1925 SCH 341 Jac den Dulk wijzeging naam
1927 SCH 341 Zeeburg wijzeging naam
1931 moter in ge zet
19441 gevorderd
1945 vrij gegeven te IJnuiden
1956 SCH 341 Zeeburg eig Jac den Dulk en Zn N,V
Einde:
1964 verkocht voor de sloop aan Pametex
Nog geen schippers bekend.
Bemanning SCH 341 rond 1935
Naar aanleiding van de vragen over de
garnalenkotters, hierbij een foto van de bemanning van de SCH 341.Schipper was Teun Kuijt. Op de foto staan onder meer: Nico Kuijt (geheel links) daarnaast Jan
Groen (die van de SCH 26 dus), daarnaast Mink Kuijt en rechts onder aan Teun Kuijt.
Wie de overige zijn weet ik niet maar het lijkt me wel leuk om te weten of anderen
weten wie er nog meer op de foto staan. Rond 1961 mocht ik voor straf niet met
mijn vader mee als prenter, ik weet niet meer wat ik had uitgevreten, maar ik
was flink teleurgesteld. Mijn vader vaarde toen op de SCH 302 waar dacht ik Maart
de Zwart schipper op was. Zo'n zomer zonder was geen pretje. Bijna al mijn vriendjes
gingen wel mee als prenter dus het was flink balen en vervelen. Ik woonde toen
onder de boog in het Pluvierhof en ging dan meestal mijn vertier zoeken aan de
haven. Vanuit het Pluvierhof was het dan steevast het hek over bij het verversingskanaal,
over het breggetje, langs de breggetjes waar de baggermolen lag en ook de garnalenkotters.
Al gauw had ik in de gaten dat men op de garnalenkotters alleen vaarde dus zonder
andere bemanningsleden. Het was de kunst om op tijd op het breggetje te zijn en
een helpende hand te bieden en dan gelijk te vragen …meneer mag ik mee ..?
Na een aantal keren had ik succes, mijn vriendje ging mee op de 59 en ik op de
26. De eerste keer viel flink tegen het was de dag daarvoor flink gewaaid en de
zeegang stond er nog. Het was de hele dag dwarszee varen langs het strand. In
de ochtend om de Noord en in de middag om de Zuid. De 26 had een veel sterkere
motor dan de 59 dus we raakte elkaar al snel ui het gezicht. Je had ook nog de
43 van letsch, die op zijn zeil reclame voerde voor Thomson, een toen gerenommeerde
zaak waar veel scheveningers hun radio, met visserijband kochten. Jan Groen was
niet zo'n prater, onder het reclame varen werd er gevist met een netje achter
het schip, bij het halen namen we dan alle bij een vislijn. Meestal werd er niet
veel gevangen, behalve in de garnalentijd . Ik kan me nog herinneren dat de 59
vroeg in de middag naar binnen is gegaan om de vangst te verwerken. Een keer om
de Zuid. Was er een Duitser achter een bal aan gegaan en was een flink stuk uit
de kust " help, help "riep hij in het Duits waarop Jan Groen zei "dat
verstae ik iet " Ik zei tegen Jan Groen ..ik geloof dat die verdrinkt. Zonder
wat te zeggen gooide hij een touw naar die Duitser en zette koers naar het strand.
Toen we weer dichte bij het strand waren aangekomen trok hij met een ruk het touw
los en zonder verder op of om te kijken gingen we weer op koers. Het mooiste vond
ik toch altijd het in en uitvaren. Na een aantal keren mocht ik ook bij de Semafoor
al sturen, de motor ging dan op volle kracht en als een speer stoomde we dan de
haven uit. Ik heb daar veel geleerd, zeker met betrekking tot het zo dicht mogelijk
varen langs de kust bij hoog en laag water. Het jaar daarop mocht ik weer met
mijn vader mee, dat was op de SCH 264. Twee jaar geleden kwam ik op de Brasem
de 26 tegen, verbouwd maar niet meer dat stoere vissersscheepje van toen.
Ter aanvulling Groepsfoto van de bemanning Sch 341. Daar wordt gevraagd of er nog iemand is die meer namen kan noemen. Wel, ik kan er één aan toevoegen nl. die van mijn Vader. Dat is Kees Baak en hij is de meest rechtse persoon op de middenrij.
Verrassend om zo nog een foto van je Vader tegen te komen. Hij heeft in die tijd een aantal jaren bij Teun
Kuijt als matroos gevaren.
gr Piet Baak
teun verheij schiet een zonnetje op de sch341
Heeft u nog aanvullende gegevens, opmerkingen, wijzigen, fotos of betere kwaliteit fotos. Neem
dan contact met Rinus Nutbeij
of met de webmaster