zelfs na de kwade gezichten van sommige visserlui. aan het echte werk van de Missie schepen.
Als spoedig ging het gerucht door de vloot, over het goede werk wat werd gedaan aan boord van dit schip en sommige smack eigenaars waren dankbaar genoeg om een som geld. over te maken.
Samuel Hewett zelf maakte een grote som over en doneerde nog eens £ 50
De Ensign werd zo succesvol met haar werk dat in 1883/1884 dhr, Samuel Mather zich geroepen voelde om een partner schip aan de gaan met anderen en drie andere schepen kocht..
Dat waren de Salem, die vanuit Hill werkte en de Cholmondeley en de Edward Auriol, die speciaal werden gebouwd in Bideford.
Deze drie schepen werden ook uitgerust met een trawl net, daar er van hen verwacht werd om ook te vissen en zo te helpen met de dekking van de kosten.
De economische situatie veranderde al spoedig hierna en legde een druk op de onderneming, daar er veel schepen werden gebouwd in die zelfde periode en de markten overstroomd werden van de vis., met het gevolg dat er schepen werden opgelegd..
Geschat werd, dat Yarmouth alleen al een bedrag van £30.000 in 1885 aan inkomsten zag verdwijnen.
Mather's deelgenoten waren zwaar teleurgesteld en stapten uit de onderneming en in Oktober 1884 zag hij kans om £ 4500 bij elkaar te krijgen en werd hij de enige eigenaar van de schepen..
Niet lang hierna richtte Edward Birkbeck, ook bekend is de "Kampioen Visserman ", een fonds op om Mather te helpen, met de afbetaling van de hypotheken op de schepen..
Op dat ogenblik waren de schepen nog steeds werkend onder het toezicht van de Thames kerk Missie, maar in November 1884 besloot hij de "Missie voor Visserlui van de Verre Visserij " op te richten en werd hij directeur van deze groep.
Met de hulp van het fonds van dhr. Birkbeck, werd nog meer geld ingezameld en de Missie ging verder, gesteund door een hechte financiële basis.
Daar de Missie schepen, ook wel in die tijd Bethel schepen genoemd, alom beter bekend werden en er gebruik van werd gemaakt
Mather was regelmatig bezig om gelden in te zamelen op bijeenkomsten, bij mensen thuis in de winter en op tuin feestjes in de zomer.
De Missie werd in die periode een echte mode liefdadigheid instelling voor de midden- en hogere klasse , wat in 1885 begon met de publicatie van haar eigen tijdschrift de " Tobbers van de Verre Visserij " en naarmate het tijdschrift meer circuleerde, werd het door jong en oud , rijk en arm, veelvuldig gelezen.
Dit tijdschrift was eerder opgesteld door de uitgever als de " Mannen eigen Krant "
Uiteindelijk werd de lening van £ 1000 voor de Ensign terug betaald met 4% rente in Juli 1885 aan de donateur. Het schip werd toen verlengd in Bideford en kreeg een andere naam en werd nu de Thomas Gray, in dankbaarheid voor de hulp die aan de Missie was gegeven, door de man van die naam, die het hoofd was van de Kamer van Koophandel in die tijd.
Om nog meer geld in te zamelen werd het schip opnieuw verhypothekeerd door W.D. & H.O. Wills, de tabak familie en tabak maatschappij..
Werkend met een zeer strak budget, hoofdzakelijk steunend op donateurs, was het Mather soms niet mogelijk, de uitgaven te beheren en op een keer moest hij de Bank vragen om een voorschot.
Gelukkig kwamen er op tijd donaties binnen om de rekeningen te betalen.
Als voorbeeld, in Januari 1886 had de Missie een schuld voor het onderhoud aan de schepen voor een bedrag van £ 700. maar de donaties in die maand, liepen op tot wel £ 1000.
Een verzoekschrift van de schippers van de vloot van de Great Northern maatschappij uit Hull in Maart 1886 klaagden over the coper schepen en verzochten om hulp van de Missie.
Net een paar dagen later werd er een cheque ontvangen van £ 2300 van een begunstiger, om te worden gebruikt voor een nieuw schip wat Sophia Wheatley genaamd moest worden..
Een andere persoon die een lening had verstrekt van £ 500 met een rente van 4 %, schonk de lening aan de Missie en hierbij een gift van £ 20.
