Welkom, Gast. Alsjeblieft inloggen of registreren.
21-11-2024, 22:23:12
Startpagina Help Zoek Inloggen Registreren
Nieuws: Nieuwe leden moeten helaas wachten tot dat de webmaster ze accepteert. Er is veel kaf onder het koren. Het beste kunt u na registratie ons nog even een e-mail sturen jolydesign@ziggo.nl.

+  Vraag en antwoord & Wie wat waar
|-+  Vraag en antwoord
| |-+  Vraag en antwoord
| | |-+  Herinneringen deel 3
« vorige volgende »
Pagina's: 1 ... 60 61 62 63 [64] 65 66 67 68 ... 105 Omlaag Print
Auteur Topic: Herinneringen deel 3  (gelezen 817084 keer)
vreemdeling
Schipper
*****
Berichten: 1860


Bekijk profiel
« Antwoord #945 Gepost op: 17-12-2018, 07:56:10 »

De Geschiedenis van de Commerciële Visserij.         Deel 2                                            7360

De Confederatie tot aan de Eerste Wereld Oorlog      1867 tot 1918

Bij de Canadese Confederatie van 1867 werd aan de Federale Regering  bevoegdheid gegeven over de visserij en werd het Departement van Scheepvaart en Visserij opgericht..
Vervolgens, aan het einde van de wederzijdse overeenkomst, confisqueerden de Canadezen  verschillende Amerikaanse schepen. Dit conflict werd verwezen naar het Verdrag van Washington van 1871, wat de visserij herstelde en de vrije handel voor de visserij, alleen en in andere bepalingen het bijeenhouden van de status van Canada  als een onafhankelijke natie.
In 1885 herriepen de Verenigde Staten  de visserij bepalingen van het verdrag..
Weer zette  Canada haar patrouille vloot in en de relatie tussen de twee staten was soms van....... “hoor en weder hoor,” ….. tot een voorlopige overeenkomst toestond voor een beperkte Amerikaanse entree, naar de Canadese havens, voor bunkers en andere doelen, echter niet om te vissen binnen de  drie mijl zone.
In de Pacific oceaan, werden de conflicten tussen de Amerikaanse en Canadese zeehonden visserij in de Beringzee door een internationaal tribunaal in 1883 opgelost en bij een volgende internationale  overeenkomst.
In Newfoundland waren vreemde vissersschepen die aas kochten van de plaatselijke visserlui en de koloniale autoriteiten stelden een Aas Akte op, in een poging deze handel te controleren.
Door haar eigenwijze en gedeeltelijke succesvolle pogingen om vreemde visserij te beheren, won Newfoundland  meer respect van de Verenigde Staten en Canada en meer onafhankelijkheid van Groot Britannie..
De pro Confederatieve wetgeving  in de provincie van Canada, met inbegrip van een systeem van  gedeeltelijke licentie, was beperkt ontworpen, om de privé standplaats eigendommen  van de zalm visserij te beschermen..
Overwogen in de Visserij Akte van 1868, bood deze kracht het potentieel in balans te brengen, van de  visserij  pogingen,  met een overvloed aan hulpbronnen.
Maar in de late jaren van de 19e eeuw, verzwakten de beslissingen van de Britse Gerechtelijke  Comité van de Ingewijde Raad van Federale Autoriteiten in de zoet water visserij,  met betrekking tot de provinciale autoriteiten.
Een resultaat was een geruststelling in de toegestane procedures voor de zoet water visserij vergunningen.
In de zee visserij, negeerden de autoriteiten over het algemeen de vergunningen en liet het de mensen vrij vissen, behalve in de zalm visserij in Brits Columbia aan de westkust van Canada..
De visserij diensten zochten een instandhouding door middel van andere middelen..
Verschillende koninklijke  commissies verleenden de rationele voor regulatieve handelingen, gewoonlijk resulterend in beperkingen van de vis tijden en seizoenen., de grootte van de vis en het vistuig ( Zo als voorbeeld, werd de purse seine visserij gedurende vele jaren  in de Atlantische visserij verboden..)
De Visserij Akte verbood ook om voorwerpen te plaatsen, wat schadelijk zou zijn,  om in deze wateren te vissen.... De uitgifte van vergunningen , milieuvervuiling en andere krachtige bepalingen van  deze sterke Akte,  bleef de grondvesting van het Canadese visserij beheer.
In een halve eeuw, volgend op de Confederation ( Staten Bond ) , ontwikkelde de visserij diensten een uitgebreide kweek programma.
Ofschoon de visserij autoriteiten rond 1930 reusachtige resultaten claimden, was het programma resultaat  minimaal en de meeste kwekerijen moesten sluiten, vooral in Brits Columbia aan de westkust..
Een aantal van deze kwekerijen bleven nog aan de Oostkust geopend, merendeels  om de rivieren te bevoorraden met vis, voor de sport visserij.
In 1886 vestigde de Federale Regering de eerste  van verschillende biologische en technische  onderzoek stations onder het Biologische Bestuur van Canada ( wat later het Visserij Onderzoek Bestuur werd )
Onmiddellijk na de Confederation, trachtte de Maritieme leiders profijt te trekken uit de nieuwe mogelijkheden van het continent,  in spoorwegen en fabricage en verrichtte weinig inzet, om de uit zich zelf sterker wordende hout- vis zee export economie, te promoten.
Daar de verwante industrieën terug liepen, door de Eerste Wereld Oorlog, bleef alleen de visserij een belangrijke werkgever.
Meer dan duizend verspreid liggende woongemeenschappen waren afhankelijk van de visserij en vonden het vaak moeilijk, om in een goed levens onderhoud te kunnen voorzien..
Ondertussen veranderden de groeiende verstedelijking,, de industrie en de continentale economie, de kust gewoonten..
Stalen schepen  met grotere betrouwbaarheid, veiligheid en afmeting , begonnen de houten handels schepen te vervangen..
In de Newfoundlandse zeehonden visserij, begon in 1860 de vervanging van de zeilschepen door stoomschepen, wat leidde tot werkloosheid..
Toenemende inblik technologie , creëerde in de Fundy Baai een sardine industrie en een  enorme vergroting van de kreeften industrie, met wel honderden kleine vestigingen..
Rond de Eerste Wereld Oorlog, werden trawlers, …...krachtige motorschepen , die een groot conisch net langs de boden sleepten... belangrijk voor de grond visserij. ( grondvis zijn de vissoorten die zich op de zeebodem bevinden, zoals kabeljauw.).
De Federale Autoriteiten verplichtte  deze trawlers om op een afstand van minstens 12 zeemijlen van de kust af te vissen.
Op andere plaatsen in Canada, had de Ontario visserij in de 19e eeuw verse vis markten in de directe omgeving en waren minder afhankelijk van de inblik industrie en het in zouten van de vis.
De voortdurende visserij trend in de Grote Meren van Canada, leidde tot de uitdunning van gewilde soorten vis, wat toestond, dat minder waardevolle soorten vis het overnamen.
Eveneens, milieu veranderingen resulteerden van stijgende bevolking en veroorzaakte het verdwijnen van de Atlantische zalm uit het Ontario meer.
In de prairies, domineerde de vroegere visserij op de meren, door bedrijven die kleine boten verhuurden aan visserlui, wat vaak afkomstig waren van de autochtone bevolking.
Een sterke winter visserij, waarbij netten onder het is werden uitgezet, ontwikkelde zich ook.
Aan de kust van de Pacific Oceaan, werd gezouten en gedroogde vis gebruikt door de autochtone bevolking, door bont handelaren en mijnwerkers.
Vanaf 1870, bouwden ondernemers veel zalm inblik fabrieken.
De inblik technologie en de akkoord modellen gaven de Brits Columbiaanse industrie een meer geconcentreerd  karakter dan de industrie aan de Atlantische kust.
Zelf in geïsoleerde plaatsen was de industrie afhankelijk van het samen brengen van veel  fabriek arbeiders en veel schepen, om deel te kunnen nemen aan de seizoen verplaatsingen van de Pacific zalm.
De spoorwegen verzorgden het transport naar de grotere markten voor de zalm en voor de heilbot visserij, die in de vroege jaren nog schoeners gebruikten voor de uitoefening van de visserij en die later gebruik gingen maken van stoomschepen.
De Eerste Wereld Oorlog onderbrak de vis leveranties naar Europa, wat een enorme klap uitdeelde aan de visserij industrie van Canada..
Daar de prijzen en de inkomsten stegen, werd rond 1920, het gebruik van diesel motoren normaal op de grotere schepen.
De Federale Regering stopte met het nationale systeem, wat voor de oorlog was ingevoerd, op de transport subsidies voor vis..

Het bleek, dat de visserij  het nu wel alleen af kon.!

