Informatie over de huidige viserij

Boomkorrenvisserij

De boomkor bestaat uit een sleepnet, dat wordt opengehouden door de boom - een metalen buis aan de voorkant van het net. Vroeger werd voor deze staaf een boomstam gebruikt, vandaar ook de naam boomkor. Aan de uiteinden van de boom zitten zware stalen sloffen of sleeën, die over de zeebodem glijden. Kor betekent sleepnet. De mazen zijn aan het begin groter dan aan het eind, waardoor ondermaatse vis kan ontsnappen. Aan de boomkor zijn vaak verschillende kettingen bevestigd die ervoor dienen de platvis uit het zand op te laten "schrikken". Deze kettingen worden daarom wekkerkettingen genoemd. Na twee uur haalt de bemanning (circa zes personen) de netten met de onderkant naar boven aan boord en leegt de inhoud in een bak. Nadat het net weer is uitgezet, gaan de vissers de vangst grof sorteren, van ingewanden ontdoen en schoonspoelen. Zo gaat het vier etmalen aan een stuk door, dag en nacht. Tussendoor doen de mannen korte slaapjes van amper een uur.

Doordat de zware vistuigen over de bodem heen gesleept moeten worden, vergt de boomkorvisserij veel kracht. De eurokotters (kustzone) zijn uitgerust met motoren van 300 pk. De grotere kotters hebben 2000 (vroeger tot wel 4000) pk. Nu de olieprijs structureel hoog is, wordt de boomkorvisserij minder rendabel. Sinds de gestegen brandstofprijzen hebben veel vissers het aantal wekkers verminderd en in sommige gevallen is zelfs gekozen voor een kleinere diameter van de kettingen om een gewichtsreductie te bewerkstelligen. Het gewicht van de wekkers is soms aanzienlijk en bedraagt circa 25 % van het totale tuiggewicht. Het succes van de boomkor kan in feite worden verklaard uit het feit dat de boomkorconstructie een aantal zware wekkers toelaat. De vangst van tong neemt doorgaans duidelijk toe bij gebruik van een groter aantal wekkerkettingen.

De boomkorvisserij is in Nederland ontwikkeld na de Tweede Wereldoorlog. Vanaf de jaren 60 werd dit de toonaangevende manier van visserij. De scheepsgrootte nam snel toe tussen de jaren 60 en 80. Plaatsen langs de Nederlandse en Belgische kust met veel boomkorkotters zijn Nieuwpoort, Oostende, Zeebrugge, Breskens, Vlissingen, Arnemuiden, Ouddorp, Goedereede, Stellendam, Katwijk aan Zee, Den Helder, Oudeschild, Urk en Zoutkamp. Urk telt de meeste boomkorkotters. Eind jaren 80 telde Nederland meer dan 300 grote boomkorkotters. Na verschillende saneringsronden zijn er nog circa 125 over. Verder zijn er een kleine 80 Eurokotters die voor een groot deel van het jaar met de boomkor vissen. Ook hanteren meer dan 100 garnalenkotters hetzelfde principe, zij het met veel lichtere tuigen. In Groot-Brittannië komt op kleine schaal ook boomkorvisserij voor, Lowestoft kent een aantal bokkers. Ook Duitse en Deense kustvissers gebruiken de techniek. Tot slot zijn er Nederlandse vissers, die deze vorm van visserij onder Noorse of Franse vlag uitoefenen.

Het gros van de Nederlandse boomkorvloot is uitgerust met een vermogen van 2000 pk. Een kleine categorie beschikt over een vermogen dat hoger ligt dan 2000 pk. Dit betreft zonder uitzondering kotters die voor 1988 zijn gebouwd. Vooral Arnemuiden is bekend om zijn grote boomkorkotters. De grootste Nederlandse boomkorkotter was jarenlang de in 1985 gebouwde ARM-18 Joris Senior, met een tonnage van 635 brt. Deze kotter is in 2002 gesaneerd en werd enkel overtroffen door de Brits-Urkse PD-147. In België mogen boomkorkotters een maximaal motorvermogen bezitten van 1.200 pk.

Boomkorvisserij heeft verschillende effecten op het milieu. Deze zijn met name een gevolg van het gebruik van wekkerkettingen, die over de bodem slepen. De bodem wordt zo tot op enkele centimeters diepte doorploegd. Daarnaast komt er door het omwoelen tijdelijk meer voedsel (o.a. kleine bodemdiertjes) in het water, waardoor opportunistische vissoorten het ecosysteem gedeeltelijk kunnen overnemen. Verder komt veel bodemleven in het net terecht of wordt beschadigd door de wekkerkettingen. De bijvangst wordt wel weer over boord gezet, maar slechts een deel van de bijvangst overleeft het vang- en sorteringsproces aan boord. Om deze redenen zijn veel milieubewegingen tegen boomkorvisserij. De boomkorvissers zelf hebben hier duidelijk een andere mening over. Ze vissen namelijk al jaren op dezelfde bestekken en het opvallende daarbij is dat telkens dezelfde (beviste) bestekken visnamig zijn. Door het omwoelen van de bodem door de wekkerkettingen komen veel bodemdiertjes tevoorschijn waar andere vissoorten weer van profiteren, zoals meeuwen op een bewerkte akker af komen. Op veel plekken waar met wekkerkettingen wordt gevist verandert de gemeenschap van bodemdieren van karakter. Zee-anemonen, schelpdieren en kreeftachtigen verdwijnen. Wormen blijken het best bestand tegen de invloed van de visserij. Maar het geluk van de visserman wil dat de platvis een wormeneter is. In feite verandert de boomkorvisserij de zeebodem dus in een platvis-akker

Om de teruglopende scholpopulatie zich te laten herstellen, werd in 1989 een reservaat voor jonge schol ingesteld, de scholbox. Maar het verwachte gevolg, een toename van de scholpopulatie bleef uit. Het bleek dat de boomkorvisserij helemaal niet zo een grote invloed had op het bodemleven als eerder gedacht.[1]

In december 2011 sloot de Nederlandse regering een akkoord dat in een kwart van de Noordzeekustzone boomkorvisserij verbiedt. In 2014 wordt het verbod uitgebreid tot bijna de helft van dit Natura 2000-gebied en in 2016 geldt in beide gebieden een totaalverbod voor de boomkor[2]. Dit akkoord is ondertekend door Stichting de Noordzee, Natuurmonumenten, WNF, Waddenvereniging, Productschap Vis, Vissersbond, VisNed en het ministerie van EL&I[2] Als tegenprestatie beloofden de natuurorganisaties om de komende jaren niet naar de rechter te stappen, zodat de visserij de tijd en de kans krijgt om nieuwe, duurzamere, vistechnieken in te voeren.

Het zogenaamde VIBEG-akkoord (Visserij In Beschermde Gebieden), regelt de visserij in het Natura 2000-gebied van de Noordzee. Dit betreft de Vlakte van de Raan in de zuidwestelijke delta en de Noordzeekustzone, een strook drie mijl zeewaarts van Bergen, Noord-Holland, tot Rottum in de Waddenzee[2]. In beide kuststroken zijn de Europese Habitat- en Vogelrichtlijn van toepassing waardoor Nederland in deze gebieden de zandbanken moet beschermen.

Bron Wikipedia

Alles over Scheveningen omvat: Scheveningen-Haven, Scheveningen-Centrum, Scheveningen-Duinoord, Scheveningen-Duindorp, Scheveningen-Belgisch Park, Scheveningen-Statenkwartier, Straatfotos en Snuffelbeurs Contact - copyright