Wordt vervolgd
Gelogd
J.H.
Schipper
Berichten: 2212
Re: Herinneringen deel 3
«
Antwoord #296 Gepost op:
27-07-2017, 13:58:53 »
Lo-197-Sir Edward P. Wills
LO-197-Sir_Edward_P_Wills-.jpg
(107.99 KB, 801x534 - bekeken 733 keer.)
Gelogd
vreemdeling
Schipper
Berichten: 1860
Re: Herinneringen deel 3
«
Antwoord #297 Gepost op:
28-07-2017, 07:51:09 »
Missie
Vervolg no.7
Dit was het bekende verhaal over de gehele geschiedenis van de Missie, die op het laatst twintig schepen beheersten, met de kosten van het in de vaart houden en het onderhoud van de schepen. door donaties giften en fondsenwerving en kosten voor de bouw van nieuwe schepen door aanzienlijke giften met in begrip van de schepen
Euston Gift van de Gravin van Grafton van £ 2.750
Ashton Anonieme gift van £ 2.300
Albert Anonieme donatie van £ 3.500
Strathcona Schip bekostigd door Lord Strathcona
Alpha Een donatie van £ 8.000 door J.M. Sladden uit Windermere.
Joseph & Sarah Miles Een legaat van £ 3.000 door Mevr. A.Miles
Thomas B. Miller Een donatie van £ 500 door de zonen van Thomas B.Miller
Strathcona Kosten betaald door Wilfred Grenfeld uit Labrador £ 2.750
In de late jaren rond 1880 vergaarde de Missie genoeg draagkracht om zichzelf nationaal bekendheid te geven en donatie en giften stroomden binnen vanuit geheel Engeland, met inbegrip van boeken en thuis gebreide wollen kledingstukken.
In het tijdschrift de "Tobbers van de Verre Visserij " werden brei patronen voor bivak mutsen, wanten en dassen afgedrukt voor vrouwen kransjes om te breien en op te sturen voor een kosteloze distributie onder de visserlui.
Ook andere giften van lezers, met inbegrip van zaken van enkele koperen muntstukken waarde, tot boeken, tijdschriften en lavendel builtjes werden uitgedeeld.
De vloek van Mathers en voor de levens van de visserman, waren de Coper schepen, wat wel tijd en geduld kostte, om dit uit te roeien en zo het een resultaat werd voor de Missie's aanverwante Engelse Kerk Geheelonthouders Societeit in 1885, wat de visserman had doen besluiten nuchter te blijven, wat een der coper schippers tot klagen aanzette, dat er zoveel geheelonthouders op de vloot waren, zodat zij moeilijk de eindjes aan elkaar konden knopen..
Er werd ook gerapporteerd dat waar de gerechtelijke macht van Great Yarmouth voorheen meer dan twee dagen per week vergaderden om uitspraak te doen over de straf voor dronkenschap onder de visserlui, zij nu slechts een uur per week vergaderden in Februari 1893.
Tussen 1884 en 1891 was de drank bestrijding zo groot, dat twee brouwerijen en één en dertig cafe's in de stad moesten sluiten...
De sterkste drank, die de Missie schepen aan boord hadden, was gember bier en limonade, die werden verkocht voor de kostprijs..
Met de smack bemanningen dit kopend en drinkend, hielp het ook voor de water situatie aan boord van de smacks, daar zij slechts genoeg water aan boord hadden voor de basis benodigdheden..
Al veel eerder werd het gerealiseerd dat de Missie schepen tabak aan boord hadden en zo had men de coper schepen niet langer nodig of om hen op te roepen voor de vissende vloot.
Een verzoekschrift werd gestuurd naar de Minister van Financiën en de douane dienst door Edward Birkbeck,. lid van het Parlement, wethouder Sir R.N.Fowler en aan anderen om dit aan de Missie toe te staan, maar dit verzoek werd afgewezen met een verklaring dat het tegen de regels was en er verandering kon worden aangebracht..
Een poging werd aangewend om dit te bevangen door tabak naar Oostende te sturen, met het schip Swallow van de General Steam Navigation N.V., waar dan een Missie schip zou wachten om de tabak over te laden. maar deze risicovolle onderneming was onsuccesvol door de voorschriften van de Belgische wetgeving..