Wordt vervolgd
Gelogd
jacobcramer
Schipper
*****
Berichten: 1246


bijna


Bekijk profiel WWW E-mail
« Antwoord #946 Gepost op: 17-12-2018, 14:34:14 »

hallo Cor
ik loop een beetje achter met lezen , maar op nummertje 922 ging het over Victor Chambers.
daar was mijn vader mee bevriend , hij probeerde mijn vader over te halen om met het gezin
naar Ierland te verhuizen maar mijn moeder wilde niet . als prenter ging ik mee met een reisje
Ierse zee en gingen voor anker bij Waterford en kwam Victor ons ophalen om op visite te gaan
bij hem thuis
ik heb er een kerstkaart bijgedaan uit 1965 en wens jullie een fijne kerst en een goed 2019


* chambers.jpg (143.36 KB, 700x477 - bekeken 715 keer.)

* green_pastures_II.jpg (145.02 KB, 800x511 - bekeken 770 keer.)
Gelogd
vreemdeling
Schipper
*****
Berichten: 1860


Bekijk profiel
« Antwoord #947 Gepost op: 17-12-2018, 16:53:37 »

Jacob Cramer,
Wat een mooie herinnering aan 1965/1966 met jullie Ierse vrienden.
Was het bezoek aan Ierland in de haring tijd, in het late najaar of vroege voor jaar ?
Jij moet wel vrij geweest zijn van school gang of mocht er gespijbeld worden ?
De Ierse  en Schotse verhalen zijn echt wel interessant, Je moet wel diep spitten om ze te vinden.
Ik doe het met het grootste plezier, Kost wel enorm veel tijd , maar zo.n bericht wat jij mij vandaag stuurde is een heel dankbaar  antwoord en zeker in gezelschap van de nodige en welgemeende  Kerst en Nieuwjaar wensen.
Ook van deze kant de beste wensen voor de Kerstdagen en Nieuwjaar.
Een goede gezondheid toegewenst
Mogelijk kunnen wij weer eens een afspraak maken als Jan Harteveld weer uit Schotland terug is.

Vreemdeling Cor.
Gelogd
zier
Schipper
*****
Berichten: 3619


wie de mens leerd kenne, leerd de dieren waardeere


Bekijk profiel
« Antwoord #948 Gepost op: 17-12-2018, 22:42:05 »

Victor was de geen die de aankoop regelde voor verschillende reeders.
Gelogd
jacobcramer
Schipper
*****
Berichten: 1246


bijna


Bekijk profiel WWW E-mail
« Antwoord #949 Gepost op: 17-12-2018, 23:47:55 »

ik ging in de zomervakantie altijd met men vader mee , die reis was een experimentele
reis naar de Ierse zee met de SCH 171 en de 261 , uiteindelijk was de visserij slecht , als
prenter was het prachtig met mooi weer , het was veel varen en dan weer de netten overboord
ook op een zondag op het eiland Man geweest
en Zier ik weet nog dat mijn vader voor Vrolijk naar ierland ging in een hotel om haring te kopen
en zo heeft hij Victor leren kennen
Gelogd
vreemdeling
Schipper
*****
Berichten: 1860


Bekijk profiel
« Antwoord #950 Gepost op: 18-12-2018, 09:43:07 »

Zier,
wij hebben je heel lang gemist.
Of gaat de ouderdom nu ook een woordje mee spreken ?
Maar .... van harte welkom
Jij was altijd zo actief.
Of ben je nog steeds onder de indruk van de trein / tram verbinding naar Hoek van Holland,
Groeten en prettige feestdagen en jaar wisseling.
. Cor.
Gelogd
vreemdeling
Schipper
*****
Berichten: 1860


Bekijk profiel
« Antwoord #951 Gepost op: 18-12-2018, 09:47:26 »

De Geschiedenis van de Commerciële Visserij.        Deel no.3                    6691
Hausse en Depressie

In de vooroorlogse Maritimes,* voerden zij met de productie van gezouten bodem vis,  nog steeds de bedrijfstak aan, maar de verse vis handel werd belangrijker dan voorheen.
St. Jacobsschelp  en zwaardvis hadden zich bij de haring, de kreeft en andere visserijen gevoegd
De Grote Depressie begon al eerder in de Atlantische visserij, versneld door de technologie en handels factoren.
Terwijl bij de Newfoundland en Golf van St. Lawrence visserij grotendeels werd gevist met oude vissersschepen, afkomstig uit Nova Scotia, gebruikte de vloot van de Europese vissers, meer betrouwbaarder trawlers.
In 1920, na wat van de markt verloren te hebben aan Europese aanbieders, wedijverde Newfoundland meer standvastig op de West Indië markten, die traditioneel door de Maritimes* werden aangeleverd..
Dit veroorzaakte een prijs verlaging, wat veel visserlui dwong om een andere visserij te gaan beoefenen.,wat alleen maar een volgende prijs verlaging liet zien, in een terugkaatsend effect.
Ondertussen hadden Amerikaanse ondernemingen  het fileren van vis en het snel invries proces van vis ontwikkeld, wat hen in staat stelden om verpakte verse of bevroren vis filets te verkopen, in plaats van hele vissen, en voor een grotere markt.
Toenemende economische moeilijkheden bracht rond 1927 ,een  Koninklijke Commissie, wiens bevindingen een tweeledig effect had.:
Ten eerste, werd de trawler vloot ingekrompen tot drie of vier trawlers gedurende jaren rond 1930.. Deze vermindering, gecombineerd met de afnemende markten en  investering van kapitaal., verruimde een bestaande technologie vertraging en een vertraagde ontwikkeling voor vele jaren..
Ofschoon de vloot uit Lunenburg speciaal de winter visserij beoefende voor de verse vis markten,  vertraagde het trawler “verbod”, de groei van de verse en de verse vries vis en constante visserij, het gehele jaar door.
Ten tweede, spoorde de Federale Regering aan om te helpen bij het opzetten van een Visserman's Co-operatie , wat leidde tot de oprichting van de Verenigde Maritimes* Visserlui Co-operatie en de Quebec Verenigde Visserlui.

Ondertussen, begon in Newfoundland, al voor de Eerste Werelds Oorlog,  een merkwaardige visserlui beweging, toen William Coaker de Visserlui  Beschermde Unie ( FPU ) veranderde in een sterke industrieel en politieke macht.
Coakers's pogingen  de visserij markten te reorganiseren, faalden en de FPU verwaterde  tijdens de dertiger jaren..
Newfoundlandse exporteurs bleven zwak en waren van plan om over de concurrentie te onderhandelen.
Tijdens de depressie was armoede een gewone zaak in de regio's van de Maritimes en Quebec, en was slechter in Newfoundland..
De “oudste”kolonie, zoals zij vaak werd genoemd, moest  een financiële inzinking onder ogen zien in de periode rond 1930 en verloor haar zelfbestuur in 1934.
De Britse autoriteiten stelden een  Regering Commissie  aan, die de export handel regelde.
In de visserij , in de Prairie provincies, creëerde overbevissing, overbevolking, gebrek aan organisatie en een zwakke markt , een onstabiele, lage inkomsten visserij.
De Regering probeerden diverse verbetering schema's uit, met inbegrip van een meer en en scheeps   quota's en een vloot beperking, maar zonder een grondige en effectieve toepassing..
In Brits Columbia, na de Eerste Wereld Oorlog,  eindigde de vraag naar veteranen voor werkgelegenheid in “beperkte aanmeldingen “ in de zalm visserij, tenminste voor blanke bewoners
Beperkingen  bleven er gedurende enige tijd  voor autochtone bewoners en voor de Japans-Canadese inwoners, terwijl de blanken visserlui de overhand verkregen in de visserij..
Met staande want netten nog steeds veel in gebruik, groeide de , purse seine en trawl visserij. De zalm industrie  met meer dan 70 vestigingen aan het begin van de eeuw, begon zich te verstevigen in de late jaren van 1920 ( zoals zij ook weer deed  rond 1950 en in de na jaren rond 1970.
De Heilbot Overeenkomst tussen Canada en de U,S.A , was Canada's eerste onafhankelijke  getekende overeenkomst.
Onder haar ondersteuning, regelde de Internationale Pacific Heilbot Commissie , een baanbrekende gewaagde onderneming in het  internationale  beheer, regelde en verbeterde de heilbot visserij in de Pacific oceaan, gedeeltelijk door conservatie quota's.
De pilchard visserij (  Californische sardines ) visserij ontwikkelde zich in de late jaren rond 1920 en gebruikte  de purse seine  netten en een  “prijs vermindering “ visserij, zette het visvlees en de  graten om in kunstmest en vismeel.. Dat leidde tot een hoog conjunctuur in de jaren rond 1930 maar mislukte rond 1940, toen de bron afnam.
De kust visserlui van de Pacific gingen door met organiseren, meer dan de  visserlui van de Atlantische kust en hun organisaties hadden een langere invloed.
Een van de organisaties, door de Prins Rupert Visserlui Gemeenschappelijke  Vereniging, hield stand tot rond 1930 en werd één van de succesvolste Gemeenschappen van visserlui, dominerend in de noordelijke Brits Columbiaanse visserij .gedurende meerdere tientallen van jaren.
Hoewel , doorgaande  met de  regulering van een uitgebreide handhaving, toonde het Federale Visserij Beheer, weinig kracht voor innovatie, tussen de twee oorlogen..
In 1922 stond de Federale Regering de provincie Quebec to, om haar  eigen bestand van vaste vissers uitrustingen te beheren of dat deel van de visserij, wat gebruik maakte van stationaire  uitrustingen,  zoals vis vallen en verankerde beugen op de bodem van de oceaan.
In 1928 volgde er een rechtbank beslissing en ging men  er mee akkoord dat de controle over de verwerking plaatsen, door de provincies werd uitgevoerd.
In 1930 werd  er in toegestemd dat de Prairie provincies hun eigen visserij beheerden en scheidde het Departement van Visserij zich af van het Departement van Marine.
Later,  in de dertiger jaren, richtten de visserij departementen , het “Zouten Vis Beheer” op,  om de zaken van de exporteurs  te regelen en subsidiëren, een maatregel die werd overgenomen door de gebeurtenissen van de Tweede Wereld Oorlog..
De oorlog veranderde de prijzen en de inkomens en het beheer verdween, in het algemene oorlogstijd systeem van controles..
De visserij departementen beëindigden het purse seine verbod van de dertiger jaren en begon beperkingen  te schrappen voor de trawlers, daar de oorlog een vonk afstraalde van een nieuwe nadruk  op de productiviteit en de ontwikkeling..



