SCHEVENINGEN, woensdag
Nu het haringseizoen gisteren in Scheveningen van start is gegaan, en het bekende festijn Vlaggetjesdag daar aanstaande zaterdag plaatsvindt, kan er haast geen beter moment zijn om stil te staan bij het bijzondere levensverhaal van Arie Spaans. Deze ras-Scheveninger, die decennialang op zee de kost verdiende als visser, mag dan ruim dertig jaar geleden overleden zijn, nog altijd is er vraag naar de vier romans die hij over zijn geliefde vissersdorp schreef.
,,Hij wilde zijn schrijverschap eigenlijk geheim houden. In Scheveningen moest je niet boven het maaiveld uitsteken!” lacht zijn 97-jarige weduwe Kniertje Spaans- den Heijer. ,,Daarom verschenen de boeken onder zijn pseudoniem Cor van Harten. Hij hoefde niet zo nodig bekend te worden. Maar nadat de uitgever op een gegeven moment toch een foto van hem had gebruikt, werd hij herkend.”
Spaans’ echtgenote was zelf in het begin overigens niet zo gecharmeerd van de schrijversbezigheden van haar man, moet zij toegeven in haar Scheveningse flatwoning, niet ver van de kust. Maar nu, jaren later, kan ze toch met gepaste trots vertellen over de prestaties van haar Arie. In een vertrek grenzend aan haar woonkamer bewaart zij nog een aantal overgebleven exemplaren van zijn boek ‘Opgaand getij’.
De in 1915 geboren Arie Spaans was nog maar een jochie van een jaar of 15, 16 toen hij op de Scheveningse vissersvloot ging werken. ,,Hij heeft uiteindelijk veertig jaar gevaren”, vertelt zijn echtgenote. In die lange visserscarrière, die Spaans pas beëindigde toen hij al over de vijftig was, leerde hij de sector van haver tot gort kennen. Zo werkte hij als machinist op de logger en hadden hij en zijn collega’s het voorzien op haring. Regelmatig was Spaans ook te vinden voor de Franse en Engelse kust.
Maar naast het drukke en zware werk op het schip vond de intelligente visser ook nog tijd om verschillende romans te schrijven over het leven op zee en in zijn geboorteplaats. Want Spaans mag dan een stevige zeebonk geweest zijn, die zijn hand niet omdraaide voor woeste golven en fikse stormen, maar in zijn vrije tijd dook hij graag de boeken in. ,,Jan de Hartog las hij bijvoorbeeld graag, en Fenand van den Oever. Maar op een gegeven moment dacht hij: Dat kan ik beter!”
De uitgebreide ervaringen die Spaans in de praktijk had opgedaan verwerkte hij in de boeken ‘Zoutwaterliefde’, ‘De meeuwen schreeuwen: geluk, geluk’, ‘Maalstroom’ en het al genoemde ‘Opgaand getij’. Die spelen zich natuurlijk voor een groot deel op zee af, maar ook in Spaans’ eigen dorp. ,,Aan boord maakte hij de aantekeningen en thuis werkte hij die uit”, vertelt Kniertje Spaans. Eerst wist hij nog één van zijn dochters zover te krijgen om zijn vele volgeschreven blaadjes uit te typen, later kreeg hij zijn eigen schrijfmachine en moest hij het zelf maar doen. Dat deed hij dan ook, en met succes! Er bleek namelijk veel vraag te zijn naar het werk van de autodidactische schrijver. De boeken vonden niet alleen gretig aftrek in Scheveningen, maar ook in andere vissersplaatsen, zoals Katwijk, IJmuiden en Urk.
De laatste jaren van zijn arbeidzame leven bracht Spaans aan de wal door. ,,Hij keek uit naar zijn pensioen en zat vol plannen. Zo wilde hij nog familie in Amerika bezoeken en op vakantie naar Israël.” Het heeft niet zo mogen zijn. In 1979, een paar maanden voordat hij 65 zou worden, overleed de getalenteerde Scheveningse visser-schrijver. Maar uit reacties van lezers weet zijn familie dat de boeken van ‘Cor van Harten’ nog altijd niet vergeten zijn…