Mather nam vervolgens contact op met dhr. W.H.Wills, die er mee akkoord ging om tabak aan de Missie te verkopen tegen kostprijs. en zo, gedurende 1884 vervoerden Missie schepen verpakte ,tabak wat gemerkt was met."Slechts voor gebruik op zee ",
En hiermee scoorden zij een overwinning ten opzichte van de Coper schepen..
Na veelvuldige verzoekschriften, stond de douane uiteindelijk concessies toe voor de tabak in 1887./
De hoeveelheid hier door was nogal onthutsend, Als voorbeeld, een Missie schip alleen al, gedurende de duur van haar reis verkocht 20 kratten met elk 25 pond tabak..
Toen eenmaal de Concessie aan de Missie was toegekend, voeren de Missie schepen naar Holland om daar hun quota tabak te laden en terwijl zij daar toch waren, zij zoals gebruikelijk een kerkdienst hielden met Hollandse christenen, die hun de toepasselijke naam van"Kerkschip "gaven..
Een vermakelijk verhaal over de verkoop van tabak aan de visserlui is dat de Clearing Bank weigerde geldstukken te verwerken die aan hun verzonden werden vanaf de vloten, mits zij niet eerst waren gekookt, om de vuiligheid te verwijderen..
De banken refereerden hieraan als zijde "smerig gewin "een term die een veel wijdere betekenis zou krijgen, in de loop van de jaren
Het werd geschat dat in 1886 er zo'n 12.000 visserlui waren op de Noordzee en met het oog hierop werden de Missie schepen steeds meer gebruikt voor hun beoogde doel en waren beslist nodig en niet in staat om veel tijd aan de visvangst te besteden
Rond Juni 1886 werd het Missie schip Edward Auriol alleen ingezet voor het missiewerk en deed geheel niet aan de visvangst. De vraag kwam voor hulp werd zo groot dat Mather in dat jaar het schip de Jonge Arthur YH 731 ( 54 ton en gebouwd in 1877 ) huurde van W.Burdett-Coutts van de Columbia vloot, die onder commando van schipper White Junior werd geplaatst..
In 1887 waren er ongeveer 19 vloten werkzaam in de Noordzee en zelfs met acht schepen moest de Missie hard werken om al die schepen regelmatig te bezoeken.
In de maand Januari van dat jaar was de verdeling van zeven Missie schepen op hun stations als volgt
Ashton Short Blue vloot
Cholmondeley Columbia vloot
Edward Auriol Op zwerftocht
Edward Birkbeck Red White vloot
Euston Lowestoft en de Great Northern vloot
Salem Bij twee Hull vloten
Thomas Gray Bij twee Grimsby vloten.
Nog een taak werd er aan de Missie schepen toebedeeld in 1886 en dat was het wetenschappelijk waarnemen voor de nationale Visserij Cultuur Vereniging.
Het belangrijkste van de studie was, wat de zee temperatuur en de effecten van de verschillende weer condities voor invloed hadden op de vangsten,
De punten van observatie waren
1. De lucht temperatuur en aan de oppervlakte en op de zeebodem van het water.
2. Richting en kracht van de wind
3. De doorzichtigheid,de kleur van het water en de gesteldheid van de zee.
4. De richting van de wind en de regen.
5. De vangst en de diepte van het water.
Door de omvang van de medische hulp die nodig was, moesten de schippers een training ondergaan in de basis operatieve geneeskunde en het verstrekken van medicijnen, wat onderricht werd door Dr.A.T.Schofield.
Aan de opgeleide schippers werd een certificaat uitgereikt van de St.John Ambulance en de Nationale Gezondheid Societeit.
Om dit aan te vullen werden de medicijn kasten die de schepen aan boord hadden, geleidelijk aangevuld met volledig aangevulde apotheken.
Een medische afdeling werd opgericht binnen de Missie en Frederick Treves ( later Sir ) werd er de voorzitter van.
Treves was dokter in Billingsgate Hospitaal en behandelde veel van de visserlui die daar gebracht werden met de kotters.
Later introduceerde Treves een andere dok, voor een twee maanden durende proefneming aan boord van het schip Clulow (De vroegere Edward Auriol ) en ofschoon hij eerst vond dat de condities zwaar waren, wierp hij zich toch succesvol op zijn taak.