Maritimes.
Een regio in oost Canada, bestaande uit 3 provincies, n.l. New Brunswick, Nova Scotia en Prince Edward eiland..
De meest oostelijke provincies waren Newfoundland en Labrador.
Gezamenlijk maakten deze vijf provincies, de regio Atlantic Canada.

Einde
Gelogd
vreemdeling
Schipper
*****
Berichten: 1860


Bekijk profiel
« Antwoord #952 Gepost op: 19-12-2018, 07:55:31 »

De Geschiedenis van de Commerciële Visserij.      Deel no.4                     

De Eeuw van de Vooruitgang 1945 -1968

Tijdens en na de 2e Wereld Oorlog nam de visserij vloot  nieuwe technologie in gebruik,  met inbegrip van radio's, sonar, nylon netten en hydraulisch  aangedreven uitrustingen.
Toenemend konden  sterkere schepen heen en weer vissen en meer vis vangen en de vis over grotere afstanden vervoeren.
De Regering moedigde de technologie en andere ontwikkelingen aan..
De Federale Regering verruimde de subsidies,  om veel visserlui te helpen met de bouw van nieuwe schepen.
Zij verleenden ook hun hulp, om het Visserij Prijzen Ondersteuning Beheer ( 1947 ) op te zetten en in de jaren rond 1950, breidde zij hun hulp uit met een  Werklozen Verzekering voor zelfstandige visserlui en stichtte zij voor de visserlui een Leen- en Scheep Verzekering programma..
De Regering moedigde de visserij aan van nieuwe commerciële soorten vis, met inbegrip van roodbaars, schol en andere platvis, krab, garnalen en de St. Jacobsschelp op dieper water..
Het Atlantische Provinciale Leen Beheer bood gunstige rente tarieven aan voor visserlui, wat hen in staat stelde, hun vloot te moderniseren en hielp bij de ondersteuning van de uitbreiding van de..
verwerking bedrijven
In Newfoundland, tijdens de jaren rond 1950 en 1960, sponsorde Premier Joey Smallwood de hervestiging van kleine gemeenschappen in de “groei centra “, zoals Trepassey.
De ontwikkeling van de visserij nam toe, door toenemende welvaart en koeling thuis, in de winkels en bij de transport en opslag  voorzieningen, wat  leidde tot toename  van de vraag naar bevroren vis, wat fundamenteel de grondvis industrie veranderde.
Een aantal  van verticale geïntegreerde maatschappijen ( ( combinerend de visserij, de verwerking en de marketing activiteiten ) bestuurden grote verwerking- en invries bedrijven, welke elk goed waren voor honderden arbeid plaatsen, vaak het gehele jaar door..
Deze grotere maatschappijen bouwden een vloot op van ongeveer 150 trawlers, die  bijna evenveel grondvis opvisten  als duizenden kleinere scheepjes en domineerden zo de productie en de markt..
De belangrijkste maatschappijen, mettertijd samengevat tot ongeveer een half dozijn, bestuurden  grote grondvis vestigingen in meer dan 20  havens, ,zoals Lunenburg, Canso, Grand Bank  en Marystown en breidde zich ook uit in de kreeft, St. Jacob schelp  en haring visserij.
Maar de druk van de ontwikkeling resulteerde in een crisis stemming van overbevissing en over capaciteit.
Overcapaciteit  was de term die gebruikt werd wanneer de vaardigheid van de visserman om vis te vangen, gebruik makend van welke technologie ook, die voor hen beschikbaar was,gebruikt werd dat teveel vis gevangen werd ,van het instandhouding perspectief.
In de jaren rond 1960 moedigde de Federale- en Provinciale Regeringen de seine-net visserij  in de Atlantische Oceaan aan, ondanks  het voorbeeld van overbevissing op de haring voorraden bij de kusten van de Pacific Oceaan, waar deze visserij verboden was vanaf 1967 tot 1972..
Niet alleen de grote trawlers, maar schepen uit alle sectoren, waren hun  viskracht aan het opvoeren.,
Overuitbreiding in sommige gebieden, daar de visserlui zich haastten om de vis te vangen voor hun concurrenten, begonnen de voorraden uit te dunnen en intensiveerde  de chronische problemen van de bedrijfstak, van lage inkomsten en instabiliteit..
Maar weinig stemmen in de Regering waarschuwden voor de consequenties van overbevissing, tot laat in de zestiger jaren..
De Internationale Commissie  voor de Noordwest Atlantische Visserij ( ICNAF ) deed bescheiden pogingen om de internationale visserij  te regelen, wat alleen maar hoofdzakelijk de grondvis betrof.
De ICNAF verzamelde uitgebreide gegevens over vis overvloed en locaties en stelden een lichte controle in, zoals voorschriften voor maas wijdte.
Maar haar doel was maximale duurzame opbrengst ( dat wil zeggen …..om de meeste vis te vangen, indien mogelijk, zonder gevaar aan te brengen aan de capaciteit om de vis soorten te herscheppen ) en het ontbrak hen  aan kracht van versterking en de politieke wil, om effectieve instandhouding maatregels te nemen.                                                                                                         .     
In Brits Columbia ontwikkelden na de oorlog de Federale bestuurders een uitmuntend korps van zalm bestuurders, die de zalm voorraad bijna stabiel hield, ondanks de toenemende druk van de visserij vloot en  het binnen vallen van een stedelijke industriële organisatie op vis leefgebieden.
Het Departement leidde de publieke opinie in een worsteling, over de potentiële schade aan de zalm voorraden door  Hydro electrische dammen.
De Brits Colombiaanse  visserlui organisaties, zoals de  Verenigde Visserlui en Bondgenoot Werkers Unie ( UFAWU )  en de verwerking instellingen beïnvloedde actief het visserij beheer
De UFAWU voerde druk uit over de vergunning controle om de verwachtingen voor de instandhouding en inkomens te verbeteren en dit kwam er in de late 1960 jaren..
Ondertussen verminderde het  bezit van schepen, bij de verwerking eenheden..
De Brits Colombiaanse vloot  werd meer onafhankelijk en de zalm inblik industrie werd toenemend verstevigd..
Nog steeds geconcentreerd  op zalm, haring en heilbot, had de Brits Colombiaanse visserij minder hulpmiddelen en een veel kleinere vloot dat de visserlui van de Atlantische Oceaan..
Maar haar visserlui waren  intelligenter en verdienden meer.
Op beide kusten en binnenland vermeerderden de  vele  part-time visserlui hun inkomen,  met andere werkzaamheden.

Wordt vervolgd.



Gelogd
zier
Schipper
*****
Berichten: 3619


wie de mens leerd kenne, leerd de dieren waardeere


Bekijk profiel
« Antwoord #953 Gepost op: 19-12-2018, 14:03:08 »

Jacob dat klopt,victor kocht in 58 al haring voor vrolijk en de bril.

Cor ik heb geen last van de metro in die 2 jaar heb ik hem nog niet nodig gehad,als ik naar de hoek moet doe ik het op de fiets en richting rotterdam kom ik nooit.
Als ik wat wil zien ga ik de polder in lopen genoeg paarden.
Gelogd
vreemdeling
Schipper
*****
Berichten: 1860


Bekijk profiel
« Antwoord #954 Gepost op: 20-12-2018, 09:14:51 »

De Geschiedenis van de Commerciële Visserij        deel no.5               

Het begin van het grootschalige beheer.  1968  tot 1984.