Zo opmerkelijk succesvol was hij met zijn zowel medische als met zijn geestelijk werkzaamheden, dat de publieke verbeelding hier door werd aangegrepen , dat zelfs meer en voldoende fondsen al snel binnen kwamen ,om meer hospitaal schepen te bestellen..
Grenfell kwam later aan de wal werken, om als hoofdopzichter te fungeren in dit deel van het concern.
Rond 1892, met de Assistance, geruggensteund door de Missie voor de Verre Visserij Vissers, verhuisde hij naar Newfoundland en daarna naar Labrador waar hij de zo nodige werkzaamheden van de Missie voortzette bij de visserlui in deze gebieden.,
Het werk dat Grendell verrichtte, ontving daar veel bijval en dit is een verhaal apart.
'( Opgeschreven in het boek......... De Oogst van de Zee, door Wilfred T.Grendell. uit 1905.')
De geestelijke nood van de smack lui had grote voorrang van de Missie en zo werden predikanten, in de zomer maanden regelmatig meegenomen, maar in de winter werd de geestelijke voorziening voor de bemanning over gelaten aan de schipper.
In 1886 had de Missie drie vaste predikanten in dienst, die regelmatig mee naar zee gingen en kerkdiensten hielden op de Missie schepen en soms op de smack zelf..
Daar de religieuze furore aan hield, vertoonde veel smacks hun lange blauwe wimpel en visten dan consequent ook niet op zondag en er waren veel smacks, waarvan de bemanningen met de sloep naar het schip roeiden, waar een dienst werd gehouden.
Deze lange blauwe wimpel was ongeveer 20 voet lang , waarop gedrukt stond ...Missie voor de Verre Visserij Vissers. .... in witte letters en werd getoond vanaf de voormast, wat aangaf dat de Missie boot welkom was voor iedere verzoekende...
Toen zij eenmaal wisten, dat zij op de Missie konden rekenen, werd de vlag zelden gestreken.
Met de voortzetting in de tijd , werd de Missie krachtiger en krachtiger, door publiciteit, door fondsenwerving vergaderingen, artikelen in de dagbladen en de circulatie van haar tijdschrift
de |"Tobbers van de Verre Visserij "., wat in de vroege jaren rond 1890, de uitgifte circa uit 20.000 exemplaren per maand bestond en zo was het ook onvermijdelijk, dat het ook werd opgemerkt door het Koningshuis..
wordt vervolgd
Gelogd
J.H.
Schipper
Berichten: 2212
Re: Herinneringen deel 3
«
Antwoord #298 Gepost op:
28-07-2017, 19:45:23 »
Mission Ship, Lo-51-Queen Alexandra-
LO-051-Queen_Alexandra-.jpg
(97.32 KB, 801x534 - bekeken 847 keer.)
Gelogd
vreemdeling
Schipper
Berichten: 1860
Re: Herinneringen deel 3
«
Antwoord #299 Gepost op:
31-07-2017, 09:39:15 »
Missie
vervolg no.8
Koningin Victoria werd een begunstigster van de Missie en in November 1887 gaf zij toestemming. dat een nieuw schip naar haar zou worden genoemd, waarbij zij een gift gaf van £ 50..
Toen een anonieme vrouw een gift doneerde, voor de bouw van een nieuw schip onder condities dat het schip Albert zou worden genoemd, werd aan koningin Victoria hier voor toestemming gevraagd, wat zij welwillend toe stond..
Koningin Victoria werd in 1889 beschermvrouwe van de Missie en in 1896 werd de toevoeging Koninklijke toegestaan, vooraf gaande aan de woorden Missie voor de Verre Visserij Vissers.
Met de toenemende werkdruk met de schepen en de toename in de thuis basis van de Missie met de familieleden en de waargenomen behoeften, werd er een dependance bijgebouwd, wat vervolgens de naam kreeg van Toevluchtsoord voor Zeelui..
Deze kleine schilderachtige in Gotische stijl gebouwde dependance, ontworpen door de lokale architect dhr. Cockerill, werd gebouwd aan het begin van de Gorleston Pier ten westen van het Pier Hotel en werd officieel geopend in Mei 1893 door mevr. Newberry, die de kosten van het gebouw had geschonken.