In deze periode gingen de belangrijkste visserijen, rond de beide kusten , door hoogtepunten en crisissen, de laatste gebruikelijke gehinderd door over uitbreiding in een industrie van schommelende bronnen en markten.
Sleutel maatregels hielden limieten in op het aantal en de grootte van de schepen en speciaal voor de Atlantische oceaan, het gebruik van vis quota's en visserij zones, stimulering van visserlui organisaties en de oprichting van veel industrie / regering advies commissies..
In 1979 schiep de Regering, het alleenstaande  Departement van Visserij en Oceanen ( DFO ), verantwoordelijk voor het visserij beheer en onderzoek, oceanografie, hydrografie en  havens voor kleine schepen.
Erkenning had die open visserij verspreid , wat er toe neigden, om meer visserlui en visserij kracht te verleiden,dan zij konden leveren.
Om voorraden te conserveren en inkomens te verzekeren , begon men met vergunning beperkingen in 1967 -68 en omvatte alle visserij onderdelen, aan het einde  van de zeventiger jaren,
Mensen moesten hun vergunning kopen en het aantal vergunningen was beperkt, ofschoon een bepaalde visserman waren, die houder kon zijn van diverse vergunningen, voor meerdere soorten van visserij.
Ofschoon de vergunningen een regering privilege en eigendom waren, kon de visserman ze werkelijk kopen en verkopen en er was geen directe controle op het aantal vissende visserlui..
Vergunning beheer beperkte vreemd eigendom en op de Atlantic, beschermde onafhankelijke visserlui zich, door een eigenaar – exploitant wet en verbood een bedrijf  overname van vergunningen ( wat de gescheiden vloot regeling werd genoemd ).
Speciaal voor  de Atlantic, maakte het Federale  Visserij Departement, toenemend gebruik van conservering quota's en visserij zones, om te vangst te beperken en op te delen.
De Visserlui organisaties  verzamelde nieuwe kracht, met Newfoundland als leider op deze weg . Visserlui en verwerkers namen nu deel aan de advies commissies vanuit de stoel van de Regering,, voor iedere belangrijke visserij en hielpen met de vis quota's te verdelen, tussen de diverse vloot sectoren.
Terwijl er regelgevende veranderingen plaats vonden, bleven de uitdagingen voortduren.                             Door kosten besparing en het probleem plan, kreeg de zoute vis handel stabiliteit in Newfoundland  en op de Quebec Noord Kust, nadat een federale kroon maatschap, de Canadese Zouten vis handel, de marketing over nam.                                                                                                                              In het midden van de zeventiger jaren werd de visserij door vreemde schepen een nationale kwestie. Canada breidde  op 1 Januari 1977 haar visserij limiet uit tot 200 nautische mijlen vanaf de kust-( ongeveer 370 km. )  Op 31 December 1997 werd het gebied een Exclusieve Economische Zone. Canada beïnvloedde de vis voorraden van de Verenigde Nationale Conventie van de wetten van de zee, wat in 1982 internationale goedkeuring kreeg en in 1994 van kracht werd..                                    Daar de meeste vreemde schepen de Atlantische zone hadden verlaten, versterkten de Federale Visserij Autoriteiten haar handhaving en verdubbelde zij het onderzoek..Strikte quota's beperkingen, veroorloofden een opbouw van de grondvis voorraad.                                                                 Wetenschappers voorspelden een sterke groei , vooral voor de  noordelijke kabeljauw voorraden van oost Newfoundland en Labrador. De gedachte was om de vloot stabiel te houden en de toename van de vis overvloed,en het iedereen ten goede zou komen.                                                                  In de late zeventiger jaren en de vroege tachtiger jaren, was er een groei en relatieve welvaart in de Atlantische visserij..Het Federale Visserij Departement  waarschuwde om voorzichtig te zijn. Terwijl zij geleidelijk haar  industriële ontwikkeling werk in de visserij en de verwerking afbouwde.                                                                                                               Maar de Atlantische Provinciale Regeringen en soms ook de Federale Regering, moedigden  uitbreiding aan.
De viskracht nam nog steeds toe.                                                                                                      Ofschoon een beperkte toegang  het aantal en de grootte van de schepen controleerden,lieten reglementen vaak toe dat scheepseigenaars vergunningen combineerden op grotere, vaak gesubsidieerde vaartuigen,.Omvangrijke schepen werden heel gewoon, met moderne electronica, wat een grotere vis vinding vermogen verschafte,                                                                       Ondanks de grotere vangsten , dreven kosten en markt factoren in de vroege tachtiger jaren, de vier grootste grondvis verwerkers, die de offshore trawler vloot controleerden en  vele andere  visserijen beïnvloedde, dichtbij een bankroet.                                                                                                   Ondanks inspanningen  om enige grote fabrieken te sluiten of te verstevigen, bevochten woongroepen met succes  sluitingen en bijna alle fabrieken bleven in bedrijf, zo lang als het ging. De globale  aanlandingen uit de Atlantische Oceaan, met andere woorden, het deel van de vangst wat aan de wal werd gebracht,  werd veel minder ten gevolge van de haring vermindering na de hausse van 1960, maar de waarde steeg  goed boven de  inflatie koers..
Grondvis aanlandingen waren belangrijk verminderd, nadat de 200 mijl limiet was ingesteld en waren nog aan het opleven..Met de grondvis  crisis schijnbaar opgelost en geen belangrijke problemen ergens anders , keken de  Regering en de industrie weer vooruit naar een goede vaart. Land inwaarts, de visserij in de prairie provincies, die meer vatbaar was voor problemen dan bij de Grote Meren visserij, kregen stabiliteit in 1969 toen de Federale Regering de  Zoetwater Vis Markt Coöperatie  opzette, een Kroon samenwerking markt voor vis van de Prairie en Noordwest Ontario vis..
In de Pacific Oceaan.begon de vergunning beperking voor de zalm visserij in 1968 en verspreidde zich over de andere takken van visserij. Welvaart zette een beweging naar duurdere en krachtiger schepen in gang,mogelijk gemaakt door vergunning regeling en het enorme Zalm Verbetering Programnma, opgezet door de Federale en Provinciale Regeringen in 1977, belovend een verdubbeling van de zalm overvloed..                                                                                                   Tijdens de  vroege tachtiger jaren,, veranderde er weinig en het industrie kapitaal verbeterde.                                                                                                                                          Ondanks regelmatige conflicten tussen visserij belangen en groeiende rivaliteit met de autochtonen en recreatie visserij, deed de Pacific commerciële visserij het weer goed in 1984.

Het Aanvoelen van de Stabiliteit.     1984 tot heden.
Rond het midden van 1980 was Canada  de leider  in de wereld van de vis export.                                     Vangsten  en opbrengsten,  werden steeds weer records.                                                                           Van de Atlantische Oceaan ,verwachtten de wetenschappers ruimschoots kabeljauw en andere grondvis, terwijl vermindering van de kreeften visserij werd gevreesd. Globaal gezien, leek  het er op dat de Atlantische industrie, een gouden eeuw van welvaart en zelf dragende stabiliteit zou  binnen komen.                                                                                                                                            Ook de Pacific stevende af op een record  aan zalm vangsten.

Wordt vervolgd


                                                               


Gelogd
vreemdeling
Schipper
*****
Berichten: 1860


Bekijk profiel
« Antwoord #955 Gepost op: 21-12-2018, 07:53:12 »

De Geschiedenis van de Commerciële Visserij         deel 6.                         

Quota's

Tijdens de tachtiger jaren, probeerde de Federale Regering verschillende ontwikkeling en hulp programma's uit.. Eerst aan de Atlantic en later ook aan de Pacific kust,voerde de Regering en de industrie in velerlei soorten van visserij, een nieuwe vorm van quota  beheer in,  wat stabiliteit en efficiëntie scheen te beloven..                                                                                                           Vanaf de jaren rond 1950,  hadden visserij experts de gemeenschappelijke natuur eigenschap  van de  industrie betreurd, met  haar neer gaande tendens over uitbreiding en crisis.                                                    Vergunning beperking verminderde niet de vaardigheid van het schip om efficiënt vis te vangen..                       In feiten schenen de schepen hun vangst met toenemende efficiëntie  te maken. Vanaf de late zeventiger jaren, na een revolutionair waagstuk in de Fundy Baai,  met de de purse- seine visserij, d  het idee  van individuele quota's ( IQ's ), zich ruimschoots verbreidde...
Het IQ gaf het potentieel, om de verwoestende  “race op de vis “te beëindigen, in plaats van  grotere, en duurdere schepen te bouwen, die meededen aan het grootste aandeel van een algemeen quota.     Een grotere betekenis van eigendom, door deze  quasi eigendom rechten,  werd er van verwacht , dat het de visserman zou ontmoedigen om voorraden beter te beheren,                                                     Spoedig er na, werden persoonlijke verhandelbare  quota's ( ITQ's ) ontwikkeld, die konden worden gekocht en worden verkocht, en om een minder aantal  ondernemingen de quota's te laten verstevigen, kenmerkend onder richtlijnen,  die buitensporige concentraties beschermden
Quasi eigendom rechten , speciaal de ITQ's ,veroorzaakte constante ruzies, de meeste er van voorkomend in het Atlantische gebied.                                                                                               Voorstanders  er van hielden dit,  als een kleinere aantal deelnemers, die langzamerhand visserij privileges  konden opkopen., zodat de industrie  dan meer stabieler  en zakelijker zouden worden. Sommigen  bekritiseerden ook de visserij met kleine scheepjes, als een seizoen gebonden,.minder efficiënte  sociale bewerking, hoofdzakelijk afhankelijk van de  werkeloosheid verzekering en  voor een einde naar de eigenaar / bediener en aparte vloot maatregels stuurden, die de gezamenlijke handelingen beperkten.
Tegenstanders beschuldigden, dat de IQ''s en de ITQ's aansprakelijk waren voor de privatisering van de visserij met de rijkste partijen, die dan de profijten zouden binnen halen.. Zij vreesden, dat een  grotere belangstelling, zij,  de vergunningen en de quota's zouden vergaren en hele gemeenschappen zouden over laten aan het “dank je wel “ van de beslissingen van de particuliere ondernemingen, wat dan zou leiden tot een omverwerping van het 1970 beleid, wat er op mikte, om  kleinere schepen in de vaart te gaan houden,  in handen van onafhankelijke exploitanten., wat een netto economisch verlies zou brengen, terwijl een paar er van profiteerden..
Naar de mening van de onafhankelijken en kleinere exploitanten, konden kleinere schepen en fabrieken net zo efficiënt zijn als het nood plan  voor grotere maatschappijen en konden  zij het geld beter verspreiden over meer mensen en woongemeenschappen en hiermee een grotere sociale waarde verkondigend. Zij bepleitte dit voor  de kleinere schepen, die op verschillende soorten visten,  gedurende het seizoen, in plaats van de grotere, gespecialiseerde schepen, die vaak waren begunstigd door de ITQ advocaten
Na verloop van tijd,  verweten ook de onafhankelijken IQ's en ITQ's bezitters voor instandhouding problemen, in het bijzonder bij de Atlantische trawler vloot , vissende onder onderneming toewijzingen.                                                                                                                                       Zij eisten,  dat het Departement van Visserij  en Oceanen,  niet  zoveel verschillende quota's  konden afdwingen en dat de IQ  of de ITQ houders geneigd waren om dump vis over te  bevissen en onjuiste rapporten, die allemaal in orde waren  om de lage waarde vis van hun quota uit te verdonkeren manen..
In antwoord hierop  dwong de Federale Regering de vergunning houders in veel soorten van visserij, om een privè controle systeem op te richten, van aankomsten in de havens, om de vangsten te inspecteren..
Ofschoon zij nog steeds onenigheid veroorzaakten, schenen de ITQ's en andere “quasi eigendoms rechten” zo voorbestemd te blijven en misschien zouden worden verspreid..
Bij de Atlantische visserij  overheersten zij in die visserijen, als grond vis kust visserij en als wat midden afstand grond visserij.,op golf krab, haring en de andere kustvisserijen  op kreeft ,kokkels, en de noordelijke garnalen
In de Pasific, ITQ's of gerelateerde verwikkelingen, spreidde zich uit over de haring, heilbot en andere soorten van visserij,  met wat  voorstellen aan hen, voor de zalm visserij..
ITQ's verwikkelingen hebben financiële lasten aangetrokken, niet alleen voor de vis voorraden te benadelen en  onmiskenbare alleen maar  grotere belangstelling profiteerden, maar ook kapitale waarden verdonkeremaanden , van vergunningen en quota's, dan de reikwijdte van onafhankelijke visserlui.. Maar  in sommige gevallen blijken  IQ en ITQ  bestellen onmiskenbaar voordelen  te hebben gebracht, aan zowel de instandhouding en de inkomens,. Vaak hebben zij de verwerking industrie een sterkere stem in het beheer van de voorraden gegeven ofschoon de begunstigden scheepseigenaars  maatschappijen  konden zijn, liever dan onafhankelijke visserlui.
Zulke regelingen hebben er voor gezorgd,het beste te werken waar exploitanten relatief minder in aantal zijn en veel gemeen hebben.

Canada,  als een totale quota vergunning houder, is verantwoordelijk voor meer dan de helft van aangelande waarde aan vis,  in de late negentiger jaren.


Wordt vervolgd


























Gelogd
vreemdeling
Schipper
*****
Berichten: 1860


Bekijk profiel
« Antwoord #956 Gepost op: 22-12-2018, 09:27:35 »

De Geschiedeis van de Commerciële Visserij          deel no. 7                         

De aanlandingen uit de Atlantische Oceaan bereikte een record , van meer dan 1,4 miljoen ton  vis in 1988. waarvan de grondvis het grootste deel was..
De totale waarde van de aangelande vis was over de biljoen dollars.
In Newfoundland echter,  klaagden  de kustvissers, dat de noordelijke kabeljauw schaars begon te worden.
Rond 1989 stelden de Federale wetenschappers een drastische beperking in, voor de noordelijke kabeljauw vangsten. Federale  ministers uit het kabinet uit die tijd hielden de quota's  hoger dan was aanbevolen.
In1992, 15 jaar na de invoering van de 200 mijl  zone, legde de Visserij en Oceanen Minister  John Crosbie, de visserij een moratorium ( uitstel ) op, voor de nu  gedecimeerde noordelijke kabeljauw visserij..Sluitingen volgden voor andere  belangrijke vis voorraden, zoals van kabeljauw, schelvis en andere soorten grondvis.
De totale  grondvis vangsten krompen in van 734.000 ton in 1988,  naar 96.000 ton in 1995 en de totale waarde zakte van 373 miljoen Dollar naar 102 miljoen Dollar.
Zo'n 40,000 personen, meestal fabriek arbeiders  verloren hun baan in de Atlantische kust provincies en in de provincie Quebec. ]
Richard Cashin, de leider van de  Newfoundlandse Visserlui, Voedsel en Mede Arbeiders Bond, noemde het “een hongersnood op Bijbelse schaal  – één grote verwoesting “
Ofschoon er enige grondvis voorraden weer werden geopend op lagere schaal in de negentiger jaren, bleef de visserij zorgelijk..
Milieu veranderingen, vreemde bevissing op de rand van de 200 mijl zone, ( waar binnen alleen maar de Canadese vissers mochten vissen ) en de plundering door groeiende kudden  van harp zeehonden, kunnen  ook allemaal een invloed hebben gehad in de grondvis voorraden., maar niemand heeft deze factoren als definitief aangerekend.
Veel waarnemers beschuldigden de Canadese overbevissing en een beheer systeem dat, ofschoon  klinkend op papier, achteraf bezien,  ernstige zwakke punten had en niet alleen de grondvis,
in de vroege  en moeilijke  wetenschap van de  bevolking bewegingsleer, hadden de wetenschappers blijkbaar de beide vis voorraden overschat en ook hun eigen kennis van zaken.
In de vroege tachtiger jaren hadden zij  grote problemen voorspeld voor de Atlantische kreeft en een enorme toename van de grondvis..
Een tiental jaren later, hadden de kreeften vangsten zich meer dan verdubbeld en de grondvis voorraad  was ineen gestort.,.
Het visserij vermogen  bleef groeien, vooral voor de gekweekte vis..
Ondanks limieten over de lengten en het aantal schepen, werden de visserlui  uitbundiger, grondiger en betere  vissers, met een  verbeterde elektronica..
Nooit  werd de handhaving meer complex met de langzame spreiding van honderden van groepen en individuele quota's..
Visserlui ontdoken de quota's, veranderden  de vangst statistieken en putten de wetenschappelijke voorraad beoordelingen uit . .
De provincies deden weinig pogingen om de snelle groei van de verwerking capaciteit te controleren en in feiten werd dit door de meesten aangemoedigd.