De opening ceremonie werd bijgewoond door veel van de leidinggevende figuren van de stad, zo wel van binnen en buiten de vissers gemeenschap, met muziek, gespeeld door de band van de Missie, die prachtig gekleed waren in hun nieuwe uniform, waar zij zich voor de eerste keer in vertoonden.
Met inbegrip van de inrichting, de meubels en verder toebehoren, wat betaald was bij publieke inschrijving, waren er twee bedden, heet water badkuipen en wasbakken met heet water.
Het gebruik van het Toevluchtsoord was in de eerste plaats voor zeelui afkomstig van schipbreuken., waar van er veel waren in die tijd en ten tweede als onderdak voor bemanningen van reddingsboten, die in dienst waren of terugkeerden na een tewaterlating en als laatste, om hulp te bieden bij kust ongevallen in de zomer maanden..
Gedurende de levensduur van het Toevluchtsoord werd het ook gebruikt voor andere doeleinden zoals vergaderingen van diverse comité´s, werk bijeenkomsten, kerkelijke bazaars en op liefdadigheid dagen als een vlag verkoop depot.
Rond 1967 kwam er een eind aan dit mooie gebouw, wat toen een vermaak centrum voor kinderen was geworden.
Met de bedrijvigheid van de schepen die steeds binnen kwamen en weer vertrokken, was er veel wal personeel nodig en in 1884 werd er een winkel galerij geopend op de kade in Gorleston.
De panden behorend aan de Hewetts maatschappij, werden overgenomen en een scheepsbouw bedrijf, tuigage bedrijf, een zeilmakerij en een smederij en diverse andere zaken, werden daar gevestigd.
Deze panden bleven Missie depots, zolang de Missie in Gorleston zou blijven bestaan..
In 1887 startte de structuur van een ander mooi gebouw op het hoogste punt van de Gorleston Hoog straat, wat met zich mee bracht dat zij boven het Missie gebouw met haar werk shops en winkels uit stak., wat bij de steenligging ceremonie de naam werd gegeven van de Queen´s Memorial Building als eerbewijs van het jubileum van koningin Victoria..
Dit imponerende gebouw met haar toren zoals een vuurtoren werd het kernpunt voor een organisatie dat reikte tot aan de rivier oever in Gorleston
Inbegrepen bij dit complex, waren twee bungalow, waar de Missie de beschikking over had..
De kosten van £ 5.000 voor het gebouw en de verbeteringen aan de andere panden werden bekostigd uit publieke donaties, met in begrip van een gift van 5000 farthings ( een farthing is het1/960 deel van een pond ) gegeven door een naai club van zeer arme vrouwen.
Het complete opknap schema bevatte nu de Missie winkels, alle werkafdelingen nodig voor de schepen, bureaux, een sport complex en een leeszaal voor de visserlui, een verbetering van de koffie bar en de renovatie van twee bungalows, die uiteindelijk werden overgenomen door huismeesters en natuurlijk het jubileum gebouw zelf.. met de observatie toren voor het "nut van de visserman " en de kinderen van de visserlui..
Het principe hier achter was, om het welzijn voor de Missie uit te breiden , niet alleen op de zee gericht, maar ook van de eerste steen legging, die op vrijdag 7 Januari 1898 werd gehouden en werd bijgewoond door de burgemeester en zijn vrouw, hoogwaardigheid bekleders van de gemeente raad, officieren van de Missie en andere leiding gevenden van het gewone volk en de plaatselijke ambtenaren.
De officiële opening was op vrijdag 11 November 1898 , wat weer een goed bezochte gelegenheid was.
Er moet worden opgemerkt, dat alle nieuwe openingen van ondernemingen in de procedure van de Missie geschiedenis, altijd op Vrijdag werden gehouden..
Een van de regelmatige gebruiken van het instituut was een basis voor fondsen werving, bazars en evenementen, die gehouden werden met discrete tussen pozen..
Bazars werden ook op de schepen zelf gehouden, speciaal als er andere havens werden bezocht voor publiciteit en fondsen werving.