“Beperkte Toegang “ voor de 200 mijl zone, had slechts het aantal  vis vergunningen gecontroleerd.. Het aantal  geregistreerde visserlui groeide van ongeveer 35.000 in het midden van de zeventiger jaren tot ongeveer 60,000 rond de negentiger jaren.. De meeste van hen waren hulp krachten, die de visserij gebruikten als een toegangspoort naar de voordelen van de werklozen verzekering,
Overbevolking, overinvestering en over afhankelijkheid , bleven door gaan,  om de gemiddelde lonen te beperken.
Ondertussen veroorzaakten gebrek aan communicatie en van gezamenlijke  informatie, onenigheid en versplintering.
Kust vissers dwarsboomden de verre visserij, klein dwarsboomde groot en verschillende vis methoden dwarsboomde een andere methode..
Veel visserlui wantrouwde het Departement van Visserij en Oceanen ( DFO )  wetenschap en beheer en hielden gezamenlijke  vangst rapporten en andere zaken, achter,
De visserlui voelden zich vaak machteloos en beschouwde de Regering als  een vijand en werkte tegen bij pogingen van richtlijnen of samenwerking,
De Regering maakte zelden gebruik van systematische pogingen  om kennis van de visserlui  te vergaren.
De twee grootste “her-gerestrueerde “ grondvis maatschappijen, de Nationale Zee en de Visserij   Producten Internationaal, overleefden  de sluitingen van 1990, .maar ontdeden zich van de meeste van hun grote trawlers en veel vestigingen.,
Zij  vertrouwde meer op de onafhankelijkheid van eigen schepen, andere soorten en producten en op geïmporteerde vis,voor verwerking en handel.
In 1999 veranderde Nationaal Zee Producten haar naam  in High Liner Foods Inc.
Veel van de kleinere  grondvis  fabriekjes werden gesloten, hoofdzakelijk in Newfoundland.

Wordt vervolgd.
Gelogd
vreemdeling
Schipper
*****
Berichten: 1860


Bekijk profiel
« Antwoord #957 Gepost op: 23-12-2018, 09:41:22 »

Geschiedenis van de Commerciële Visserij            deel no,8                   

Vooruit.

In 1993 zette het Departement van Visserij en Oceanen, de Visserij Hulpbron Conservatie Raad     
( FRCC ) op,  wat de Regering wetenschappers  en de Hoge Ambtenaren, vertegenwoordigers van de industrie  en academici,  tezamen bracht.
De FRCC maakte aanbevelingen over de grondvis quota, die over het algemeen door de vertegenwoordigers van de Regering , werden opgevolgd.
Visserij door vreemden, ofschoon verboden binnen de 200 mijl zone, trof wat schuld op de uitgedunde voorraden, op de buiten randen van de 200 mijl zone,.
In 1995, onder Minister Brian Tobin, arresteerde Canada  de Spaanse trawler Estai , buiten de 200 mijl zone, wat een internationaal  dispuut veroorzaakte, maar ook beter gedrag op gang bracht,  door de Europese vissersvloot.
Ondertussen, oefende Canada  druk uit op de Verenigde Nationale Visserij  Overeenkomst, die  van kracht werd in 2001, om de controle op te voeren,   op de visserij ,het jaar  buiten de nationale zones.
Onder de Atlantische Grondvis Strategie (TAGS )  en verwante programma's , verleende de Federale Regering  meer dan 4 biljoen dollars voor de assistentie , om de economische afhankelijkheid op de visserijen te verminderen..
Vergunning vermindering programma's, andere vergunning  veranderingen, en moeilijkheden  van de industrie , verminderden verder de  samenwerking.
Hoewel de Atlantische visserijkracht hoog bleef, ging het aantal  schepen en het aantal geregistreerde  visserlui omlaag, voor ongeveer een derde gedeelte,  rond  het jaar 2000.
Terwijl de grondvis industrie inzakte, toonde  de visserij op soorten in de open zee en ook de visserij op kreeften en garnalen, geen problemen tijdens dezelfde periode..
Schelpdieren visserij  verving de grondvis visserij als een toonaangevende  visserij en ofschoon het minder verwerking arbeidsplaatsen op leverde, bracht de schelpdier bloei en record brekende toename  in de Atlantische aanlandingen.,voor een waarde  van 954 miljoen dollar in 1990  naar 1,8 biljoen  dollar,  in 2002.
In het kielzog van de  grondvis instorting, moest het Federale Visserij Departement,   begroting kosten onder ogen zien, in het  midden van de negentiger jaren..
Binnen een regering reorganisatie, veranderde de DFO, samengevoegd met de Canadese Kustwacht en de visserij,  verantwoordelijken in het Canadese Voedsel Inspectie Agentschap.
De DFO begon opnieuw  haar kern machtiging te benadrukken van instandhouding, samen met zelf dragende levensvatbaarheid, in de bedrijfstak.,
Sommige industriële groepen, typisch van meer homogene en betere af zijnde visserijen, begon fondsen uit te geven voor onderzoek en versterking  en beheerden bepaalde aspecten van het beleid...
Speciaal in Newfoundland en Quebec, verplaatste de federale en provinciale  regeringen en de industrie, zich naar een hoger professionele standaard en opleiding van visserlui..
Vergunning regels schenen de stabiliteit te hebben verbeterd, zelfs echter waren ook de hoge kosten voor de vergunningen, de schepen en de quota's, in sommige  gevallen  voor nieuwe onafhankelijke inschrijvers, een aanmoediging  voor meer bedrijfscontrole.
Ofschoon nooit kalm , scheen de Atlantische visserij aan het einde van de eeuw minder onrustig te zijn dan in het  recente verleden.
De oorspronkelijke bewoners, die een goed gevestigde visserij hadden in de voorgaande Europese periode , speelden een grote rol in de Atlantische visserij.
In 1992,opende de Sparrow's beslissing van de  Hoge Raad van Canada, de weg voor meer oorspronkelijke bewoners,  tot deelname in voedsel, sociale en ceremoniële visserij.
De DFO zette er een oorspronkelijke nationale bewoners  Visserij Strategie voor in de plaats, om de oorspronkelijke bewoners aan te moedigen voor deelname in onderzoek, beheer en de commerciële visserij..
In 1999, verordineerde een beslissing van de Hoge Raad, de Maarschalk beslissing, erkennend de genootschap rechten in de commerciële visserij voor 34 groepen,  in de Atlantische visserij..
De DFO onderhandelde over de afspraken met de meeste van deze groepen, in de voorziening van toegang voor schepen, vergunningen en quota's.
Miljoenen dollars werden uitbetaald aan de commerciële visserlui,  die vrijwillig met pensioen gingen door hun vergunningen over te dragen aan de oorspronkelijke bewoners.

Brits Columbia  had traditioneel  een beter georganiseerd onderwijs  , en meer beter verstedelijkte  visserlui.
Zalm aanlandingen en de algemene visserij waarden , waren hoog in de late tachtiger jaren en in de vroege negentiger jaren.. Zelfs zo, dat de Brits Columbiaanse visserlui voelde dat zij invloed verloren aan de recreatie  visserlui en de kleine maar groeiende oorspronkelijke bewoners visserij en beroofd werden bij de Amerikaanse fout om volledig te voldoen aan het, in  1985 gesloten . Pacific Zalm verdrag.
De laatste kwestie werd vervangen,door een nieuwe overeenkomst in 1999 .
Ondertussen verminderden de zalm aanlandingen  drastisch in het midden van de negentiger jaren,
Een halve eeuw eerde, hadden de reglementen de meeste schepen bijna iedere dag van het seizoen , laten vissen, maar rond 1997, bracht  een controle bij een sterke vloot en een zwakke voorraad veel schepen voor 10 of 11 maanden  van het jaar  aan de kant, met de chinook en coho  zalm soorten een teken gevend,  van een ernstige  vermindering van voorraad...
Bovendien scheen de visserij druk en het verlies van woonplaats, veranderingen van de oceaan beïnvloeding op het te overleven, een sleutel  oorzaak te zijn.
Andere Brits Columbiaanse visserijen, zoals haring, heilbot  en andere grondvis soorten, met inbegrip van de sabel vis en schelpdieren, verliepen wel voor het grootste deel goed genoeg,. Velen verdienden in waarde en hielpen in sommige gevallen bij de ITO's.
Maar de zalm visserij  had niet alleen te maken met een hulpbron, maar ook met een markt ramp..
Prijzen zakten in, daar de kweek cultuur meer voorraden uit stortte  op de wereld markten.
Ofschoon nog klein in vergelijking met de leiding gevende landen, groeide de Canadese kweek cultuur  snel.
Rond 2002 bereikte de productie waarde  een bedrag van 639 miljoen dollars, het meeste  afkomstig van de kwekerijen van de Atlantische zalm, die zelfs door de  vis kwekerijen van de Pacific oceaan ,werden binnen gehaald..
Brits Columbia  voorzag  Canada voor meer dan de helft van de kweek  cultuur waarde.

In Brits Columbia hielp de wilde zalm visserij, door een strikt instandhouding beleid, in de late negentiger jaren, met inbegrip van visserij bezuinigingen en vistuig veranderingen, om de druk te verminderen op de chinook en coho zalm soort en de zalm in het algemeen.
Beginnend in 1996,  verminderden regering programma's en de condities in de bedrijfstak, de deelneming in de Brits Columbia visserij..
Het aantal  vissers met vergunning en vissers vaartuigen, verminderde in de bedrijfstak..
Ofschoon de grotere  bedrijven in tact bleven, namen sommigen zelfs een bredere eigendom positie in de  zalm vloot in en  het aantal  van de grote industriële zalm conservering  fabrieken verminderde  tot een hand vol.. De verwerking en de markt sectoren werden minder bedrijf gericht en meer ondernemend.
Aan het einde van de eeuw, ondanks ontmoedigende  korte termijn verwachtingen voor de zalm en haring visserij en wat  onzekerheid in de kust gemeenschappen, had de veerkrachtige visserij van Brits Columbia de hoop op voortzetting als een dynamische bedrijfstak..
De zoet water visserij scheen ook op het laatst halverwege stabiel, met veel deelnemers, die gebruik maakten van IQ's en ITQ's en met de Zoetwater Vis Markten Vereniging, nog steeds sterk in het binnenland.
Aan het begin van de nieuwe eeuw, scheen de samenwerking en medezeggenschap te worden verbeterd en de inkomens waren in veel gebieden redelijk.
Daar  moderne technologie de vis vangsten bekwaamheid verstevigde, doemden er voor andere factoren  grotere lotsbestemmingen voor de visserman op, namelijk hun bekwaamheid in de handel, in de  representatie en in de aankoop  van de juiste  vergunningen..
Aan de beide kusten behield de visserij een uitdaging, ondanks haar ingewikkeldheid, de strijdlustigheid en met een beladen crisis geschiedenis..
Zelfs in slechte  tijden hadden veel visserlui niet alleen geen keus, maar ook geen wens,  om uit het beroep te stappen, wat door hun familie, woongemeenschap en cultuur, was gevormd.
Ondanks al deze moeilijkheden, vonden velen van hen nog een bevredigende baan..

 Alleen werkend op het water, was het leven van een visserman,  met haar vele uitdagingen en waarnemingen,  volslagen onbekend voor de rest van ons.

Einde
Gelogd
vreemdeling
Schipper
*****
Berichten: 1860


Bekijk profiel
« Antwoord #958 Gepost op: 24-12-2018, 09:26:53 »

De Kabeljauw. en Newfoundland.                                                                                  8135
                                                               
Het was de vis die Europeanen naar Newfoundland bracht.
Het was de vis die het patroon van hun nederzetting dicteerde.
En het was het vangen, zouten, drogen en vermarkten van de vis,  die de vormen en structuren vastlegde van de maatschappij die zij bouwden.
Tweehonderd jaar lang werd de visserij voornamelijk als een seizoensgebonden onderneming uitgevoerd vanuit havens aan de andere kant van de Atlantische Oceaan, maar naarmate de markt- en concurrentie omstandigheden veranderden, werd het voor Groot-Brittannië voordelig om een ​​visserijbedrijf in Newfoundland te hebben.
Tegen het midden van de 19e eeuw had Newfoundland een inwonende bevolking van meer dan 100.000 inwoners en een schijnbaar veilige positie als 's werelds grootste exporteur van gezouten kabeljauw.

Migrerende visserij

De vroegere migratie visserij werd uitgevoerd door vishandel bedrijven, meestal gevestigd in het zuidwesten van Engeland, die werknemers en contractarbeiders er naar toe  brachten.
De op Newfoundland gebaseerde visserij van de negentiende en de eerste helft van de twintigste eeuw werd voornamelijk uitgeoefend door vissers die nominaal onafhankelijk waren, maar waren gebonden aan koopvaardij bedrijven die hen op krediet met uitrusting en voorraden uitrustten en hun vis als betaling accepteerden.
De meeste vissers voeren of roeiden in kleine open boten van hun thuisgemeenschap naar de  nabijgelegen visgronden en brachten hun vangst terug om te worden verwerkt - gefileerd, gezouten en verzorgd tijdens het drogen - door het gehele gezin.
Deze inspanningen betaald voor de  basis benodigdheden en voorraden, en in goede tijden af ​​en toe voor wat zeldzame luxe, maar de vissersfamilies leverden een groot deel van hun levensonderhoud door met een onophoudelijke ronde van activiteit, door het kweken van groenten, het zagen van hout voor brandstof en hout, voor het bouwen van huizen en boten, het doden van zeehonden, het houden van pluimvee en ander soort  vee, en jagen en vangen van wild..


Twee andere takken van de visserij vereisten een enigszins hoger niveau van kapitaal investeringen.
Vanuit centra,  voornamelijk, maar niet uitsluitend, langs de noordoostkust, werd dit uitgevoerd door  scheepseigenaren door bemanningen uit te sturen naar het  “noorden", naar Labrador voor de zomer maanden, waar ze visten als "drijvers"(op de vaartuigen zelf), of als 'blijvers' (die in het seizoen in kampen aan de wal woonden en bij de kust visten vanaf kleine boten).

Van andere centra, voornamelijk, maar ook niet uitsluitend, aan de zuidkust, vervoerden exploitanten van de zgn. "bank schepen", honderden  en meer mannen en dories,  een honderd en meer mijlen van de kust, naar de kabeljauwrijke Grand Banks, waar de mannen in de kleine dories roeiden vanaf het moederschip, om kabeljauw te vangen  met een beuglijn.
Bijna overal, was de visserij  bezetting seizoen gebonden en hoewel in de tijd andere
soorten vis commerciële waarde hadden gekregen, was de focus van de inspanning steeds de kabeljauw.

Beide feiten zijn nu verdwenen in hun tekens in de taal.
Zelfs nu, wanneer een oudere visser spreekt van "de reis", bedoelt hij niet een bepaalde reis, maar meer de gehele seizoen visserij.
En wanneer een inwoner van Newfoundland "vis" zegt, bedoelen zij kabeljauw.
Andere soorten worden bij hun naam genoemd.
Op het hoogtepunt van deze traditionele visserij, in de jaren 1880, waren er tweehonderdduizend mensen verspreid langs de 6.000 mijl van de ruige kustlijn, meestal in kleine nederzettingen.
Negentig procent van de mannelijke beroepsbevolking,  was betrokken bij het visserij gerelateerde werk, en 90 procent van de export van de kolonie bestond uit visserijproducten, voornamelijk kabeljauw.


De introductie van de  kabeljauw fuik bij de plaats Bonne Esperance door  William Whiteley, en de eerste verschijning van schepen met stoomkracht, die allebei in 1860s voorkwamen, hadden draagkrachtige  gevolgen.
Veel van de vissers namen ook deel aan de jaarlijkse zeehondenjacht

Diepvries vishandel

Maar de visserij kon niet doorgaan met uit te breiden, en tijdens de 20e eeuw achtereenvolgens,
streefden regeringen  naar economische diversificatie, sommigen zouden ten nadele zijn of op zijn minst zeggen tot verwaarlozing, van de visserij.
In 1940 vormden visserijproducten al 24 procent uit van de export. De industrie ging echter door met het inzetten van een groot deel van de beroepsbevolking, en in veel van de  buiten gemeenschappen, bleef het bijna de enige bron van werkgelegenheid.
Na Newfoundland onderdeel  werd van Canada in 1949, namen de markten voor gezouten vis af, terwijl de markten voor bevroren vis producten  toenamen.
In het verleden werd de Newfoundland gezouten vis op grote schaal verhandeld aan een aantal
landen; de handel in diepgevroren vis was bijna volledig aan de Verenigde Staten.

Industriële ontwikkelingen

Nog in 1969 noemden analisten Newfoundland nog steeds een 'dubbele economie'.
Aan de ene kant was dat een kleine "moderne" sector die bestond uit bouw- en grondstofonttrekkings- industrieën,zoals de mijnen in Buchans of in St.- Lawrence, of de pulp- en papier fabrieken in Corner Brook en Grand Falls.
 Aan de andere kant was er de grote en depressieve "traditionele" sector van de kust
visserij, die voor veel vissers onder meer betekende om "naar het ijs"te gaan voor de jacht op  zeehonden in het voor jaar, of pulp-hout hakken  in de winter.
Maar sommige aspecten van de visserij waren al van de "moderne" sector, en de verandering vond snel plaats.
De vriesinstallaties waren moderne industriële ondernemingen, en enkele van deze  bedrijven die ze in eigendom hadden, exploiteerden ook trawlers,(ook wel “draggers” genoemd ) die enorme vangsten van vis ophaalden met behulp van hun zware machines.
De  ontwikkeling van een unie tussen visserijarbeiders in de vroege '70 tiger jaren heeft veel verbeterd tot verbetering van inkomsten en omstandigheden, maar de geïndustrialiseerde visserij legde  een enorme druk op de vis bestanden.
De industrialisatie was zelfs nog verder gevorderd in Europa en schepen uit andere landen
namen het grootste deel van de vis van de Grand Banks.
Tegen de tijd dat Canada in 1977 een 200-mijlsbeheerszone verklaarde, was de grootste schade
reeds veroorzaakt..
Omdat pogingen tot andere soorten industriële ontwikkelingen te maken hadden met mislukkingen  of mislukten of teleurstellende resultaten gaven, moedigde de provinciale overheid  uitbreiding aan in zowel de vangst en het verwerking van diverse sectoren  van de visserij.
Zoals  recent in 1985, het provinciale departement van Visserij een brochure in kleur heeft uitgegeven waarin een plan voor de ontwikkeling van de visserij is opgenomen.
Onder de titel "Fish is the Future", voorspelde het dat de aanlandingen en prijzen zouden stijgen, en dat er een stabiel werkgelegenheid zou zijn voor "minstens 30.000 vissers en fabrieksarbeiders".