De bouw bleef gestaag door gaan tot in 1940 en tijdens de 2e wereld oorlog was de opzichter. dhr. Green, verantwoordelijk voor de distributie van de inhoud van pakketten, die uit Canada werden verstuurd
Tussen 1940 en April 1945 werden 41.000 pakketten behandeld, met een inhoud van 76.000 truien. 100.000 paar sokken, 20.000 bivak mutsen, 10.000 paar handschoenen en 90.000 dassen.
In Augustus 1942 beschadigde een bom het gebouw, maar het werk kon door blijven gaan, niet alleen in de zwaar gereduceerde vissers gemeenschap, maar ook met de bemanningen van de mijnenvegers en .veel van de eerdere visserlui etc, werkend in de haven.
De oorlog en de nasleep er van, had drastisch de visserij industrie veranderd en de Missie's complexe liefdadigheid werk, hieraan verbonden , werd uiteindelijk gestopt in de latere jaren rond 1940 en het Missie werk bleef door gaan in andere gebouwen in de visserij havens rond de Britse eilanden.
De gebouwen aan de kaden werden allemaal afgestoten en de Gorleston Voetbal Club nam in 1952 het jubileum gebouw over voor £ 3.000, nog steeds in haar beschadigde staat en gaven een formidabel bedrag aan geld uit, voor de renovatie van het pand, waarvan sinds toen, het gebouw in gebruik was door een sociale club tot aan een fabriek, ondergoed fabricerend en is nu veranderd in erg aantrekkelijke flat woningen.
Een ander instituut opende in 1890 haar poorten in Gorleston, onder het beheer van de beroemde dominee Forbes Philips. die wetijverde met de Missie voor de Verre Visserij Vissers en werd de Noordzee Kerk Missie genoemd..
Ofschoon deze organisatie goed werk verrichtte, miste zij het elan van de Missie voor de Verre Visserij Vissers..
Hun schip, een zeil trawler, was treffend de St. Andrew de Visserman YH 1018 genoemd, die 70 ton groot was en in 1885was gebouwd.
De volgende lijst is van de staf van de R.N.M.D.S.F instituut gedurende de jaren rond 1920.
Tuigers James Keysor, James Morlee, Robert Green en de benodigde arbeiders
krachten
Zeilmakers Walter Woodser Woods
Scheepstimmerman A.Cattee,Charles Morley & Josh Goodwin, die een blok maker was.
Smeden C.Dunsdon, A.Dunsdon & Arther Clarke.
Naaister Mary Ann Todd
Kantoor A.D. Snell, die gepensioneerd werd en werd opgevolgd door dhr.Barnard &
G.L.Clarke
Winkels Charles Bush, Robert Green en schipper Lake
Koffie bar etc. In het seizoen alleen geopend en werd meestal geleid door missionarissen
uit Schotland.
Van deze lijst kan gezien worden dat de organisatie van de Missie zelf voorzienend was in het onderhoud, de reparatie en vernieuwing van tuigage en machinerie van de schepen en bouwwerken.
Ofschoon de glorie dagen van de vloten reeds hun hoogte punten hadden beleefd, was er nog, na bijna 50 jaar van bestaan, genoeg werk, om te worden uitgevoerd in de bedrijfstak van de visserij industrie, ofschoon de Missie zich nu meer ging bezig houden met het wal gebeuren en tegen 1914 er zeven wal instituten opgericht waren, in elf havens..
wordt vervolgd
Gelogd
Pagina's:
1
...
16
17
18
19
[
20
]
21
22
23
24
...
105
« vorige
volgende »
Ga naar:
Selecteer een bestemming:
-----------------------------
Vraag en antwoord
-----------------------------
=> Vraag en antwoord
=> Stamboom en Genealogie
-----------------------------
Hoofdindex
-----------------------------
=> Praatgroep Scheveningen
=> Wie wat waar
=> Gekeuvel
=> Alles over Duindorp
=> Drilling Offshore Site
-----------------------------
Historie
-----------------------------
=> Historische gebeurtenissen
=> Gebouwen en monumenten
=> Klederdracht
=> Portret Foto's
=> Straten en hofjes
=> Mooie momenten
=> Overige
1 uur
1 dag
1 week
1 maand
blijvend
Login met gebruikersnaam, wachtwoord en sessielengte
Powered by SMF 1.1.4
|
SMF © 2006, Simple Machines LLC
Laden...