Kabeljauw Moratorium
De voorraden bleven dalen en in 1992 werd een moratorium afgekondigd aan de oostkust van Canada voor de kabeljauwvisserij.
Verrassend genoeg is de waarde van visserijproducten die in Newfoundland werden aangeland het zelfde gebleven. Ongeveer als vóór het moratorium.
Dit kwam door de toegenomen vangst van andere soorten dan kabeljauw, met name krab en garnalen.
De inkomsten echter werden echter gedeeld door een veel kleiner aantal mensen.
Het einde van de kabeljauwvisserij heeft voor veel mensen gemeenschappen betekend , dat zij zijn achtergelaten zonder een economische basis.
Federaal gefinancierde programma's die inkomensondersteuning en bijscholing bieden, hebben velen  plattelandsbewoners  toegelaten om te blijven in hun thuis gemeenschappen en hen aangemoedigd  om te geloven dat de kabeljauw visserij ooit zou terug keren., maar in de zomer van 1998 werd de  eind beslissing bekend gemaakt.
Visserij vergunningen  en vis fabrieken  moesten drastisch in aantal verminderd worden en invloeden van buiten af zijn aangeboden aan de visserij arbeiders om  met pensioen te gaan of te gaan verhuizen naar grotere woongemeenschappen.
Honderden buiten- af  gemeenschappen hadden  inderdaad een zeer sombere toekomst

Einde

Gelogd
vreemdeling
Schipper
*****
Berichten: 1860


Bekijk profiel
« Antwoord #959 Gepost op: 25-12-2018, 07:24:18 »

De Ontwikkeling van de kabeljauw fuik                                                                             

Na de ontwikkeling in de late jaren rond 1860, bleef de fuik voor de  kabeljauw vangst, al meer dan een eeuw onveranderd.
In de afgelopen twee decennia zijn enkele belangrijke wijzigingen aangebracht en blijft de Kabeljauw fuik een van de meest arbeids- en kosten effectieve methoden voor de vangst van kabeljauw te zijn.

De Eerste Kabeljauw fuik
De Kabeljauw fuik is waarschijnlijk de meest arbeids- en kosten efficiënte methode, die ooit is ontworpen voor het vissen op kabeljauw.
Het werd ontwikkeld in de late jaren rond 1860 door schipper  William H. Whitely, een visser uit Newfoundland, die voor de kust van Labrador viste.
De stationaire, onaangeroerde fuik werd bedacht als alternatief voor de traditionele kabeljauw vangst per seine net, die continu door een bemanning  moest worden bediend.

De nieuwe uitrusting van kapitein Whitely bleek zo succesvol, dat het binnen enkele decennia vrijwel onmisbaar was geworden voor de vissers langs de kust van Labrador.
Het verving volkomen het zegen net en werd een van de belangrijkste stukken vistuig, gebruikt door vissers uit Newfoundland.

In 1911, iets meer dan 40 jaar na de uitvinding er van, hebben Canadese overheidsinspecteurs het gebruik van 6.530 Kabeljauw fuiken geregistreerd, wijd verspreid langs de kust van Newfoundland.
De kabeljauw fuik  was zo effectief dat het oorspronkelijke ontwerp van Captain Whitely vrijwel onveranderd bleef, gedurende een volledige eeuw.

De Opbouw van een kabeljauw fuik
De kabeljauw fuik is in feite een kamer, met vier wanden en een vloer, opgebouwd uit netten.
De vissen komen in de fuik door een deuropening in de voormuur, die zich verder  uitstrekt naar buiten,
Vanuit het midden van de deuropening is een lange muur van netten,  die, vanwege zijn functie voor het begeleiden van de vis naar de fuik, de “leider “werd genoemd.
De fuik wordt rechtop gehouden in het water door drijvers , die geplaatst zijn langs de bovenkant van de muren en met lood gewichten  verankerd  zijn op de zeebodem.

De “leider “, eveneens van boeien voorzien en verzwaard met lood , is aan het ene uiteinde aan de fuik  vastgemaakt en met het andere uiteinde vastgezet  aan de kust, of op een rots bij de kust met behulp van  kabels en ankers.

Wanneer deze fuik is geplaatst, rusten de onderkant van de “ leider  “en de fuik zelf , op de zeebodem; de bovenkant van de fuik kan zich aan de oppervlakte van het water bevinden of wel vier of vijf vadem onder het oppervlak.
Alle traditionele kabeljauw fuiken waren hetzelfde, behalve het verschil in grootte.
Grote verschillen werden ontwikkeld door vissers in reactie op de lokale waterdiepte, de zeebodem, tij en de wind omstandigheden. De grootste verschillen zijn in de lengte van de “leiders”, die over het algemeen variëren van 30 tot 100 vadem lang.
De lengte van de leider wordt bepaald door de helling van de zeebodem.
Hoe zwakker  de helling, hoe langer de “leider” nodig had om de fuik ver genoeg van de kust te krijgen om hem te laten zinken.

De meeste fuiken meten van 40 tot 80 vadem in de omtrek en 8 tot 15 vadem in de diepte. In een typische fuik is de voorwand een vadem of meer, langer dan de achterwand.

De maaswijdte van het net varieert van ongeveer acht inch in de “Leider “ en voorste wand, tot minimaal 3 inches aan de achterkant. De reden voor de verschillende maaswijdtes ligt in de methode om de fuik te ledigen.
Het halen begint aan de voorkant en verplaatst zich  naar de achterkant, waar de vissen naar de oppervlakte worden gebracht of "worden opgedroogd" en om vandaar in het vaartuig te worden opgenomen. De kleinere maas wijdte aan de achterkant  van de fuik zorgt ervoor dat de strak ingesloten vis niet door het net kan ontsnappen.

**

Kabeljauw fuiken worden geplaatst op plaatsen waar het van bekend is dat de kabeljauw jaar in jaar uit in grote aantallen zich naar de kust verplaatsen, en waar waterdiepte en bodemomstandigheden geschikt zijn. De bodem moet redelijk glad en vlak zijn en het water van 10 tot 20 vadem diep. De meeste fuiken liggen langs de kustlijn van kliffen of punten op het land, maar sommige liggen rond ondiep water.

Kabeljauw fuiken seizoen
Het vangst seizoen voor kabeljauw is kort, meestal beginnend met een langzame periode van vrij kleine vangsten in mei of begin juni, snel piekend in juni of juli, en even snel afnemend tot een andere lage vangstperiode in augustus.
Het fuik seizoen vindt plaats tijdens de jaarlijkse  landinwaartse kabeljauw migratie. Deze migratie is gekoppeld aan een vergelijkbare migratie langs de landtong, van ontelbare miljoenen smelt visachtige pelagische vissen, de zogenaamde lodde, die meestal begin juni begint.
De lodde, een primaire voedselvis voor kabeljauw, komt naar de wal om kuit te schieten en  de kabeljauw volgt voor het feest.
De kabeljauw blijft meestal een paar weken langer bij de kust dan de lodde, welke daar gedeeltelijk wordt vastgehouden door een jaarlijkse herhaling van verplaatsing naar de kustlijn, dit keer door de  inktvis.

De visactie van de kabeljauw fuik is eenvoudig. Vissen die langs de kust zwemmen of langs de nabijgelegen  rots ondiepten ,komen tegen de “leider “van de fuik. Aldus omgeleid keren ze zeewaarts en volgen de “leider “en lopen in de fuik..

Boten en methoden
Een typisch vang personeel bestaat uit vier tot zes man. Het traditionele vaartuig dat is geëvolueerd voor gebruik in de fuik visserij, het fuik schip, is een open boot, die eerst werd aangedreven door zeil en roeispanen, en  later door een kleine gas- of dieselmotor. Het werk wordt meestal aangevuld door een of twee kleinere roeiboten van een vergelijkbaar ontwerp, of door dories.
De laatste jaren is er een ander schip ontwikkeld voor de fuiken visserij,
Dit is een voormalig beugschip wat als fuikboot wordt gebruikt, een boot van 35 tot 60 voet dek ruimte.

Einde,
Gelogd
Pagina's: 1 ... 60 61 62 63 [64] 65 66 67 68 ... 105 Omhoog Print 
« vorige volgende »
Ga naar:  


Login met gebruikersnaam, wachtwoord en sessielengte

Powered by MySQL Powered by PHP Powered by SMF 1.1.4 | SMF © 2006, Simple Machines LLC Valid XHTML 1.0! Valid CSS!